Opleiding in Doornik (Kaz. St Jean), KRO, KROO, Ord (Log)

Zoek je maten uit je legertijd? Wil je herinneringen ophalen met andere die in dezelfde kazerne lagen?
Gast

15 aug 2008, 14:40

Hello Zoete,

Bedankt voor Uw inbreng; het doet ook altijd plezier even te vernemen dat de rubriek over de Ordonnanceschool enige belangstelling krijgt.
Dat plannetje is niet van mij, 'Andemu' zorgde er voor.
Maar inderdaad, in blok 2, de blok gans links achter het paradeplein, verbleven ook tijdens onze periode in '67 de 'Beroeps', BV's en Onderofficieren. In de middelste blok zaten de frantalige KRO's en in de rechtse blok wij.
U heeft gelijk, er was inderdaad ook een werkman die het sanitair in de week netjes onderhield. Of dat elke dag gebeurde weet ik in feite niet, maar gelukkig lagen de toiletten er bijna altijd vrij net bij.
Tijdens de compagniekuis beperkte het zich tot het af en toe, van in de gang, uitspuiten van het WC-complex grenzend aan ONZE eigen blok, en droogtrekken van de gang ervoor; verder rijkte onze tussenkomst niet. Het is dus zeker niet zo dat we wc per wc en pot per pot onder handen moesten nemen, want dat werd in de week inderdaad door die werkman gedaan.
Ik heb ondertussen dat artikel aangepast, ten gevolge van Uw terechte verwondering; zodanig dat het nu in zijn juistere context overkomt.
Eveneens ter verduidelijking: wij hadden niet elke zaterdag compagniekuis en om de 14 dagen gingen we bovendien voor een weekendje naar huis. Dan was het de Franstalige groep KRO's of een groep van de KROO's die misschien compagniekuis hadden; ieder zijn beurt, maar 't was tijdens een compagniekuis altijd een vrij natte bedoening.

Voor wat betreft de humanere, soepeler regels het volgende:
Ook in '67 en nog enkele jaren nadien kon een militair door zijn compagniecommandant nog zwaar gestraft worden, zonder recht op bijstand bij zijn verdediging. Een aantal dagen ‘PK’ (Politie Kamer) kwamen nog veel voor. Ook ‘cachot’ kwam voor maar moest worden bevestigd door de Korpscommandant.
Bij ‘PK’ moest de gestrafte onmiddellijk na de diensturen met zijn matras naar het cachot om daar te overnachten; gedurende de dag vervulde hij gewoon zijn dienst.
Bij ‘cachot’ bleef de gestrafte gedurende de ganse straftijd in het cachot. Aan elke ingang van een kazerne, bij de wachtpost, waren toen meerdere cachotten (gevangeniscellen).
Als officier van wacht kon je een amokmaker meteen in het cachot steken.
Soms bleef het ook bij een ‘vermaning’ of mocht iemand als straf niet in weekend of niet met verlof.
Dienstplichtigen (miliciens) die in het cachot gezeten hadden moesten die tijd inhalen als hun kameraden al afgezwaaid waren; ze bleven dus ‘na de klas’.
Vanaf de jaren zeventig werd de invloed van de vakbonden ook binnen het leger voelbaarder. Vanaf de jaren tachtig moest je vooraleer op het verslag te komen, vooraf schriftelijk medegedeeld zijn wat je ten laste gelegd werd en door wie. Je kreeg tijd om je verdediging voor te bereiden en je mocht je laten bijstaan door een militair naar eigen keus, ongeacht zijn graad, die het beter kon uitleggen dan jijzelf. Pk en Cachot werden vervangen door een soort kamerarrest. Als straf zomaar een weekend of verlof schrappen mocht ook niet meer.
Laatst gewijzigd door Gast op 19 jan 2010, 15:11, 4 keer totaal gewijzigd.

andemu
Lid geworden op: 30 apr 2006, 15:33
Locatie: Lokeren

15 aug 2008, 20:39

Mijn legerdienst situeerde zich op het einde van de zestiger jaren (1969), de hippie jaren. En dat zouden we geweten hebben in Doornik. Van 24 oktober tot 29 oktober '69 was er in het arrondissement Doornik een hippiefeest gepland, meer bepaald in Amougies. Aangezien men dat in die tijd als een zeer verontrustend fenomeen beschouwde, werd zelfs het leger in alarmtoestand gebracht. Gevolg: aangezien de Vlamingen die week van dienst waren, mochten we dat weekend niet naar huis. We waren dus in staat van alarm en geconsigneerd (in de kazerne blijven). We zouden ingeval van alarm na de rijkswacht moeten optreden, en dat voor 10.000 hippies die men verwachtte.
Het weekend verliep rustig, men speelde zelfs tot 3 films per dag in de cinema. Maar dat nam niet weg dat we steeds paraat moesten zijn. Volgens onze pelotonscommandant zouden we in geval van alarm, de voertuigen moeten bewaken op 15km van Amougies. Ook de infanterie van Charleroi was in staat van alarm. Het was weinig waarschijnlijk en dat is ook zo gebleken. De hippies hielden een muziekfeest zonder rellen...

