Waar vandaan: Wonen & Zorg > Gids in de thuiszorg >
6.8.2.2.3 Uitwerking
Een testament is alleen geldig als het is gemaakt door iemand die bekwaam is en bewust en vrij heeft gehandeld.
Het testament van een overleden persoon wordt uitgevoerd voor zover het 'voorbehouden deel' van zijn afstammelingen of van zijn ascendenten of van zijn echtgeno(o)t(e) niet is aangetast.
Kinderen hebben altijd recht op een deel van de nalatenschap en wel als volgt :
- de helft als er één kind is. De andere helft is beschikbaar;
- elk kind één derde als er twee kinderen zijn. Het andere derde mag aan iemand anders gegeven worden;
- elk kind een vierde als er drie of meer kinderen zijn. Over een vierde mag vrij beschikt worden.
Verwanten in opgaande lijn (ascendenten) hebben recht op één vierde per ouderlijke lijn indien de overledene (het kind) zelf geen afstammelingen nalaat.
De rechten van de afstammelingen en ascendenten gaan samen met het aandeel van de langstlevende echtgeno(o)t(e). Behoudens enkele gevallen (ontzetting uit de ouderlijke macht, feitelijke scheiding) en mits bepaalde formaliteiten (vonnis, testament) heeft de langstlevende echtgeno(o)t(e) het vruchtgebruik op de nalatenschap en in elk geval het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad. Sinds geruime tijd is het vruchtgebruik op de helft van de nalatenschap immers vermeerderd tot het vruchtgebruik van de hele nalatenschap. Ook verkrijgt hij de volle eigendom van alle gemeenschappelijke goederen indien er geen afstammelingen bestaan.
Bron: Werkgroep thuisverzorgers vzw