Afdwalen kolder (deel II)

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.

Opa Brombeer
Support SeniorenNet
Lid geworden op: 01 mei 2004, 01:15
Locatie: Aangespoeld

11 sep 2004, 12:58

Van verlof gesproken.

Met een hele voetbalploeg op verlof gaan was in die tijd geen sinecure, nu gaan die met een privé vliegtuig, in onze tijd moest dat met bus of trein. Er werd dan ook besloten om eens met de ziekenkas naar Zwitserlans te vertrekken maar om de kosten te drukken zouden er drie met de fiets gaan. Een week vroeger vertrekken en een week later terug komen en ze waren weeral twee weken van de grootste lastpotten verlost. De twee grootste lastpotten waren de keeper en de midvoor en ik had de naam van de allergrootste te zijn om dat ik de anderen niet in toom kon houden, wat dan meestal resulteerde in ons vader zijn beroemde oorvijgen.

Maar daar er voor ons niet gereserveerd was in het hotel moesten we ergens anders slapen. Dan maar lid gemaakt van de jeugdherbergen. Het woord herbergen deed ons natuurlijk al watertanden, eindelijk eens straffeloos dingen kunnen doen die we anders toch niet mochten. Viel dat lelijk tegen zeg, de afwas die kon ik thuis ook wel doen en eten klaar maken ook. Maar gelukkig hadden we een klein tentje mee voor in geval van.

Natuurlijk zijn we niet zomaar blindelings aan dit avontuur begonnen. Eerst oefenen, te beginnen met kleine tripjes in de omgeving (meestal naar Scherpenheuvel,tot daar de raakpunten met Kwezel)maar algauw werden dat serieuze trips. Ik zal het nooit meer vergeten hoe ik uiteindelijk boven geraakt ben op de muur van Geraardsbergen met een fiets van wel 30 kg. Dat ze dat nu maar eens proberen. Het naar beneden rijden ging natuurlijk veel beter.

Na verloop van tijd begonnen we dan aan meerdaagse trips, met volgeladen fietsen, tent en slaapzak mee, allerlei gerief om eventuele defecten te herstellen en een hele keuken om ons eten klaar te maken maar geen borden, we zouden wel uit een gemeenschappelijke pot eten, dat bespaarde me een hele hoop afwas. Ons vader stuurde ons samen met een neef(die moest mij dan in't oog houden)op pad, gaf ons een plan met de te volgen route mee en zo weinig mogelijk geld. We moesten onze plan maar trekken.

Onze route ging de eerste dag ergens naar Limburg om aan het einde van de derde dag aan te komen ergens in de Antwerpse Kempen, ik denk in de buurt van een of ander pretpark. Daar hebben we van ons laatste geld nog wat brood gekocht en dit met al de restjes die we nog hadden verorberd. 's Anderendaags zijn we dan volgens ons reisplan op het aangeduide uur vertrokken met in acht name van de te volgen weg, en gelukkig maar. Na een goed uurtje gefietst te hebben zien we uit de tegenovergestelde richting een fietser komen die ons verdacht veel bekend voorkwam. Ons vader. Ik dacht al direct, goed dat we alles stipt gevolgd hebben en moest dus niet vrezen voor zijn beroemdheden en inderdaad, we stoppen en hij zei; Awel manne, hoe ist? Ge ziet er precies goed uit. En, nog wat geld over? Nu triomfeerde ik natuurlijk en liet hem de paar frankskes zien die ik nog zitten had en zei dat we zelfs nog een beetje brood hadden en vroeg of hij ook een boterham wilde. Ik dacht al, dju ik ben toch weer niet te vrank geweest maar nee hoor, hij fietste met ons terug naar dat pretpark en trakteerde ons op frieten met kip en appelmoes.

Maar was hij ons nu tegemoet gekomen uit bezorgdheid of omdat hij moest van ons moeder omdat die nog bezorgder was, ik ga dat toch eens moeten vragen, nu in het computertijdperk kan dat zonder oorvijgen te riskeren.

Hoe we nu uiteindelijk in Zwitserland beland zijn vertel ik nog wel nadat ik op Leuven foor met bloemsuiker heb gaan smijten naar Kwezel haar man.

Brombeer
Gast

11 sep 2004, 22:01

Het lijkt zo gemakkelijk en dat was het ook. Elke dag een nieuw stukje, dag in, dag uit, tikkerdetik. Maar, zoals jullie weten, de laatste tijd is het helemaal niet gemakkelijk meer. Het is niet dat ik jullie niets meer te vertellen heb integendeel maar ik zit mezelf in de weg. Hoe zal ik dit eens uitleggen…later, veel later misschien.

Tijdens de halfuur durende autorit naar vreemde oorden, durven mijn gedachten al eens de vrije loop gaan. Ik heb dan niks beters te doen dan naar buiten te kijken en mij te verwonderen over wat er allemaal gebeurt. Niet dat dat zoveel is maar wat mij vandaag opviel: wij rijden over iets kleinere wegjes. En als er dan een vrachtwagen voor ons rijdt, maakt die zo veel wind dat de bomen en struiken langs de kant van de weg heen en weer gezwiept worden, als ware het ene mini-orkaan. En nu vroeg ik mij af: die planten moeten dat toch vervelend vinden? Het is ook een raar zicht: kijk je rechts van je, dan lijkt het te stormen buiten. Kijk je links, dan is het windstil. Dus dan sta je als plant lekker te slapen, raast er ineens zo'n tientonner voorbij die je letterlijk wakkerschudt. Ik zou er niet mee kunnen lachen. Je moet maar de pech hebben om net op die plaats te groeien. En je kan als plant niet eens effen verhuizen. Daar dacht ik zo allemaal aan.