Wat was dat hippie festival nu eigenlijk:
Het was een muziekfestival georganiseerd door een Franse groep. Het was oorspronkelijk gepland in Parijs Centrum, maar kreeg daar geen toelating voor van de Parijse burgemeester. Men zocht dan een andere plaats buiten Frankrijk, juist over de grens op een groot terrein.
Het was een festival van rock, folk, jazz en eigentijdse muziek. Er waren zelf namen op het programma die nu nog klinken als klokken: East of Eden, Pink Floyd en Frank Zappa. En dat we nu festival na festival meemaken met veel meer toeschouwers. De tijden zijn veranderd.

Afbeelding
de eerste affiche voor Parijs

Afbeelding
de tweede affiche voor Amougies
andre

Genieterke
Lid geworden op: 15 nov 2002, 01:36
Locatie: Maasmechelen

16 aug 2008, 04:29

Een kleine ‘Cachot’ anekdote

Het 3 Geniebataljon MOFAB amfibie Bruggenbouw op gericht in 1968 kreeg wegens hun (scheeps)vaar(t)activiteiten tamelijk veel dienstplichtigen met een schippers komaf toebedeeld.
Een van die miliciens (we gaan geen namen noemen, maar was door velen gekend) was een ideale soldaat en kameraad, kortom een voorbeeld.
Zijn vader en zijn moeder voeren elk apart met een grote boot op de Rijn en telkens als zij in Keulen waren meerden zij uiteraard aan, zodat zoon lief ’s avonds aan boord kon komen. De arme schacht kreeg dan van mama rijkelijk zijn handje gevuld met Marken, met de boodschap niets daarvan tegen papa te zeggen. Maar papa op zijn beurt, je raad het al, stak onze arme schacht ook zijn polleke vol met Marken.

Financieel zwaar geladen trok onze beste vriend dan het bruisend nachtleven van Keulen in. Bleef dan gewoon 4 à 5 dagen zwaar op de boemel en kwam daarna op eender welk uur terug naar de kazerne. Trok daar zijn militair pakje aan, zonder broeksriem en nestels in de schoenen. Nam vervolgens zijn matras en klopte aan bij de CSM. “Hoeveel?” vroeg hij aan de CSM. De CSM stak een aantal vingers op en meneer trok gewoon naar het Wachtlokaal en nam zijn intrek in ’t Cachot en dat zonder de elf-uren-mis te passeren bij de commandant!

Eens zijn dagen in het cachot uitgezeten was hij weerom model soldaat.
Tot er een telefoontje van mama of papa kwam …
… geachte lezer ga naar regel één en lees vanaf daar verder !!!! :roll:

Het Genieterke :P
ESTE NIX PAX CHRISTE NIX !
Gast

16 aug 2008, 11:21

KRO en schipperszonen

Dank U 'Genieterke' voor het aanbrengen van 'de schipperzonen'.

Tijdens onze KRO-opleiding in de Ordonnanceschool in ’67 hadden wij 6 maanden militair en technisch onderricht genoten; we waren klaargestoomd om als jonge dienstplichtige reserveofficieren te kunnen functioneren.
Maar men had ons ook goed op het hart gedrukt in onze eenheid de kat nog wat uit de boom te kijken en nog goed naar de raad van de oudere onderofficieren en officieren te luisteren, kwestie van te vermijden dat de zopas verworven status ons, jonge kerels, naar het hoofd zou stijgen en we stommiteiten zouden uithalen.
Maar echt psychologisch inzicht had men ons helaas niet bijgebracht, dat zat toen niet in het lessenpakket. We waren dus aangewezen op wat we van thuis uit aan sociale vaardigheden en inschattingsvermogen van allerlei situaties hadden meegekregen. Vooraleer als KRO aanvaard te worden waren we gedurende 3 dagen in Everberg wel op die vaardigheden getest.

