de tijd van toen: 70 plussers - TE BEWAREN
-
jadi - Lid geworden op: 25 mei 2006, 17:54
- Locatie: de boterstad
Dat is een goeie WoutTillie ik ga veel op quote en bij de nachtuiltjes,loop eigenlijk overal rond.
Ik heb hier al veel (virtuele)schoenzolen versleten.
Die topic is ook door mij toevallig ontdekt
Fikske het is nog maar goed 8 dagen geleden dat ik hier geweest ben
't Is goed in eigen hart te kijken nog even voor het slapen gaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Waarom niet eens "het leven op de boerderij"
Ik heb het nu over de kleine boeren hé, de dikke boeren waren
landeigenaars en lieten de kleinen hun werk doen in ruil voor een
lapje grond en wat paardenwerk.
Mijn grootvader had zich in dien tijd losgetrokken door met de koe
beginnen te werken en zo zijn ze dan zelfstandige boeren geworden.
Na dit brokje geschiedenis wil ik wel het boerenleven schetsen van mijne jongen tijd. Ja hard werken was het wel, uren werden niet geteld maar ze waren hun eigen baas en er werd naar hen opgekeken.
Zo; we waren dus boerkes van de middenklasse, veel luxe konden we ons toch niet permiteren maar we reden met een autootje, 'n okkazie,
de motor was zó versleten dat we bijna geen heuvel meer boven geraakten en diende alleen voor vervoer van goederen. naar de kerk gingen we nog altijd tevoet en dat was zo'n half uurtje stappen.
Al hadden mijn broer en ik een andere stiel, toch zijn we in ons binnenste altijd " boer" gebleven.
Op zekere dag hadden we bezoek van een gezamelijke vriend,
de Mille, een product van het verstedelijkt Dilbeek.
Een van de koeien zou kalven en we moesten thuis blijven ge weet
nooit of er geen problemen kwamen, de mille zou wel helpen.
Onze pa , nen halven veearts, had alles gekontroleerd en alles zou goed verlopen, het kalf lag goed met de kop naar voor op de twee voorpootjes .
Vader riep, 't is de moment en wij naar de stal, de mille wat onwennig,
hij had dit nog nooit meegemaakt, de koorden werden om de poten gebonden en op bevel van vader moest er getrokken worden , eerst zeer zachtjes om wanneer de kop te voorschijn kwam nog ne laatste ruk te geven. en hoeps het kalf lag daar voor onze voeten en wie er bijviel was toch de Mille zeker. Er werd een scheut jenever in de muil van het kalf gegoten en die stond eerst wat aarzelend maar vlug stevig op zijn pootjes, wie er nog altijd buiten westen lag was de Mille.
Hij had meer dan één scheut jenever nodig om terug stevig op zijn benen te staan
Ik heb het nu over de kleine boeren hé, de dikke boeren waren
landeigenaars en lieten de kleinen hun werk doen in ruil voor een
lapje grond en wat paardenwerk.
Mijn grootvader had zich in dien tijd losgetrokken door met de koe
beginnen te werken en zo zijn ze dan zelfstandige boeren geworden.
Na dit brokje geschiedenis wil ik wel het boerenleven schetsen van mijne jongen tijd. Ja hard werken was het wel, uren werden niet geteld maar ze waren hun eigen baas en er werd naar hen opgekeken.
Zo; we waren dus boerkes van de middenklasse, veel luxe konden we ons toch niet permiteren maar we reden met een autootje, 'n okkazie,
de motor was zó versleten dat we bijna geen heuvel meer boven geraakten en diende alleen voor vervoer van goederen. naar de kerk gingen we nog altijd tevoet en dat was zo'n half uurtje stappen.
Al hadden mijn broer en ik een andere stiel, toch zijn we in ons binnenste altijd " boer" gebleven.
Op zekere dag hadden we bezoek van een gezamelijke vriend,
de Mille, een product van het verstedelijkt Dilbeek.
Een van de koeien zou kalven en we moesten thuis blijven ge weet
nooit of er geen problemen kwamen, de mille zou wel helpen.
