de tijd van toen: 70 plussers - TE BEWAREN

Hier mag je praten, grappen maken, vertellen over alles.
Een humorist is iemand wiens vrolijkheid van zijn hart naar zijn hersenen is verhuisd. (Otto Weis - 1847)

alfons
Lid geworden op: 24 feb 2003, 17:42
Locatie: Merksem

19 okt 2007, 14:49

Jadi,dat is bij ons net het zelfde.

Wout
Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
Locatie: 50,90 N- 5,50 E

20 okt 2007, 10:43

Vrijers

Uit mijn vorige vertelsels heb je allicht onthouden dat ik 4 zusters had. Allemaal waren zij een stuk ouder dan ik. Ik was dus de jongste van het nest maar dat betekende niet dat ik verwend werd of van enige voorkeursbehandeling genoot. Integendeel. Maar dat lag ook voor een groot gedeelte aan mij zelf. Het gebeurde dat ik het de “maaisjes” soms in moeilijke posities bracht. Toen mijn zusters bij het mansvolk begonnen op te vallen was het nog oorlog. En de eerste kandidaten waren nog van dat soort pikvrijers die na afgewimpeld te zijn niet verder aandrongen. Vermits ik de jongste was, en ook van het mannelijk geslacht, kreeg ik van de vrijers wat meer aandacht. Ik snapte algauw dat zij via mijn persoon meer toegang poogden te krijgen tot hun doelwitten. Die aandacht streelde natuurlijk mijn jeugdig ego. En raar maar waar de mannekens die het met mij goed konden vinden kregen meer kansen. Het werd dan serieus aan. Mijn zussen hadden natuurlijk het laatste woord; dat spreekt voor zich.
Mijn oudste zus had het met ene Jef. De tweede, Blondientje was met Rikske omdat hij de kleinste was; maar Blondientje was ook maar klein van stuk. De derde, Ursula werd vereerd door Juliaan. Usula was ook de knapste van de drie. Zij had meer bewonderaars dan Juliaan kon hebben. Mijn ouders baatten een herberg en winkel uit en er kwam dus heel wat volk over de vloer. Damals kende men in de horeca of andere handel geen rustdag en waren we gans de week open; ook de zondag.
En dan kwamen de vrijers. Een van de zussen was dan belast met het toezicht op het café. De zondagnamiddagen waren kalm op het afgelegen plekje waar wij woonden en veel herbergbezoek was er niet. Dus keken Jef en grote zus in de gelagzaal in elkaars ogen, fluisterden en mompelden onverstaanbare dialogen. Op zo’n zondagnamiddag was er voor mij ook weinig vertier en lummelde ik maar wat rond. Zo gebeurde het dat ik, volgens Zus, teveel in de buurt en te dicht van hun prille geluk vertoefde.
“Moet gij niet gaan spelen jong?” vroeg Zus een beetje kwaad. “Is het geen voetbal?”
Nee antwoordde ik.
“Waarom gaat ge niet naar de cinema?”
“’k Heb geen geld” deed ik dan een beetje vervelend. Daarop toverde Jef prompt een briefje van 20 Frank of zo uit zijn portefeuille, stak het mij royaal toe waarop ik stante pede van het toneel verdween.
Voor de voortzetting van mijn afschuwelijke aftroggelarij deed ik dan nog de grote keuken aan, waar Ursula en Juliaan, schichtig een eindje uit elkaar schoven. Dezelfde conversatie met hetzelfde resultaat
Ook Rikske en Blondientje in de “beste kamer” ontsnapten niet aan mijn tol voor het beleven van hun liefde, die enkel bestond in het uitwisselen van wat onschuldige kusjes en handje vasthouden. De wereld en de kermis in de buurt lagen voor mij open.
Jef is 84 en treurt nog steeds om de dood van zijn vrouw, mijn Zus. Zij waren 50 jaar getrouwd. Hij herinnert zich mijn kwajongensstreken nog altijd en moet er nog altijd hartelijk om lachen. Hij noemt mij nog steeds zijn beste vriend.
Urusla en Juliaan zijn 62 jaar getrouwd. Zij hebben mijn jeugdige schelmenstreken ook met de weemoedige glimlach naar het verleden, achter zich gelaten
Blondientje laat zich vertroetelen in het rusthuis en vindt het plezant als haar jongste broeder op bezoek komt. “Dat was ne rare toen hij klein was” zegt ze dan tegen haar tafelgenoten “een echte ezelskop” voegt ze er lachend aan toe.
Ik ben nog steeds haar kleinste broertje.
Het denken mag zich nooit onderwerpen!