Waar ik nog aan dacht, dat was het onweer van vervlogen dagen.
Je ligt in bed. Het is een klamme, warme nacht, en je voelt bijna dat het gaat onweren. Je wacht tot het onweer komt, want je weet dat het na de bui veel koeler zal zijn. Je ligt te wachten tot het begint en eindelijk hoor je een zacht gerommel, ver weg. Je ziet een licht door je gordijn heen. Maar, hoe komt dat onweer nu, wat is nu precies dat licht en dat geluid, waardoor komt dat? Waardoor komt het dat soms de bliksem en donder heel snel na elkaar komen, en een andere keer heel lang na elkaar? Wanneer er een bliksemflits is geweest, volgt er direct daarop de donder. Als er dus een bliksem inslaat vlakbij je, zal de bliksem en donder bijna tegelijkertijd ontstaan. Maar licht en geluid hebben een snelheid. Je ziet dus eigenlijk als er een vogel voorbijkomt wat er heel even geleden is gebeurt. Dat is dat héél eventjes, maar wanneer je over heel grote afstanden gaat kijken, scheelt het toch wel wat. Je ziet bijvoorbeeld de zon, zoals hij 4 minuten geleden was! Raar hé. Onweer is eng en gevaarlijk, de bliksem kan inslaan en dan krijg je brand, heel erge brand. Van onweer word ik onrustig, kan niet stilzitten, niet stilliggen en hoop dat het snel voorbij is. Dan wil ik dat de regen stopt en de zon weer komt. Ik denk dat ik dat het fijnste vind aan onweer: het moment dat het is gestopt en ik weer rustig verder kan slapen...

ED.
Lid geworden op: 16 okt 2003, 19:20

12 sep 2004, 00:14

Waar ik woon,heb ik het geluk geen last te hebben van lichtvervuiling. Ik zie dus veel sterren, waarvan er sommigen zelfs niet meer bestaan. Dikwijls laat ik de gordijnen open in de slaapkamer en zie dan al die fonkelende lichtjes. Hoe langer je kijkt, hoe meer het er worden. Sterrenkijken vanuit je bed. Het is niet iedereen gegeven om dat te kunnen doen. Het is ook het beste slaapmiddel, alhoewel, ik ken er nog eentje, maar dat doet hier niets ter zake!

Ik lees hier, dat kwezel schrik heeft van onweer. Gelijk heeft ze. Het kan gevaarlijk zijn. Toch ben ik, bij een onweer, de eerste om er vol ontzag naar te kijken. Wanneer er zo een bliksemschicht door de hemel schiet, gevolgd door een of meerdere knallen, dan realiseer ik mij hoe nietig wij zijn. Dat de natuur in staat is om al onze ruzies, oorlogen en twisten in één enkel ogenblik te doen ophouden. Dat er op bepaalde momenten maar één universele taal bestaat: nl. die van de angst.

Gisteren, was het 11 september, de derde verjaardag van de aanslag in Amerika. Dit was ook zoiets waar velen,op hetzelfde moment, diezelfde taal spraken. Angst voor wat komen zou. Schrik om te sterven.Zich ook realiserend dat zij nietig waren. Dat geen wapen of leger machtig genoeg was om het noodlot, op dat moment, te bevechten of tegen te houden.

Solidariteit en niet gespeelde heldhaftigheid van en voor elkaar vreemde mensen, was als het ware een automatische reflex. Witten, zwarten, gelen met of zonder hoofddoek:het speelde allemaal geen rol. Iedereen had hetzelfde gevoel. Men keek ook al omhoog. Niet naar de sterren, niet naar een bliksemschicht. Wel naar de onzin van sommige aardbewoners, die waarschijnlijk té weinig naar boven kijken, wanneer het onweert.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

12 sep 2004, 04:53

Onbegonnen werk, al die achterstallige post overlezen. Sorry voor hen die verwachten dat ik dat toch gedaan zou hebben. Van mij mag je niet verwachten dat een reisje van een week in La Normandie, overgoten met Calvados en Brie (bweikes... fondue de brie) gevolgd zou worden op een leeshonger. Bij mijn thuiskomst had ik zo'n slaapdorst dat ik voortijdig te bed ben gegaan. Als men rekening houdt dat ik een kortslaper ben, kun je er stellig van opaan dat ik nu klaarwakker een gat in de nacht deze tekst zit uit te typen. Dat overlezen zal ik nog wel eens doen in mijn loze momenten. Wél moet ik toch iets kwijt...

Gelukkig hield ik er geen hoofdpijn aan over, de Ring te Antwerpen. Die in de buurt van Caen is ook niet nix, maar daarbij vergeleken is deze bij die wegeniswerken klein bier. Ik weet niet bij wie ik te rade zou moeten gaan, daar ik vermoed dat na ettelijke Pommeau's en liters Calvados hier te lande de verkeersregels degelijk gewijzigd zijn. Afstand houden, dat lijkt niet meer te kunnen. Ik had er 636 km voor over om die trip in één vol te houden; hiér houden ze dat nog geen seconde vol. Daar waar men slechts 70 km/h mag doen rijden ze aan het dubbele als een kleefband aan je hielen. Toch kom ik mijn lol niet op; niet ik heb verkeersregels uitgevonden, maar als je maar 70 mag doé ik dat ook, zelfs op een overvolle ring. Laat ik ze achter mij maar blinken en toeteren, ik boegeer niet... en voor mij... wég file. Dan zie je geen helicopter of blauwe geschelpten, nee... dat hoor ik morgen wel op de radio. Dan zullen ze weer wel aanklooien met roekeloos rijgedrag en vermeende haast.