Onze pa , nen halven veearts, had alles gekontroleerd en alles zou goed verlopen, het kalf lag goed met de kop naar voor op de twee voorpootjes .
Vader riep, 't is de moment en wij naar de stal, de mille wat onwennig,
hij had dit nog nooit meegemaakt, de koorden werden om de poten gebonden en op bevel van vader moest er getrokken worden , eerst zeer zachtjes om wanneer de kop te voorschijn kwam nog ne laatste ruk te geven. en hoeps het kalf lag daar voor onze voeten en wie er bijviel was toch de Mille zeker. Er werd een scheut jenever in de muil van het kalf gegoten en die stond eerst wat aarzelend maar vlug stevig op zijn pootjes, wie er nog altijd buiten westen lag was de Mille.
Hij had meer dan één scheut jenever nodig om terug stevig op zijn benen te staan
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
VictorinaVdP - Lid geworden op: 05 mei 2005, 14:58
- Locatie: Bastogne
Wout: uw moeder had volledig gelijk, ik heb het aan den lijve ondervonden
Jeronimo: zijt ge zeker dat de Mille geen komedie speelde: kwestie van dat drankje hé
Groeten aan iedereen
Victorina
Jeronimo: zijt ge zeker dat de Mille geen komedie speelde: kwestie van dat drankje hé
Groeten aan iedereen
Victorina
-
Fikske - Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
- Locatie: W-O 1970
Er is hier weer veel volk en dat is goed.
Ik was zelf een tijdje weg met vakantie en daarom heb ik je niet gezien Jadi, en... zo gemist, vandaar mijn blijdschap van je terug te zien.
Den boerenstiel hé Jeronimo? Het kan hard zijn hé jong? En wij maar zagen over de boeren die zoveel geld verdienden onder den oorlog... Enfin ze waren niet allemaal zo hoor, er zijn overal goeie en ... minder goeie.
Mijn moeder die onder de oorlog alleen was en veel bij de boeren moest gaan werken zei altijd:
' Als de boeren niet meer zullen klagen en de pastoors niet meer zullen vragen dan zal de wereld vergaan!'
Had ze gelijk? Gedeeltelijk wel denk ik.
Wat je daar verteld over je vriend Mille die bij het zien geboren worden van een kalf van zijn stekje viel, daar kan ik inkomen hoor. Ik ben (of liever was) ook gene held als er bloed bij te pas kwam, en al ben ik nog nooit bewusteloos geweest, toch werd ik steeds kotsmisselijk en werden mijn benen zo slap als een vod.
Bij de geboorte van ons eerste kind moest ik van de dokter de verloskamer verlaten omdat ik zo bleek werd als een platte kaas.
Hij was bang dat, als ik bleef, hij meer werk (last) met mij zou hebben dan met mijn vrouw, zei hij.
Ik was zelf een tijdje weg met vakantie en daarom heb ik je niet gezien Jadi, en... zo gemist, vandaar mijn blijdschap van je terug te zien.
Den boerenstiel hé Jeronimo? Het kan hard zijn hé jong? En wij maar zagen over de boeren die zoveel geld verdienden onder den oorlog... Enfin ze waren niet allemaal zo hoor, er zijn overal goeie en ... minder goeie.
Mijn moeder die onder de oorlog alleen was en veel bij de boeren moest gaan werken zei altijd:
' Als de boeren niet meer zullen klagen en de pastoors niet meer zullen vragen dan zal de wereld vergaan!'
Had ze gelijk? Gedeeltelijk wel denk ik.
Wat je daar verteld over je vriend Mille die bij het zien geboren worden van een kalf van zijn stekje viel, daar kan ik inkomen hoor. Ik ben (of liever was) ook gene held als er bloed bij te pas kwam, en al ben ik nog nooit bewusteloos geweest, toch werd ik steeds kotsmisselijk en werden mijn benen zo slap als een vod.
Bij de geboorte van ons eerste kind moest ik van de dokter de verloskamer verlaten omdat ik zo bleek werd als een platte kaas.
Hij was bang dat, als ik bleef, hij meer werk (last) met mij zou hebben dan met mijn vrouw, zei hij.