Toen ik als jonge Adjt KRO in Probsteierwald officier van wacht was, kwam ik geregeld in situaties waarbij ik me afvroeg: ‘hoe moet ik dat hier aanpakken?’
In Probsteierwald waren er tamelijk veel logistieke eenheden, zowel Nederlandstalige als Franstalige. Het kamp was tamelijk groot: 2,5 km van wachtlokaal noord (boven op de heuvel) tot wachtlokaal zuid (beneden).
De officier van wacht had zijn lokaal aan wachtlokaal noord; daar zat ook het piket waarop hij evtl. beroep kon doen. De ‘kantine troep’ was ongeveer in het midden van het kamp gelegen en daar kwamen ’s avonds dus zowel Nederlandstalige als Franstalige miliciens hun pintje drinken. Regelmatig kwam het wel eens tot schermutselingen en als het te bont werd, belden de cantinières de officier van wacht om tussen te komen.
Bij de miliciens van 260 Cie Mun waren veel schipperszonen, vooral Franstalige. Dat waren overwegend simpele jongens, maar stoere binken, harde werkers, die beneden aan de spoorweg de zware munitiekisten van de trein haalden en ze in het depot stockeerden. Stuk voor stuk gewaardeerde arbeidskrachten, maar helaas zaten er ook altijd een aantal tussen die ’s avonds in de kantine keet schopten.
En daar stond je dan als piepjonge wachtofficier, gans alleen, voor die dikwijls dronken, bekvechtende, stoere binken. De rode lintjes op je schouders en het zilveren sterretje op je kraag maakten op zulke momenten maar weinig indruk en zelf voelde je je dan maar HEEL klein, maar dat mocht je natuurlijk niet laten blijken.
Je moest zowel in het Nederlands als in het Frans op één of andere manier toch je autoriteit laten gelden en terwijl proberen te vermijden dat het helemaal uit de hand liep, want als je het piket er moest bijroepen duurde dat wel even vooraleer die van het wachtlokaal noord tot aan de kantine geraakten (1 km).
Tegen 22 u moest je als wachtofficier ook ALTIJD in die kantine troep aanwezig zijn, want die moest je dan zien te sluiten; de cantinières hun dienst zat erop en die wilden dan ook graag naar huis. Maar krijg een zatte, lallende bende maar de deur uit; met dreigen kwam je dan nergens.
Eén keer betaalde ik voor een bijna volle kantine ‘de laatste en dan gaan we slapen’; de enige manier om ze aan mijn kant te krijgen. Niet voor herhaling vatbaar want zo groot was mijn soldij als KRO nu ook weer niet.
Wat later moest je dan nog langs de ‘bar BV’ en de ‘bar Onderofficieren’ want ook dáár waren er altijd wel een paar die bleven ‘plakken’. Daar sta je dan als piepjonge, onervaren KRO, tegenover ervaren rotten van in de vijftig, waarvan sommigen de oorlog hadden meegemaakt (ook in Korea), en die moet JIJ dan in hun bedje zien te krijgen !?

Terloops:
Gedurende de periode dat ik in Probsteierwald verbleef heeft ooit een officier van wacht een dolgedraaide milicien van 260 Cie Mun met een brandbijl achter zich gehad; of die officier daarna de gouden medaille voor het lopen kreeg weet ik niet maar rap was hij in elk geval wel geweest.


EVB
Laatst gewijzigd door Gast op 16 aug 2008, 14:18, 1 keer totaal gewijzigd.

zoete
Lid geworden op: 07 sep 2006, 16:23

16 aug 2008, 13:05

EVB,
DE LESSEN DIE GEVOLGD HEB ,IN 1957 DRIE MAANDEN VOOR SPECIALIST KL4 LUCHTDOELARTILLERIE 57 MM,DIT WAS 2 MAANDEN ALLE LICHTE WAPENS EN 1 MAAND KANON 57 MM EN DE DRIELOOP 20 MM,ALS MEN GESLAAGD WAS KREEG MEN HET KENTEKEN VAN SPECIALIST KL 4 , EN DIT WAS EEN T DIE OP DE MOUW KWAM ,EN DAARBIJ DE MAANDELIJKSE PREMIE VAN IK DENK 300FR.
NA 6 MAANDEN WERD MEN DAN BRIGADIER EN NA ENKELE MAANDEN MOEST MEN IN TURNHOUT EEN INFANTERIE OPLEIDING VOOR OOF VOLGEN ,MAAR MEN KON PAS OOF WORDEN ALS MEN SPECIALIST HERSTELLER KL 3 WERD.IN DE PERIODE DAT IK BRIG WAS IS ER GEEN ENKELE CURSUS UITGEKOMEN EN DAAROM HEB IK HET LEGER NA 4 JAAR EN 1MAAND VELATEN
IN FEBRUARIE 1961 MOEST IK TERUG NAAR DOORNIK VOOR EEN MAAND CURSUS KANON 40MM EN 90 MM .DE 90 MM CURSUS WAS BEDOELD OM OVER DE GAAN NAAR DE TANKS WAT IK MOEST DOEN IN MEI 1961 ,IK MOEST NAAR LUDENSCHEID MAAR HEB DAN MET SPIJT HET LEGER VERLATEN .
WAT BETREFT DE LESSEN IN RUQUOY DAAR HEB IK NOOIT GEWEEST
BEDANKT VOOR U SCHRIJVEN EN DOE ZO VERDER IK LEES DIT GRAAG
Gast

16 aug 2008, 13:35

KRO en waakhonden.