Nu ga ik nog even pitten...
TLL

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

12 sep 2004, 08:59

Dat er zijn die overpijnzingen maken na hun werkjes, dat er zijn die zich afvragen of het zinnig is wat gedaan werd, dat er belangstelling getoont wordt op hun kribbels, daar kan ik mee leven. Maar dat ze hun eigen IQ in vraag stellen na iets neergepend te hebben in SeniorrenNet, dat zou een interressant item zijn om over te fisilosifoferen. Mijn intelligentiequotient is gelukkiglijk niet zo hoog dat ik daar anderen voor aankijk. Ik heb niet de pretentie een waardemeter uit te vinden voor mezelf, laat staan voor anderen. Wat die anderen van mij denken, en soms hardop roepen, laat mij siberisch koud; al krijg ik het er af en toe toch warm van. Zéker als dergelijke nonsens uitgekraamd worden terwijl mijn zinnen er helemaal niet op staan. Ze hadden beter hun energie bespaard om zichzelf te onderzoeken. Mijn noorderburen hebben er zo'n rare uitdrukking of woordspeling voor " Ben je mal ? " Misschien hebben ze wel gelijk; hoewel ik daarvoor niet kan doorgaan, ik ben maar een afgietsel; de mal is elders. Ik kan wel de malloot uithangen, me kinderlijk gedragen, dementie vertonen tot zelfs voor clown spelen. Heb ik een uiterlijk dat zich daartoe leent ? Kijk ik in een spiegel, zie ik een gebaard kalend iemand met even bedenkelijk uiterlijk. Menige spiegel is daardoor reeds gesneuveld. Nee, ik heb niets tegen dat ventje dat daar tegenover mij smoelen staat te trekken. Ik niet, en anderen ook niet, niet één trekt géén smoelen als ie voor z'n spiegel staat. Da's mij een geruststelling. Spiegels sneuvelen alleen al door mij te mogen aanschouwen. Tenslotte heeft een spiegel een zeer laag IQ; mede daardoor waarschijnlijk dat z'n innerlijke krachten het begeven ? Een gebarsten spiegel vertoont dan wel z'n ware gelaat. Als ik mezelf daarin bekijk, zie ik dat ik meerdere IQ's heb; elk splinterke vertoont hetzelfde en zo zie ik mij dan ook vele malen. Ik heb dus, hieruit het besluit trekkend, een meer dan dubbele persoonlijkheid. Ik mag dus best gek zijn, zotte kuren verkopen, de pijas uithangen, smoelen trekken, en koldertekstjes neerkribbelen. 't Is telkens slechts één uit die vele stukjes glas die deze kenmerken vertoont. Valt dat gebrokene eenmaal voor mijn voeten, zijn het mijn voeten die tegen de weerbots moeten kunnen. Gelukkig hebben die geen ogen... voor mij.
TLL
Gast

12 sep 2004, 11:37

Vroeger, heel vroeger bestond er iets zoals kermiskoorts en niemand had de tijd om bij te kletsen, de voorbereidingen namen veel tijd in beslag. De vrouwen hadden het in de week veel te druk om ergens anders aan de denken dan aan het huis dat zo proper als een zonnetje moest zijn en aan de extra bedden die op de zolder stonden voor de familie die twee keer in het jaar kwam logeren.
Je zag dat de mallemolen werd opgebouwd op het kerkplein en het reuzenrad, de slingermolen en de kop van Jut. Het stond er vol met woonwagens in helle kleuren en het vreemd volk loopt daar rond, de donkere kerels en de vrouwen met hun mooie bruine gezichten en ravenzwarte haren, kermisvolk dat ons vier dagen lang gaat amuseren en de zuinig gespaarde franken door moeder, uit onze zak weet te kloppen.
Als kinderen kwamen we van school en we bleven dralen op het Kerkplein waar het allemaal ging gebeuren over drie nachtjes slapen. Later kwamen de mannen van hun werk en zij trokken uit zichzelf hun schoenen al uit bij de keukendeur want moeder is nog altijd aan de grote schoonmaak. Zij moesten vandaag maar eens boterhammen eten in plaats van de warme prak want overmorgen worden de vetgemeste konijnen geslacht en een hok vol haantjes. Zóveel vlaaien werden er besteld of zelfgemaakt en zóveel kilo saucijzenbroodjes in een mand, mogen we dan in deze voordagen van het feest een beetje sober leven?
Vroeger kwam ik nooit verder dan mijn eigen dorpskermis.
Ik volgde de opbouw ervan de dagen ervoor, de sfeer op de kermis zelf, al was het maar om er enkel over te lopen. Kijken hoe de attracties gingen, hoe goed sommigen op de games in de lunaparken speelden en zien wat de mensen aten en wonnen.
In mijn eigen dorp zag ik de laatste jaren meer en meer een verval. De kermis van vroeger is niet meer en of hij het ooit nog zal worden. De kermissen worden steeds kleiner op het platteland en het aanbod verschraalt enorm. Slechts enkele oude en kleine attracties samen met een overaanbod aan identieke kramen en een vloedgolf aan lunaparken resten ons nog om van te genieten.
Kermissen worden meer en meer als een last beschouwd. Niet meer in de straten, want dat hindert en de laatste open velden worden volgebouwd. Om nog maar te zwijgen van de gemeentepleinen die op zulke manier worden ingericht dat er nauwelijks nog een attractie van formaat kan staan.
De sfeer van de kermis komt ook voort uit een groot deel van de muziek. Hoewel de muziek in Belgie veel te luid staat, zouden ze hier beter eens een voorbeeld nemen aan Duitsland of toch ook aan Nederland, waar dan weer de muziek veel te snel stil of af moet staan. De mensen hebben overal last van tegenwoordig.
We leven in een periode dat mensen niets meer kunnen verdragen, ze komen op voor hun rechten. Mensen beseffen tegenwoordig meer en meer en vaak op een overdreven wijze welke rechten ze hebben. Daarbij verliezen ze (on)bewust het begrip ‘redelijkheid’ snel uit het oog.
Maar de smoutebollen met weelderig kleverige bloemsuiker op gestrooid heb ik mij gisteren laten smaken en deze nacht… heb ik geen buikpijn gehad en hoefde ik niet te vrezen voor ander weer.