VictorinaVdP
Lid geworden op: 05 mei 2005, 14:58
Locatie: Bastogne

21 okt 2007, 19:49

Heb vandaag alles nekeer bij gelezen het is ook al zoooooooooolang geleden dat ik iets heb laten horen, nu wil ik eens een woordje doen voor de mensen die hun kinderen zelf willen grootbrengen ,ja Jadi ge hebt groot gelijk gehad dat zelf te doen want als ik hier door 'tvenster kijk smorgens zie ik de buren buiten komen met hun 2 kleine kindjes goed ingepakt om ze weg te brengen ,ik vind het zo triestig.

Mijn schoondochter wou ook niet thuis blijven en mijn zoon stelde zelf voor dat hij huisman wou worden maar dat wou ze ook niet en dan werd ik aangesproken om bij de kindjes te komen en ik heb dat ook graag gedaan ,mijn schoonste beloning was toch dat de meisjes die tijd de schoonste tijd van hun leven vonden .

De oudste wordt 27 nov. 33jaar en de jongste werd27 jaar 13 oct.

Fijn toch
Victorina

jeronimo
Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
Locatie: pajottenland

21 okt 2007, 23:34

Zwemmen.
Iedereen had niet het geluk ergens dicht bij een water te wonen
Wel was er in de buurt een beek die 's zomers bijna droog stond, het was eigenlijk de drinkplaats van boer riekes zijn koeien, in het voor- en najaar toen het water nog ijskoud was konden we hoogstens wat pootjebaden en " stekelbakken "vangen, deze veranderde die in de zomer in een modderpoel, eenmaal kwam ik thuis dat de modder nog
in mijn haar hing en kreeg te horen" wao hedde ga gezeten", ik al blozen
"gon zwemmen in pachter riekes zen waa." in uwen bloten zeker.
Het kon niet anders want een onderbroek kenden we niet.
En dak et nemie zie zé, en dobaa ge kuntj thosh oek spelen.
Ik was zo geobsedeerd om toch maar te leren zwemmen, na het dorsen lag het graan nog na te drogen op de zolder en dit zou het water vervangen,---Ik op mijnen buik in het graan en maar schoolslag doen
ge had de tarwe moeten zien vliegen, ik had er wel niet aan gedacht dat de vensters open stonden om wat "trek" op de zolder te komen.
Mijn vader stond plots achter mij, wel wel, "wa zedde ga hie ont doen????
Awel zwemmen, ik weet nog goed dat ik een ferme rammeling gekregen heb, ja veel kans om te zwemmen heb ik nooit gehad, in een van de vorige verhalen ging ik wel met een katoenen broekje van mijn zus
aan het fort van Kalfort pladderen.
Bang van het water was ik in geen geval, later toen ik bijna vijftig was heb toch nog leren zwemmen. toen we nog leerden drijven in het ondiep
kon ik niet aanzien hoe de anderen die reeds een seizoen hadden geoefend, het niet aandierven van de wipplank te springen zodat ik het hen voordeed, ik had immers gehoord dat men toch altijd bovenkomt.
Ben begonnen met een brevet van 25 meter en geëindigd met de zilveren getuigschrift van "overleven".
Spijtig maar ik kan de moed niet meer opbrengen om in dat koude
water te gaan springen.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

27 okt 2007, 12:09

Af en toe krijg ik mijn broer Mil op bezoek en praten we nog eens over vroeger toen we nog kind waren. Hij vindt het fijn dat ik wat verhaaltjes schrijf over die tijd van toen... maar soms komt hij nog eens met een voorvalletje op de proppen dat ik al helemaal vergeten ben.
Gisteren was hij weer hier en zei: 'Weet je het nog van dat gevecht met de ajuinstoemp?'


