Hilarische feestdagen

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.
Gast

07 okt 2004, 15:22

Soms kunnen wij zo genieten, opgaan in iets moois, in reizen, in samenzijn met vrienden bij voorbeeld, dat wij wel zouden willen dat de tijd even bleef stil staan, dat die goede momenten wat langer zouden duren.’t Is hier de hemel op aarde’, klinkt het dan. Zalig! Laten we die dingen koesteren en er van blijven genieten zolang het nog kan.
Als het jaar ten einde loopt, als de bomen hun bladeren verliezen en de dagen korter worden, dan viert de Kerk Allerheiligen en Allerzielen. Op vele plaatsen wordt St-Maarten gevierd en die dagen geven ons een verbondenheid met mensen uit het verleden. Mensen uit een vér verleden en mensen uit ons eigen verleden. Mensen die ooit heilig zijn verklaard en mensen die voor ons zalig zijn ‘geweest’. Het zijn dagen van verbondenheid met elkaar, want juist in deze dagen zoeken wij elkaar op om in herinnering te brengen wat de doden voor ons betekend hebben.
Iedereen kent wel iemand in zijn nabije omgeving die gestorven is. In ieder huis staat of ligt wel ergens een prentje met daarop het levensverhaal van zo'n gestorven mens.
Een paar dagen geleden zei iemand tegen me dat ze ontdaan was door alles wat er de laatste tijd in de wereld gebeurt. Ze zei: “het is allemaal te erg, ik kan er niet meer tegen en de gedachte was in haar opgekomen dat helemaal geen wereld misschien nog beter zou zijn dan de wereld zoals die nu in elkaar zit.”
Ik begreep haar hartenkreet wel. Maar wij zijn de eersten niet die de weg gaan tussen hoop en vrees, die tegen de klippen op proberen te leven uit de hoop, die soms de moed opgeven, maar weer nieuwe moed kunnen putten uit ervaringen van anderen, juist ook van hen die ons zijn voorgegaan.
Jaren geleden woonden bij ons in de geburen mensen die me zeer dierbaar werden en nog altijd zijn. Die mensen hebben me altijd gesteund en de christelijke waarden meegegeven voor het leven. Niet dat ik nu een kerkpilaar ben geworden, verre van dat maar ik moet er steeds aan terug denken als ik een paar keer per jaar langs hun graf passeer. Ze komen me dan nog zo levendig voor de geest en ieder woord en gebaar die in mijn herinnering bleef nahangen komt naar boven. De tijd heeft dan geen vat gevat op die mooie momenten die ik mocht beleven met die ganse familie. Eén van die kinderen is missionaris geworden en verblijft al jaren in Taiwan onder de verdreven Chinezen van Mao. Om de zoveel jaren komt hij naar België met een dansgroep die iedere keer groter wordt en een schat van cultuur bij heeft. Omdat het naar China gaan, voor ons er niet inzit, wachten we dus zijn bezoek af aan ons landje met iedere keer weer met dezelfde spanning, hoe zou hij deze keer weer eruit zien, zou hij nog dezelfde gezichten meebrengen als voorheen?
Als ik dan de kans krijg ga ik naar een optreden kijken en telkenmale verbaas ik me dan weer: hoe krijgt hij het in Godsnaam voor elkaar. Prachtige blinkende kostuums en nieuwe met gemengde oude volksdansen vanuit zijn streek want hij noemt het zijn ‘thuis’, zijn thuis is nu ginder bij die voor ons vreemde mensen.
De laatste keer dat ik hem terug zag, was verleden jaar in Eisden in het Cultuur Centrum en het ganse dorp dat vroeger hem zo dierbaar was, scheen aanwezig te zijn. Maar in zijn ogen zag ik tranen als me ons in de armen vlogen, ik was dan ook altijd kind aan huis geweest bij hem. Hij was niet meer dezelfde alleen zijn enthousiasme was niet weg, hij had nog altijd dezelfde bezetenheid voor zijn Taiwanese Groep maar zijn ogen verraden mij dat hij erg ziek was. Natuurlijk wimpelde hij dat direct ter zijde, ziek zijn stond niet in zijn woordenschat. “The show must go on”, zei hij dan. Zijn blik kon ik echter niet vergeten en verleden week kreeg ik dan zijn mailke waarin hij me zijn dierbare vriendin noemde. Niet op die aardse manier waar sommige dan aan denken, helemaal niet, hij bedoelde gewoon, ‘mijn kleine zus’.
Hij liet me weten dat ik juist geraden had, hij had longkanker zoals zijn vader die eraan overleden is. Het leek wel een afscheidsbrief van hem aan mij gericht waarin hij nog vlug wilde vertellen over zijn zoveelste chemo die hij reeds gehad zou hebben en die niks uithaalde. Langs deze weg wilde hij nog heel even mijn grote broer zijn en in gedachten onze apenstreken bovenhalen. En ik liet hem weten, dat ik hem verstond, dat hij weldra bij ons vader zou zijn hierboven en als hij dan daar zou komen om hem de groeten te willen overbrengen van dat kleine meisje dat zoveel van hun gehouden heeft en iedere keer weer opnieuw hun graf bezoekt. Mijn lieve missionaris ‘het ga je goed’!
Laatst gewijzigd door Gast op 25 feb 2006, 16:14, 1 keer totaal gewijzigd.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

07 okt 2004, 17:54

Heerlijk zoals jij dat kan verwoorden Kwezel. Jij kan de ziel nog raken van hen die gehard zijn door het leven. Want het leven IS hard. Mannen mogen geen traan laten, zegt men wel eens. Maar soms, als het gemoed iets te hoog zit, pinkelt men toch een traan weg; zo ook bij jouw historie.

