6.8.1.2.3 Verplichtingen

Vanaf de aanvaarding door de voorlopig bewindvoerder begint zijn opdracht en houden alle lastgevingen (volmachten) die de beschermde persoon voordien aan andere personen had gegeven, op uitwerking te hebben.

De verplichtingen van de bewindvoerder zijn drievoudig :

  1. Jaarlijks en op het einde van zijn opdracht moet de bewindvoerder rekenschap geven van zijn beheer aan de vrederechter en aan de beschermde persoon zelf, als diens gezondheidstoestand het toelaat. Concreet betekent dit dat de bewindvoerder een staat moet opmaken van alle inkomsten en alle uitgaven die er in het afgelopen jaar geweest zijn. Het is dus sterk aan te raden een boekhouding bij te houden. De bewindvoerder moet alle uitgaven kunnen bewijzen aan de hand van rekeningen, facturen, ...
  2. De bewindvoerder moet de beschermde persoon inlichten over alle handelingen die hij verricht. Daarmee wordt bedoeld dat de bewindvoerder de beschermde persoon regelmatig op de hoogte moet houden van zijn beheer. Indien de beschermde persoon niet in staat is om die uitleg te vatten, kan de vrederechter hem vrijstellen van deze verplichting en hem eventueel opleggen verslag uit te brengen aan andere personen, vb. naaste familieleden.
  3. Uiterlijk één maand na de aanvaarding van zijn aanwijzing moet de voorlopig bewindvoerder een verslag opstellen met betrekking tot de aard en de samenstelling van de te beheren goederen en dit overzenden aan de vrederechter en aan de te beschermen persoon. De bewindvoerder kan dit verslag zelf opstellen, maar kan dit ook laten doen door een notaris, in het bijzijn van personen die daaromtrent nuttige informatie kunnen leveren (bijvoorbeeld de vertrouwenspersoon).



Bron: Werkgroep thuisverzorgers vzw