De biomassa van de bossen in heel Europa is verdubbeld in vergelijking met 1950. Oorzaak zijn de toegenomen uitstoot van stikstof en CO2 en de langere groeiseizoenen voor bomen. Alleen kan de productie van biobrandstof waarvoor jonge bomen worden gekapt, die positieve trend tenietdoen.


De bossen in Europa worden intensief gebruikt voor onder meer houtproductie. Hoewel er de voorbije vijftig jaar continu hout uit de bossen werd gehaald, ontwikkelden de Europese bossen zich tot opslagplaatsen van koolstof. Tijdens de voorbije halve eeuw absorbeerden ze meer dan tien procent van de CO2-uitstoot in Europa en droegen op die manier bij aan de vertraging van de klimaatsverandering.


Een Europees onderzoek, waaraan de Universiteit Antwerpen en Wageningen Universiteit aan meewerkten, analyseerde de gegevens van nationale bosinventarissen voor de voorbije vijftig jaar. Op honderdduizenden proefvlakken werd om de tien jaar de diameter van de bomen opgemeten. Met die gegevens kunnen onderzoekers de houtproductie, biomassa en boomgroei inschatten.


Sinds 1950 verdubbelde de biomassa in alle lidstaten van de EU, stellen de onderzoekers in Nature Geoscience. Die onverwachte groei kan gedeeltelijk toegeschreven worden aan de toegenomen stikstofafzetting, afkomstig van onder meer verkeer, industrie en landbouw, en de verhoogde CO2-concentratie in de atmosfeer door de verbranding van fossiele brandstoffen. Stikstof en koolstofdioxide zijn namelijk voedingsbronnen voor planten en bomen. Ook de langere groeiseizoenen hebben volgens de wetenschappers bijgedragen aan deze spectaculaire groei. De houtoogst bleef bovendien relatief constant, waardoor de bossen grote hoeveelheden koolstof konden opslaan.


Aangezien de bossen in Europa nog relatief jong zijn, valt te verwachten dat ze de komende decennia nog meer koolstof kunnen vastleggen. Maar als de vraag naar biobrandstof uit biomassa stijgen worden onze bossen intensiever gebruikt en neemt de natuurlijke opslag van koolstof af.

 
In samenwerking met Eos magazine