Wil het nu net lukken; 'k moest vandaag een boodschap doen voor mijn trouwe spitszuster, mijn ega. Even enige papiertjes wegrijden naar onze verzekeringsmakelaar. Zonder deze papiertjes zou de vervaldag van de polis wel eens vergeten kunnen worden; een polis die bij haar, meer dan bij mij, aan vervlogen tijden doet denken. Zij is daarvan verlost, een aflossing van die polis diende niet meer te gebeuren. Voor haar is de tijd gekomen om "af te tellen" zoals dat heet... Ik daarentegen blijf me halstarrig verzetten tegen dat idee. Dat heb ik elders al verkondigt en hoef ik hier niet meer uit de doeken te doen. Maar juist dit halstarrig verzetten heeft enige nostalgie losgeweekt. Gebruikelijk, als ik naar mijn makelaar rij, kom ik door dat dorp dat me zo nauw aan het hart gelegen heeft, zo'n goeie 37 jaar geleden. Dat dorp waar kwezels heilig zijn. Net of het noodlot mij tart, want uitgerekend in tegenovergestelde richting kwam er een wagentje aangereden met een bestuurster die me bijna de controle over mijn bewegingen deed verliezen. Ik herkende haar nog als was het net gisteren. Wel verouderd, zijn we tenslotte allemaal, maar nog even beeldschoon als toen. Achteraf, en steeds spijtig dat zoiets niet meer kon zijn zoals het vroeger was; tegen mekaar opbotsen in verstrooidheid en zich dan verexcuseren voor het voorval. Een koffiepauze inlassen en teruggrijpen naar dat moment waarvan je in vervoering raakte. Geef toe, niet iedereen kan vergeten, zelfs al heb je een andere levenspartner. Een koffiepauze zou gekund hebben, maar nogmaals... tegen mekaar opbotsen in de huidige karretjes zou wel eens nefast kunnen uitdraaien, voor mij zowel als voor de ander hoewel ik dat haar niet zou willen aandoen. Ik wil die herinnering nog levendig houden...
TLL
Gast

07 okt 2004, 19:54

Ik weet niet hoe het komt maar mijn hoofdhuid verstuift als een afgebladderd kalkplafond, mijn ogen knipperen als de beeldbuis van een tv die op het punt staat om het elk ogenblik te begeven en mijn keel voelt aan alsof er een schreeuw is blijven steken. Het kan zijn als je die symptomen hebt, dat je gewoon wat overspannen bent, maar het is meer een vaag onbehagen, een soort voorgevoel. Onder mijn voeten woedt een mollenfeest in een obscuur netwerk van ontoetsbare vermoedens.
In de binnenstad is het nachtleven nog maar net begonnen, maar hier op de buiten is alles uitgestorven. De buurtbewoners zijn voornamelijk mensen van middelbare leeftijd die na hun vervroegde uittreding in een sociaal coma zijn geraakt. Teruggetrokken in hun territorium genieten ze van hun welverdiende rust. Misschien dat ze een enkele keer tegen tieners aanlopen die in de bosjes clandestiene waren aan de man proberen te brengen langs de basisschool maar over het algemeen bemoeien ze zich alleen met hun eigen zaken en blijft hun belangstelling beperkt tot hun woonerf. Ik faut cultiver son jardin. Het enige dat deze verstokte sociofoben met de buitenwereld bindt is angst, vooral als er jongeren zijn gesignaleerd. Voor hen heeft het woord ‘jongeren’ een dreigende bijklank, roept het onmiddellijk associaties op met vandalisme, diefstal en geluidsoverlast. Het buurtcomité heeft reeds herhaaldelijk verzocht om een straatverbod voor verdachte leeftijdsgroepen maar de gemeente waagt zich daar vooralsnog niet aan. Goddank, hier is het dan toch nog niet zo erg als in de Grootsteden. Je kan hier nog een avondwandeling maken in het donker ook al is de avond zo koel als een komkommer. Als je denkt dat het dan regent, hoor je waarschijnlijk de fontein op het plein voor de kerk die klaterend in de groene gloed van een lichtreclame omhoog spuit.
Iedere woonkamer waar je langswandelt is tegenwoordig een theater waar de bewoners elkaar vervelen met hun eindeloze opvoering van Het Dagelijks bestaan, oftewel ‘Ik ben een ster in het diepst van mijn gedachten’. Het decor staat helemaal in het teken van wat in reclamefolders van Ikea wordt aangeprezen als ‘verhoogd woongenot’: slijtvaste plavuizen, een bankstel van buffelleer, een beukenhouten wandmeubel en verder diverse rekwisieten van geglazuurd aardewerk, wit met een gouden randje. Kortom, een weelderig vertoon van geestelijke armoede. Dan nog te zwijgen van die dieetgroepen die je beloven om je wespentaille van twintig jaar geleden terug te krijgen. Als je niet tot zo’n groep je ellende gaat aanklagen, dan ben je niet meer ‘in’ maar dan ben je ‘out’. Iedereen zwicht tegenwoordig voor dat culinaire fanatisme. Staat er niet in ieder huishouden zo een weegschaal die er nauwlettend op toe ziet dat je de aangekomen calorieën ook wel daadwerkelijk verbrand hebt? Na lang onderhandelen, wikken en punten tellen kom je tot een compromis dat bestaat uit een kopje heldere bouillon, wat fruit en een bord yoghurt met beschuit. Het gaat niet alleen om vezels, vitaminen, mineralen, maar ook om de rituele betekenis van de gezamenlijke maaltijd. Het vredige smakken en slurpen, het doorgeven van pannen en schalen, de uitwisseling van informatieve ditjes en datjes waardoor elke vorm van communicatie onmogelijk wordt gemaakt. Raak het probleem niet aan want dan barsten we uit elkaar. Wat bedoeld is als een manifestatie van intergezinnelijke solidariteit is hooguit een tijdelijk bestand, waarbij de strijdende partijen zorgvuldig alles vermijden wat hen werkelijk bezighoudt. Dan toch maar de rolluiken in het vervolg aflaten?