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.
is de rijkste die er leeft.
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Ja Fikske,
Dat spreekwoord is wel juist alhoewel.
Wie wil er in deze tijd nog boeren? Van vrije tijd is er geen sprake.
Waarom is er het programma " boer zoekt vrouw"
Het moet u werkelijk in het bloed zitten,
Als kleermaker voelde ik me niet gelukkig, daarom heb ik het bedrijf
overgenomen, heb hard gewerkt en goed mijn plan getrokken, maar op mijn zestigste werd het mij werkelijk te veel en ben op vervroegd pensioen gegaan. we hebben van onze vrijheid genoeten en zowat overal in de wereld op reis geweest.
Ik lach er dikwijls mee; in de tijd dat ik geld had, had ik geen tijd.
Nu heb ik tijd maar geen geld meer. ha haaaaa!!!.
Heb een bijdrage geleverd op de website van de " de karabiniers"
en hierbij een van de vertellingen.
Opleidingcentrum Majoor Blairon Tunhout..juni 1953
Mijn drie dagen, ja toen waren het echt nog drie dagen, in het klein kasteeltje waarvan ik me nog herinner in een potje te pissen en mijn buurman in het rijtje mij vroeg om wat over te tappen, ook nog werd ik in een volledig donkere kamer geduwd, een stem vroeg me; wat ziet ge?…. niets, dan weer, wat ziet ge ?…en weer…niets, waarop die stem kwaad riep
maak dat ge buiten zijt, maar kon de deurklink niet vinden, ben toch buiten geraakt hoor.!!!
Mijn oproepingsbevel kwam een tijdje later, ik moest naar het 3e O C I te Tunhout
Wat een avontuur, had nog nooit op de trein gezeten, van in Brussel Noord naar Antwerpen en overstappen in Mechelen en toen we in Tunhout kwamen werden we opgewacht.door ene met een paar strepen op zijn mouw, een ding weet ik nog, hij kon hard roepen..
Vandaar te voet naar de kazerne waar we ingedeeld werden per kie en per kamer
Ik lag in de eerste kie op het gelijkvloers de eerste kamer tegen de inkom. .
Na twee dagen in burger rond gelopen te hebben en kennis gemaakt te hebben met patatten jassen, kamer kuisen en matras en deken opplooien kregen we de derde dag onze uitrusting die bestond uit een kid-bagg, een bleukes muts met kentekens, een 2e hands battle dress en een nieuw, twee paar kousen, twee paar schoenen, 2 hemden, 2 onderbroeken zo van die grote tot op de knieën, 2 onderhemden met lange mouwen, een linnen broek en een korte; zo eentje, te kort voor een lange en te lang voor een korte, en voor in de winter onze kapoot en wollen handschoenen. En onze helm, ja zo ene lijk een teljoor’, van het Engels leger. Ook van alle klein spullen; een kleer-en schoenborstel, was-en scheergerief, naaigerief, linnenwaskom enz.
En ja, grote en kleine rugzak, gordel en koppelriemen, en been beschermers. Ons wapen, een “Mauser” met lader van 5 kogels en grendelen bij elk schot, ons soldaatje spelen kon beginnen. Na een paar uur verzameling in kledij op het plein en de eerste drill kon beginnen.
Van onze inentingen moet er toch ook iets gezegd worden, zo iets lijk een crème fraiche spuit,
Ieder op een rij en zo’n naald van 20 cm in de rug achter de schouderbladen, !!!!!!!!!
Na 6 weken afzien, zweten en zand slikken op Thielen-heide en Vosselaar waren we echte infanteristen en konden we naar onze eenheid.
P S .Ooit gehoord over de grap van de Purge??? !!!!!
Op doktersbevel, na teveel klachten over verstopping zouden ze de kwaal wel oplossen.
Die avond was ik van pikket en moest naar de keuken helpen ketels halen, een kok vertelde me, niet van de wortels met erwtjes eten hé maar ze zagen er zo lekker uit zodat ik ook een schepje nam. Tien uur, lichten uit en slapen, na een paar uur werd ik wakker en iedereen op de loop,…..Wat gebeurd er hier ??….. voelde gij niks, neen !…. iedereen zit met ‘t schijt !!!!