1945

Mijn broer en ik zijn 'sleutelkinderen'. Nooit is er iemand thuis als we van de school komen. Wij trekken onze plan wel en vinden dat normaal.
Ons moeder helpt haar man in zijn atelier te Brussel, waar ze samen zinken buizen en dakvensters maken. Veel tijd om eten te bereiden heeft ma niet en het is ook niet bepaald haar specialiteit.
Wij eten echter altijd wat er op tafel komt en vinden het nog lekker ook.
Als er overschot is wordt dat niet weggesmeten, nooit! De schaarste tijdens de oorlog zit nog fris in ons geheugen.
Deze middag eten we het teveel van de pellepatten met ajuinsaus die ma de avond voordien tot uienpuree heeft geplet.
Mil is eigenlijk de 'kok' en verwarmt de 'ajuinstoemp' in een kookpot op de Leuvense stoof, die ik - dat is mijn taak - heb aangestoken.
Ik ben 9 en Mil is 8.
Mijn broer zit recht tegenover mij aan de keukentafel. Dit is onze vaste plaats, ver uiteen, zodat we mekaar niet kunnen ambeteren zegt ons ma.
De bokaal met zure haring staat in het midden van de tafel. Mil leunt zover mogelijk naar voor, neemt er één van de twee vissen uit en schuift de pot nogal roekeloos in mijn richting.
Een scheut azijn die over de rand spat vormt een plas op het tafelblad.
'Opkuisen!' Zeg ik streng. 'Jij hebt gemorst!'
'Kuis het zelf op,' zegt hij en begint te eten.
De ajuinstoemp smaakt minder goed dan gisteravond. Ik heb niet veel honger en roer lusteloos door de platte puree op mijn bord.
Langzaam schep ik wat puree op de top van mijn vork...
Al spelend pak ik ze vast als een katapult, neem een schiethouding aan en mik naar Mil.
'Kuis die azijn op heb ik je gezegd of...'
'Of wat?'
'Of ik schiet.'
'Dat durft ge niet' Hij trekt een vies gezicht en steekt zijn tong naar me uit.
Vlam! De 'kogel' mist zijn doel.
'Ha, ha, ge hebt me niet hé!' Lacht hij.
Het tweede projectiel vliegt rakelings langs zijn oor en spat open tegen het behang op de muur achter hem.
'Weer mis!' Gilt mijn broer. Nu heeft ook hij zijn pureewapen in aanslag.
'Hier zie! Pak aan!' De klonter raakt mijn linkerschouder en het klevend goedje blijft aan mijn trui plakken.
Patst! Een tweede schot is er naast en komt op de deurstijl terecht.
Nu is het hek helemaal van de dam. Binnen de kortste keren wordt de keuken herschapen in een waar slagveld.
We bekogelen elkaar tot onze borden helemaal leeg zijn.
Pas als we uitgelachen zijn overzien we de schade die we hebben aangericht.
Niet enkel wijzelf maar ook de muren, de deur en de kast hangen vol met aardappelpuree. De bokaal is omgevallen en de rest van de azijn loopt over de tafel en druipt op de grond.
Als ik van mijn stoel opsta schuiven mijn voeten uit of de smurrie en val ik languit op mijn rug. Grote hilariteit van kleine Mil.
Het lachen vergaat hem snel als ik kreunend blijf liggen.
'Hebt ge u pijn gedaan?' Vraagt hij bezorgd.
Wanneer hij zich over me buigt om me recht te helpen pak ik zijn arm vast en trek hem mee op de grond. We schaterlachen en rollenbollen over de vloer. Als hij wil weglopen grijp ik naar zijn benen maar hij is me te vlug af.

