Waar vandaan: Huisdieren > Vogels > Kooi en volière vogels > Soorten > De Splendidparkiet

De Splendidparkiet

De splendidparkiet is één van de kleurrijkste Australische parkieten en geniet daarom ook grote bekendheid bij de vogelliefhebber.

Kenmerken:
Het mannetje heeft een overwegend diep saffierblauwe kop. Deze kleur is het diepst aan voorhoofd, wangen en de snavel. De rug, de stuit en de flanken zijn grasgroen. De vleugeldekveren zijn lichtblauw.

De  slagpennen zijn zwart met blauwe gloed, de beide middelste staartpennen zwart, de andere geel. De onderzijde van de man is geel met een scharlaken rode borstvlek.

Bij het popje is de onderzijde geel, de borst heeft een olijfgroene glans. De rug is over het algemeen donkerder dan bij het mannetje. De zijkanten van de kop van het popje zijn daarentegen beduidend minder blauw.

De vogels zijn ca. 22-24 cm.

Voorkomen:
De splendidparkiet is afkomstig uit de drogere woestijngebieden van Australië.
Hij komt dan ook voornamelijk voor in het westelijk deel van Nieuw-Zuid-Wales, de  noordelijke delen van Zuid-Australië en het binnenland van West-Australië.

Geschiedenis:
De splendidparkiet is jarenlang zeer zeldzaam geweest in Australië. Hij werd zelfs enige tijd als uitgestorven beschouwd totdat in de dertiger jaren weer een paar exemplaren werden waargenomen in Australië. Vanaf ca. 1933 komt hij wat meer voor. Dit kwam vooral omdat er in deze tijd een paar stelletjes werden ingevoerd in Engeland. Inmiddels wordt de splendidparkiet elk jaar in een betrekkelijk groot aantal gekweekt.
In Europa is hij na de Bourksparkiet en de Turquoisineparkiet de meest gehouden Neophemasoort.

Huisvesting:
Het houden van splendidparkieten kan nog weleens problemen geven in ons land. Zoals al eerder beschreven zijn ze afkomstig uit de drogere woestijngebieden van Australië. Het natte en koude klimaat in ons land is dus niet ideaal voor ze.
De volière zal hier dus op aangepast moeten worden. Concreet betekent dit dat de volière voorzien moet zijn van een goed afgesloten en droog nachtverblijf, waarin ze de nacht kunnen doorbrengen of bij slecht weer in kunnen verblijven. Persoonlijk raad ik houders van deze vogels aan om de buitenvolière in z'n geheel te voorzien van een dak en in ieder geval één van de zijkanten van de volière dicht te maken.
Ik heb namelijk ervaren dat de vogels niet altijd het nachthok opzoeken maar de nacht ook dikwijls doorbrengen in de buiten- volière. Ingeval het s'nachts gaat regenen, stormen etc. zullen er, zo is mijn ervaring, ongetwijfeld slachtoffers vallen onder de splendidparkieten. Het volledig overkappen van de volière heeft tevens het voordeel dat er minder snel ziekten zullen worden overgebracht door onze eigen inlandse vogels (mussen, spreeuwen e.d.). De splendidparkiet is namelijk een vrij tere vogel (alhoewel ik ook moet opmerken dat er vrij sterke exemplaren zijn) die op dit gebied wel wat extra aandacht mag hebben van zijn baas.  


In het najaar en in de winter als de nachten wat koud zijn is het, het beste om een klein verwarmingselement in het nachtverblijf te plaatsen voor bijver- warming. Het spreekt voor zich dat de toegang naar de buitenvolière dan dicht moet zijn. Ondanks bovenstaande ken ik enkele kwekers van splendidparkieten die de vogels s'winters in een onverwarmde (wel goed beschut en voorzien van een dak en dichte achterzijde en zijkanten en een afgeschermde voorzijde) volière houden zonder dat er bij hen ooit slachtoffers onder de splendidparkieten zijn gevallen.