Van de stank ga ik maar niet spreken maar na een poosje voelde ik ook iets maar wat ik toen meegemaakt heb is niet te beschrijven, vlug broek en schoenen aan en naar buiten, maar zij die van verder kwamen lieten het lopen waar ze stonden, echt; de stront liep de trappen af.
En het was één uitgelijnde baan naar buiten, toen ik aan de w c’s kwam was er geen enkele vrij en kon ik mijn buikje verlossen ergens in een hoekje. Die morgen had niemand honger
en werden de brandslangen gebruikt om al dat goedje buiten te krijgen.!!!!!!
Dat spreekwoord is wel juist alhoewel.
Wie wil er in deze tijd nog boeren? Van vrije tijd is er geen sprake.
Waarom is er het programma " boer zoekt vrouw"
Het moet u werkelijk in het bloed zitten,
Als kleermaker voelde ik me niet gelukkig, daarom heb ik het bedrijf
overgenomen, heb hard gewerkt en goed mijn plan getrokken, maar op mijn zestigste werd het mij werkelijk te veel en ben op vervroegd pensioen gegaan. we hebben van onze vrijheid genoeten en zowat overal in de wereld op reis geweest.
Ik lach er dikwijls mee; in de tijd dat ik geld had, had ik geen tijd.
Nu heb ik tijd maar geen geld meer. ha haaaaa!!!.
Heb een bijdrage geleverd op de website van de " de karabiniers"
en hierbij een van de vertellingen.
Opleidingcentrum Majoor Blairon Tunhout..juni 1953
Mijn drie dagen, ja toen waren het echt nog drie dagen, in het klein kasteeltje waarvan ik me nog herinner in een potje te pissen en mijn buurman in het rijtje mij vroeg om wat over te tappen, ook nog werd ik in een volledig donkere kamer geduwd, een stem vroeg me; wat ziet ge?…. niets, dan weer, wat ziet ge ?…en weer…niets, waarop die stem kwaad riep
maak dat ge buiten zijt, maar kon de deurklink niet vinden, ben toch buiten geraakt hoor.!!!
Mijn oproepingsbevel kwam een tijdje later, ik moest naar het 3e O C I te Tunhout
Wat een avontuur, had nog nooit op de trein gezeten, van in Brussel Noord naar Antwerpen en overstappen in Mechelen en toen we in Tunhout kwamen werden we opgewacht.door ene met een paar strepen op zijn mouw, een ding weet ik nog, hij kon hard roepen..
Vandaar te voet naar de kazerne waar we ingedeeld werden per kie en per kamer
Ik lag in de eerste kie op het gelijkvloers de eerste kamer tegen de inkom. .
Na twee dagen in burger rond gelopen te hebben en kennis gemaakt te hebben met patatten jassen, kamer kuisen en matras en deken opplooien kregen we de derde dag onze uitrusting die bestond uit een kid-bagg, een bleukes muts met kentekens, een 2e hands battle dress en een nieuw, twee paar kousen, twee paar schoenen, 2 hemden, 2 onderbroeken zo van die grote tot op de knieën, 2 onderhemden met lange mouwen, een linnen broek en een korte; zo eentje, te kort voor een lange en te lang voor een korte, en voor in de winter onze kapoot en wollen handschoenen. En onze helm, ja zo ene lijk een teljoor’, van het Engels leger. Ook van alle klein spullen; een kleer-en schoenborstel, was-en scheergerief, naaigerief, linnenwaskom enz.
En ja, grote en kleine rugzak, gordel en koppelriemen, en been beschermers. Ons wapen, een “Mauser” met lader van 5 kogels en grendelen bij elk schot, ons soldaatje spelen kon beginnen. Na een paar uur verzameling in kledij op het plein en de eerste drill kon beginnen.
Van onze inentingen moet er toch ook iets gezegd worden, zo iets lijk een crème fraiche spuit,
Ieder op een rij en zo’n naald van 20 cm in de rug achter de schouderbladen, !!!!!!!!!