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

08 okt 2004, 08:52

Bovenstaand onderste deel van "het blaft en 't hangt tegen de muur" is weer iets typisch voor wat allochtonen hier trachten achter te laten als bij hen het belastingsparadijs afbrokkelt. Hier is het land van "alles kan, alles mag" dus ook van enige zuinigheid om z'n eigen privé af te schermen. De huizenblokken in de lichtgrootstad geeft daar een goed voorbeeld van. 's Avonds wordt de omgeving van die betonnen architektuur niet verlicht door straatlantaarns, maar door de lichtuitval van open-en-bloot-ramen van de appartementen. En welig tiert daar de gluurderij. Je kan zo zien waar het bankstel staat bij Mien. Mij is het trouwens al opgevallen, dat wanneer ik overdag door die straten rij, er wel ergens achter een raam een sterrekijker staat opgesteld. Dat dit niet bedoeld is om hemellichamen te aanschouwen lijkt me nogal evidend. Door de lichtverstrooiing is dat firmament nauwelijks te zien. Daar de opstelling van de ramen steeds een herhaling zijn van wat er bij naaste buren is geplaatst kent iedereen de indeling van zijn eigen haard. Een raam voor de living, een voor de keuken, een kleintje voor de berging, eentje voor het toilet en het laatste staat meestal altijd open... dat van de badkamer. Ik kan me best voorstellen dat daar meer te zien is door die 16:9-opening dan achter dat matte glas van menig beeldscherm. Slechts één voordeur met afdak sluit de gangen binnen die blokkedozen af. Gelukkig hebben wij thuis nog een deur die uitgeeft op de straatkant; die van die individuele opgestapelde woningen komen meestal uit tegenover die van de overbuur in een duistere gang. Als het licht niet tijdig aanspringt als men binnen treed, heb je de neiging het raam aan het einde van de gang als deur te beschouwen. Langs daar zijn er trouwens al enkele in een andere decenium terecht gekomen.
Die opgestapelde beeldbuizen, daar kunnen mij maar matig bekoren. De ontbrekende rolluiken eveneens...
TLL

karmen
Lid geworden op: 08 okt 2004, 02:12
Locatie: oost vlaanderen

08 okt 2004, 10:30

Ik kom hier graag lezen Ik ben fan van wie hier schrijft
Subliem toch!
waar jullie het halen!
Gast