Aanschaf:
Als men splendid's aan wil schaffen moet men er voor waken dat de vogels niet met de rui bezig zijn. Wanneer dit wel het geval is doet men er goed aan de vogels nog een aantal weken bij de kweker te laten zitten tot de rui is voltooid. Als men ze toch verplaatst als ze in de rui zijn, bestaat de kans dat ze het niet overleven. Over het algemeen zijn splendid's erg stress-gevoelige vogels waarmee men rekening dient te houden bij de aanschaf.
Bij de aanschaf van splendid's zal men goed moeten letten op het formaat. De vogel moet ca. 24 cm. groot zijn en een goede brede borstomvang hebben. Zowel man als pop moeten qua type geblokt zijn.
Veel voorkomende fouten van de splendid's op tentoonstellingen en waar dus ook rekening mee gehouden moet worden bij de aanschaf zijn:
MAN: te smal in de borst; oranjerode borstvlek niet egaal van kleur; scheiding oranjerode borstvlek met diep gele buik niet strak; blauw op kop en vleugel niet diep genoeg van kleur; bruine tekening op vleugeldek.

POP: blauw op kop en vleugels niet egaal van kleur; te smal in borst; laat rode veertjes zien in borstbevedering.

Let vooral op bij de aanschaf van splendidparkieten dat ze niet besmet zijn met het zogenaamde PHV 3 virus (familie van o.a. de beruchte en bekende paramyxovirus 1 (PMV 1) welke pseudovogelpest veroorzaakt). Het PHV 3 virus veroorzaakt een ziekte die bekend staat onder de naam "Draainek-ziekte". Toch veroorzaakt dit virus niet alleen aantasting van het zenuwstelsel met draainekverschijnselen, evenwichtsstoornissen en verlammingen maar ook aantasting van het maagdarmkanaal.
De oorzaak van deze darmstoornis is een aantasting van de buikspeelselklier (pancreas). Besmette vogels zijn te herkennen aan de kleur van hun ontlasting. De ontlasting van besmette vogels kan varieren van stopverfachtig tot lichtgeel en wit. De ziekte kan verstrekkende gevolgen hebben vooral omdat er (nog) geen medicamenten zijn om de ziekte te stoppen.
Dat bovenstaande waarschuwing geen overbodige is, heb ik zelf aan den lijfe ondervonden.
Tijdens het kweekseizoen in 1991 had ik nog twee mooie splendidmannen zitten die schreeuwden om een pop. Na wat rondspeuren kwam ik uiteindelijk bij een kweker terecht die nog een aantal poppen had zitten. Twee van de vier die ik in m'n handen kreeg vond ik wat mager en dus liet ik deze zitten. De andere twee zaten goed in het vlees en de koop werd gesloten. Bij thuiskomst werden de beide poppen in een aparte kooi geplaatst. Zoals elke liefhebber denk ik doet wanneer hij nieuwe vogels heeft gekocht, ging ik na enige tijd terug om nog eens te kijken naar mijn nieuwe aanwinsten. M'n hart bleef bijna stil staan toen ik op de bodem van de kooi dikke stopverfachtige ontlasting (ik had namelijk hier al eens het één en ander over gehoord) zag liggen. Min of meer in paniek belde ik een bevriende kweker en legde hem het probleem voor. Na afweging van alle voor en tegens (o.a. besmetting van m'n eigen splendids) heb ik uiteindelijk besloten beide vogels te doden. Iets wat voor elke liefhebber, naar ik aanneem, het moeilijkste is in onze hobby. Vervolgens heb ik het hele vogelverblijf zoveel mogelijk gedesinfecteerd.
Dit voorbeeld laat tevens nog eens weer zien hoe belangrijk het is om nieuw aangeschafte vogels eerst apart te zetten. Want stel eens dat ik ze direct bij m'n eigen splendids had losgelaten!!!!
Dus nogmaals let op bij de aankoop van splendidparkieten en kijk vooral ook naar de ontlasting van de vogels.  

Karakter van de vogel:
Splendidparkieten zijn rustige en verdraagzame vogels tegenover andere parkieten of tropische vogels. Het zijn geen schreeuwerds of knagers.
De band met de kweker kan zo ver gaan dat ze, bijvoorbeeld tijdens het verstrekken van voedsel, uit de kooi of volière vliegen en bij de kweker op hoofd of arm gaan zitten.
Splendidparkieten zijn s'avonds, zo is mij gebleken, het levendigst.
Door hun rustige karakter laten ze gemakkelijk nestcontrole toe.

