Waar vandaan: Huisdieren > Vogels > Kooi en volière vogels > Soorten > Veelkleurenparkiet

Veelkleurenparkiet

De naam veelkleurenparkiet (Psephotus varius) doet direct vermoeden dat we met een zeer kleurrijke parkiet te maken hebben. Dit is zeker van toepassing op de man die werkelijk schitterende kleuren bezit. Bij de pop zijn de kleuren iets minder spectaculair hetgeen direct duidelijk maakt dat beide seksen gemakkelijk van elkaar te onderscheiden zijn.

KENMERKEN:
De man heeft een groen gekleurde buik en borst. Boven de borst wordt het groen steeds lichter van kleur om uiteindelijk op de kop over te gaan in blauw. Verder bezit de man een opvallende gele voorhoofdsband en schoudervlek. De meeste mannen laten in de gele schoudervlek een oranje-rode streep zien.
De groene stuit bezit twee horizontale banden. De bovenste band is lichtgroen, terwijl de onderste band diep rood van kleur is. De vleugelranden en de staart zijn blauw en de onderdekstaartveren geel van kleur.
De kleur van de snavel, ogen en poten zijn respectievelijk grijs, donkerbruin en rose.

Opgemerkt dient te worden dat er bij de mannen, met name waar het het rood betreft, vele kleurvariaties mogelijk zijn.
Juist vanwege deze kleurvariaties dacht men vroeger met verschillende rassen te doen te hebben. Een gedachte die, naarmate de kennis over deze vogel groter werd, al snel weer werd verlaten.

De lichaamskleur van de pop is overwegend bruingroen. De onderstaartdekveren zijn lichtgroen, terwijl de buik geelachtig groen
van kleur is. In veel gevallen bezit de pop rond de inplant van de poten rode veertjes. Net als de mannen bezitten ook de poppen een schoudervlek. Bij de poppen is deze schoudervlek helder rood van kleur. In tegenstelling met de man bezit de pop nauwelijks een voorhoofdsband.

De grootte van de vogels varieert van ca. 26-28 cm.

De jongen laten reeds in het nestblok de kleur van de oudervogels zien. Het zal dan ook geen enkel probleem opleveren om de seksen in het nestblok reeds te onderscheiden.

NATUURLIJK LEEFMILIEU
Veelkleurenparkieten komen in een groot deel van Australië voor, waarbij hun voorkeur uitgaat naar droge, dorre gebieden.
Zo vinden we ze van het zuidwesten van Queensland tot in het midden van Nieuw-Zuid-Wales, alsmede in het noordwesten van Victoria, het midden van Zuid-Australië tot diep in West-Australié.
Veelkleurenparkieten leven van afwisselende kost en hebben er geen moeite mee een breed assortiment aan agrarische producten aan hun reeds gevarieerde menu toe te voegen. Ze eten niet alleen graszaden en onkruidzaden maar doen zich ook graag te goed aan gemorst graan op erven en stoppelvelden.
Verder voeden ze zich met vruchten, bessen (o.a. de Loranthus murravi) en bepaalde soorten insecten, zoals de larven van galwespen.
Heel vaak, zo valt in de literatuur te lezen, worden ze in gezelschap gezien van de roodrugparkiet (Psepthotus haematonotus), de soort waar ze nauw verwant aan zijn.
In het wild broed de veelkleurenparkiet in hoofdzaak in de holten van (dikke) takken van de eucalyptusboom. Hierin leggen ze 4-6 eieren. Net als bij de meeste holenbroeders zijn de eieren wit van kleur (In "holen" is er immers geen noodzaak tot camouflage?). Na 21 dagen broeden door de pop komen de eitjes uit. De jongen worden door beide ouders gevoerd. Nadat de jongen na ca. 5 weken het  nest verlaten hebben worden ze nog een aantal weken door de man en de pop gevoerd.

HUISVESTING:
Bij het houden van veelkleurenparkieten zijn een paar zaken van belang. Zoals reeds opgemerkt komen ze vooral voor in droge, dorre streken. Het natte en koude klimaat in ons land is dus niet ideaal voor ze. We zullen de volière hier dus op moeten aanpassen. Concreet betekent dit dat de volière voorzien moet zijn van een goed afgesloten en droog nachtverblijf, waarin ze de nacht kunnen doorbrengen of bij slecht weer in kunnen verblijven. Verder raad ik de houders van deze vogels aan om de buitenvolière in z'n geheel te voorzien van een dak en in ieder geval één van de zijkanten van de volière dicht te maken.
Ik heb namelijk ervaren dat de vogels niet altijd het nachthok opzoeken maar de nacht ook dikwijls doorbrengen in de buiten- volière. Ingeval het s'nachts gaat regenen, stormen etc. kunnen er gemakkelijk slachtoffers vallen onder de veelkleurenparkieten. Een ander voordeel van het volledig overkappen van de volière heeft is dat er minder snel ziekten zullen worden overgebracht door onze eigen inlandse vogels (mussen, spreeuwen e.d.).
De veelkleurenparkiet is namelijk een vogel die vrij veel op de grond vertoeft en daar al scharrelend gemakkelijk een worminfectie oploopt!
Mijn ervaring is dat ze s'winters gemakkelijk buiten gehouden kunnen worden, mits ze zoals reeds opgemerkt maar kunnen beschikken over een goed beschut nachthok.

AANSCHAF:
Als men veelkleurenparkieten aan wil schaffen is het verstandig vogels aan te schaffen die geheel door de rui zijn. Veel kwekers hebben namelijk slechte ervaringen met aangeschafte vogels die nog niet door de rui waren.
Bij de aanschaf van veelkleurenparkieten zal men goed moeten letten op het formaat. De vogels moeten ca. 28 cm. groot zijn en een goede brede borstomvang hebben. Zowel man als pop moeten qua type geblokt zijn.

KARAKTER VAN DE VOGEL:
Veelkleurenparkieten zijn buiten het broedseizoen rustige en verdraagzame vogels tegenover andere parkieten of tropische vogels. Het zijn geen schreeuwerds of knagers.
Mijn ervaring is dat een kweekkoppel het hele jaar rond onafscheidelijk van elkaar is.
Het is echter ten zeerste af te raden om ze in de broedtijd met soortgenoten in één vlucht te houden. In die periode zijn ze namelijk tegenover soortgenoten zeer vechtlustig en agressief.
Mijn ervaring is dat wanneer ze jongen hebben gemakkelijk nestcontrole toelaten.


VOEDING:
Ik verstrek de vogels een mengsel van zaden bestemd voor agaporniden (50%) en grasparkieten (50%).  Verder krijgen ze eivoer gemengd met kiemzaad en scherpe maagkiezel. Van dit mengsel verstrek ik ca. 1 eetlepel per 2 vogels. Natuurlijk kunnen de vogels ook beschikken over grit. Ook krijgen ze dagelijks een stukje appel, blaadje witlof of iets dergelijks.
Erg belangrijk is ook dat ze dagelijks schoon drinkwater (niet te koud) krijgen.
Als bodembedekking gebruik ik Beukensnippers.


Bron: met dank aan Kooi en volièrevogels