Na 6 weken afzien, zweten en zand slikken op Thielen-heide en Vosselaar waren we echte infanteristen en konden we naar onze eenheid.
P S .Ooit gehoord over de grap van de Purge??? !!!!!
Op doktersbevel, na teveel klachten over verstopping zouden ze de kwaal wel oplossen.
Die avond was ik van pikket en moest naar de keuken helpen ketels halen, een kok vertelde me, niet van de wortels met erwtjes eten hé maar ze zagen er zo lekker uit zodat ik ook een schepje nam. Tien uur, lichten uit en slapen, na een paar uur werd ik wakker en iedereen op de loop,…..Wat gebeurd er hier ??….. voelde gij niks, neen !…. iedereen zit met ‘t schijt !!!!
Van de stank ga ik maar niet spreken maar na een poosje voelde ik ook iets maar wat ik toen meegemaakt heb is niet te beschrijven, vlug broek en schoenen aan en naar buiten, maar zij die van verder kwamen lieten het lopen waar ze stonden, echt; de stront liep de trappen af.
En het was één uitgelijnde baan naar buiten, toen ik aan de w c’s kwam was er geen enkele vrij en kon ik mijn buikje verlossen ergens in een hoekje. Die morgen had niemand honger
en werden de brandslangen gebruikt om al dat goedje buiten te krijgen.!!!!!!
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
jadi - Lid geworden op: 25 mei 2006, 17:54
- Locatie: de boterstad

Lieve mensen mag ik ff een uitzondering maken(uitzonderingen bevestigen de regel)
Germain en Victorine zijn 60 JAAR GEHUWD HARTELIJK PROFICIAT!!!!
http://www.seniorennet.be/forum/viewtopic.php?t=79417
't Is goed in eigen hart te kijken nog even voor het slapen gaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.
-
Fikske - Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
- Locatie: W-O 1970
PROFICIAT !!! Germain en Victorine. Jullie zien er verdorie fantastisch uit en ik wens jullie het allerbeste voor de toekomst. Houden zo!
Een dikke, dikke kus van mijn vrouwtje ook, zegt ze, voor de kranige feestvierders.
Tot binnenkort als we weer eens wat van Victorine (of Germain) mogen lezen op ons forum.
Groetjes
Fikske
Een dikke, dikke kus van mijn vrouwtje ook, zegt ze, voor de kranige feestvierders.
Tot binnenkort als we weer eens wat van Victorine (of Germain) mogen lezen op ons forum.
Groetjes
Fikske
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.
is de rijkste die er leeft.
-
Wout - Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
- Locatie: 50,90 N- 5,50 E
Jeronimo de eerste weken van ons soldatenleven was voor ieder van ons een nooit te vergeten ervaring. Wij vonden het allemaal niet leuk tot........het voorbij was en wij er ergens toch iets uitgepuurd hadden. Het was als een periode bij de grote boyscouts........
Het denken mag zich nooit onderwerpen!
-
Wout - Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
- Locatie: 50,90 N- 5,50 E
Naar het leger.
Op 1 Juni 1951 moest ik mij als dienstplichtige melden in de kazerne Generaal Mahieu in Oostende. Voor een periode van 21 maanden bij de Zeemacht. Kanalen en rivieren had ik genoeg gezien. Maar de zee had ik nog nooit gezien. Het was dan ook al heel vroeg dag voor mij op die datum. Oostende, ik kon er mij niet veel bij voorstellen en ik kon enkel veel fantaseren en zenuwachtig zijn. Mijn treinreis begon op ongeveer 200 kilometer van Oostende. Na een 20 tal kilometer moest ik al overstappen in Mol om de trein te nemen richting Antwerpen. Gelukkig vond ik op het perron in Mol nog enkele dienstplichtigen waarvan er enkelen ook naar Oostende moesten. We vormden zo’n groepje van 5 à 6 man wat tot gevolg had dat wij de trac wegmoffelden met luid en stoer gebabbel en flauwe grappen. Zo’n groepje van 6 bleukens doet iedere eenzame duts boven zichzelf groeien. Het was toen niet anders. Het was bijzonder verheugend dat er in ’t groepje ook een oude schoolkameraad was . Mijn vriend Guy Barrou was zowat 2 meter lang en had ros haar. Hij woonde in ’t kamp. Dat was de naam die wij gebruikten als wij het over Leopoldsburg hadden. Een opvallende figuur die mij zou vergezellen tot in Oostende.