In 1967 deed ik dienst als piepjonge Adjt KRO in 210 Cie Ord Maint in Probsteierwald.
Ten oosten, aangrenzend aan kamp Reine Astrid, bevond zich een groot munitiedepot beheerd door 260 Cie Ord Mun. De ingang van het munitiedepot lag ten noorden van kamp Astrid.
Het munitiedepot was vrij uitgestrekt en telde 5 rijen van 14 munitiebunkers (van elkaar gescheiden door aarden wallen), 3 rijen van 10 munitiebunkers en nog enkele in het bos verspreid staande bunkers; in totaal méér dan honderd munitieopslagplaatsen.

In Kamp Reine Astrid, waar de andere ordonnance-eenheden gelegen waren werd het kamp bewaakt door het personeel van wacht; rond het kamp stond ook overal prikkeldraad.
Maar IN het munitiedepot liepen gedurende de nacht ook meerdere Duitse burgers hun wachtronde (MOC’s = Main d’Oeuvre Civil), met een waakhond.
Als officier van wacht kreeg je van de Kapitein met weekdienst een lijstje met nummers van munitieopslagplaatsen die je gedurende de nacht moest controleren (sloten controleren, nazien op inbraakpogingen).
Je reed dan met je jeep vanaf het wachtlokaal noord van Kamp Reine Astrid naar de ingang van het Mun Dep, waar ook altijd iemand van 260 Cie Mun wachtdienst had. Na een korte controle aldaar kreeg je dan toegang tot het munitiedepot en dan begon de zoektocht naar de te controleren bunkers want wij waren zelf niet van 260 cie Mun en kenden het munitiedepot dus niet zo goed.
Het depot was vrij uitgestrekt en geen enkele officier van wacht zou er zich gedurende de nacht tevoet in begeven hebben; niet zozeer vanwege de afstanden, maar eerder vanwege die bijterige honden van de MOC’s, want die werden, hoewel het niet mocht, niet altijd aan de leiband gehouden. Vooraleer uit de jeep te stappen en een bunker te controleren keken we dan ook altijd goed rond of er geen MOC met zijn hond in de buurt was. De controles gebeurden vliegensvlug, rap de jeep uit en rap terug erin, want in het bos, in het donker, in de winter ook nog met besneeuwde ruiten, zag je zo’n MOC met zijn hond nooit van ver aankomen. Er deden toen verhalen de ronde dat al enkele officieren door zo’n hond gebeten waren.

EVB
Laatst gewijzigd door Gast op 19 jan 2010, 15:12, 3 keer totaal gewijzigd.

Genieterke
Lid geworden op: 15 nov 2002, 01:36
Locatie: Maasmechelen

16 aug 2008, 16:52

Aanvulling: MOC / BAK personeel (Belgische Arbeids Krachten)
KLIK HIER

Al de honden gebruikt voor bewaking in de BSD werden opgeleid in Vogelsang. Daar was een kennel achter Depot31 naast de Transitblok.

Het Genieterke :P
ESTE NIX PAX CHRISTE NIX !
Gast

18 aug 2008, 10:01

KRO en weekends in W-Duitsland

Op 26 oktober 1967 kwamen wij, na onze KRO-opleiding, met een tiental Nederlandstalige en ook enkele Franstalige KRO’s terecht in Probsteierwald (nabij Aachen), waar we verdeeld werden over de diverse logistieke eenheden.
In die periode zat het Belgisch leger al lang niet meer als ‘bezettingsmacht’ in W-Duitsland, dat sinds 1955 tot de NATO behoorde en dus een bontgenoot geworden was.
We zaten nu in de periode van de ‘koude oorlog’ en Rusland, tijdens de tweede wereldoorlog nog een bontgenoot, was nu vijand nummer één.
Duitsland was nog gesplitst in West (Bondsrepubliek) en Oost (DDR) dat deel uitmaakte van het Russisch kamp.
Afbeelding
Gezien de permanente dreiging vanuit het Oostblok, mocht ‘de BSD’ (zone van de Belgische Strijdkrachten in Duistland) ook tijdens het weekend of tijdens de verlofperiodes niet leeglopen. Er moest altijd voldoende effectief in al de eenheden beschikbaar blijven.
Er werd naar gestreefd dat niet meer dan 1/3 van de militairen met verlof of in weekend naar België zou gaan. Alleen tijdens de grote verloven en rond Kerstmis en nieuwjaar werd daar een beetje soepeler mee omgegaan.
Men mocht ook niet zomaar het garnizoen verlaten, bvb. om te gaan winkelen in een andere stad. Als je het garnizoen wenste te verlaten maar dus wel in W-Duitsland bleef, had je een toestemming van de Compagnie Commandant nodig.
Op die manier was ervoor gezorgd dat in geval van alarm de meeste militairen nooit te ver van hun eenheid waren. In geval van spanningen werden de verloven en vergunningen geschrapt.
Dit gebeurde ondermeer op 20 augustus 1968, als gevolg van de inval in Tsjechoslovakije, door 5 leden van het Warchaupact onder leiding van Rusland (onderdrukking van de Praagse Lente).

