Waar vandaan: Huisdieren > Gerbils > Oorsprong en Geschiedenis

Oorsprong en Geschiedenis

Mongoolse gerbils zijn knaagdieren ( Rodentia ) die behoren tot de familie van Cricetidae , net zoals hamsters. Ze zijn meer verwant aan hamsters dan aan ratten en muizen die tot de familie Muridae behoren. Zoals hier onder in de tabel te zien is de wetenschappelijke naam van de Mongoolse gerbil Meriones unguiculatus . Als gewone Nederlandse naam worden naast Mongoolse gerbils soms ook andere namen gebruikt, zoals Mongoolse renmuis en woestijnrat.

De wetenschappelijke naam van de Mongoolse gerbil heeft een krijgshaftige klank: Meriones unguiculatus. Meriones was namelijk een Griekse krijger en unguis is het Latijnse woord voor nagel en samengesteld komt dat vrij vertaald neer op 'de krijger met de klauwen'. Een hele stoere naam dus voor een knaagdier dat inderdaad een paar duidelijk genagelde voetjes heeft, maar tegenover mensen de vriendelijkheid zelve is.

Oorsprong.

De Mongoolse gerbil komt zoals de naam al zegt uit Mongolië. Ze leven daar in de halfwoestijnenen en steppen. Het is een biotoop waar strenge, extreme omstandigheden heersen. Ze hebben maar weinig vijanden, doordat er maar weinig dieren kunnen leven in die gebieden. Toch hebben ze er een paar, zoals slangen en roofvogels. Om hieraan te kunnen ontsnappen hebben Mongoolse gerbils een goed springvermogen.

Ook hebben Mongoolse gerbils een aantal eigenschappen die kenmerkend zijn voor woestijndieren. Ze kunnen heel goed horen. Heel belangrijk is natuurlijk dat ze ook heel goed water vast kunnen houden. Dit water slaan ze op in lagen van vetcellen. Met het weinige water dat ze kunnen opnemen zijn ze heel erg zuinig. Gerbils urineren daarom maar heel weinig en produceren hele droge ontlasting.

De Mongoolse gerbil is geen uitgesproken nachtdier, zoals de meeste woestijndieren. Ze blijven wel in hun hol tijdens de heetste en koudste gedeelten van de dag, maar wisselen daar periodes af van slapen en wakker zijn. Ze slapen steeds een paar uurtjes en zijn dan weer een paar uurtjes wakker. Ook in gevangenschap doen ze dit nog steeds.

Geschiedenis.

In 1866 stuurde de Franse pater Armand David vanuit Noord China een aantal 'gele ratten' naar het Musée d'Histoire Naturelle in Parijs. Daar werden ze door de wetenschapper Milne-Edwards in 1867 'Meriones unguiculatus' genoemd.

De Mongoolse gerbil heeft als huisdier nog maar een vrij korte geschiedenis. In 1935 werden er in oostelijk Mongolië en Mandsjoerije een twintigtal fokparen gevangen. Deze dieren worden gezien als de voorouders van de gerbils die tegenwoordig als huisdier gehouden worden. Er werd succesvol met deze dieren gefokt buiten Mongolië en in de jaren 30 van de 20 ste eeuw werden ze geïmporteerd in Japan en in 1954 in de Verenigde Staten (USA). Vanuit de Verenigde Staten werden een aantal paartjes in 1964 naar Groot-Brittannië gestuurd. Vanuit deze landen hebben de Mongoolse gerbils zich verspreid over heel veel landen, waaronder Nederland en België.

Ze werden in het begin vooral voor wetenschappelijk onderzoek gebruikt, waar men realiseerde dat het heel geschikte huisdieren zouden zijn.

Bron: met dank aan De Mongoolse Gerbil Website