Mil is plots niet meer bereid om verder te spelen.
'We moeten dat hier allemaal opkuisen want als ma en pa dat zien zal er een dikke rammeling volgen.' De kleine voegt de daad bij het woord en gaat een emmer en dweil halen in het waskot.
Het kost ons ruim een uur eer alles proper is en de sporen zijn uitgewist.
We doen zelfs de afwas en zetten de borden en de kookpot weer netjes in de kast.
Moeder is blij verrast als ze geen afwas in de gootsteen ziet staan maar wanneer ze twee dagen later haar huis opruimt en onder de kast nog gedroogde etensresten vindt wil ze weten waar die vandaan komen.
Het kost haar weinig moeite om ons te laten bekennen want we kunnen ons nog steeds niet inhouden van het lachen als we aan het gevecht terugdenken.
'Ha daarom hebben jullie toen de afwas gedaan...' ,zegt ze en gaat dreigend met haar opneemvod naar haar twee bengels, maar we zien aan haar gezicht dat ze zelf moeite heeft om zich serieus te houden en we krijgen de tijd om weg te vluchten...
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

jeronimo
Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
Locatie: pajottenland

27 okt 2007, 21:31

Ja fikske, wie heeft er nu geen ruzie met broer of zus gemaakt.
maar het plezantste was toch wel mekaar met water bestoken.
In de zomer was het bij ons de gewoonte de wekelijkse wasbeurt
te doen in de koestal, men kon morsen zoveel men wou en het water liep goed weg, daarvoor werden er emmers water reeds van 's middags in de zon gezet zodat het in de valavond goed warm was.
Zo was mijn oudste broer voorbereidingen aan 't maken, zeep en handdoek lagen klaar en ondertussen had ik had het warm water vervangen door water vers van de pomp, ge had hem moeten horen roepen, woa zitj dane snotneus dak hem nekie goe vastpak, 'n geluk dat hij in zijne blote stond en daarbij ik kon toch altijd ontsnappen langs mijn geheime opening in de haag.
Zij die mijn vertellingen regelmatig gevolgd hebben zullen al wel door hebben dat ik echt wel ne plaaggeest was, en 't was dan wel altijd met mijn vijf jaar oudere broer.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.

VictorinaVdP
Lid geworden op: 05 mei 2005, 14:58
Locatie: Bastogne

28 okt 2007, 16:20

eigenlijk hadden jullie een heel mooie jeugd
Victorina

Wout
Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
Locatie: 50,90 N- 5,50 E

28 okt 2007, 17:29

Mooie, koddige verhalen. Tja je moest je wel amuzeren met behulp van je eigen fantasie en dat kon gebeuren op de meest onverwachte momenten. En dan was er de spanning want na het kattekwaad kawm altijd de wraak ook weer als niemand het nog verwachtte. Inderdaad mooie vervlogen jeugd. Simpel en toch fijn.
Het denken mag zich nooit onderwerpen!

