Waar vandaan: Wonen & Zorg > Gids in de thuiszorg >
6.8.1.2.4 Bevoegdheden
Er zijn twee mogelijke situaties :
- De vrederechter heeft uitdrukkelijk de bevoegdheden van de bewindvoerder omschreven. De vrederechter mag deze volledig vrij bepalen, vb. alleen leningen en kredietopnemingen of alleen de opdracht om het pensioen van de beschermde persoon te innen.
- De vrederechter heeft de bevoegdheden niet omschreven. In dit geval is het door de wet geregeld regime van toepassing.
De wet zegt dat de bewindvoerder 'als een goede huisvader' moet handelen. Voor een aantal handelingen moet de bewindvoerder de bijzondere machtiging vragen van de vrederechter, namelijk:
- telkens wanneer de belangen van de bewindvoerder strijdig zijn met die van de beschermde persoon;
- wanneer hij de beschermde persoon vertegenwoordigt bij een procedure voor de rechtbank, waarbij de beschermde persoon optreedt als eiser;
- voor het vervreemden van roerende of onroerende goederen van de beschermde persoon;
- voor het aangaan van een lening en voor het toestaan van een hypotheek op een onroerend goed van de beschermde persoon;
- voor het aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving of verwerpen van een aan de beschermde persoon toegevallen nalatenschap;
- voor het aanvaarden van een aan de beschermde persoon gedane schenking of een aan hem vermaakt legaat;
- om een pachtovereenkomst of een handelshuurovereenkomst te sluiten;
- voor het aangaan van een dading in naam van de beschermde persoon;
- telkens wanneer de bewindvoerder wil beschikken over rechten die verband houden met de woning of het huisraad van de beschermde persoon. Immers,zolang de kans bestaat dat hij zijn normale leven zal kunnen hervatten, moeten zijn woning en meubelen bewaard worden in de toestand waarin hij ze heeft verlaten. Wanneer er onvoldoende inkomsten zijn, zullen de woning en de huisraad pas kunnen worden verkocht als alle andere goederen uitgeput zijn, en mits een bijzondere machtiging van de vrederechter.
Tenslotte zijn er handelingen die de bewindvoerder helemaal niet mag
verrichten, nl. handelingen met betrekking tot de persoon, vb. huwen,
naamsverandering, ... Hij mag ook geen souvenirs of persoonlijke voorwerpen
van de beschermde persoon vervreemden, maar hij moet ze tot zijn beschikking
houden.
Bron: Werkgroep thuisverzorgers vzw