Als KRO was er in feite niemand die ons tijdens de weekends controleerde; enkel een kapitein met weekdienst kon eventueel op dat idee komen, maar wij hoefden niet in het kamp te blijven (wel binnen het garnizoen) en we konden er ons dus altijd uitpraten door te stellen dat we naar Aachen waren, of gewoon gaan wandelen waren. Voor de soldaten miliciens was er appèl door de weekdienst in de eenheden, die konden er dus niet tussenuit.
We zaten in Probsteierwald zeer dicht bij de Belgische grens en de verleiding was dan ook zeer groot om tijdens het weekend toch maar naar huis te gaan… en zo geschiedde !
De zaterdagvoormiddag hadden we steeds dienst, maar in de namiddag ging het richting België. Enkele KRO's hadden een auto (waaronder ikzelf). De reisweg ging via wat omwegen om onderweg collega KRO's af te zetten en de zondagavond, of de maandagmorgen, werden die daar ook terug opgepikt; het was een kwestie van goed afspreken want de gsm bestond toen nog niet.
Aan de grens in Eynatten, richting België, was er controle door de douane en soms ook door de rijkswacht; zelden door de MP's. Een verlof- of vergunningsbrief konden we niet voorleggen, maar als we in uniform waren werden we, als officier, door de rijkswacht en de MP's al niet gecontroleerd en de douane had niets te zien met verlofbrieven. Als we in burger waren, was moeilijk vast te stellen dat we 'onder de wapens' waren, want we reden op onze auto NIET met een BZ-plaat (witte letters op zwarte achtergrond) zoals de actieve militairen, dus daaraan was het ook al niet te zien.
Afbeelding
We namen een berekend risico want als we in België bvb. een ongeval zouden hebben, of 's maandagsmorgens (bvb ingevolge hevige mist tijdens de terugrit) niet tijdig op de dienst geraakten, liepen we natuurlijk tegen de lamp. Ook konden we in België toevallig een Kolonel, die ook op weekend was, tegen het lijf lopen. Geen enkele KRO van onze lichting had er ooit problemen mee.
In de Mess Officieren waren de KRO’s voor de maaltijden tijdens de weekends automatisch ingeschreven (behalve als we officieel met weekend of met verlof waren); die maaltijden moesten we ondanks onze afwezigheid dus wel betalen, anders zou het teveel opgevallen zijn.
Hoe zegt men alweer ? ‘een soldaat trekt zijn plan’ wel, een KRO dus ook !

Terloops:
Na de oorlog 40-45 kan men vanaf januari 1946 spreken van 'Belgische bezettingseenheden' in de Britse sector in Duitsland, onder Brits bevel.
In 1949 werden twee Duitse staten opgericht in de geallieerde bezettingszones: de BRD (Bondsrepubliek Duitsland = West Duitsland), in de Britse, Amerikaanse en Franse bezettingszone en de DDR (Duitse Democratische republiek = Oost Duitsland) in de zone bezet door de Sovjet-Unie.
West Duitsland werd in 1955 lid van de NATO.
Berlijn werd vanaf 13 augustus 1961 door de muur gesplitst in Oost en west.
De hereniging van Oost- en West Duitsland greep plaats op 3 october 1990.
Praagse lente: Tsjechoslowakije was na de tweede wereldoorlog bevrijd door de Russen. De daaropvolgende jaren kreeg het comunisme méér invloed in het land. Vanaf januari '68 probeerde Alexander Dubcek een meer gematigde koers te varen, maar op 20 augustus '68 kwam daaraan een einde door de inval van het Warchau pact.


EVB
Laatst gewijzigd door Gast op 18 aug 2008, 15:54, 6 keer totaal gewijzigd.

