Hoe win ik het vertrouwen van mijn kat?

Er zijn mensen die geloven dat katten door hun sluw, ja vaak boosaardig gedrag alle reden hebben om wantrouwig te zijn. Deze mensen vergeten dat geen enkel dier onderscheid kan maken tussen 'goed' en 'kwaad'. Als een kat 'kwaadaardig' reageert, dan doet zij dat omdat zij onbewust of opzettelijk verkeerd behandeld is.
Het is een feit dat katten voorzichtig zijn en niet iedereen direct vertrouwen, sommige mensen zelfs nooit. Vriendschappelijk worden ze meestal pas, als ze er zeker van zijn dat hen niets kan gebeuren en men het goed met hen voor heeft. Als wij het vertrouwen van een kat willen winnen, moeten wij eerst bij onszelf te rade gaan en ons afvragen of wij wel vertrouwen in de kat hebben. Wat speelt ons niet allemaal door het hoofd als wij op straat een vreemde kat tegenkomen die ons louter toevallig wat vertrouwen schenkt, rond onze benen loopt of haar kopje tegen onze voeten aandrukt? Dan gaat onze hand schuchter naar beneden, altijd erop bedacht dat zij zich plotseling omdraait en ons krabt en bijt. Ook zou ze wel eens ziek kunnen zijn of ongedierte kunnen hebben, of iets dergelijks. In ieder geval staan we in tweestrijd en durven het maar aarzelend aan om het katje lekker te strelen. Welnu, zulke angstgevoelens hebben katten waarschijnlijk ook wel. als het om een vreemde kat gaat, vinden wij een zekere gereserveerdheid nog wel natuurlijk.
Maar als het om onze eigen kat gaat, willen we dat niet zo gemakkelijk begrijpen. We permitteren onszelf wel een zekere afstand en voorzichtigheid, maar nemen het het dier wel kwalijk als het zich precies zo gedraagt. Vertrouwen tussen mens en dier betekent echter dat beide partijen de garantie van veiligheid en geborgenheid krijgen. Alle twee voelen ze dat de ander niets kwaads in zijn schild voert.
Vertrouwen winnen we pas als we van het begin af alle gedragingen nalaten die wantrouwen scheppen. Hierbij is het belangrijk eraan te denken dat de kat maar langzaam met ons vertrouwd raakt. Veel dierenvrienden vergeten dit. Heel vaak horen we de klacht: "die kat woont nu toch al zo lang bij mij en toch komt ze niet naar me toe" van kattenbezitters die graag zagen dat de kat hen meer vertrouwen schonk.
De duur van het samenwonen is niet genoeg om met een kat harmonisch en vertrouwelijk om te gaan. Een relatie kan ook het puur praktische doel van "verzorging" dienen. En als het moet, laat de kat zich verzorgen, zonder haar bezitter te respecteren. Aangenomen dat hij haar niet al te zeer beledigt. Dan zou ze zich helemaal niet door hem laten verzorgen. Het samenwonen zegt dus niets over de sympathie van de kat voor ons.
De eerste stap om het vertrouwen van de kat te winnen is alles te vermijden wat de kat angst aanjaagt.
We moeten haar niet met een lekker hapje lokken en haar daarna vangen of snel naar haar toelopen en haar van boven oppakken. Drukke bewegingen en luid praten (roepen) kan ze trouwens al helemaal niet verdragen. Ze houdt er niet van dat er aan haar getrokken wordt of dat ze weggeduwd wordt, dan legt ze haar oren tegen haar kop en blaast. Ze wil ook niet zomaar opgepakt worden en heeft er een hekel aan als wij haar achterna rennen. Als wij proberen haar in het geniep van achteren op te pakken, dan boezemen we haar groot wantrouwen in.
Vertrouwen bouwen we op, wanneer we ons consequent en rustig gedragen en de kat tijd geven. Geef haar de gelegenheid om het huis te verkennen, zodat ze vertrouwd geraakt in huis. Pas wanneer haar behoefte aan onderzoek bevredigd is, heeft ze tijd voor u. Dat geldt vooral als de kat onbekend is met het huis. Roep het dier steeds weer opnieuw bij zijn naam en lok het met het typische geluidje "psjpsjpsjpsj". Wacht tot het dier vanzelf naar u toekomt. Komt de kat voor het eerst schuchter aan u snuffelen, blijf dan rustig staan of zitten. Maak alleen maar rustige bewegingen. Praat niet te luid en doe rustig en vriendelijk tegen haar. Dat maakt haar rustig en aanhalerig. Als ze aangehaald wil worden, leg dan de rug van uw hand tegen haar kopje en haar flanken, ze zal zich dan niet bedreigd voelen en merken dat u haar aardig vindt.
Beloon het dier met een lekker hapje, als het zich heeft laten aanraken of gekomen is als u het riep. Vergeet niet met het dier te praten en het uitbundig te prijzen. Als uw kat slechts aarzelend naar u toekomt, hou uw arm dan uitgestrekt voor u. Neem wat lekkers in uw hand en laat het dier eraan likken. Deinst het dier terug, hou uw arm dan nog even uitgestrekt, zodat het niet nog meer schrikt. Trek uw arm dan pas langzaam terug. Strek uw arm opnieuw uit en houd uw hand, met daarin iets lekker, opnieuw voor de kat. Wacht tot de kat uit zichzelf uw hand aanraakt.
Als het dier aan uw hand gewend is geraakt, kriebelt u eens een beetje met uw wijsvinger aan zijn kin. Als de kat dat toelaat, gebruikt u langzamerhand ook de andere vingers, tot de peos zich door uw hele hand laat aanraken. Houd daarbij uw hand steeds zo, dat u het dier op ooghoogte benadert. Vindt de kat het goed dat u haar aanraakt, streel haar dan aan de zijkant van haar kop en over haar flanken. Daarna kunt u ook de andere lichaamsdelen aanraken.
Merkt u dat uw kat naar uiten wil, laat haar dan gaan. Ze voelt zich dan vrij en niet opgesloten en zal u dankbaar zijn als ze weer terugkomt. Dit geldt natuurlijk niet voor katten die pas nieuw in huis zijn. Die moet u enige tijd binnenshuis houden.
Ook als u uw kat al goed en niet meer alle boven beschreven stappen hoeft te volgen, moet u nog zeer behoedzaam met de poes omgaan. Denk eraan dat een kat tamelijk snel het vertrouwen weer verliezen kan. Menig kattenbezitter is dat na een noodzakelijke behandeling van een zieke kat overkomen. U moet haar vertrouwen dan opnieuw winnen. Heeft uw kat al veel vertrouwen in u, dan zult u haar vertrouwen weer snel terugwinnen.