08 okt 2004, 21:47

Voor de snackbar staat een groepje jongens en meisjes van dezelfde leeftijd, het soort dat tot voor kort nog als ‘straatschorem’ beschouwd werd. Ze wachten tot het tijd is om weer terug te gaan. De pauze in de sporthal is al afgelopen, maar ze hebben nog een tussenuur, te kort om iets te ondernemen, te lang om niets te ondernemen, een gat in de dag dat ze alleen kunnen vullen met verveling. Maar ja, gedeelde verveling is altijd beter dan alleen zijn.
De jongens bevestigen elkaars onzekerheden met sterke verhalen over hoe veel, hoe vaak en hoe groot. De meisjes spiegelen zich aan elkaar om te kijken of hun identiteit goed zit, van die meisjes waaraan alles opgepompt lijkt, van hun sportschoenen tot aan hun ski-jek. De jongens zitten op hun brommers, de meisjes staan ernaast. Een paar gevorderden hebben zich teruggetrokken om elkaar onder het genot van een gezamenlijk bakje patat diep in de ogen te kijken. Later zullen ze zich hun schooltijd herinneren als een sentimentele walm van frituurvet en verliefdheid.
Jeugdsentiment. Zolang de eigen kinderen niet meespelen, kan je geamuseerd kijken naar het spel van aantrekken en afstoten, naar de manier waarop de lijnen van het spanningsveld zichtbaar worden in lichamen die zich naar elkaar richten alsof ze van buitenaf worden bewogen door een sterke elektromagneet. Inderdaad, als het er echt op aankomt, gaat alles buiten ons om. We keuren en worden gekeurd, kijken wie we kunnen krijgen. ‘Wat ben ik waard? Is er vraag naar mijn aanbod?’ product X probeert zich een plekje te verwerven op de partnermarkt, ein Platz an der Sonne. Er zijn geen personen, er zijn allen posities, mogelijkheden binnen een gegeven situatie, binnen de chaotische organisatie van het ‘verlangen’. Het beste dat je kan doen is proberen er het beste van te maken.
Het interieur van de snackbar is een bijna massieve zuil van geluid. Elk stukje stilte is opgevuld met non-stopjunglemuziek, hysterisch geriedel van speelautomaten en gejoel van gokverslaafde jongeren. Vroeger, toen we even oud waren als deze jongeren, hielden we ook van harde muziek, maar nu kan ik er niet meer zo goed tegen. Net of mijn oren worden gezandstraald, ben ik nou zo kleinzielig geworden of is het gewoon een kwestie van aftakeling, van verkalkte tolerantie? Als iemand me twintig jaar geleden had gezegd dat ik ooit nog eens zou houden van dezelfde muziek als mijn ouders, zou hij het niet geloofd hebben en misschien zelfs wel beledigd zijn geweest. Soms draait hier nog weleens wat rock ’n roll, maar het gevoel dat ik daarbij heb is niet meer wat het was. Onmerkbaar zijn de romantiek en de rebellie verworden tot matte nostalgie, een verzameling ‘gouwe ouwe’, begeleidingsmuziek bij fletse foto’s op een motor, met lang haar ( weet je nog: wij tegen de wereld?) zoals de hippies. Het jeugdig vuur staat thans op de spaarbrander. De dansavondjes zijn praatavondjes geworden, waarbij rock ’n roll alleen maar hinderlijk is. Mijn gitaar en keyboard liggen ergens in de berging en de platen zijn door de zoon ingepikt, die ons voor gek verklaarde een tiental jaren geleden als hij onze muziek hoorde. Wie is hier nu de grootste hippie? Doe mij maar een broodje gezond

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

09 okt 2004, 08:38

De topic, die jij opgestart bent Kwezel, heeft me geboeid. Niet de feestdagen, maar dat "nakende"... :)
Hoewel ik niet zo'n groene ben, heb ik altijd wel een zwak gehad voor "natuur", in klank en beeld. Maar dat nakende van deze bedoeling, is dat een zinspeling op wat gedurende die feestdagen bloot wordt gegeven ? Eerlijk, blotende feestdagen doen me dan meer aan orgiën denken dan aan ingetogenheid van die najaarsfeesten. Het gaat dan wel naar de koude winteravonden toe, naar kaarslicht en een bolronde gloeiende leuvens stoof, maar dan niet voor van klederen ontdane van kippevel voorziene ingetogenen. Met een beetje huivering zit ik hier te peinzen dat, en het moet toch af ten toe, de badkamer zo'n kille ruimte is waar je van alle onreinheid wordt ontdaan. Brrr... dat kouwe water op mijn vel... echt niets om ingetogen bij te mijmeren...
Geef mij dan maar mijn fornuis met de dampende moor op, een zinken bad en een hulpzame hand om mijn rug te schrobben. Ben dan wel nakend, maar feestelijk is het daar allerminst... :)
Gast

09 okt 2004, 11:35

Terwijl de man in de snackbar, mij een kadetje opensnijdt en met een dikke klont roomboter besmeert staar ik naar de vitrine, naar de toefjes groen die keurig in het gelid langs de gepaneerde snacks zijn aangeplant. Sateetjes die in een donker plasje marinade liggen te weken, slaatjes met bolletjes gestolde mayonaise waar geen huzaar zich aan zou wagen. Ik kijk vragend naar het broodje dat mij op een servetje wordt voorgeschoteld. “Wat is daar eigenlijk zo gezond aan?”vraag ik recht voor de raap. De man haalt zijn schouders op en schreeuwt: “Nou, d’r zit kaas op en komkommer, ei en tomaat,” maar volgens mij zijn het de worteltjes. Mijn man knikt bedachtzaam: “Ja, dat zal het zijn.” Nadat hij betaald heeft, neemt hij het broodje mee naar buiten om het in de auto op te eten. Maar als hij er aan de ene kant zijn tanden in zet, druipt de gezondheid er aan de andere kant uit. Zijn toch al geringe eetlust is op slag verdwenen. Hij kijkt om zich heen, doet de deur open en duwt het broodje dan snel in de darmen van de stad. Soms kan ik de jeugd zo goed begrijpen. Ik fluit mee met de radio, al klinkt het vals, de bedoeling is goed.
In huis heerst de vredigheid nadat onze jongste gezegd heeft een weekendje door te brengen aan de kust met zijn lief. Wij de achterblijvers, staren verdwaasd naar het gat in de brandende binnenstad. Wrijven helpt niet maar wat dan wel? Ik jaag hysterisch door de verlaten straten van mijn hoofd, op zoek naar de schuldige, wie heeft mijn kleintje zo snel volwassen laten worden? Twee koppen groter dan mij en een schouderlengte voorsprong op mijn profiel en dan zegt hij ineens: “mam ik word 21, niet vergeten hé!”
Alle wijzers wijzen naar de ‘tijd’ die ons uiteendreef en onze opvattingen onverenigbaar maakte maar ook al slaan we alle klokken kapot, dan nog wordt het niet meer als toen de kinderen nog klein waren. We proberen er dus maar het beste van te maken, we kruipen bij elkaar, gooien foto’s van vroeger op het vuur en warmen ons aan de brandstapel van onze herinneringen. Foto van een meisje met een bonte strandbal,een foto van een jong ding dat lachend op een pony zit, vader en zoon, weg ermee. Het is tijd om puin te ruimen. Ik verwijder het provisorische plastic en zet nieuw glas in ons gebarsten venster op de wereld. Ik fluit ondertussen maar wat verder en ik trakteer mijn man op een droeve glimlach. Jaja, het leven gaat door, dat is deprimerend maar minder deprimerend dan de gedachte dat alles op zou houden. Iemand zal hier sterk moeten zijn en het ziet ernaar uit dat ik dat weer eens ben. Als mijn eega het even te kwaad heeft, dienen mijn schouders als een schaal om zijn tranen op te vangen, het zilte plengoffer waarmee hij het lot een onverwachte wending af wil smeken. Maar de kinderen worden groot en de tijd die te snel vliegt, komt niet meer terug, dus gebruik hem wel!
Prettige verjaardag mijn zoon, geniet van de dag en pluk het geluk van iedere minuut!

