Waar vandaan: Wetenschap > Nieuws >

Graafwerken in Stonehenge

Voor de eerste keer in veertig jaar wordt de grond binnen de steencirkel weer omgespit, op zoek naar antwoorden.


Britse archeologen willen zekerheid krijgen over twee dingen: de precieze ouderdom van het megalithische monument op de Salisbury Plains, en de betekenis van de binnenste cirkel van pilaren van blauwsteen. De correcte ouderdom van Stonehenge achterhalen is immers lastig: door de afwezigheid van hout en andere materialen van organische oorsprong, is een koolstofdatering uitgesloten.
De onderzoekers gaan daarom op zoek naar de oorsprong van de oudste blauwstenen van het monument. Enkele van deze stenen, die aan de binnenkant van het monument staan, bleken afkomstig van een steengroeve in Preseli Hills, 250 kilometer verderop in het westen van Wales. Daardoor kwam men begin jaren negentig uit op een ouderdom van 4.500 jaar. De archeologen zullen nagaan of de eerste aangelegde stenen, die zich dus nog onder de grond bevinden, al dan niet van deze groeve komen. Zo hopen ze de eerste steenlegging van Stonhenge voor eens en voor altijd vast te leggen.


Maar wat ons meer aanspreekt is de betekenis van deze mysterieuze stenengroep. De archeologen geloven dat Stonehenge dienst deed als een soort van bedevaartsoord, waarnaar zieken en verminkten van heinde en ver kwamen om door de magische kracht van de stenen weer beter te worden. Het Lourdes van de steentijd, zeg maar. Het feit dat in de buurt van Stonehenge een aanzienlijke hoeveelheid skeletten werd gevonden met duidelijke verminkingen, staaft deze hypothese. Prehistorische muurschilderingen nabij de groeve van Preseli Hills in Wales wijzen er bovendien op dat de mensen uit de steentijd de blauwstenen inderdaad helende eigenschappen toematen. Als er bij de opgravingen nog meer worden gevonden, krijgt de Lourdeshypothese dus een serieus duwtje in de rug.

 
In samenwerking met Eos magazine
Powered by Eos