Het wachten op de aansluiting met Antwerpen zou nog even duren. Wij hadden dus de tijd om ons bij de andere reizigers te laten opmerken. Toch vond ik dat zij ons nogal meewarig bekeken; niettegenstaande ons stoer en luidruchtig gedoe. Het kan een indruk geweest zijn.
Een beetje van ons gezelschap verwijderd stond een nogal rijzige knappe dame. Het viel mij op dat zij nogal grote voeten had en in stilte vergeleek ik mijn 42 met haar schoenmaat. Ik schoot duidelijk tekort. Mijn lotgenoten hadden blijkbaar niets gemerkt en dus wilde ik hen van mijn merkwaardige vaststelling op de hoogte brengen.
“Kijk eens “ zei ik tegen de makkers “wat een grote voeten die madame daar heeft.” Iedereen draaide zich in de juiste positie om het fenomeen te observeren; behalve mijn vriend Guy.
“Jaaa” zei Guy ”dat is mijn moeder.” Ik voelde het vuurrood van mijn voetzolen naar mijn hoofd stijgen. Een lachsalvo galmde over het perron. Geschrokken en hakkelend wilde ik mij bij Guy verontschuldigen. “Ach man “ antwoorde Guy “bij ons in de familie hebben ze allemaal van die grote vlotters. Kijk maar eens hier” en hij wees naar zijn voeten. Nog steeds van mijn melk plaatste ik mijn voetje naast de zijne. “ 49” zei hij “soms 50; het ligt aan de winkel of de schoenmaker waar ik ga.” Guy nam afscheid van zijn ma en we vertrokken verder naar ons onbekende lot.
In het station van Oostende waren wij niet meer met z’n tweeën. Op het voorplein werden wij opgewacht door een aantal matrozen die al een groep van zo’n 100 man, schat ik, rond zich verzameld hadden. De zee zag ik niet maar ik rook wel de zilte zeelucht. In groep togen wij op weg naar de kazerne. Dan naar het kledingmagazijn. Een enorme grote” kitbag” werd gevuld met allerlei soorten spullen en uniformen waarvan ik het bestaan zelfs niet vermoedde.
Een dikke magazijnier bekeek ons gooide ons wat spullen toe die wij vlug vlug moesten passen; jumper, cap, zeemansbroek, pilot jacket, zeemanskraag, Nelsonlint, oilskin, whitefront, zeemanstrui, bottines, lage schoenen, beenstukken enz. Naar de kamer, passen en terug verzamelen.
Het was een potsierlijk spektakel. Sommigen hadden hun zeemansbroek achterstevoren aan. Dat ik de mijne behoorlijk had aangepast was puur toeval denk ik. Was er iets te groot of te klein terug naar de dikke magazijnier en ruilen.
Voor onze vriend Guy waren er, hélaas, geen passende schoenen. Het duurde weken eer men een passend maat voor mijn grooote vriend gevonden had. Tijdens de zes weken dat onze eerste opleiding duurde moest hij oefeningen meedoen met zijn mooie bruine zondagse schoenen aan; daar boven zijn beenstukken over zijn broek. Een matroos in blauwe battledress, gewapend met geweer en bajonet; met zijn lengte stak hij boven iedereen uit.Het was geen zicht.Wekenlang was hij het mikpunt van verbaasde, spottende blikken en opmerkingen. Arme Guy. Ik had met hem te doen.