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

09 okt 2004, 16:04

Nu doe ik het ook. Vroeger keek ik ernaar uit, maar nu haat ik ook de feestdagen. Mijn eega is ermee begonnen.
Door verschillende oorzaken, omdat enkele dierbaren ons ontvallen zijn rond de jaarwisseling, en ook omdat het zo'n dure dagen zijn.
Voor alleman een cadeautje kopen, een tijdje hebben we dat teruggeschroefd naar een presentje voor iedereen, maar eigenlijk verwacht oons hele nakomelingsschap een echt cadeau van ons.
Kerst en Nieuwjaar, een verjaardag op 26 December ertussen, op 6 en 18 Januari nogmaals van dattem!
En wat koop je nog voor iemand die al alles heeft?
Maak een verlanglijstje! Ja, dan kan je het net zo goed zelf gaan kopen natuurlijk, dan is de spanning van het uitpakken toch weg!
Zoals ik al zei, het zijn dure dagen. Komt daarbij dan nog dat rond die tijd de rekeningen beginnen binnenstromen, steeds keurig met een overschrijvingsformulier eraan vastgehecht. Gelieve te betalen binnen gestelde termijn, of...
Het is zo precies of de helft van de wereld wilt de helft van ons bezit.
Neen, geef mij dan maar liever de zomerperiode, op een zonnige dag een lange wandeling maken naast het kanaal, op je rug liggend naar de blauwe lucht kijken, de insecten van je hoofd wegslaan...
Met een kleinkind naar de speeltuin gaan, een terrasje meepikken.
Veel gezonder ook dan jezelf vol te vreten aan een 6-gangen menu, overgoten met wijn en een cognacje toe. In het zakje blazen, je mag er niet aan denken!
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !

hermano
Lid geworden op: 17 mei 2004, 21:11
Locatie: Aangespoelde

09 okt 2004, 18:10

Feestdagen, bah.
Voor ons valt de dure periode nu, september en oktober, wij zijn tijdelijk BV's, bekende Vlamingen, voor elke firma en overheidsdienst die nu allemaal een begrotingscontrole bezig zijn en ontdekken dat ze een heel aantal euro's gaan tekort komen. Gelukkig vinden ze allemaal in hun computers onze naam en adres en hopla!, weeral een rekening in de bus. Bij sommige vraag ik mij af of wij nu echt de enige sponsors zijn en in ons eentje voor heel dat tekort moeten opdraaien.

Dat wordt dan versterkt door twee dochters die doen alsof ze niets afweten van die rekeningen, ze zijn al meerderjarig maar ze denken nog altijd dat banken sociale en vriendelijke instellingen zijn, hun zichtrekeningen en spaarboekjes groeien alleen maar aan en ze vragen zich zelfs niet af waar dat vandaan komt. Het begrip "zichtrekening" heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de onze gewoon niet om aan te zien is, wat heeft zoiets anders met "zicht" te maken?

"Pa, in de Makro staat een laserprinter in reclame, kijk eens op hun website, hij kost maar 199 €, is dat veel?". Dat was de oudste. "Pa, ik zou een draagbare PC moeten hebben, want we moeten dit jaar veel groepswerkjes maken en interviews en ...". Dat was de tweede. Soms voel ik mij als Al in de begingeneriek van Married with children, waar hij geld uitdeelt zonder zien aan zijn kinderen, zijn vrouw, zelfs aan zijn hond. Ben ik blij dat ik geen hond heb!