Tillie
Lid geworden op: 28 jul 2004, 23:20
Locatie: Kempen

12 sep 2004, 15:13

Dat waren toen nog van die rode tegels die moesten worden geschuurd. Daarna werd er zand gestrooid in mooie patronen.
Kermis dat was feest met frikandellen met kriekjes. En wij maar smullen. Toen was dat kermiseten, nu is het al kreeft en oesters.
Van biefstuk hadden wij geen kaas gegeten.
De tijd van toen... herinneringen... aan zovele dingen
Zonder vrouwen gaat het niet, dat heeft zelfs God moeten toegeven.
Duse
Gast

13 sep 2004, 14:12

Er zijn mensen die beweren dat jongeren tegenwoordig weinig respect meer hebben voor anderen. Je hoort vaak: 'vroeger was dat allemaal beter'.
Vroeger bestonden er eigenlijk geen kinderen. Kinderen moesten zo snel mogelijk groot worden en werken. Nu is dat anders. Kinderen mogen kind zijn. Veel ouders en leer-krachten denken na hoe kinderen best opgevoed worden. Volwassenen kijken nu helemaal anders naar kinderen dan vroeger. Kinderen hebben nu veel speelgoed, een eigen mode,... Ze leven in hun eigen wereld, kinderen mogen spelen. Ze hebben het recht om kind te zijn.
Volwassenen vonden dat kinderen dat harde leven snel moesten leren kennen. Vanaf de leeftijd van 5-6 jaar waren kinderen gewoon 'kleine grote mensen'. Ze droegen dezelfde kleding als volwassenen. De meesten moesten gaan werken om mee geld te verdienen voor het gezin.
Het leven op school van toen was ook anders, de leraars waren streng. Zwijgen en opletten was de regel, anders riskeerde het kind lijfstraffen.
Er wordt nu steeds meer rekening gehouden met de puberteit. Dat is de overgang tussen kind en volwassene. De jongeren zijn dan op zoek naar zichzelf en ze zetten zich vaak af tegen het gezag, dus ook tegen de ouders. Zo verkennen ze hun grenzen, zo worden ze groter en groter. Tot ze zelf kinderen hebben…
Tegenwoordig moet de politie bewijzen dat je iets verkeerd hebt gedaan, vroeger niet. Als je beschuldigd werd van iets dat niet mocht moest je zelf bewijzen dat je het niet gedaan had. Als je dat niet kon, was je automatisch schuldig.
Je zou het haast gaan denken. In de verhalen die je hoort of leest over vroeger kom je weinig gebeurtenissen tegen die vergelijkbaar zijn met wat er tegenwoordig allemaal gebeurt.
Een verschil met vroeger wat iedereen doorheeft is natuurlijk de invloed van de media. Wij krijgen veel meer te horen en te zien dan vroeger. Als er vroeger iemand overleed kwam alleen het dorp het te weten, tegenwoordig staat het in elke krant en weet het ganse land waar iets te jatten bent want je adres staat er ook bij.
Gevaarlijk is ook dat je in de computerwereld je fouten niet hoeft te herstellen. 'Shit, balen nah ja, spelletje afsluiten en je begint weer overnieuw. Hopelijk lukt het nu, je hebt onthouden door welke deur je moet gaan en doet dat nu gelijk goed. 'Heel onschuldig klinkt het, toch? Ja? Nee, in het echte leven kan dat niet, je moet doorleven en als je de verkeerde deur pakt en er zit een monster achter, kun je niet je spelletje afsluiten en de volgende deur nemen, je moet het gevecht aangaan met het monster. Veel mensen zullen dit vérgezocht houden, het is maar een spelletje. Nee, het zijn geen spelletjes meer, het is werkelijkheid. De spelletjes zijn zo echt gemaakt dat je zou gaan denken dat het echt is. Er is alleen een klein verschilletje. Dat computerspelletje kun je afsluiten en je begint gewoon overnieuw, in het echt lukt dat niet.
De kinderen zien geen realiteit meer. De realiteit heeft geen muis, je kunt niet zomaar afsluiten, je moet doorleven. We zouden graag een muis willen.
Vind je het gek dat er zoveel mensen angstig zijn, dat de muis van het leven niet te vinden is!!!!
Dat betekent ook niet dat je kunt zeggen, vroeger was het ook al zo, dus dan maakt het niet meer uit. Nee, we moeten leren van de fouten die er vroeger zijn gemaakt en met z'n allen werken aan een betere wereld en niet ieder voor zich. Maar één ding blijft door de jaren heen hetzelfde, je bent en blijft bezorgd om je tieners, zolang je ze in huis hebt en ook uit huis.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