Genieterke
Lid geworden op: 15 nov 2002, 01:36
Locatie: Maasmechelen

18 aug 2008, 11:54

Wat de effectieve paraatheid betrof en dat zelfs tot in de beginjaren 70, kan ik mij herinneren, dat op het bureel van de CSM, een grote 'Oefenstaat' hing. Een uitvergroot organigram van onze Cie met naamkaartjes van personen en voertuigen, die gewisseld werden om steeds met 2 pelotons slagvaardig te zijn binnen de twee uren.

Het Genieterke :P
ESTE NIX PAX CHRISTE NIX !

andemu
Lid geworden op: 30 apr 2006, 15:33
Locatie: Lokeren

18 aug 2008, 17:21

Ook onze Ord school had een eigen wapenschild. Het was opgebouwd uit 5 figuren, die elk een onderdeel van de Ordnance voorstelden. Het wapenschild is in 1971 en 1994 overgenomen door de Logistiek en is heden ten dage nog steeds het wapenschild van de "School van de Logistiek".

Afbeelding

Waar staan deze 5 symbolen voor?
Twee gouden zwaarden gekruist op een schild onder een helm vormden het blazoen van een oude Doornikse corporatie, namelijk de gilde der wapenmakers. De sectie "Wapening" had dit als kenteken aangenomen.

Drie gouden kelken: verenigden één van de oudste corporaties van Doornik: de goudsmeden en zilverbewerkers. Dit symbool werd gekozen door de sectie "Diensten", die de bankwerkers, smeders en lassers vormde.

Drie bijen: overgenomen van de mantel van Cedric, deden denken aan "Arbeid en Vlijt" en stond voor de sectie "Bevoorrading".

Wiel met 6 gouden spaken: maakte deel uit van talrijke gewestelijke wapenschilden. Dit symbool stond voor de herstellers van wielen en rupsen van de divisie "Voertuigen".

Kruis der kruisvaarders: staat symbool voor de kapel die zich in het kwartier St Jan bevindt; en diende als kenmerk voor de sectie "Militair onderricht".

De wapenspreuk "Ubique Juvo" tenslotte kon men vertalen als "Overal maak ik mij nuttig".

andemu
Lid geworden op: 30 apr 2006, 15:33
Locatie: Lokeren

18 aug 2008, 17:34

aan evb,
In de brochure van school is er een verwijzing naar dat postgebeuren in 1969.
De brievenbesteller had zijn bureel in blok 6 (zie plan, rechts voor onze blok 4).
In de voor- en namiddag was deze dienst gedurende een half uur bereikbaar. Men kon daar poststukken afgeven ter verzending.
De uitdeling van de briefwisseling voor de KRO's en KROO's gebeurde door het personeel van de weekdienst van respectievelijke compagnies.

De brieven die naar de kazerne werden gestuurd moesten van een postzegel voorzien zijn. Indien zij de vermelding "MD" hadden ipv een postzegel, dan werden ze getaxeerd. Deze vermelding was alleen toegestaan aan en naar militairen in Duitsland, BSD.

Ik veronderstel, en meen mij te herinneren dat wij in Doornik wel degelijk postzegels moesten plakken op onze brieven naar huis.
Andre
Gast