"Pa, ik heb de inschrijving voor de universiteit, aub." en of ik die zo rap mogelijk wil betalen want ze heeft haar studenkaart nodig, dan krijgt ze kortingen op de cinema. Het was maar 502 €, dat was weer de oudste. "Pa, ik heb mij ingeschreven, kun je dat betalen?". Heel even dacht ik dat ik een dochter had die zich afvroeg of wij dat inderdaad wel konden betalen, maar eigenlijk bedoelde ze natuurlijk: betaal dat maar, het was ook maar 502 €. Dat was dus weer de tweede met daarbij nog de melding dat ze zich ook had ingeschreven voor de lerarenopleiding, maar dat was niet zoveel zei ze, dat was maar 81 €, dat zou nog wel komen! "Pa, ik zou toch kotnet moeten hebben, kijk dat kost maar 260 € per jaar". Dat was weer de oudste. "Pa, voor dat appartement moeten we 3 maanden voorschot betalen van 1.700 € en de huur van oktober en een voorschot van 180 € op de kosten van verwarming maar dat is niet erg want het is toch door twee te delen, wil je die helft eens op onze rekening storten?". Dat was weer de oudste. Nu gaan de boeken nog komen, klein materiaal enz. maar dat is weer een pak geld.

Van begin december gaat het beter met onze financiën, Sinterklaas is nu niets meer voor ons, maar dat is een periode dat je nergens meer terecht kunt, overal lange files aan de kassa's van grootwarenhuizen, overvolle winkelsteden en mensen met allemaal pakjes, alles zo artificieel verlicht, een sfeer om ziek of depressief van te worden. Om je daarbij te helpen begint elk radiostation dan nog van die triestige kerstliedjes te spelen, heel de dag lang. Op TV krijg je dan ook van die reeksen of films te zien die je ook nog verder de put induwen, gelukkig zenden ze tegenwoordig "White Christmas" toch niet meer uit, 40 jaar lang hebben ze dat wel gedaan. En in die sfeer moet je werkelijk nog cadeautjes gaan kopen, dat verwachten ze nu eenmaal!

Jarenlang zijn we in het kerstverlof met vakantie gegaan, naar de zon, daar kun je nog gewoon genieten zonder die sfeer, je beseft niet eens dat het kerstdag is, oudejaarsavond betekent alleen een "speciaal" diner en vuurwerk om middernacht, dat is het. Het is dwaas als je in volle zon in een winkelcentrum een grote kerstboom ziet staan, versierd met pakjes, en zelf loop je daar in short en Tshirt. Het nadeel is dan weer dat je na de terugkeer op 1 weekend heel de familie moet aflopen, maar dat namen we er graag bij. We zien wel hoe het dit jaar verloopt!
Gast

09 okt 2004, 21:23

Je hebt veel van die alternatievelingen die in een commune gaan wonen, terug naar de natuur, zoals dat heet. Dat idee speelde bij ons ook wel, al ging het niet veel verder dan ’s avonds samen eten, drinken, praten en wat muziek maken. Het was niet zo dat we de godganselijke dag op elkaars lip willen zitten. Iedereen heeft min of meer een eigen plek waar hij of zij zich terug kan trekken, meestal is dat hier het toilet, daar zijn er nog geen afgebakende, genummerde plaatsen.
Wij kampeerden op onze eigen wei, die achter tegen het bos gelegen is. De spullen wat de kinderen cadeau gekregen hadden voor de ene of andere gelegenheid werden nu door ons benut. Misschien niet helemaal verwijderd van de beschaafde wereld maar toch ver genoeg om met water in kruiken te slepen. Een beetje Jazz-Bilzen naspelen in mijn ogen maar wel vele fijne momenten op dat ogenblik.
Een oude heer in een korte broek groet ons nog hartelijk vanuit het struikgewas en blijft staan om even een praatje te maken. We hebben het nog even over de verwachting voor morgen en dan gaat hij discreet een andere kant op. De gettoblaster, welke hij voor zijn Kerstmis ooit gekregen heeft, die de oudste op zijn schouders meeschouwt ,wordt stilgezet omdat er al kinderen in de buurt sliepen. Vergunning voor nachtlawaai te maken dat hadden we toen nog niet aangevraagd. Om tien uur ’s avonds moest het stil zijn en dat was een heerlijkheid, nog te genieten van een lange avond tussen de zingende muggen en ander kruipend ongedierte. Het was inderdaad nog een mooie avond, zo een avond als vandaag. Je kon je fantasie laten werken en je hersenen pijnigen over heksen, spoken enzomeer…
De hemel was glashelder, een kristallenbol in een donkere kamer. Het was al lang over tienen en we zaten nog buiten voor ons tentje in een trui, vest of trainingsjek. Er werd gezeverd over spoken, dwaallichtjes en natuurlijk over Halloween, griezelige dingen maar we werden goed bewaakt door onze honden, die waren voor geen enkel spook, bekend of onbekend, bang. De zelfgemaakte kattenprul lag verstoken in een hoekje van het omgeslagen voorfront, voor het geval er iemand David en Goliath moest spelen.
De gesprekken werden gedempt, de een begon nog wat te lezen bij een toverlantaarn en de ander deed wat klaverjassen in zijn eentje. Iedereen mag het truttig vinden maar die gloeiende paddestoelen en die waxinelichtjes in het gras, alsof iedereen een feestje geeft in een grote, gezamenlijke tuin, die hebben toch wat dat een mens kan bekoren.
Een verloren uil vliegt nog eens over onze hoofden en het zoemen van de muggen wordt milder. De vleermuizen kwamen zo dicht langs ons lichaam scheren, dat we vreesden voor de haren op onze benen. De glimwormen kozen het hazenpad terug naar de Ziepbeek en af en toe hoorden we een vervlogen duif hoog in een parapluboom zijn plaats bestendigen.
Dit verstilte samenzijn, het openluchtgevoel, het leek wel een paradijselijke harmonie met het wild gedierte, het zaadzaaiend kruid en het vruchtbaar geboomte. We hadden voor deze omgeving gekozen omdat het er stikte van de bramen, bosbessen en bosaarbeien, misschien niet genoeg om van in leven te blijven maar van de tuilen netels die er stonden konden we thee maken en soep als alternatief. Als het stilaan tijd werd om het hoofd neer te vleien dan kroop ieder in zijn eigen slaapzak die op een luchtmatras uitgestrekt lag. De kaarsen werden uitgeblazen, het doek werd neergelaten en de rits dichtgetrokken. In onze dromen ging het dan verder over de gevulde pompoenen die met een uitgesneden bangelijk gezicht ons aanstaarden. Maar angst kon ons niet deren, de bewaking lag op de loer voor de tent en die zorgden ervoor dat we ons veilig voelden in ons minitentje!