13 sep 2004, 14:53

Men zal weer zeggen "daar heb je hem weer... " Hij heeft nu eenmaal een andere kijk op de dingen. Niet dat ik Kwezel volledig tegenspreek, maar er zitten in haar betoog toch enkele bedenkelijke hiaten.
Inderdaad... vroeger was het beter. Daar twijfel ik geen moment aan. 't Spijtige is dat niemand leert van z'n voorgeschiedenis. Je hoeft geschiedenis trouwens niet meer te kennen. Dat was vroeger wel anders. Akkoord, enkel de economisch opgeleiden hebben wat aan getallekes, die zouden nog wel 1302, 14-18 en 4711 kunnen associeren met wat ervoor staat. Maar het inhoudelijke, ook dat moet men niet meer kennen. Wie Ambiorix was leest de hedendaagse jeugd wel in de boekjes van Asterix de Gallier. Afgezien van enkele godsdienstonderwijzers leert niemand nog van loze afbeeldingen; nu moet het de computer of de video zijn mét bewegend beeld. Een gestileerde koe (met tekstballonnetje "boe")van vroeger is niet meer hetzelfde als wat gehoord wordt bij het afspelen van een dvd. Nu moet je, als peuter "beuh" horen of het is geen koe meer.
Vroeger had men trouwens meer inspiratie nodig om wat te leren. Maar het lijkt nu dat de inspiratielozen van vroeger het nu voor het zeggen hebben. De onderwijsrichting verandert sneller dan de windhaan kan aangeven. En met het onderwijs verandert ook de opvoeding. Dat ik een draai om m'n oren kreeg omdat ik mij niet gedroeg zoals de ouderlingen dat wensten heb ik me nog niet beklaagd. Nu moeten hooligans afgetroefd worden omdat ze in hun prille jeugd geen opvoeding hebben gekend. De harde aanpak moet in wetten gegoten worden of zelfs de jeugd gelooft er niet meer in. En daar het een nationale sport is wetten te omzeilen én de toezichters hierop verstek laten gaan, is het niet moeilijk te voorspellen wat hun toekomst zal zijn. Vroeger ging het er trouwens gemoedelijker aan toe; toegegeven, het had ook scherpe kantjes, maar in vergelijking met vandaag waren die vrij zeldzaam. Nu predikt men de "ieder voor zich"-mentaliteit. De recente "privacy"- en racismewetten zijn daar de grote boosdoeners van. "Ik heb niets gezien, gehoord, gezegd"... Die aapjes die vroeger op de lessenaar stonden zijn nu vervangen door ander ongeregeld. Gelukkig ontbreekt de inspiratie van de jeugd anders zou men ze zelfs voor sexisten kunnen houden. Het fallussymbool én de engelse frakskes staan nu te pronken daar waar vroeger het ja-knikkertje met gleuf dankbaar je zakcentjes aanvaardde. De inzamelacties voor de missies, zilverpapier en kommunieprentjes, is nu vervangen door een groene box met wegwerpbatterijen.
Ik wou, ik had dat milieu van vroeger nog even terug...
TLL [/url]
Gast