Op 1 Juni 1951 moest ik mij als dienstplichtige melden in de kazerne Generaal Mahieu in Oostende. Voor een periode van 21 maanden bij de Zeemacht. Kanalen en rivieren had ik genoeg gezien. Maar de zee had ik nog nooit gezien. Het was dan ook al heel vroeg dag voor mij op die datum. Oostende, ik kon er mij niet veel bij voorstellen en ik kon enkel veel fantaseren en zenuwachtig zijn. Mijn treinreis begon op ongeveer 200 kilometer van Oostende. Na een 20 tal kilometer moest ik al overstappen in Mol om de trein te nemen richting Antwerpen. Gelukkig vond ik op het perron in Mol nog enkele dienstplichtigen waarvan er enkelen ook naar Oostende moesten. We vormden zo’n groepje van 5 à 6 man wat tot gevolg had dat wij de trac wegmoffelden met luid en stoer gebabbel en flauwe grappen. Zo’n groepje van 6 bleukens doet iedere eenzame duts boven zichzelf groeien. Het was toen niet anders. Het was bijzonder verheugend dat er in ’t groepje ook een oude schoolkameraad was . Mijn vriend Guy Barrou was zowat 2 meter lang en had ros haar. Hij woonde in ’t kamp. Dat was de naam die wij gebruikten als wij het over Leopoldsburg hadden. Een opvallende figuur die mij zou vergezellen tot in Oostende.
Het wachten op de aansluiting met Antwerpen zou nog even duren. Wij hadden dus de tijd om ons bij de andere reizigers te laten opmerken. Toch vond ik dat zij ons nogal meewarig bekeken; niettegenstaande ons stoer en luidruchtig gedoe. Het kan een indruk geweest zijn.
Een beetje van ons gezelschap verwijderd stond een nogal rijzige knappe dame. Het viel mij op dat zij nogal grote voeten had en in stilte vergeleek ik mijn 42 met haar schoenmaat. Ik schoot duidelijk tekort. Mijn lotgenoten hadden blijkbaar niets gemerkt en dus wilde ik hen van mijn merkwaardige vaststelling op de hoogte brengen.
“Kijk eens “ zei ik tegen de makkers “wat een grote voeten die madame daar heeft.” Iedereen draaide zich in de juiste positie om het fenomeen te observeren; behalve mijn vriend Guy.
“Jaaa” zei Guy ”dat is mijn moeder.” Ik voelde het vuurrood van mijn voetzolen naar mijn hoofd stijgen. Een lachsalvo galmde over het perron. Geschrokken en hakkelend wilde ik mij bij Guy verontschuldigen. “Ach man “ antwoorde Guy “bij ons in de familie hebben ze allemaal van die grote vlotters. Kijk maar eens hier” en hij wees naar zijn voeten. Nog steeds van mijn melk plaatste ik mijn voetje naast de zijne. “ 49” zei hij “soms 50; het ligt aan de winkel of de schoenmaker waar ik ga.” Guy nam afscheid van zijn ma en we vertrokken verder naar ons onbekende lot.
In het station van Oostende waren wij niet meer met z’n tweeën. Op het voorplein werden wij opgewacht door een aantal matrozen die al een groep van zo’n 100 man, schat ik, rond zich verzameld hadden. De zee zag ik niet maar ik rook wel de zilte zeelucht. In groep togen wij op weg naar de kazerne. Dan naar het kledingmagazijn. Een enorme grote” kitbag” werd gevuld met allerlei soorten spullen en uniformen waarvan ik het bestaan zelfs niet vermoedde.
Een dikke magazijnier bekeek ons gooide ons wat spullen toe die wij vlug vlug moesten passen; jumper, cap, zeemansbroek, pilot jacket, zeemanskraag, Nelsonlint, oilskin, whitefront, zeemanstrui, bottines, lage schoenen, beenstukken enz. Naar de kamer, passen en terug verzamelen.
Het was een potsierlijk spektakel. Sommigen hadden hun zeemansbroek achterstevoren aan. Dat ik de mijne behoorlijk had aangepast was puur toeval denk ik. Was er iets te groot of te klein terug naar de dikke magazijnier en ruilen.