jadi
Lid geworden op: 25 mei 2006, 17:54
Locatie: de boterstad

08 nov 2007, 14:10

Ik herinner mij enkele flarden,van de vertellingen dat mijn grootouders vertelden.Aub,als het doorweven is van eigen fantasie wil je dit dan even rechtzetten.Ik heb trouwens niet zelf de oorlog meegemaakt he.
De reden dat ik iets schrijf is,ik kan het niet aan zien het is weeral lang geleden dat er iemand met een verhaal kwam.En het zou zo jammer zijn mocht die topic als een kaarsje uitdoven..Dus is dit ook een beetje een stille oproep aan de zeventigplussers om hun verhaal hier te komen vertellen.
Voor,tijdens,en na de oorlog hadden de ouders van mijn moeder, een bakkerij.Alles was gerantsoeneerd ook de bloem van de bakker.Ja hoe dit werd opgelost weet ik niet ze deden daar nogal geheimzinnig over,zelf na al die jaren.
Wel weet ik dat mijn grootvader zijn grote koperen potten en schalen in de tijd van "gutt" verborgen had in de grond.Hier en daar in de hof werden grote kuilen gegraven en daarin werd dan al het koper in gestopt;Jaren later kwam er nog een schaal boven water,eigenlijk moet ik zeggen boven aarde .Veel van die spullen zagen nooit het daglicht meer,ofwel wist men niet juist meer waar het zat,of was in de nacht gestolen.De schaal waarover ik spreek werd gebruikt om taarten te bakken en is ongeveer 40cm diameter,en ik weet het zeker want die staat hier te pronken op mijn eettafel.Mijn moeder kreeg die,niemand moest ze hebben.Mijn moeder liet ze opkuizen door een specialist en iedereen wilde toen de schaal natuurlijk.Ze is wat kapot aan de zijkant door de erosie van aarde en hetgeen er zich in de grond bevond.Maar dat is net juist de charme ervan.
Dan een andere anekdote dat ik duizend keren heb horen vertellen.Net voor de oorlog had mijn grootvader,langs vaderszijde een café gebouwd."Het boldershof" zoals de naam het zegt met boven een boldersplaats.Ze hadden een goed draaiende café de twee jonge dochters zullen daar ook wel voor iets tussen gezeten hebben zeker. (ik spreek over mijn tantes).Aanpalend was er ook nog een kamer waar het "vrouwvolk"dus mijn jonge tantes wat naaiwerk deden.Ze hadden de stiel geleerd aan een madam uit de stad..Zo ook de vrouw van de burgemeester, was een goeie klant.Amaai als die kwam werd er nogal gewichtig gedaan,zelfs heb ik dit een heel klein beetje meegemaakt in mijn kinderjaren.Tjonge toch,die dames hebben "standing" zei mijn ene tante dus hou je maar wat op de achtergrond..pff.....Zoals velen van jullie kunt herinneren,werden er veel kleren zelf gemaakt,of werden op maat gemaakt door een naaister.En zeker bij de notabelen werd dit uitgegeven,die naaiden toch hun kleren niet zelf,die konden nog geen knoop aannaaien.Toen de oorlog uitbrak werd alles op een zeer laag pitje gezet...Ook het café natuurlijk,die mocht 's avonds niet meer open zijn na een bepaald uur enz..Op een zeker dag ging mijn grootvader een kanneke bier halen,en net toen viel er een bom midden in het estaminee,mijn grootvader was alert genoeg om vlug onder de toog te duiken mag je wel zeggen.En dat is zijn redding geweest.Gelukkig was er niemand in het café.Had het enkele uren later geweest dan was dit een catastrofe geweest,want er was een prijskamp gepland tussen twee ploegen bolders.Dus de nieuwe "doening"was nog maar enkele jaren oud en die lag al tegen de vlakte.Na de oorlog werd die met man en macht terug opgetrokken,en met behulp van de vrienden en buren werd dit geklaard.Als beloning trakteerde mijn grootvader voor gans de gebuurte met enkele vaten bier,en bruin brood met bloedworst en hoofdvlees (kop of noemt dat potjesvlees)Die benaming is streekgebonden.Volgens overlevering stond gans de straat vol met stoelen en tafels.Iedereen bracht zijn eigen stoel en tafel mee..Muziek werd gespeeld door de omwonenden de ene op de mondharmonika en een andere de accordeon.Enkele planken op de grond en er kon gedanst,gezongen,gedronken en gevrijd(liefst in het donker)worden.Dit laatste hebben zij mij niet verteld,ik veronderstel dat toen in die tijd ook gebeurde.....Zelfs nu kan ik wegdromen,en zie ik zo'n taferelen zoals in de films...en als het zo zou geweest zijn,dan was ik er graag bijgeweest......
't Is goed in eigen hart te kijken nog even voor het slapen gaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.

Wout
Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
Locatie: 50,90 N- 5,50 E

08 nov 2007, 17:02

Jadi prachtig sfeerbeeld van een feest zoals men het toen nog beleefde met vrienden, buren en familie. Mooi.
Voor de oorlog (1938?) hadden wij een aantal arbeiders op logement die aan het Albertkanaal werkten. Er waren daar een paar mannen bij van Schoonaerde die ook bolderde. Wij kennen en kenden in Limburg dat spel met de platte houten schijven(?) niet denk ik. Maar ik ik heb nog een foto uit die tijd van die mannen gemaakt tijdens het bolderen bij hen thuis. Hier werd vooral gekegeld. Zowat ieder herberg had een kegelbaan en s'zondags na de hoogmis was het kegelen geblazen. Hélaas behoort dat ook tot de folklore.
Het denken mag zich nooit onderwerpen!