ED.
Lid geworden op: 16 okt 2003, 19:20

10 okt 2004, 01:02

Vroeger, ja dan waren wij met een grote familie. Vader, moeder, een pak broers en zussen. De meter en de peter. Toen, hadden wij nog veel geld nodig "om cadeautjes te kunnen kopen". Van Het Groenewoud kon er een puntje aan zuigen. Dochterlief, is al enkele jaren getrouwd. Ook ik ken het verhaal van betalen. Dan hebben zij hun diploma van, hoe noemt men het tegenwoordig? Bachelor, of zoiets? Ik blijf het een stomme naam vinden, voor een gehuwde dame, en zijn ze weg om hun eigen leven op te bouwen.Toch ben ik een gelukkig iemand die het kon betalen. Dit was dan misschien wel het grootste cadeau dat ik kon geven.

Sommige kinderen, zelfs al zijn zij goede studenten of van goede wil, kunnen geen Bachelor worden. Misschien, omdat vader én moeder bij een failliet bedrijf hebben gewerkt of het financieel niet kunnen waarmaken.

Die cadeautjes kopen en geven, daar was toch ook iets gezelligs aan. Het was toch altijd een beetje feest. Met kerst - en nieuwjaarsdagen zag je iedereen met de pakjes zeulen voor ma, pa, de meters en de peters. Voor sommige broers en zussen en goede vrienden,.... die er nu niet meer zijn.

Ik wou, dat ik hen, allemaal, nog een cadeautje kon geven!

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

10 okt 2004, 07:44

Het enige wat wij kregen met de feestdagen was "opvoeding". Zoiets krijg je ook niet gratis, blijkt nu. Je moest er een heel jaar voor zwoegen. En het bleef toen niet alleen bij bedden opmaken, linnen verschonen, afwassen, knopen naaien en de afwas doen. Ik was bijna altijd de pineut. Dat ben je van nature als je de eerste bent van een hele meute bleitende broers en zusters. Zij de waterlanders open en ik dwijlen met de kraan open. Heb ik me die feestdagen dan ook verwenst. Hou ook niet van de Sint. Een treintje van hout met veel ijzerdraad aaneen geregen wagonnetjes. Ik kon beter zelf voor lokomotief spelen, had ik die krijsende bende achter mij in de woonkamer. Het gejoel liep meestal af als de trein in het stationneke aankwam; onze schuur met hooizolder. Daags nadien kregen we dan weer een ander rantsoen in opvoeding. Die hooizolder was een pacht aan mijn oom die daar zijn overtollige gras te drogen kon leggen. En wie moest dan alweer al dat verwaaide hooi terug op die droogplaats rangeren... juist. Feestdagen hadden bij mij altijd een nagedachtenis. Als we dan al speelgoed kregen van tantekes en nonkeltjes was het 's anderendaags gewoon niet meer om aan te zien; treintjes met verwrongen wieltjes, poppen met afgeknipte blonde lokken, een doorprikte voetbal of steltstokken met een afgebroken step. Eigenlijk moest het een aaneenrijging zijn van feestdagen, als we al eens iets kregen, want meestal sneuvelde dat speelgoed binnen een week.
Het enigste feest was ... de uitnodiging bij ons grootmoe. Dan was het écht feest. Zij was het die heel de famiilie domineerde. Geen nonkel of tante mocht de kleintjes iets verkeerds aandoen of het zat er op en soms wel zodanig dat het hele marktplein de toorn van grootmoe moest ondergaan. Dan was zelfs de overbuur, den doktoor, pastoor of jugepee niet veilig. Wij, als kleinkinderen, mochten van haar alles doen zolang we ons maar "voegden". En daar kregen wij als beloning pannekoeken, smoutebollen en chocomelk, mochten we spelen in de -voor ons te grote- bedden van dat herenhuis, of "piepenborge" spelen in de kelders en stallingen. Dan was het feest ! Vroeger.... zucht...
Gast