Voor onze vriend Guy waren er, hélaas, geen passende schoenen. Het duurde weken eer men een passend maat voor mijn grooote vriend gevonden had. Tijdens de zes weken dat onze eerste opleiding duurde moest hij oefeningen meedoen met zijn mooie bruine zondagse schoenen aan; daar boven zijn beenstukken over zijn broek. Een matroos in blauwe battledress, gewapend met geweer en bajonet; met zijn lengte stak hij boven iedereen uit.Het was geen zicht.Wekenlang was hij het mikpunt van verbaasde, spottende blikken en opmerkingen. Arme Guy. Ik had met hem te doen.
Het denken mag zich nooit onderwerpen!
-
Fikske - Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
- Locatie: W-O 1970
Dit is een heerlijk stukje nostalgie Wout. Bij de meeste onder ons was het net zo denk ik; sakkeren en vloeken op al wat ons tegenstak en later met veel overgave vertellen over al die plezante momenten bij den troep.
Ach, het was al bij al toch een schone tijd nietwaar?
Ach, het was al bij al toch een schone tijd nietwaar?
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.
is de rijkste die er leeft.
-
alfons - Lid geworden op: 24 feb 2003, 17:42
- Locatie: Merksem
Ben geboren in 32,heb hier al veel gelezen,maar altijd over die oorlog,vertel eens wat over uw jeugd,voor,tijdens en na de oorlog.Was het beter of ...?
Te merksem geboren en wakker geworden te Willebroek,eens zijn we naar Denderbelle gevlucht,waarom wist ik niet,we mochten in een schuur slapen,in de dag speelden we in een soort bunker,en plots twee Duitse soldaten,en we moesten terug naar huis.en verder...zien we nog.
Te merksem geboren en wakker geworden te Willebroek,eens zijn we naar Denderbelle gevlucht,waarom wist ik niet,we mochten in een schuur slapen,in de dag speelden we in een soort bunker,en plots twee Duitse soldaten,en we moesten terug naar huis.en verder...zien we nog.
-
Fikske - Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
- Locatie: W-O 1970
Goede middag Alfons, we zijn heel blij van hier je reactie(s) te lezen. Ik heb het al meermaals gezegd; het doet deugd als je weet dat je schrijfsels gelezen worden en het stimuleert ons om verder te doen.
We hebben hier al heel wat geschreven, vooral over de oorlog dat is waar, maar als je goed gelezen hebt (vanaf het begin) dan zal je vaststellen dat we ook over vele andere dingen hier schreven en over onze jeugd is daar zeker een groot stuk bij.
Wil je eens gaan kijken op de pagina's vanaf het begin. Ik zie dat vanaf pagina 5,6,7 etc... steeds meer verhalen gaan over belevenissen tijdens onze jeugd en ook onze 'jongen tijd' met uitgaan en het leren omgaan met de meisjes.
Al wie eens de moeite doet om niet enkel de laatste pagina's te lezen zal blij verrast opkijken denk ik, succes en veel leesplezier.
Je mag ook altijd zelf een verhaaltje vertellen hoor het is van harte welkom. Wij zitten hier niet op de schoolbanken om punten te geven of zo, en over een kleine taalfout, hier en daar in de tekst, wordt hier helemaal niet gestruikeld.

We hebben hier al heel wat geschreven, vooral over de oorlog dat is waar, maar als je goed gelezen hebt (vanaf het begin) dan zal je vaststellen dat we ook over vele andere dingen hier schreven en over onze jeugd is daar zeker een groot stuk bij.
Wil je eens gaan kijken op de pagina's vanaf het begin. Ik zie dat vanaf pagina 5,6,7 etc... steeds meer verhalen gaan over belevenissen tijdens onze jeugd en ook onze 'jongen tijd' met uitgaan en het leren omgaan met de meisjes.
Al wie eens de moeite doet om niet enkel de laatste pagina's te lezen zal blij verrast opkijken denk ik, succes en veel leesplezier.
Je mag ook altijd zelf een verhaaltje vertellen hoor het is van harte welkom. Wij zitten hier niet op de schoolbanken om punten te geven of zo, en over een kleine taalfout, hier en daar in de tekst, wordt hier helemaal niet gestruikeld.
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.
is de rijkste die er leeft.