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

08 nov 2007, 18:15

Het volstaat dat iemand weer in gang schiet opdat we ons geprikkeld voelen om ook weer wat te schrijven.
Mooi verteld hoor Jadi al heb je het niet allemaal zelf beleefd. Dat geeft eigenlijk niet want verhalen die we ergens hoorden vertellen zijn ook de moeite waard om hier neer te pennen vind ik.

Over die feesten van vroeger kunnen wij 70 plussers wel meespreken.
In die tijd was er nog geen televisie en waren de mensen er als de kippen bij wanneer er ergens wat te beleven of te vieren was.
Zo herinner ik mij de 'Gouden Bruiloft' van het echtpaar 'Petik'.
Vandaag de dag is 50 jaar huwelijk niets ongewoons meer, de mensen worden zoveel ouder, maar toen (in 1947), was het nog een hele belevenis en ook vrij uitzonderlijk.
De grootouders 'Petik' (Vanderperren) waren boerenmensen en hun kinderen en kleinkinderen hadden een geweldig feest op touw gezet.
Het hele dorp wilde komen meevieren.
Het begon al heel vroeg in de voormiddag toen de Koninklijke Harmonie 'Sinte Cecilia' een serenade kwam geven op het pachthof en ze in stoet begeleid werden naar het gemeentehuis.
De burgemeester stak een speech af en gaf wat drankjes waarna de bejaarden elk een zetel meekregen om de rest van hun dagen in door te brengen...
Heel de weg van gemeentehuis naar hun woning was afgezet met vlagjes en bloemen en aan de voordeur van hun huis stonden de mensen buiten om de jubilarissen toe te juichen.
Zelfs de concurrerende Fanfare 'Kunst en Vaderland' was van de partij en speelde de hele tijd broederlijk naast de Harmonie. Om beurten brachten ze hun beste muziekstukken te berde en de grote houten dansvloer, in het midden van de hofstee, was altijd bezet door jonge en oudere koppeltjes.
Enkele dagen voordien waren er een paar varkens geslacht en de pensen en kipkap werden rijkelijk uitgedeeld aan al wie maar wilde deelnemen aan het feest. Alles werd rijkelijk overgoten met tonnen bier.
Tussen de liederen die de twee muziekmaatschappijen ten beste gaven lieten de kwajongens hun zelfgemaakte knalpotten (oude verfpotten gevuld met carbuur) ontploffen.
Het feest heeft de hele nacht geduurd en weken later sprak iedereen er nog over.
Het was weer lang wachten eer er nog zo een reuzengroot feest zou gehouden worden.
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

jeronimo
Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
Locatie: pajottenland

08 nov 2007, 19:41

Is het niet erg dat een -70 jarige ons moet komen wakker schudden.
Eigenlijk ben ik uitverteld en wacht nog altijd op versterking op onze topic.
Als er iemand zijn verhaal doet is het gemakkelijk daarop in te pikken.
Wel Jadi, dat van koper en Gütt klopt niet hoor.
Het koper werd opgeëist door de Duitsers, daarom staken de mensen het in de grond of of ergens op een geheime plaats.
Zo werden de klokken uit de torens gehaald, zij die meer dan één klok hadden moesten ze zien weghalen door de bezetter.
Gütt was de minister van financien van na de oorlog, toen al het papieren geld boven de vijftig frank moest ingeleverd worden.
Na de bevrijding was er bij de mensen een euforie, vier jaar van onderdrukking had zijn sporen nagelaten en alle gelegenheden om zich uit te leven werden benut, zo had iedere wijk zijn vlaamse kermis
Deze werden druk bezocht door de andere wijken die dan ook verwachtten dat ge bij hen ook een tegenbezoekje bracht.
En er werd gefeest en geleeft, zo waren er in ons dorp met+- 3.800 inwoners zomaar vier cinemas.Of ze allen hunne kost verdienden denk ik niet want na een paar jaar waren er reeds twee gesloten.
Spijtig maar echte lange verhalen zitten er niet meer in.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.

jadi
Lid geworden op: 25 mei 2006, 17:54
Locatie: de boterstad

08 nov 2007, 21:31

Jeronimo ik dank je hartelijk ha zo het was den duits die ons mooi koper wilde.
En nu maar verder...lieve mensen +zeventig kom hier maar jullie ervaring neer zetten,het is zo fijn om die te lezen...
't Is goed in eigen hart te kijken nog even voor het slapen gaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.