19 aug 2008, 07:59

KRO en OSC

Toen er nog miliciens hun legerdienst deden was er in de eenheden een OSC.
De OSC was een officier die vooral de miliciens, maar ook wel de beroeps, Sociaal en Cultureel moest begeleiden.
Inrichten van infoavonden (bvb. over drugs), bingo’s, kaartavonden, taalcursussen, uitstappen organiseren tijdens de weekends, filmavonden, enz.
Op uitnodiging van één of andere OSC (evtl. in samenwerking met MILAC) zag je toen ook geregeld onze Vlaamse artiesten tot in de verste garnizoenen in Duitsland op het podium staan; zo ook menig maal tijdens schietoefeningen in Vogelsang.
Voor taalcursussen beschikten de OSC’s over Assimil boeken met bijhorende phonoplaten.
Hoewel in elke compagnie één van de officieren de taak van OSC er in cumul bij kreeg, was het toch een belangrijke taak, want in Duitsland hadden de miliciens niet de kans om ’s avonds of tijdens het weekend tot thuis te gaan. Ze bleven veel weken na elkaar veelal in de kazerne en hadden dus veel vrije tijd die op één of andere manier nuttig moest ingevuld worden, en dat was de taak van die OSC.
Dikwijls werd die taak van OSC (waaraan geen specifieke vorming voorafging) toegekend aan een KRO. Dat was ook het geval in de Franstalige 7e Cie Materieel (in de 7e Pantser Infanterie Brigade) in Spich in 1976.
De 7 Cie Mat zou in de hangar van ‘de Supply’ een dansavond organiseren waarop gans de compagnie, maar uiteraard ook de Brigadecommandant en zijn Stafofficieren met hun dames werden uitgenodigd.
Jimmy de KRO, onze OSC, zou voor het orkest zorgen.
De peletonscommandant van ‘de Supply’ had zijn mannen enkele dagen aan het werk gezet om alles netjes op te ruimen, te versieren, tafeltjes en stoelen te plaatsen, een toog voor ‘den tap’ te installeren, een podium voor het orkest in elkaar te timmeren, enz.
Maar toen die bewuste avond de zaal al vol zat en de brigadecommandant ongeduldig op zijn stoel begon te schuiven, bleek dat onze KRO Jimmy totaal vergeten was het orkest te bestellen.
We werden in allerijl nog gedepanneerd door een blaasorkestje uit Weiden. Die mannen deden hun best maar rustige ‘dansmuziek’ werd het niet echt. Een beetje een ramp!
Afbeelding
Gelukkig was onze Korpscommandant een heel zachtaardige man, een echte vaderfiguur; Jimmy kreeg wel een kleine uitbrander maar is toch KRO mogen blijven en zwaaide af als Reserve onderluitenant.
Het zou bij veel Compagniecommandanten niet zó afgelopen zijn want dikwijls speelden zulke dingen ook mee als die Compagniecommandant later een beoordeling moest krijgen van zijn Brigadecommandant, bijvoorbeeld voor een bevordering. Onze Korpscommandant werd later Kolonel.
En zo zie je maar hoe een simpele KRO door zijn stommiteit de loopbaan van een beroepsofficier misschien had kunnen beïnvloeden.

Terloops: de legerdienst is opgeschort sinds 1994; er zijn dan ook geen KRO’s meer en OSC’s zijn er waarschijnlijk ook nog uitsluitend in de grote Regimenten.
De 7e Cie Materieel maakt nog steeds deel uit van de 7e Brigade, nu in Marche.


EVB
Laatst gewijzigd door Gast op 22 jan 2010, 10:43, 1 keer totaal gewijzigd.

andemu
Lid geworden op: 30 apr 2006, 15:33
Locatie: Lokeren

19 aug 2008, 21:38

Hallo evb,
in uw artikel van de weekends in Duitsland, maak je op het einde de opmerking dat je voor je maaltijden als KRO moest betalen. Is dat waar? Wij KROO's moesten niets betalen voor onze maaltijden in de Mess OOfficieren. Wat wel moest betaald worden waren extra's die je kon krijgen. Eén van die extra's, en tevens de meest gebruikte bij iedereen in die tijd, waren de bonnetjes voor 2 spiegeleieren. Hoeveel we daarvoor moesten neertellen weet ik niet meer, maar het zal in elk geval niet veel geweest zijn.
andre

papafreddy
Lid geworden op: 04 nov 2006, 21:05
Locatie: ardooie

19 aug 2008, 21:46

andemu schreef:Hallo evb,
in uw artikel van de weekends in Duitsland, maak je op het einde de opmerking dat je voor je maaltijden als KRO moest betalen. Is dat waar? andre
Hallo andre

Het is zo dat wij als KRO een groter salaris kregen, maar daarvan moesten wij onder ander het eten van aftrekken, ook het onderhoud van onze kamer.
Dit was nog zo in Duitsland in 1976.
Ons vertier in de bar kwam daar ook nog bij, maar die uitgave had je zelf in de hand.
Ik had indertijd collega's die toen per maand in de bar meer dan 10.000Bfr moesten betalen wat een grote slok op de borrel was.
Ik ben een artelieur en onze patroon heilige is en was Sint Barbara.
Dit is dezelfde patroon heilige als de brandweer.
In haar ene hand houd ze een torentje vast.
Nu hadden er mede collegas het spelletje opgevat om daar een whisky glas op te zetten, en dan proberen met een koffie lepel dat glas eraf te gooien, van op een afstand en met uw rug naar het beeld toe.
Je kunt begrijpen dat zo uw rekening vlug opliep want ieder gebroken glas moest betaald worden.