13 sep 2004, 21:25

’t Is weer voorbij die mooie zomer, die begon zo wat in … ja in welke maand begon de zomer eigenlijk? Tot nu toe liet hij maar de wensen over aan een ander seizoen, hij of is het een zij, heeft ons ferm met onze grote voeten gespeeld. Dikwijls heeft hij roet in ons eten gestrooid, was het nu nog maar bloemsuiker geweest dan hadden we die nog kunnen gebruiken voor op de Brusselse wafels maar neen, het moest roet zijn. De fiets die we met zorg uitgehaald hebben in het begin van het jaar zal binnenkort opgeborgen worden, een laken erover en dada fietstochten. Doen we dan verder op de rollen in de living? De meesten kiezen als alternatief voor spinning in een fitnesscenter maar ik hou het maar bij zwemmen, dat ligt me beter. Onderhoudsturnen in de plaatselijke sporthal, daar vinden ze me dan ook regelmatig terug, gezellig kletsen met de dames tijdens ‘happy hour.‘
De zomer is bijna gedaan, de herfst komt er aan en dat ook zeer abrupt! We krijgen niet eens de gelegenheid om even af te bouwen. Nee, meteen volop de noordwester die erin beukt en met een behoorlijke portie koude lucht. Het kan zelfs even tot winterse neerslag komen; natte sneeuw en hagel! Maar zover is het nog niet, wellicht volgen nog wat dagen met droog en vrij zonnig weer.
In de herfst wordt het al een lange broek frisser, het regent meer. De stormen van het najaar zijn op komst en het is guurder. Over het weer kunnen we blijven praten want het bepaalt immers mee onze manier van leven. Goed weer maakt ons goed gezind. Bij slecht weer zie je overal zure gezichten. Vooral regen werkt op ons gemoed, soms lijkt die maar niet te stoppen.
Je ziet de kleuren van de bladeren veranderen in mooi geel of bruin, ook in het rood, fijn om te zien. De dagen worden korter en dat kan ook gezellig zijn, met kaarslicht en bij de warme kachel zitten met een lekker glaasje wijn erbij, de rest moeten ieder voor zijn eigen maar uitmaken of hij dat schapenvel wil gebruiken.
Wat krijgt de populier daar nu ineens? Een onzichtbare maar verschrikkelijke sterker oermens moet hem in zijn lenden hebben gegrepen en wil hem plots naar de grond buigen. Buigen? Knakken wil hij hem. Maar gelukkig is zo’n Italiaanse populier van gummi. Die kan zich buigen dat je denkt: nu breekt hij maar dat is dan nog niet zo. Elke Italiaan kan dat, die buigt lijk hij wil.
En de berk? Wat krijgt de berkenboom nu ineens? Wie geselt nu ineens de berkenboom? Hij heeft toch niemand wat misdaan. Ze slaan hem met zijn eigen takken in het gezicht, de bladeren vliegen in het rond, tot in de prei, tot voorbij de volière worden ze gesmeten. Kijk eens daar! Hele takken van de populier liggen in het gras. Ze breken hem af zeker? Wie heeft er nu iets tegen de populier? Heeft er iemand aan de thermostaat staan draaien? De thermostaat, in de zomer? Je rilt ineens op het terras dat nu toch maanden in de zachte kille tropen heeft gelegen. Je rilt, zouden we iets van wol omhangen? Je weet niet eens meer waar de wolletjes liggen, boven ergens in een kast, ver opgeborgen. Wie hangt er nu nog wolletjes om? Je zal maar naar de mottenballen ruiken, dat ook nog, op het einde van de zomer. Wat later als die hevige wind wat geluwd is zie je al wat er gebeurd is. Ze hebben hem in zijn hart geschoten, de zomer. Hij ligt languit over het gazon verspreid en het is deze week mijn beurt om het gras af te doen. :?
Gast

13 sep 2004, 22:40

Een dierbaar iemand verliezen door de dood is een ingrijpende en verdrietige ervaring, maar in ieders leven onafwendbaar. Iedereen begrijpt dat mensen die zo'n verlies meemaken, hier kortere of langere tijd over treuren. Maar een dochter, zoon, zus, ouder, partner of goede vriend(in) verliezen door een zelfgekozen dood is een gebeurtenis waardoor het leven voor de nabestaanden op slag alle zin en smaak kan verliezen. Juist het feit dat de persoon dit uit eigen wil heeft gedaan en niet stierf door een ongeluk of ziekte, maakt het verlies door zelfdoding voor hen tot een gebeurtenis die een bijna ondraaglijke verdriet teweeg brengt. De zin van het leven is in zijn fundamenten aangetast.
Groot verdriet, verbijstering en ongeloof, machteloosheid, een sterke beleving van onwerkelijkheid (derealisatie) en woede, maken zich bij het horen van de onheilstijding van de nabestaanden meester. 'Ik dacht dat ik gek werd', 'mijn gevoel is dood', 'verkild', 'het was alsof ik er niet was', 'de wereld viel stil', 'ik stikte in het verdriet', zo beschrijven nabestaanden wat de zelfgekozen dood van een dierbare bij hen teweeg brengt. Vaak ervaren zij de zelfdoding als een persoonlijke afwijzing en als een groot falen omdat zij blijkbaar niet In staat zijn geweest hun dierbare te helpen. Of niet beseften hoe groot diens problemen waren. Sterker nog dan bij andere verdrietige en onbegrijpelijke gebeurtenissen zoeken ze antwoord op de waarom-vraag.
Vrijwel zonder uitzondering worstelen ze ook met de vraag wat zij hadden kunnen doen om deze suïcide te voorkomen. Momenten waarop de gestorven persoon misschien stilzwijgend om hulp vroeg, signalen gaf, woordeloos aangaf afscheid te nemen, blijven de revue passeren: waarom heb ik toen ruzie met hem gemaakt, haar toen niet geknuffeld, zijn hand niet gepakt... Bijna alle nabestaanden voelen zich schuldig, ongeacht de hulp die zij geprobeerd hebben te geven. En helaas worden ze soms ook door de buitenwereld als (mede)schuldigen benaderd. Ontkenning van de doodsoorzaak of de dood van de dierbare persoon, naar hem of haar zoeken, geen afscheid willen nemen van de spullen of de plaats die hij innam, aan tafel, in huis, in bed, zijn veel voorkomende rouwreacties bij nabestaanden na zelfdoding.