Wout
Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
Locatie: 50,90 N- 5,50 E

11 nov 2007, 14:50

Oorlogsverhaal. 11 November 2007

De oorlog 40-45 heeft op mij een diepe indruk gemaakt. Een onuitwisbare indruk kan ik wel zeggen.. Altijd kom ik tot de slotsom dat niet wij, de gewone mensen die ellende veroorzaken maar dat geile machten buiten en boven ons om aan de grondslag liggen van die, dood en vernieling zaaiende, oorlogen. Hélaas zijn er nog te teveel mensen die al of niet verplicht zich laten meeslepen door die duistere machten. Onder de dekmantel van God, vaderland, heldendom, ideologie laten teveel mensen zich meeslepen met als enig slachtoffer zijn medemens. Daarom wil ik dit verhaal nog eens vertellen; vandaag 11 November 2007
bij de herdenking van de vele sukkelaars die tussenpauze van amper 30 jaar zovele onschuldige slachtoffers maakten.

De gebeurtenissen die ik hier beschrijf hadden plaats, op een zonnige dag, begin September 1944. Ik was toen 13 jaar. Nu 60 jaar later herinner ik mij nog ieder détail.
Wij woonden op de oostelijke oever van het Albertkanaal, dicht bij de kolenhaven van Beringen. Mijn ouders baatten er een café en winkel uit die vooral door schippers werd bezocht. Het was een tamelijk afgelegen plaats waar buiten mijn familie 4 andere gezinnen woonden. Daarvan een 12 tal minderjarige kinderen
Begin September 1944 waren de geallieerde legers in opmars. Brussel was bevrijd.
Langs het Albertkanaal groeven Duitse soldaten loopgraven om zich tegen de oprukkende “vijanden” te verdedigen..
Een van die Duitsers komt de herberg ingestapt. Op dat ogenblik was er op de radio een uitzending van het franstalige INR. De nieuwslezer vertelt dat de Britten Louvain (Leuven ) hebben bevrijd. De Feldwebel vraagt aan mijn vader hoe ver Leuven is. Ongeveer 40 km zegt mijn pa. Daarop vraagt hij of wij hem een Fahrrad (fiets) kunnen lenen. Mijn oudste zus zegt hem, met een leugentje vanuit een soort patriottisme, dat wij geen fiets hebben.
Er staan er 3 of 4 achter op de koer. Zonder commentaar verlaat de militair het café. In de groentewinkel wat verderop krijgt hij een oude fiets. ‘t Was oorlog, beter was er niet.

In de kolenhaven lagen de schepen die op korte termijn geladen moesten worden. Schepen die de eerstvolgende dagen nog niet aan laden toe waren bleven gemeerd langs de oever van het Albertkanaal.
Maar met die schepen kon men, als men ze dwars in het kanaal legde, een uitstekende brug improviseren om zo het kanaal over te steken; met voetvolk weliswaar. Dat hadden de Duitsers ook voorzien. De opdracht van de Feldwebel was de schippers te verplichten met hun schepen naar de haven te verhalen. Met het opblazen van de brug over de haveningang of het tot zinken brengen van een schip kon verhinderd worden dat de geallieerden de schepen zouden gebruiken. Het laatste schip waar de Duitser zich aanbood was de”Avontuur”. Een Rijnaak van 1000 ton van schipper Van Strijdonck. Maar net voor de aankomst van de Duitser was er een partizaan aan boord gekomen met de vraag aan de schipper om hem met zijn roeiboot naar de andere oever te brengen . Hij wilde de bevrijders tegemoet trekken om hen van dienst te zijn met inlichtingen blijkbaar. Maar de schipper weigerde gezien het risico dat er aan verbonden was.
Daarop komt de Duitser aan boord en beveelt de schipper te doen waar de andere reeds mee doende zijn ; nl. zijn schip naar de haven verhalen. De Feldwebel verlaat dan het schip en als hij de loopplank af gaat volgt de partizaan hem en doodt de Feldwebel met een nekschot. Vervolgens verplicht hij de schipper en zijn matroos het lijk van de Duitser te verbergen in het struikgewas. Naast de trekweg. Op dat ogenblik zijn slechts drie personen van dit voorval op de hoogte.