De kweek:
In het broedseizoen dient men slecht één paartje per vlucht/kooi te houden. Net als bij de meeste parkietensoorten, verdragen meerdere paartjes elkaar niet tijdens het broedseizoen. Vooral splendidmannen beginnen, wanneer ze broedrijp zijn, op elkaar te jagen. Indien men een goed kweekstel treft of samenstelt zal de pop al snel overgaan tot broeden.
De vogels dienen de beschikking te hebben over een ruime nestkast (20x20x40 cm.; vliegopening 6 cm.). Op de bodem van de nestkast moet een laag turfmolm vermengd met houtspaanders worden aangebracht. Het popje legt 3-5 eieren. Wat opvalt is dat de vogels, indien ze er over kunnen beschikken, bladeren aandragen in het nest. De vogels dragen de bladeren aan door ze onder de stuitveren te steken. Eén en ander is te vergelijken met het gedrag van agaporniden die op deze manier stukken schors naar het nest vervoeren.
Meerdere keren heb ik waargenomen dat de pop zelfs tijdens het broeden het verstrekte groenvoer (o.a. witlof, boerenkool) onder de stuitveren mee nam naar het nest.  
Na een broedduur van ongeveer 20 dagen verschijnen de jongen. Het mannetje komt de pop tijdens het broeden voeren en doet dit later ook bij de jongen. Een paartje kan in een seizoen 2 hoogstens 3 broedsels grootbrengen. De jongen die na ca. 4 weken het nest verlaten zijn nogal wild. Ze verwonden zich dan ook snel aan gaas, draden of wanden.
Onderschat dit niet want zelf heb ik ervaren hoe een jonge splendid zich dood vloog tegen het gaas van mijn voliëre. Het betrof hier de enige cinnamon die ik dat jaar kweekte (het gaat immers altijd om de beste en duurste exemplaren waarbij je dit overkomt). Om bovenstaande te voorkomen is het verstandig planten tegen de wanden te zetten en groene takken in het gaas te steken wanneer de jonge vogels op het punt staan uit te vliegen.
De jongen lijken op het popje maar zijn wat matter van kleur.

Als de jongen ca. 3 maanden oud zijn verschijnen de eerste rode veren op de borst bij de jonge mannetjes. Ingeval men met de vogels naar de tentoonstelling wil zullen de popjes op de eerste plaats komen. Zij zijn als tweejarige vogels geheel op kleur. Over het algemeen zal dit bij de mannen niet het geval zijn, met name zal de oranjerode borstvlek bijna nooit egaal van kleur zijn op die leeftijd.  

Voeding:
De voeding zoals ik die aan mijn vogels verstrek is op advies van de kweker waar ik m'n vogels kocht. Bij deze kweker voldeed deze voeding prima.
Ik verstrek de vogels een mengsel van zaden bestemd voor neophema's (ca. 3 eetlepels per 2 vogels).  Verder krijgen ze eivoer gemengd met aminorotol (vlgs. bijsluiter) en scherpe maagkiezel. Van dit mengsel verstrek ik ca. 1 eetlepel per 2 vogels. Natuurlijk kunnen de vogels ook beschikken over grit. Verder geef ik elke vogel dagelijks 1 of 2 meelwormen. Ook krijgen ze dagelijks een stukje appel, blaadje witlof of iets dergelijks.
Erg belangrijk is ook dat ze dagelijks schoon drinkwater (niet te koud) krijgen.
Veelal spuit ik mijn vogels 2 á 3 keer per week met een bloemenspuit nat. Sommige vinden het heerlijk anderen weten niet hoe hard ze moeten wegkruipen.
Als bodembedekking gebruik ik kippegrit (kosten ca. F.8,00 per 25 kg.).

De vogels nemen hier ook allerlei elementen van op zo is mij opgevallen. Voordeel van kippegrit is dat het bijna altijd een schone aanblik geeft van de kooi en niets duurder is dan zand.  
De vogels mogen, net als mijn grasparkieten, graag op de grond naar voedsel zoeken.

Bron: met dank aan Kooi en volièrevogels