10 okt 2004, 15:13

Iedereen heeft al wel eens een griezelfilm gezien waarin één of meerdere weerwolven voorkomen, deze weerwolven zijn dan meestal mensen die s’nachts bij volle maan in een wolf veranderen. Ik heb het hier niet over TLL, dat is een ander katje om te geselen. Als weerwolf moorden ze er lustig op los, en wie een weerwolvenbeet overleeft zal bij de eerst volgende volle maan ook in een weerwolf veranderen. Weerwolven zijn geen uitvinding van de filmmakers om het bioscooppubliek de stuipen op het lijf te jagen. Neen, ze komen reeds in de oudste sagen en verhalen van Europa voor.
Een oud volksgeloof zegt dat weerwolven vooral in de kerstperiode verschijnen, met andere woorden in de Joeltijd. De Joeltijd was voor onze Germaanse voorouders een ‘heilige’ tijd, maar ook een tijd waarin de duistere machten de overhand leken te krijgen. De dagen worden korter, de zon zakt schijnbaar weg in de aarde en de donkere koude nachten zijn lang. Het is de wolfstijd, de meest lugubere tijd van het jaar.
Half mens, half wolf dwalen ze door het woud bij volle maan, een triestig lied huilend. Natuurlijk bestaan ze niet echt, maar ze zijn fascinerende wezens in oude legendes.
Veel verhalen ontstonden naar aanleiding van mensen die door vreemde afwijkingen overbehaard waren of veel haar op hun gezicht hadden.
Maar hoe werd je eigenlijk een weerwolf?
Oude legendes verschaffen een groot aantal mogelijkheden. Afgezien van de doelbewuste acties zoals het dragen van magische mantels van wolfshuid of deelname aan magische rituelen, waren er vele manieren waarop je ten prooi kon vallen aan deze kwaadaardig gedaanteverwisseling.
Een ieder die water dronk uit een poel op een wolvenspoor of veelvuldig door wolven bezochte beekjes, zou zeker een weerwolf worden. Zo ook iedereen die het vlees of de hersenen van een wolf at, of zelfs maar het vlees van een schaap dat door een wolf was gedood.
De middeleeuwers uit Europa putten troost uit de gedachte dat weerwolven op een afstand konden gehouden worden door stukjes wolfsnagel boven de huisdeur te bevestigen. Men geloofde ook dat de dieren sterfelijk waren en door een gewijde kogel gedood konden worden.
In deze eeuw van technologie hebben angsten en verzinsels uit het 'primitieve' verleden geen plaats meer. Men heeft de weerwolflegenden ontmaskerd als onrealistisch en vaak uitgesproken belachelijk. Tegenwoordig weten we dat de echte gedaanteverwisselende weerwolf alleen in volkslegendes bestond. We zullen dus nooit worden aangevallen door een wellustige weerwolf.
Misschien toch maar een hoefijzer boven de deur hangen, of doe mij maar een heks in een zak?

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

10 okt 2004, 15:41

Alsof het nog niet genoeg is dat Halloween voor de deur staat, dat een of andere kol uit de zak gekropen is ziet Kwezel mij aan voor weer een wolf als katje. Ben nooit wolf geweest, niet in figuurlijke dan werkelijke aard. Waar zij die vergelijking dan ook put, is wel vreemd. Misschien doet ze het omdat ik nogal een zwak heb voor kwezels uit een niet nader genoemde Kempische gemeente en dat het nu net die geannexeerde gemeente bij het pompoenendorp is waar hier tussen de veenplaggen, heidelichtjes en sparrebossen heksen en kollen, kwezels en magiers gemeengoed zijn. Halloween zegt me eigen niets; het enige waar ik dat in terugvindt vertoont soms ook een "halo" maar dan rond wat anders dan het "halo geen lamp" geroep door de kleintjes alhier. Rond kerkhoven en veengebieden ontwaart men hier soms, nu vooral door die koude nachten, stiekeme heidelichtjes. Men zegt dat het verdwaalde zieltjes zijn van gestorven kindertjes die hun ouders zoeken. Andere kwatongen beweren dan weer dat de trollen en kabouters op zoek zijn niet-brave kindjes of kleine stouterikken. Maar die periode is nog lang. Voordien hebben wij hier nog een ommegang. Op St. Katarina: da's hier de hersatz voor, wat op een ander, Driekoningen is. In onze naburige gemeente hebben ze buiten de St. Maarten ook nog Krik krak. Da's ook weeral zo'n bedelarij. Nu weet ik niet of al die kinderommegangen afstammen uit dezelfde periode als welke met ons St. Katrinafeest verwand zijn. Hier werd dat gebruik in 't leven geroepen door de kinderen van de pestlijders. Zij die de pest hadden mochten zich niet vertonen, en dus stuurden ze hun kinderen de straat op om te bedelen. Ik heb nu wel het vermoeden dat die Haloween, die hier sinds een aantal jaren onze karnaval vervangt meer een lugubere nasmaak heeft. Die verklede zotskappen halen hier meer wandaden uit dan de deugd waaraan dit gebeuren zou gekoppeld zijn. Dat is de énigste gelegenheid waarin het hier barst van "blauw" op straat. En daar kan Jan Pinnemuts nog een punt aanzuigen... :?