5 September 1944, 4 uur s’ochtends. Met luid geschreeuw en onder een regen van slagen en gebonk met geweerkolven worden wij gewekt en uit bed gejaagd. Herauss!! Aufstehen! Met een drietal soldaten, geweren in aanslag, achter ons aan worden wij de straat opgejaagd. Bij onze andere buren gebeurt hetzelfde. De huizen worden doorzocht en alles wat hen onder handen valt word de langs deuren en vensters de straat opgekieperd Al de buurtbewoners, een vijfen twintigtal volwassenen en kinderen worden we op een plek verzameld . Handen gevouwen bovenop ons hoofd. Voor ons staan 3 .mitrailleurs opgesteld. Mijn grootmoedertje die nog trachtte te vluchten word tussen twee bonkige soldaten naar onze groep gesleurd. Zij weent hartverscheurend. Mijn klein hondje Kiki, die luid keft en blaft, word van dichtbij onder vuur genomen maar gelukkig niet geraakt. Hij vlucht als de weerlicht.
Wij staan daar allen verstijfd van angst en overtuigd dat wij zullen gefusilleerd worden. Niemand beseft wat er gebeurt is. Eén uur, 2 uur, het wordt langzaam dag. Een Duitse officier, een Hauptman, ijsbeert voor ons op en neer. Ik kijk naar mijn vader. Hij ziet lijkbleek en bijt op zijn tanden en hoewel het nauwelijks te merken valt, zie ik dat hij beeft. Niemand weet waarom wij daar staan. Niemand weet wat er de avond voordien gebeurt is aan boor van de Avontuur.
Rond 9 uur worden we plots vrij gelaten met het bevel niet meer buiten te komen.
Meer dan opgelucht haast iedereen zich naar huis. Het einde van een gruwelijk realistische nachtmerrie die mij tot op heden tormenteert en het onrechtvaardige van iedere oorlog doet inzien. Onwetende en onschuldige slachtoffers van een oorlog.
Het waarom en de oorzaak van een en ander zijn wij pas dagen later te weten gekomen.
Bleek dat de “Duitsers” eigenlijk “Witrussen” waren vrijwilligers in de Duitse Wehrmacht.
Van de Feldwebel werd vermoed dat hij gedeserteerd was om krijgsgevangen te worden gemaakt door de Britten in plaats van de Sovjets. Dat betekende onze redding.
In Hechtel een dorp op een 10 tal kilometers werden rond dezelfde periode een aantal mensen (16?) op gruwelijke wijze door terugtrekkende SS-ers vermoord.
Die gebeurtenissen uit mijn jeugd hebben mij voor eeuwig de weerzin voor oorlog, militarisme, dubbelzinnig patriottisme, en theatrale vaderlandsliefde en politieke manipulatie, ingeprent.
Hélaas voor de vele onschuldige slachtoffers…..te laat.
Met dit angstige avontuur waren wij nog niet bevrijd. De weerstand van de Duitsers heeft de gealieëerde opmars nog dagen lang van ons weggehouden en zijn wij nopg enkele dagen naar veiliger oorden moeten vluchten. Maar dat is weer een ander verhaal.

Wout
Het denken mag zich nooit onderwerpen!

Wout
Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
Locatie: 50,90 N- 5,50 E

11 nov 2007, 15:00

Elf November

Voorbij de twee slachterijen
van deze twintigste eeuw.
Velen vielen als zaden in’t zand
voor een god en een vaderland.
Hun lijkwade nu, hangt
in de hoge masten
Zij dekt de lading
van de machtige kaste.

Tijd nu voor carnaval.
Zwieren, zwelgen en zweven,
maak veel plezier.
Het mag nu even.
Tot kerk, staat en economie
bepaalt de vijandschap
en wie leven mag
of sterven zal.

Wout 11/11/1996
Het denken mag zich nooit onderwerpen!