Waar vandaan: Huisdieren > Vogels > Kooi en volière vogels > Soorten > Roodkop papegaaiamadine
Roodkop papegaaiamadine
Geschiedenis
De roodkop papegaaiamadine werd voor het eerst in 1873 in Europa ingevoerd door een zekere J. Geoffroy de St. Hilaire in Parijs. Niet lang daarna, in 1877, werd de roodkop papegaaiamadine in Engeland ingevoerd en daar in hetzelfde jaar gekweekt door A.F. Wiener. Met de roodkop papegaaiamadine wordt dus al meer dan 125 jaar in Europa gekweekt!
Geslachtsonderscheid
Voor een niet geoefend oog kan het geslachtsonderscheid een probleem opleveren. Man en pop lijken namelijk erg veel op elkaar. In de literatuur wordt vermeld dat de pop iets matter van kleur zou zijn. Als ik naar mijn eigen stel roodkop papegaaiamadines kijk dan is er naar mijn mening maar heel weinig kleurverschil te zien tussen beide vogels. Wel heb ik de indruk dat bij mijn roodkop papegaaiamadines het mannetje iets forser is dan het popje Een zekerder methode om het geslacht te bepalen is de aarsstreek van de vogels te bekijken. Mannen tonen namelijk rond de aarsstreek enkele rode veertjes, terwijl deze bij poppen ontbreken.
Verspreiding en levenswijze
De roodkop papegaaiamadine komt in het wild alleen maar voor op het eiland Nieuw Caledonië, een eiland ten oosten van Australië. Daar leven ze overwegend paarsgewijs. Pas na de broedtijd kun je ze ook in kleine groepen waarnemen. Op Nieuw Caledonië komen ze vooral op open grasvlakten en in de struiken aan de rand van bossen voor. Ze leven in hoofdzaak van graszaden.
In het wild broeden de vogels in bomen en ook wel in rotsspleten. Ze maken over het algemeen een slordig nest van grashalmen, -pluimen en veren. Afhankelijk van de omstandigheden, zoals rijpende graszaden e.d. broeden ze het gehele jaar door. Ze leggen 5-6 witte eitjes die in 13-15 dagen afwisselend door de man en de pop worden uitgebroed. s' Nachts broed de pop echter alleen.
De voeding
De roodkop papegaaiamadines krijgen van mij een zaadmengsel van 'van Himbergen' grasparkietenzaad voorgezet. Hier wordt door mij onkruidzaad en paddy aan toegevoegd. De verhouding die ik hanteer is 5 delen 'van Himbergen' grasparkietenzaad, 1 deel onkruidzaad en 1 deel paddy. Naast dit zaadmengsel krijgen de vogels elke dag een mengsel van kiemzaad, eivoer en vismeel (dierlijke eiwitten!!). Ik geef dit in een verhouding van 1 deel vismeel, 4 delen kiemzaad (droog!) en 5 delen eivoer. Nadat het kiemzaad is geweekt meng ik hier het eivoer en vismeel doorheen. Verder krijgen ze nog 2x per dag 2 meelwormen voorgeschoteld en meng ik 2 keer per week , ondanks dat de vogels er ook vrij over kunnen beschikken, scherpe maagkiezel en oesterschelpengrit van 'Thijssen Mill' door het kiemzaad. Op het moment dat er jongen zijn wordt, naast hun basis van 4 meelwormen, per jong 1 meelworm extra gegeven.
De vogels, ook de jongen, doen het op deze voeding prima. Oh ja, regelmatig ga ik in de zomer op zoek naar (onbespoten) gras- en onkruidzaden. Deze worden met een heggenschaar geknipt en in grote bossen neergehangen in de volière. Het is een genot om te zien hoeveel plezier je hier je vogels mee doet. Gunstig hierbij is ook nog dat de halmen van het gras, nadat ze tot hooi zijn verdroogd, door de vogels worden gebruikt voor de nestbouw.
Belangrijk in de voeding van roodkop papegaaiamadines is de aanwezigheid van gebroken haver omdat hiermee voorkomen wordt dat ze een (blauwe) onderbuik met opgezette darmen krijgen. Zelf heb ik hier geen problemen mee ondervonden omdat in het zaadmengsel welke ik verstrek gebroken haver voorkomt. Een toevoeging van ca. 5% gebroken haver in het zaadmengsel en of een theelepeltje gebroken haver per week schijnt voldoende te zijn om deze vervelende kwaal te voorkomen.
Tentoonstelling
Willen we met deze prachtige vogels naar de tentoonstelling dan zijn een aantal zaken van belang. Het formaat van de vogel dient 13 - 14 cm te zijn. Zorg er verder voor dat de grasgroene lichaamskleur zo egaal en diep mogelijk is. Het masker dient diep rood te zijn en strak af te tekenen op de grasgroene lichaamskleur.
Omdat de roodkop papegaaiamadine nogal een druk en onrustig vogeltje is, is het beslist nodig de vogeltjes ruim voor de tentoonstelling te trainen. Indien ze op de tentoonstelling te onrustig zijn heeft dit 2 consequenties namelijk:
1. de keurmeester kan ze onvoldoende beoordelen en
2. het verenpakje raakt beschadigd.
In beide gevallen betekent dit dat de vogels nooit voor een hoog puntenaantal in aanmerking zullen komen.
Bron: met dank aan Kooi en volièrevogels