Waar vandaan: Wonen & Zorg > Veilig (t)huis > 9. De tuin
9. De tuin
De barbecue
Wie houdt er niet van een gezellige barbecue met het gezin, de familie
of vrienden op een warme zomerdag ? Toch zijn daar een aantal gevaren
aan verbonden.
Steek de barbecue aan met houtskool die voldoet aan de Europese normen.
Dit staat op de verpakking. Gebruik bij het aansteken nooit methanol
of een andere ontvlambare vloeistof. Gebruik zeker geen vluchtige brandbare
vloeistoffen om de barbecue aan te wakkeren.
De verantwoordelijke voor de barbecue - bij voorkeur slechts één
persoon - draagt een speciale barbecueschort en -handschoenen. Deze
beschermen hem tegen de hitte van de barbecue. Gebruik voor de brochetten
spiezen met een houten handvat. Laat de genodigden zo weinig mogelijk
in de nabijheid van de barbecue komen. En hou vooral kinderen op afstand.
Het vuur doof je door het af te dekken met zand.
Giftige planten
Er bestaan meer dan 700 verschillende soorten giftige planten. Daarvan
is slechts een klein deel in de tuin terug te vinden. Maar zelfs de
meest onschuldige tuin bevat wel een aantal giftige planten. Een aantal
daarvan zijn heel bekend, zoals de taxus, de goudenregen, het vingerhoedskruid,
enz. Maar wist je bijvoorbeeld dat ook het meiklokje, de tulp, de klimop,
de primula en de lelie giftig zijn ?
Heel vaak heeft de vergiftiging te maken met de bessen die aan de struik
hangen. Die zien er aantrekkelijk uit en lijken sterk op de zoete bessen
die je in de winkel koopt. Maar het venijn kan evengoed in de stengel,
de bladeren, de zaden of de wortels zitten. Ook groenten en vruchten
kunnen giftige delen hebben. Zo is de tomaat erg lekker, maar zijn de
bladeren ervan giftig. Ook de bladeren van rabarberstengels en de aardappelplant
zijn erg giftig.
Paddestoelen
Ook met paddestoelen moet je oppassen. Er bestaan duizenden soorten
paddestoelen, maar er zijn er maar weinig eetbaar. Zelfs kenners hebben
last met het herkennen van bepaalde soorten
Oppassen is dus de boodschap.
Een aantal algemene regels:
- Eet enkel verse, niet giftige paddestoelen. En eet ze binnen de
24 uur op.
Als ze bedorven zijn, zijn zelfs eetbare paddestoelen giftig. - Kook de paddestoelen altijd. Eet ze nooit rauw.
- Giet het kookwater steeds weg. Gebruik het niet voor de aanmaak van sausjes.
- Bewaar of bereid de paddestoelen nooit in aluminiumfolie.
- Vries ingevroren paddestoelen na het ontdooien niet meer in.
- Eet nooit teveel paddestoelen. Paddestoelen nemen immers zeer snel zware metalen, zoals cadmium en kwik, uit de bodem op.
Loopt er toch iets mis, waarschuw dan meteen de dokter, het
antigifcentrum (tel 070/245.245) of een andere hulpdienst.
Voor
de pagina met SOS nummers, klik hier.
Symptomen bij paddestoelvergiftiging treden meestal pas 10 à
15 uur na consumptie op. Buikkrampen, diarree en braken zijn de belangrijkste
vergiftigingsverschijnselen. Omdat de identificatie van de paddestoel
noodzakelijk is, neem je best een exemplaar mee en eventueel ook res
es van de bereiding of van het braaksel.
Huisdieren
Veel mensen hebben een poes, een hond, een schildpad, vissen of een
cavia. Met je eigen huisdieren heb je een emotionele binding. Zij zijn
weinig gevaarlijk, maar neem toch een aantal regels in acht.
- Laat dieren die eten, slapen of rusten met rust.
- Pas op bij onweer. Dieren zijn dan vaak onrustig.
- Aai nooit vreemde dieren. Zij zijn niet met jou vertrouwd.
- Laat kinderen nooit alleen bij dieren.
- Laat je nooit likken door dieren, zeker niet in het aangezicht.
- Huisdieren hebben hun eigen eetbakjes.
- Laat ze niet uitje eigen bord eten.
- Hou de huisdieren weg van baby's. Ze zijn vaak jaloers op de nieuwgeborenen die zoveel aandacht krijgen.
- Breng zieke dieren onmiddellijk voor onderzoek naar de dierenarts. Er kan besmettingsgevaar zijn.
Vuurwerk
Vuurwerk, heel mooi om - vanop afstand - naar te kijken, maar zelf vuurwerk
afsteken kan heel gevaarlijk zijn. Koop vuurwerk dan ook enkel bij een
winkelier met een vergunning. Koop geen voetzoekers, "gillende
keukenmeiden" en andere luchthuilers. Door hun onvoorspelbaar gedrag
is dit vuurwerk op geen enkele manier onder controle te houden, en dus
heel gevaarlijk. Koop ook nooit vuurwerk dat in de hand aangestoken
moet worden. Je weet immers nooit helemaal zeker hoe snel de lont de
lading laat exploderen. Sterretjes en wonderkaarsen zijn evenmin onschuldig.
Ze kunnen de handen verbranden. En ook kleding, gordijnen en vloerbekleding
raken er gemakkelijk door in vlam. Hou vuurwerk altijd droog. Maar bewaar
het nooit bij een open vuur. Brandgevaar is dan nooit ver weg. Vuurwerk
over einddatum is niet te vertrouwen.
Toeschouwers staan op een veilige afstand, minimaal 6 meter van de plek
waar het vuurwerk wordt afgestoken, en liefst achter de persoon die
het vuurwerk afsteekt.
Steek het vuurwerk aan met iets dat gloeit, zoals een brandende sigaar
of sigaret. Een vlam van een aansteker of lucifer kan de lont ergens
in het midden aansteken. En dat versnelt de explosie. Steek ook nooit
vuurwerk meteen gebroken of beschadigde lont aan. Elk stuk vuurwerk
steekje apart aan. Gebundeld vuurwerk in één keer aansteken
is levensgevaarlijk. De kans op gehoorbeschadiging is daarbij groot.
Plaats vuurpijlen in buizen die verticaal in de grond zitten. Deze buizen
moeten minstens even lang zijn als de vuurpijl zelf. Vuurpijlen die
je in de grond steekt blijven soms vastzitten en exploderen dan ter
plaatse. Pas dus op!!
Bron: Provinciaal Veiligheidsinstituut Antwerpen