Het rouwproces van nabestaanden na een zelfdoding is pijnlijk en langdurig. De pijn slijt nooit helemaal. Veel nabestaanden vertellen in eerste instantie alle levenslust te hebben verloren. Doorleven is voor hen meer een plicht dan een willen. Soms weerhoudt alleen de verantwoordelijkheid tegenover anderen - een partner, andere kinderen, broers of zussen - hen ervan ook een einde aan hun leven te maken. Behalve het gemis van de geliefde persoon kunnen schuldgevoelens hen verhinderen de draad van het leven weer op te pakken.
Het rouwproces wordt nog bemoeilijkt door het taboe dat er op de zelfgekozen dood ligt. Mensen in de omgeving van de nabestaanden reageren soms onhandig en ontwijkend, in plaats van steunend. Daardoor bestaat het risico dat nabestaanden in een isolement terecht komen. 'Denk er maar niet meer aan' is een averechts advies. Voor de nabestaanden is praten over de overledene en over de eigen gevoelens van schuld, schaamte, falen en verdriet, juist van groot belang om het gebeurde te kunnen accepteren en verwerken.
Sommige nabestaanden zoeken steun in het bijhouden van een dagboek of het uitdrukken van gevoelens in gedichten of tekeningen. Soms organiseren ze rituelen of een jaarlijkse herdenkingsdag. Deze uitingen kunnen heel waardevol zijn in het verwerkingsproces. Lezen over de achtergronden van suïcides en over de rouwreacties van andere nabestaanden kan helpen de eigen emoties te begrijpen en te accepteren. Belangrijk is ook het contact met lotgenoten. Vanuit hun eigen ervaring begrijpen zij beter dan anderen wat de rouwende persoon doormaakt.
Een verlies door zelfdoding verwerken is een zwaar proces. Het is haast ondoenlijk dit zonder steun door te maken. Bij de huisarts kunt u terecht voor een serie gesprekken over uw gevoelens en situatie. Voor diegenen die te maken hebben met deze mensen omdat het toevallig zijn /haar werk is, is ieder verlies van dier of mens dat ze niet hebben kunnen helpen, ook erg, heel erg zelfs. Maar de mens wikt, God beschikt!

Opa Brombeer
Support SeniorenNet
Lid geworden op: 01 mei 2004, 01:15
Locatie: Aangespoeld

14 sep 2004, 08:08

Bij ons was er ook jaarlijks kermis. Wij merkten dat op de repetitie's van de fanfare, dan werden de processsiemarsen van onder het stof gehaald. Er lag nog wel meer onder het stof maar dat was het werk van de huismoeders, de huisvaders en andere bromberen mochten vensters, deuren en rolluiken schilderen. Eigenlijk mocht ik alleen maar helpen de oude verf opschuren want als ik schilderde was de verf meestal na een week nog niet droog. Een goeie truc om niet meer te moeten schilderen.

Dan maar processie en andere marsen oefenen. En na de repetitie al fantaseren over wat we allemaal gingen doen na de processie. (we waren met een hele hoop jongeren in de fanfare). En welke meisjes we gingen versieren. En die waren er ook een hele hoop. De lokaalhouder had twee valabele dochters, de dirigent ook, de secretaris, voorzitter, schatbewaarder enz. allemaal één. En ik probeerde natuurlijk alles in goede banen te leiden en alles zo goed mogelijk te verdelen en hield uiteindelijk de twee beste(die van de dirigent) voor me zelf.

Nu was het natuurlijk nog zaak om aan zoveel mogelijk geld te raken. Meestal maakte ik voor mijn grootvader WC papier, nee dat was toen nog niet op rollen, dat zou te moeilijk geweest zijn, gewoon wat oude kranten in stukjes van 10 op 15 cm. Snijden, ophangen aan een haak in het huisje en klaar was Kees.

Of op school straf verkopen. De meester moest maar zo dom niet zijn om reeds gemaakte straf door mij te laten opruimen. Ik verkocht die dan gewoon verder. En een andere mogelijkheid was de verloren ticketjes van onder de rups gaan halen, met mijn postuur was dat niet zo moeilijk.

En dan maar foto's en knuffelbeertjes schieten in het schietkraam, mijn geld wasvlugger op dan ik het verdiend had, maar paardjes en andere molens interresseerden me toen toch al niet meer.

En als noeneten was er bij ons dan gebraad met kroketten, (maar die mocht ik niet meer zelf maken, den afwas doen nog wel) en na de middag pannekoeken.

Ballekes met kriekskes die heb ik maar eerst leren eten een paar jaar later bij mijn eerste echt lief. Mijn toekomstige schoonmoeder(ook een tang) ging me eens verwennen, alle zondagen ballekes met krieken, tot ze er langs mijn oren uit kwamen. De ballekes met kriekskes waren goed maar van de fabricante moest ik niet veel hebben. Ik heb het dan maar uit gemaakt.
Gast