MVGr.
PapaFreddy
Gast

20 aug 2008, 09:39

Andemu,

Uw vraag over de ‘menagekosten’ voor KRO’s werd al beantwoord door KRO-artillerist ‘papafreddy’; ik kan het alleen maar bevestigen.
Onze ‘soldij’ lag inderdaad wat hoger dan deze voor soldaten en KROO’s. Niet dat we daar nu meteen schatrijk van werden maar de maaltijden in de Mess waren nu ook weer niet zo duur.
In Probsteierwald logeerden wij met een 10-tal Nederlandstalige KRO’s en nog enkele Franstalige, in een houten barak (Blok V) waarin we elk een salonnetje en een slaapkamer hadden en dat werd onderhouden door een MOC (een Duitse werkvrouw). Voor dat onderhoud moesten WIJ niet betalen.
In de Mess Officieren, die 100 meter van onze blok lag, logeerden voornamelijk ongehuwde actieve Officieren, maar ook officieren wiens vrouw niet mee in Duitsland was en daaronder ook enkele hogere officieren.
Afbeelding
Kamp Probsteierwald was een vrij groot kamp met diverse Ordonnance Compagnies, vandaar ook dat er een grote gemeenschappelijke Mess Officieren en dito bar was.
’s Avonds ontmoetten we elkaar in de bar, in de winter rond de grote open haard, die brandde voor de gezelligheid want er was ook centrale verwarming.
De pintjes kon je gewoonweg spotgoedkoop noemen en de sterke drank was in de BSD taksvrij en dus ook in de bar goedkoop, bovendien moest op de drank geen winst gemaakt worden.
Toch heb ik er nooit dronkemanstoestanden meegemaakt, waarbij ik niet wil beweren dat er geen Officieren waren die een aardig pintje konden verzetten, maar het bleef altijd rustig in de bar, misschien onder invloed van de bijna steeds aanwezige al bezadigder hogere Officieren wiens dames soms ook kortstondig in de Mess logeerden.
De Mess werd beheerd door ‘Chef Jambé’ en die zorgde goed voor zijn KRO’s; ‘s morgens kregen we altijd een uitgebreid morgenmaal indien gewenst met ‘spek en ei’ waar we NIET moesten voor bijbetalen, maar dat zal van Mess tot Mess misschien anders geweest zijn.
Voor het avondmaal kon je buiten het brood ook altijd een kleine warme maatijd vragen, bvb préparé met een ei en frietjes.
Eén van de KRO's wist af en toe een konijntje of een haas in het bos te vangen; die kende wat van strikken zetten. De kok maakte dat klaar en de 'ingewijden' smulden 's avonds mee. Ik weet het, dat was stropen, maar dacht je nu echt dat KRO's allemaal doodbrave jongens waren?
Op de noen stroomde de Mess vol want dan kwamen ook heel veel Officieren eten die niet over huis gingen. In feite zaten dan nagenoeg AL de officieren, van AL de Ordonnance Compagnies uit Probsteierwald, Vlamingen en Walen, samen aan tafel. Er stond altijd een karaf met water en daarin citroenschijfjes op tafel, voor de andere dranken moest je betalen.
Maar eerst kwam men samen in de bar en dan was het altijd even wachten tot de ‘hoogste en oudste in graad’ aan tafel ging, dan volgden ook al de anderen.
Als je pas toekwam wanneer iedereen al aan tafel zat moest je goed uitkijken waar de ‘hoogste en oudste in graad’ zat, je in houding zetten en toestemming vragen om ook aan tafel te mogen gaan. Als je al die hoge ooms niet goed kende kon het gebeuren dat je niet wist wie de ‘oudste in graad’ van die Kolonels was… en als ze dan niet samen aan één tafel zaten bij welke tafel moest je dan in houding gaan staan en toestemming vragen?
De OSC van het kamp, Cdt Van Damme, organiseerde regelmatig feesten, ook voor de officieren. BBQ’s in de grote tuin rond de Mess en dansavonden gevold door een buffet of banket. Ook uit andere garnizoenen kwamen dan Officieren met hun dames naar Probsteierwald. We waren daarbij altijd in uniform: service dress voor de BBQ, blauwe tenue voor de dansavond (KRO’s in S.D.). Voor de dans kwamen de dames altijd in mooie lange jurken.
In Probsteierwald heb ik echt kunnen genieten van die prachtige feesten met alles erop en eraan.
Als KRO kreeg ik soms de taak om samen met mijn verloofde de gasten te ontvangen, hun mantel aan te nemen, ze naar hun plaats te begeleiden en mijn verloofde gaf dan ook aan elke dame een bloemetje. Als die taak erop zat gingen wij ook aan tafel en dansten, smulden en genoten.
Om deel te nemen aan een feest moesten we als KRO natuurlijk wel betalen.

In 210 Cie Ord Maint voelde ik me ook al helemaal thuis en goed opgewassen voor mijn taak. Mijn Compagnie Commandant, Kapitein Van Durme, was een rustige man, voor mij een beetje een 2de vader. Het was er plezant samenwerken met Al de militairen van welke graad ook. Is het dan verwonderlijk dat ik besloot om verder een loopbaan bij het leger op te bouwen.

EVB
Laatst gewijzigd door Gast op 20 aug 2008, 11:05, 1 keer totaal gewijzigd.