Waar vandaan: Huisdieren > Vogels > Kooi en volière vogels > Soorten > De Valkparkiet

De Valkparkiet

Geschiedenis
Kort nadat de valkparkiet vanuit Australië in Europa werd ingevoerd werden er al vrij snel broedresultaten mee behaald. Reeds in 1850 werden zowel in Duitsland als in Frankrijk de eerste jonge valkparkieten in gevangenschap geboren. Pas 15 jaar later, in 1865, werden ook in Nederland jonge valkparkieten gekweekt.

Verspreidingsgebied
De valkparkiet komt bijna in heel Australië voor. Valkparkieten leven in het wild in kleine groepjes. Hun leefgebied is niet specifiek. Ze komen in diverse streken en gebieden voor. Zo kunnen we de vogels aantreffen in dichte wouden, in woestijnachtige met spinifexgrassen begroeide graslanden maar ook in open savanne-achtige gebieden. Ze leven een zwervend bestaan en in het algemeen kan gesteld worden dat ze zich daar ophouden waar voldoende water en voedsel aanwezig is.
In het zuiden van Australië broedt de valkparkiet in de periode van augustus tot december, in het noorden van april tot juni en in midden Australië houdt de valkparkiet er geen vaste broedperiode op na. Afhankelijk van het weer, broeden ze hier in elke maand van het jaar.
In het wild broeden valkparkieten in holten van dikke takken  en boomstammen, waarbij hun voorkeur uitgaat naar broedgelegenheden met een vrij uitzicht.

Broedproces
Bij het samenstellen van broedpaartjes zal het geslachtsonderscheid tussen mannen en poppen geen probleem opleveren. Er is bij volwassen valkparkieten namelijk een duidelijk uiterlijk waarneembaar verschil tussen de  man en de pop. De kleur van de pop is vooral aan de kop matter en veel minder sprekend. Bovendien is bij haar de staart aan de onderzijde onregelmatig geel gestreept terwijl dat bij de mannetjes niet het geval is.
Indien we met de vogels gaan broeden komen ze het beste tot hun recht in een volière met een lengte van minimaal 3 meter. Als nestgelegenheid accepteren ze vrijwel alle soorten en vormen nestblokken mits de ruimte binnenin het blok maar voldoende is. Als basis kan een nestblok met een bodemoppervlakte van 25 x 25 cm, een hoogte van 30 cm en een invlieggat van 8 cm. worden aangehouden. Een paartje dat in goede broedconditie verkeerd zal al vrij snel interesse tonen in opgehangen nestblokken. Dan ook is al vrij snel de balts van de vogels waar te nemen. Hierbij houdt het mannetje de kuif fier omhoog en trippelt met wat gespreide vleugels rondom het vrouwtje. In deze houding laat hij vaak de kop zakken, houdt de staart uitgewaaierd omhoog en laat daarbij harde fluittonen horen. Indien de man de pop hiermee voldoende heeft geïmponeerd gaan beide vogels al vrij snel over tot de paring.
Opvallend bij valkparkieten is het feit dat tijdens het hele paringsgedrag het elkaar voeren ontbreekt terwijl dat juist bij andere soorten heel duidelijk op de voorgrond staat. Na de eerste paring(en) duurt het gemiddeld ongeveer 2 weken voordat het eerste ei gelegd wordt. De eieren worden om de dag gelegd tot een totaal van 4 tot 6 eieren. Meestal beginnen de vogels  na het 2e ei met broeden. Man en pop lossen elkaar bij het broeden af. De man broedt meestal overdag en de pop 's nachts.  
De broedduur is 18 tot 20 dagen. De jongen hebben bij het uitkomen een vleeskleurige huid die bedekt is met geelkleurige donsveertjes. Na ca. 7 dagen openen de jongen voor het eerst hun ogen. Dit is ook ongeveer het tijdstip waarop de jongen geringd moeten worden. Als ringmaat dient 5,4 mm. gebruikt te worden. Op een leeftijd van 14 dagen zijn bij de jongen de wangvlekken al vaag te onderscheiden en na ca. 4 weken hebben de jongen hun complete verenkleed.  
De oudervogels laten in het algemeen nestcontrole gemakkelijk toe. Dit geldt echter niet voor de jongen. Deze laten, bij het openen van het nestblok, een hevig geblaas horen. Op een leeftijd van 4 tot 5 weken vliegen de jongen uit. Het is bij het uitvliegen zaak om de jongen goed in de gaten te houden omdat ze dan erg wild en onhandig zijn. Het is dan verstandig om in het gaas van de volière wat takken te steken zodat de jongen niet in volle vaart tegen het gaas aanvliegen. Na het uitvliegen worden ze nog ongeveer 2 tot 3 weken door de ouders gevoerd.
Een goed kweekkoppel valkparkieten kan per kweekseizoen gemakkelijk 2 tot 3 broedsels grootbrengen. Het is wel aan te raden om de jongen van de voorgaande broedronde uit te vangen en in een andere vlucht onder te brengen. Verder verdient het aanbeveling om na elke broedronde het nestblok (grondig) schoon te maken en te ontsmetten omdat de vogels er een behoorlijke smeerboel van kunnen maken.  

Karakter
Valkparkieten zijn van nature erg gemakkelijk van aard. In gevangenschap kunnen we ze bijvoorbeeld gerust huisvesten in een volière met tropische vogels. Huisvesting met andere kromsnavels is af te raden omdat valkparkieten zich in het algemeen gemakkelijk laten afbluffen en de kans op broedsucces daardoor zal verminderen.
Hun gemakkelijke aard maakt ook dat ze een partner vrij snel accepteren. Zo'n acceptatie kan iets langer duren wanneer we een kweekkoppel, om wat voor reden dan ook, hebben moeten verbreken.
Zeker voor een beginnende liefhebber is de valkparkiet bij uitstek een vogel om (kweek)ervaring(en) mee op te doen.    

De voeding
De voeding van mijn valkparkieten bestaat uit een zaadmengsel voor grasparkieten waaraan door mij onkruidzaad en zonnebloempitten zijn toegevoegd. De verhouding die ik hanteer is 5 delen 'grasparkietenzaad', 1 deel onkruidzaad en 1 deel zonnebloempitten.
Naast dit zaadmengsel krijgen de vogels elke dag een mengsel van kiemzaad, eivoer en vismeel (dierlijke eiwitten!!). Ik geef dit in een verhouding van 1 deel vismeel, 4 delen kiemzaad (droog!) en 5 delen eivoer. Nadat het kiemzaad is geweekt meng ik hier het eivoer en vismeel doorheen. Twee keer per week meng ik , ondanks dat de vogels er ook vrij over kunnen beschikken, scherpe maagkiezel en oesterschelpengrit door het  kiemzaad.
Natuurlijk krijgen ze ook regelmatig wat fruit en groenvoer. Ook verstrek ik 2 keer per week een snee witbrood. Vooral als er jongen zijn eten ze hier graag van.
De vogels, ook de jongen, doen het op deze voeding prima. Oh ja, regelmatig ga ik in de zomer op zoek naar (onbespoten) gras- en onkruidzaden. Deze worden met een heggenschaar geknipt en in grote bossen  neergehangen in de volière. Het is een genot om te zien hoeveel plezier je hier de vogels mee doet.

Mutaties
Bij de valkparkiet hebben zich inmiddels al een groot aantal mutaties voorgedaan.
Zo kennen we bijvoorbeeld bij de valkparkieten de mutaties ino, zwartoog, grijsgepareld, grijspastel, witmasker, bont en isabel alsmede onderlinge combinaties van deze factoren.


Bron: met dank aan Kooi en volièrevogels