14 sep 2004, 15:12

Uit mijn dagboek: 04 mei 2004
Vandaag trekken we een volledige dag uit voor een bezoek aan Sevilla. We krijgen een stadsgids ter plaatse want onze gids mag niks vertellen daar. Verboden terrein voor vreemde gidsen, onze Spaanse schoonheid had zelfs in Leuven en Antwerpen de Nederlandse taal geleerd.
Wie Sevilla niet gezien heeft, heeft geen schoonheid leren kennen, klinkt het hier nogal chauvinistisch. Sevilla is met zijn 700 000 inwoners de grootste stad en meteen ook de hoofdstad van Andalusië. Dwars door de stad stroomt de ‘Guadalquivir’. Sevilla is ook de hoofdstad van de overdrijving, van het extreme. Vooral het katholieke geloof wordt door de Sevillianen flink in de verf gezet. Zo hebben ze de grootste kathedraal van de wereld gebouwd, ze vieren de ‘Semana Santa’, de heilige week, het uitbundigst van alle Spanjaarden en ze zijn de bedenkers van het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis. Op de toren van de kathedraal die natuurlijk ook weer de mooiste van de wereld is, staat bovendien een 4 m hoog beeld dat het katholieke geloof voorstelt. Het kan draaien als een windwijzer, een ‘giralda’ in het Spaans. Daarom heet de toren al eeuwenlang La Giralda. De toren, die nu 97 m hoog is, was in de tijd van de Moren, die hem als minaret bouwden, 117 m hoog. Dat was toen de hoogste minaret van al-Andalus of van Moors Spanje. Ook die Moorse Sevillianen konden al goed overdrijven. In Sevilla hebben Willem-Alexander en Maxima elkaar ontmoet op de Feria de Abril die samen met de Semana Santa tot de grootste en bekendste evenementen van de stad en zelfs van Spanje worden gerekend. In de zomer loopt de temperatuur hier op boven de 40° C want ook met de temperatuur willen ze hier overdrijven. Behalve toen wij er waren, een luttele 19° C daar moesten we het mee doen. Het is de stad van Don Quichote, ‘De barbier van Sevilla’, de flamenco’s, Carmen en van de eerst Spaanse meesters zoals Velàzquez, Murillo en Zurbariàn en ook de stad van de tapa’s. nergens in Spanje vind je zoveel sfeervolle tapabars. De recentste en waarschijnlijk grootste overdrijving die Sevilla zich veroorloofde, was de Expo in 1992. Spanje wou zich onder leiding van premier Felipe Gonzales aan de wereld tonen als een land dat weer meetelde op vlak van democratie, economie, vooruitgang, kunst, wetenschap en sport. 1992 was een prachtig jaartal, het was precies vijfhonderd jaar geleden dat de katholieke koningen Ferdinand en Isabella met de verovering van Granada de Reconquista volbrachten en de basis legden voor een verenigd en christelijk Spanje. In datzelfde jaar ontdekte Columbus Amerika, een gebeurtenis die ervoor zorgde dat Spanje een wereldmacht werd een rijk waar de zon nooit onderging. Sevilla en Chicago waren al een tijdje bezig om samen in beide steden een wereldtentoonstelling te organiseren. Toen Chicago zich terugtrok, besloot Sevilla het alleen te doen. Intussen had Barcelona de Olympische spelen binnengehaald en was Madrid uitgekozen tot Europa’s culturele hoofdstad van 2002. Je kan het niet zo gek bedenken of je komt het tegen in Sevilla. We werden door een troubadour achtervolgt die het nodig vond om om de haverklap een serenade te brengen. Pas als je hem wat muntjes toegooit druipt hij af. In de smeltkroes van de Arabische, Joodse en katholieke culturen mag zeker de Joodse buurt, de Barrio de Santa Cruz, niet ontbreken om die te ontdekken. Je waant je in een echt sprookje, de huizen liggen zo dicht tegen elkaar dat de balkonnekes zich raken. Met wat verbeelding kon je zo'n sprookje uit duizend en één nacht voor je ogen zien passeren. Hier heeft menig liefdesspel plaatsgevonden en menig mooie deern werd daar ingewijd in de liefde. De uitgebreide parken ademden enorm hun schoonheid uit. Kilometers lange rozenparken en geen haartje dat verkeerd lag. En je dorst, die kun je daar lessen in kleine cafeetjes met nog kleinere toiletten, over de hygiëne daarvan ga ik het hier nu niet over hebben. Dat zal wel iedereen weten hoe het eruit ziet in de achterbuurten maar alleszins loont het de moeite om een paar dagen uit te trekken om deze uitbundige stad te bezoeken.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

14 sep 2004, 15:46

Vlamingen zijn kermisgasten, ze vieren en feesten het hele jaar rond. Zo zijn ze toch gekend in het buitenland. Het wordt zelfs al aangekondigd nog voor je iets Vlaams opmerkt, op de autostrade vanuit Frankrijk bijvoorbeeld. Heeldere pankartes met afbeeldingen van "reuzen" en dansende en zingende meiden. Het enige dat ik daarvan herinner, die reuzen waren niet écht. Er zat een manneke onder de rokken en die keek voor zich uit door een schaamlapje ergens waar het benen moest voorstellen.
Vlaamse kermissen waren in onze tijd -ik heb het over een goeie veertig jaar geleden- dé attractie van het jaar. Zelfs veel beter dan wat foorreizigers ons wilden opdringen. Niet alleen de kraampjes werden zelf opgetimmerd, maar ook alle attributen voor de volksdansgroepen en potsemakers. Zo herinner ik me een donkere tipi, een soort indianentent, waar boven geschilderd was " Ik wil je toekomst voorspellen". Midden in die tent zat een ouwe ravenzwarte tante met veel glitter en nepjuwelen aan een tafeltje. Op dat tafeltje één doodshoofd, een kaars, een opgezette uil en een stok tarotkaarten. De vrouw zei niet veel, ik moest mijn spaarcentjes afgeven en zij begon met handoplegging. Wat later spreide ze de kaarten op tafel en begon een soort bezwering uit te spreken. Op het einde van al dit koeterwaals gaf ze een epiloog van men kan niet meer. Al wat ze zei klopte tot op het laatste woord, al was het geschiedenis. De toekomst echter ... sloeg ze de bal helemaal mis. Wat me het meest verwonderde, zij kende heel mijn familie met naam en toenaam. Pas 's avonds ben ik thuis erachter gekomen wie die waarzegster was... ze had haar schmink er slecht afgekregen bij het wassen, ons moeder... Ik heb dan maar opnieuw zakcentjes gevraagd, want je eigen kinderen uitzuigen dat doe je toch niet ...

TLL

ED.
Lid geworden op: 16 okt 2003, 19:20

14 sep 2004, 16:45

:lol: :lol: