de tijd van toen 70+ /TE BEWAREN
-
Bomi - Lid geworden op: 09 aug 2002, 20:54
- Locatie: Hasselt
-
-
Vrienden nog een verhaal uit de tijd van toen.
Het keldertje.
Dat witgekalkte keldertje zie ik met mijn ogen dicht. Niet bij ons thuis, wij hadden al een échte kelder, wel bij de grootouders. Het was ietsje dieper in de grond gemaakt met twee stapjes af. In de deur een open vierkantje met vliegengaas ervoor. Mijn grootvader die ik als kind nooit anders gekend heb dan zonder tanden, gebitten bestonden nog niet, kocht altijd een 'zij' vet spek, dat hing aan 'n koordje voor het raampje. Ongelooflijk!
Tegen de achterwand waren leggers gemaakt, afgeboord met een papieren kantje.
Potten met inmaak, netjes soort bij soort, vonden er hun plaats. Peren, pruimen, kersen en
stekelbessen een rijkdom, streng beheerd. Als kind vraag je, je af, wanneer krijgen we al dat lekkers op ons bord.’ Geloof me er werd zuinig mee omgesprongen, een winter duurt lang.
In één van de hoeken stond ‘n grote bruine gelakte kroeg, eentje met 2 oortjes aan de zijkant. Daar werd de zuurkool in bewaard. Witte kolen werden zelf gekweekt, kostten dus geen cent. Fijn gesnipperd, laag per laag, telkens tussendoor wat zout en peperbolletjes. De pot goed gevuld, in ’t najaar afgedekt met een houten deksel, moest dan ‘trekken’ tegen de winter was de zuurkool gebruiksklaar. Misschien werd er nog wat anders bijgevoegd, dat is me ontsnapt, als kind heb je daar geen weet van.
In de andere hoek stond een kleiner formaat van kroeg, diende voor de opgelegde haring. Beide kroegen staan nu nog in onze tuin, dienen als decoratie versierd met potten geranium.
Ook ’n kist met gerooide aardappelen, ’n kistje appelen voor dagelijks gebruik, zelfs een klein kistje met ‘finkelhout’ (fijn gehakt hout) vond er zijn plaats. De grotere voorraad lag in een stal achter in de tuin. Ernaast konijnenhokken, ja die hadden ze ook, allemaal eigen kweek.
Dagelijks werd de voorraad aardappelen en brandhout bijgevuld, zo moest bomma niet telkens lopen tot achter in de stal. Regende het werd ze nat, bij vriesweer was het glad om aan ’t keldertje te geraken, Tafelrestjes bedekt met een omgekeerd bord, kregen er ook ’n plaats. Boter en melk volgden dezelfde weg. ’s Winters was alles wat er uit kwam hard bevroren, boter moest ruim vóór etenstijd naar binnen worden gehaald, was anders onsmeerbaar.
In de zomertijd was het om te bewaren natuurlijk niet ideaal. Het was dan ook niet meer nodig. Al de potten inmaak, ook de beide kroegen, waren leeg.
Alles kwam weer vers uit de rijk gevulde tuin. Het witte keldertje kreeg dan weer een schilderbeurt. Dat oude vergeelde kantje werd vervangen door een nieuw fris boordje.
Zo begon alles weer van voren af aan.
Bomi
( 2003 )
-
Vrienden nog een verhaal uit de tijd van toen.
Het keldertje.
Dat witgekalkte keldertje zie ik met mijn ogen dicht. Niet bij ons thuis, wij hadden al een échte kelder, wel bij de grootouders. Het was ietsje dieper in de grond gemaakt met twee stapjes af. In de deur een open vierkantje met vliegengaas ervoor. Mijn grootvader die ik als kind nooit anders gekend heb dan zonder tanden, gebitten bestonden nog niet, kocht altijd een 'zij' vet spek, dat hing aan 'n koordje voor het raampje. Ongelooflijk!
Tegen de achterwand waren leggers gemaakt, afgeboord met een papieren kantje.
Potten met inmaak, netjes soort bij soort, vonden er hun plaats. Peren, pruimen, kersen en
stekelbessen een rijkdom, streng beheerd. Als kind vraag je, je af, wanneer krijgen we al dat lekkers op ons bord.’ Geloof me er werd zuinig mee omgesprongen, een winter duurt lang.
In één van de hoeken stond ‘n grote bruine gelakte kroeg, eentje met 2 oortjes aan de zijkant. Daar werd de zuurkool in bewaard. Witte kolen werden zelf gekweekt, kostten dus geen cent. Fijn gesnipperd, laag per laag, telkens tussendoor wat zout en peperbolletjes. De pot goed gevuld, in ’t najaar afgedekt met een houten deksel, moest dan ‘trekken’ tegen de winter was de zuurkool gebruiksklaar. Misschien werd er nog wat anders bijgevoegd, dat is me ontsnapt, als kind heb je daar geen weet van.
In de andere hoek stond een kleiner formaat van kroeg, diende voor de opgelegde haring. Beide kroegen staan nu nog in onze tuin, dienen als decoratie versierd met potten geranium.
Ook ’n kist met gerooide aardappelen, ’n kistje appelen voor dagelijks gebruik, zelfs een klein kistje met ‘finkelhout’ (fijn gehakt hout) vond er zijn plaats. De grotere voorraad lag in een stal achter in de tuin. Ernaast konijnenhokken, ja die hadden ze ook, allemaal eigen kweek.
Dagelijks werd de voorraad aardappelen en brandhout bijgevuld, zo moest bomma niet telkens lopen tot achter in de stal. Regende het werd ze nat, bij vriesweer was het glad om aan ’t keldertje te geraken, Tafelrestjes bedekt met een omgekeerd bord, kregen er ook ’n plaats. Boter en melk volgden dezelfde weg. ’s Winters was alles wat er uit kwam hard bevroren, boter moest ruim vóór etenstijd naar binnen worden gehaald, was anders onsmeerbaar.
In de zomertijd was het om te bewaren natuurlijk niet ideaal. Het was dan ook niet meer nodig. Al de potten inmaak, ook de beide kroegen, waren leeg.
Alles kwam weer vers uit de rijk gevulde tuin. Het witte keldertje kreeg dan weer een schilderbeurt. Dat oude vergeelde kantje werd vervangen door een nieuw fris boordje.
Zo begon alles weer van voren af aan.
Bomi
( 2003 )
Dankbaar met het verleden, je blik open voor het heden!
-
Tillie - Lid geworden op: 28 jul 2004, 23:20
- Locatie: Kempen
Een tekst met Hoofd- en kleine letters is toch veel comfortabeler om te lezen.
Uitsluitend hoofdletters gebruiken komt toch wel wat storend over.
En op internet wordt het geassocieerd met roepen
Jeronimo heeft dat goed onthouden uit de les.
SDW, bovenaan rechts, onder OxyPass, staat de letter A in oplopende grootte. Ik denk dat dat speciaal bedoeld is voor mensen die om een of andere reden liever een groter lettertype lezen, zien.
Overigens komen de verhalen hier wel los, plezant. Alhoewel sommige verhalen wel heel schrijnend zijn.
Die oude wc's heb ik nog bij mijn grootouders gekend. Ook het in vier gescheurde wc-papier. Ik heb als kind ook nog op zo-eentje gezeten. En ik weet nog heel goed dat er verschil in kwaliteit was van gazetten. Veel tekst was ook beter dan een foto.
En aan die mooie ijsbloemen op de slaapkamerramen heb ik ook nog herinneringen.
Ons voetjes verwarmen deden we met een op de stoof verwarmde baksteen, in een badhanddoek gedraaid.
Als die dan 's nachts om een of andere reden bloot was komen te liggen en je stak er 's morgens je tenen tegen, dan trok je die wel heel snel terug.
Want die steen was dan ijskoud geworden.
Vader en moeder kochten dan later een warmwaterkruik. Zo'n rode rubberen geval. Die werd later geërfd door mijn oudste zus. Dat vonden wij heel luxueus.
Overigens, ik ben nog geen zeventig maar toch hadden wij het al wat beter want voor ons was er bvb geen strozak meer om op te slapen.
Vader en moeder liepen in hun jeugd op klompen. Ook in de winter, daar werd dan stro bij ingestoken voor wat warmte.
Vader is trouwens thuis, voor tuinwerk bvb, altijd klompen blijven dragen.
Ik herinner me ook beddegoed dat met kapok was gevuld.
Uitsluitend hoofdletters gebruiken komt toch wel wat storend over.
En op internet wordt het geassocieerd met roepen
Jeronimo heeft dat goed onthouden uit de les.
SDW, bovenaan rechts, onder OxyPass, staat de letter A in oplopende grootte. Ik denk dat dat speciaal bedoeld is voor mensen die om een of andere reden liever een groter lettertype lezen, zien.
Overigens komen de verhalen hier wel los, plezant. Alhoewel sommige verhalen wel heel schrijnend zijn.
Die oude wc's heb ik nog bij mijn grootouders gekend. Ook het in vier gescheurde wc-papier. Ik heb als kind ook nog op zo-eentje gezeten. En ik weet nog heel goed dat er verschil in kwaliteit was van gazetten. Veel tekst was ook beter dan een foto.
En aan die mooie ijsbloemen op de slaapkamerramen heb ik ook nog herinneringen.
Ons voetjes verwarmen deden we met een op de stoof verwarmde baksteen, in een badhanddoek gedraaid.
Als die dan 's nachts om een of andere reden bloot was komen te liggen en je stak er 's morgens je tenen tegen, dan trok je die wel heel snel terug.
Want die steen was dan ijskoud geworden.
Vader en moeder kochten dan later een warmwaterkruik. Zo'n rode rubberen geval. Die werd later geërfd door mijn oudste zus. Dat vonden wij heel luxueus.
Overigens, ik ben nog geen zeventig maar toch hadden wij het al wat beter want voor ons was er bvb geen strozak meer om op te slapen.
Vader en moeder liepen in hun jeugd op klompen. Ook in de winter, daar werd dan stro bij ingestoken voor wat warmte.
Vader is trouwens thuis, voor tuinwerk bvb, altijd klompen blijven dragen.
Ik herinner me ook beddegoed dat met kapok was gevuld.
Zonder vrouwen gaat het niet, dat heeft zelfs God moeten toegeven.
Duse
Duse
-
Tillie - Lid geworden op: 28 jul 2004, 23:20
- Locatie: Kempen
Nog vergeten, heel onlangs getrokken in het museum van de steenbakkerijen in Boom.
het EMABB, Eco-museum en Archief van de Boomse baksteen.
Wie herinnert zich niet de Boomse pannen? Een begrip destijds.

Bij onze grootouders was het niet zo'n fraai deksel, gewoon een cirkel van tegen elkaar bevestigde planken.
het EMABB, Eco-museum en Archief van de Boomse baksteen.
Wie herinnert zich niet de Boomse pannen? Een begrip destijds.
Bij onze grootouders was het niet zo'n fraai deksel, gewoon een cirkel van tegen elkaar bevestigde planken.
Zonder vrouwen gaat het niet, dat heeft zelfs God moeten toegeven.
Duse
Duse
-
Bomi - Lid geworden op: 09 aug 2002, 20:54
- Locatie: Hasselt
-
-
Tillie,
Ook bij mijn grootouders stond zo een wc met houten deksel, groengeverfd. Kan het zo nog voor me zien, met langs de
rechterzijde een touwtje waar de papiertjes aanhingen.
Die papiertjes moesten wij op de vrije ogenblikken knippen en
rijgen aan de koord.
Stel je voor dat je dat nu tegen de kleinkinderen zou zeggen.
Bomi.
-
Tillie,
Ook bij mijn grootouders stond zo een wc met houten deksel, groengeverfd. Kan het zo nog voor me zien, met langs de
rechterzijde een touwtje waar de papiertjes aanhingen.
Die papiertjes moesten wij op de vrije ogenblikken knippen en
rijgen aan de koord.
Stel je voor dat je dat nu tegen de kleinkinderen zou zeggen.
Bomi.
Dankbaar met het verleden, je blik open voor het heden!
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Heb hier ergens vermeld dat ik ook een dagboek heb.
Het betreft het dagboek van mijn schoonvader Gustaaf Maris
waarin hij verteld hoe elf jonge mannen uit Gooik en omgeving
wegvluchtten bij de inval van de Duitsers in Mei 1940.
In de begindagen van Mei waren de meeste mannen op de vlucht
Wat bezielden die mannen om vrouw en kinderen achter te laten
De twee eerste Blazijden zijn echter verloren gegaan.
Ze vertrokken met een vrachtwagen geladen met etenswaren en fietsen.
[i]
In Kortrijk trokken beide mannen er van onder, zwart als schouwvegers
van het stof. Even buiten de stad kortrijk verlieten we den groten steenweg en reden verder langs stille veldbanen over Heule, Moorslede Rollegemscapelle, Ledegem, Dadizeleen Geluwewaar we kwart voor
10 uur's avons toekwamen.
We stopten aan een kleine herberg op de Dadizelestraat, genaamd
Het Meiboomke. Daar was het nogal een spelleke.Gans de velos-pakken met kleding en voedingswaren werden afgeladen want we hadden zoo maar met ons elven een 500kg mede.Ik ondergetekende trok mijn hesp bovenalsook een hesp om eens goed te dineren want onzen beer begon soms te grollen daar het al verscheidene uren geleden was dat we nog gegeten hadden We trokken daarna nog even eens naar buiten om een luchtje te scheppen en en eens de toestand te bespreken en alles was daar rustig. We dronken nog een goed glaasje bier en we begaven ons
met 7 man op den zolder om te logeeren op de zolderplanken.
de 4 overigenlogeerden bij Mr Jules Leyns, vlashandelaar, op het hooi
in de schuur. Den eenen had wat beter geslapen als den anderen, maar
in alle geval mij heeft het niet veel beloofd; de planken waren te hard, te ver van huis niet wetende wat het daar was en daarbij gedurig de scherven
van de obussen van het afweergeschut op het dak gelijk hagelstenen[/i]
Zondag 19 Mei
We stonden 's morgens op te 6 1/2 u, kleedden ons aan, namen onzen maaltijd en gingen naar de hoogmis om 9 uu. Wij liepen daarna wat heen en weer als verlorenschapen, en alzoo liepenwij daar altijdop kennissen en geburendie ook gevlucht waren. In de namiddag vond Theofiel Kaesemans hun vluchtelingen terug uit den oorlog 1914-1918
de familie Waignein-Bostijn, Menenstraat nr 4 Gheluwe.
We trokken daar met eenige mannen naartoe en werden er goed ontvangen. Adolf (Waignein) verlande dat we naar Becelare zouden vertrekken om er de hofstede van zijn schoonbroeder open te houden,
daar pachter Verbruggen naar Ploegsteert vertrokken was.
Madam Waignein hield voorlopig het hof openen we zouden dar samen met de opbrengst van de boerderij leven.
We vertrokken onpiddelijk naar de hofstede in Becelare Bij onze aankomst had pachter Verbruggen het hof overgelaten aan vier vluchtelingen uit de kempen onder leiding van boer Jan.
We bleven er nietemin en we waren met zeventien.
Madame en de dochter bleven er ook den helen dag en nacht.
We werkten samen, plantten er tabab, boterden zelfen deden het werk op de hoeve. We reden intussen naar geluweper velo of auto om inlichtingen
en dan hadden wij een grote kamer om te lpgerenop matrassen en twee a drie koppels konden in bed slapen
Vervolg volgd.
NB. Dat ze naar Geluwe trokken was wel normaal, tijdens de eerste wereldoorlog werd dat ganse dorp geëvacueerd naar het Pajottenland
waarvan een 40 tal naar Gooik waar ze waar goed ze opgevangen werden.
Het betreft het dagboek van mijn schoonvader Gustaaf Maris
waarin hij verteld hoe elf jonge mannen uit Gooik en omgeving
wegvluchtten bij de inval van de Duitsers in Mei 1940.
In de begindagen van Mei waren de meeste mannen op de vlucht
Wat bezielden die mannen om vrouw en kinderen achter te laten
De twee eerste Blazijden zijn echter verloren gegaan.
Ze vertrokken met een vrachtwagen geladen met etenswaren en fietsen.
[i]
In Kortrijk trokken beide mannen er van onder, zwart als schouwvegers
van het stof. Even buiten de stad kortrijk verlieten we den groten steenweg en reden verder langs stille veldbanen over Heule, Moorslede Rollegemscapelle, Ledegem, Dadizeleen Geluwewaar we kwart voor
10 uur's avons toekwamen.
We stopten aan een kleine herberg op de Dadizelestraat, genaamd
Het Meiboomke. Daar was het nogal een spelleke.Gans de velos-pakken met kleding en voedingswaren werden afgeladen want we hadden zoo maar met ons elven een 500kg mede.Ik ondergetekende trok mijn hesp bovenalsook een hesp om eens goed te dineren want onzen beer begon soms te grollen daar het al verscheidene uren geleden was dat we nog gegeten hadden We trokken daarna nog even eens naar buiten om een luchtje te scheppen en en eens de toestand te bespreken en alles was daar rustig. We dronken nog een goed glaasje bier en we begaven ons
met 7 man op den zolder om te logeeren op de zolderplanken.
de 4 overigenlogeerden bij Mr Jules Leyns, vlashandelaar, op het hooi
in de schuur. Den eenen had wat beter geslapen als den anderen, maar
in alle geval mij heeft het niet veel beloofd; de planken waren te hard, te ver van huis niet wetende wat het daar was en daarbij gedurig de scherven
van de obussen van het afweergeschut op het dak gelijk hagelstenen[/i]
Zondag 19 Mei
We stonden 's morgens op te 6 1/2 u, kleedden ons aan, namen onzen maaltijd en gingen naar de hoogmis om 9 uu. Wij liepen daarna wat heen en weer als verlorenschapen, en alzoo liepenwij daar altijdop kennissen en geburendie ook gevlucht waren. In de namiddag vond Theofiel Kaesemans hun vluchtelingen terug uit den oorlog 1914-1918
de familie Waignein-Bostijn, Menenstraat nr 4 Gheluwe.
We trokken daar met eenige mannen naartoe en werden er goed ontvangen. Adolf (Waignein) verlande dat we naar Becelare zouden vertrekken om er de hofstede van zijn schoonbroeder open te houden,
daar pachter Verbruggen naar Ploegsteert vertrokken was.
Madam Waignein hield voorlopig het hof openen we zouden dar samen met de opbrengst van de boerderij leven.
We vertrokken onpiddelijk naar de hofstede in Becelare Bij onze aankomst had pachter Verbruggen het hof overgelaten aan vier vluchtelingen uit de kempen onder leiding van boer Jan.
We bleven er nietemin en we waren met zeventien.
Madame en de dochter bleven er ook den helen dag en nacht.
We werkten samen, plantten er tabab, boterden zelfen deden het werk op de hoeve. We reden intussen naar geluweper velo of auto om inlichtingen
en dan hadden wij een grote kamer om te lpgerenop matrassen en twee a drie koppels konden in bed slapen
Vervolg volgd.
NB. Dat ze naar Geluwe trokken was wel normaal, tijdens de eerste wereldoorlog werd dat ganse dorp geëvacueerd naar het Pajottenland
waarvan een 40 tal naar Gooik waar ze waar goed ze opgevangen werden.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
ELSKEB - Lid geworden op: 24 jul 2011, 16:31
- Locatie: Mortsel
Ja Jeronimo, dat van die vette B en zo...dat weet ik wel, maar het pakt niet bij mij. 'k Kan er ook niks aan doen.
Het enige dat ik kan doen is alles in "word" te zetten en het zo mee te geven....maar 'k weet niet of dat hier lukt.
Dan kan ik wel ik kleur, groot, vet, enz....
't Is maar alleen hier dat het niet lukt hoor. Op de groepen heb ik er geen enkel probleem mee.
Dank voor je bijdrage over het oorlosgsverleden....
Dank ook aan Bomi voor haar verhalen : héél boeiend en interessant, héél vlot geschreven.
Vandaag heb ik geen tijd meer en morgen ook niet, maar zondag wil ik me wel weer laten lezen.
Moet ik nog verder vertellen over het dagboek van m'n vader, of niet ? Ik lees het wel. Ik wil jullie er niet mee bezwaren, 'k dacht dat het interessant genoeg was om over te schrijven....
'k Heb nog verhalen genoeg in petto van nà de oorlog.....'k ben helemaal nog niet uitverteld, als de interesse blijft natuurlijk.
't Is absoluut geen "moet".
Ik zal niet meer in hoofdletters schrijven.....voor de éne wel, voor de andere niet.... waar doe ik goed mee ?
Ik heb nooit "les" gehad voor de pc.....daarom m'n onwetendheid. Maar ik trek héél goed mijne plan hoor.
Nog een héle fijne avond voor iedereen.
Elske
[/b]
Het enige dat ik kan doen is alles in "word" te zetten en het zo mee te geven....maar 'k weet niet of dat hier lukt.
Dan kan ik wel ik kleur, groot, vet, enz....
't Is maar alleen hier dat het niet lukt hoor. Op de groepen heb ik er geen enkel probleem mee.
Dank voor je bijdrage over het oorlosgsverleden....
Dank ook aan Bomi voor haar verhalen : héél boeiend en interessant, héél vlot geschreven.
Vandaag heb ik geen tijd meer en morgen ook niet, maar zondag wil ik me wel weer laten lezen.
Moet ik nog verder vertellen over het dagboek van m'n vader, of niet ? Ik lees het wel. Ik wil jullie er niet mee bezwaren, 'k dacht dat het interessant genoeg was om over te schrijven....
'k Heb nog verhalen genoeg in petto van nà de oorlog.....'k ben helemaal nog niet uitverteld, als de interesse blijft natuurlijk.
't Is absoluut geen "moet".
Ik zal niet meer in hoofdletters schrijven.....voor de éne wel, voor de andere niet.... waar doe ik goed mee ?
Ik heb nooit "les" gehad voor de pc.....daarom m'n onwetendheid. Maar ik trek héél goed mijne plan hoor.
Nog een héle fijne avond voor iedereen.
Elske
[/b]
WE LEVEN ALLEMAAL ONDER DEZELFDE HEMEL MAAR WE HEBBEN NIET ALLEMAAL DEZELFDE HORIZON (K. Adenoauer)
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Maar Elske toch, doe gewoon uw ding.
En natuurlijk zijn de bladzijden uit uw echtgenoots dagboek welkom.
Ik kan het me voorstellen dat het u zwaar valt maar iedereen wil het zeker lezen en ik denk dat het een manier is om deze nachtmerie een
plaats te geven. andere lezers en schrijvers zullen dit beamen.
En natuurlijk zijn de bladzijden uit uw echtgenoots dagboek welkom.
Ik kan het me voorstellen dat het u zwaar valt maar iedereen wil het zeker lezen en ik denk dat het een manier is om deze nachtmerie een
plaats te geven. andere lezers en schrijvers zullen dit beamen.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
ELSKEB - Lid geworden op: 24 jul 2011, 16:31
- Locatie: Mortsel
Hallokes iedereen : GOEIE MORGEN

Een tasje koffie zal iedereen wel smaken op deze zomerdag met herfstallures.
Ok, jullie kijgen nog stukjes te lezen uit m'n vaders dagboek. Maar iedere keer als ik aan dat dagboek denk zie ik mijn vader daar zitten : in lompen gekleed, uitgehongerd, vol luizen, doodmoe, met dat onooglijke boekje in z'n hand en een stompje potlood. Alleen z'n geloof en hoop hebben hem een tijd recht gehouden, tot het hem ook te veel is geworden....en hij meer dood dan levend is achtergebleven. Wat er met hem gebeurd is zal nieumand weten.....waarschijnlijk ook in de grond gestopt zoals een hond, zonder naam of kenteken.Misschien afgemaakt. Er zijn achteraf opzoekingen gedaan, maar al die dorpjes kregen een andere naam....begin dan maar te zoeken....
Dat boekje is voor mij helig, al kan je de oorspronkelijke tekst nog amper llezen
Vandaag heb ik dus geen tijd. 'k Ga me even ontspannen. Morgen maak ik er weer tijd voor.
Gelukkig hebben we ook Bomi met haar prachtige verteltrant en ook Jeronimo die herinneringen boven haalt.....
Komaan mannekes, er zullen er toch nog wel zijn......
Fijne dag voor iedereen -
Liefs van Elske

Een tasje koffie zal iedereen wel smaken op deze zomerdag met herfstallures.
Ok, jullie kijgen nog stukjes te lezen uit m'n vaders dagboek. Maar iedere keer als ik aan dat dagboek denk zie ik mijn vader daar zitten : in lompen gekleed, uitgehongerd, vol luizen, doodmoe, met dat onooglijke boekje in z'n hand en een stompje potlood. Alleen z'n geloof en hoop hebben hem een tijd recht gehouden, tot het hem ook te veel is geworden....en hij meer dood dan levend is achtergebleven. Wat er met hem gebeurd is zal nieumand weten.....waarschijnlijk ook in de grond gestopt zoals een hond, zonder naam of kenteken.Misschien afgemaakt. Er zijn achteraf opzoekingen gedaan, maar al die dorpjes kregen een andere naam....begin dan maar te zoeken....
Dat boekje is voor mij helig, al kan je de oorspronkelijke tekst nog amper llezen
Vandaag heb ik dus geen tijd. 'k Ga me even ontspannen. Morgen maak ik er weer tijd voor.
Gelukkig hebben we ook Bomi met haar prachtige verteltrant en ook Jeronimo die herinneringen boven haalt.....
Komaan mannekes, er zullen er toch nog wel zijn......
Fijne dag voor iedereen -
Liefs van Elske
WE LEVEN ALLEMAAL ONDER DEZELFDE HEMEL MAAR WE HEBBEN NIET ALLEMAAL DEZELFDE HORIZON (K. Adenoauer)
-
Bomi - Lid geworden op: 09 aug 2002, 20:54
- Locatie: Hasselt
-
-
Elske doe rustig aan schrijf maar wat je zelf wilt en voelt, ieder die hier komt doet dat uit vrije wil.
De schooltijd is al lang voorbij, toch blijven mensen leren nieuwe dingen doen, kijk ons maar aan de PC.
We leren met vallen en opstaan he!
Mijn map met verhalen is goed gevuld, maar niet allemaal over de oorlog ( gelukkig ) zal nog eens zoeken.
Groetjes,
bomi
vergeten:
Mijn verhalen staan in Word, om te plaatsen eerst in Word selecteren en copiëren, open het tekstvak ga naar Bewerken, klikken op plakken.
Nalezen, controle op fouten.
-
Elske doe rustig aan schrijf maar wat je zelf wilt en voelt, ieder die hier komt doet dat uit vrije wil.
De schooltijd is al lang voorbij, toch blijven mensen leren nieuwe dingen doen, kijk ons maar aan de PC.
We leren met vallen en opstaan he!
Mijn map met verhalen is goed gevuld, maar niet allemaal over de oorlog ( gelukkig ) zal nog eens zoeken.
Groetjes,
bomi
vergeten:
Mijn verhalen staan in Word, om te plaatsen eerst in Word selecteren en copiëren, open het tekstvak ga naar Bewerken, klikken op plakken.
Nalezen, controle op fouten.
Dankbaar met het verleden, je blik open voor het heden!
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Vervolg vlucht van Gooik naar Gheluwe.
Maandag 20 Dinsdag 21 en woensdag 22
Aldus verliepen een drietal kalme dagen. We gaan dagelijks in Becelare
naar de mis. We hadden immers tijd genoeg.
Nu Dinsdag komen er een hele groep Engelschen toe. We krijgen daar een groote zak bloemkolen van en nu is het kermis. Gustaaf Maris is bezig met boteren met meester Van Cutsem. De anderen moeten bloemkolen kuischen. Theofiel De Doncker is met madame Waignein per auto naar
Gheluwe en bij hunne thuiskomst was het volle diner: botermelk gebrokt
en patatten met bloemkool en eieren( zes vooreen frank, ze waren zeer goedkoop)En zoo aten we met 17 man samen. Na den maalrijd hielp ik de dochter en meester Victor Van Cutsem den afwasch doen, al een praatje
te vertellen om de ellende uit ons hoofd te verdrijven.
Na het werk geëindigd te hebben in huis, ga ik even de koer rond en in stal loop ik op mijn schoonbroerTh. De Doncker. Hij licht daar te bibberen en zegt mij dat hij een slecht voorgevoelen heeft, dat hij niet kan verdrijven.
Al op eens komt daar de pachtesse uit Ploegsteert in de namiddag haar
hoeve bezoeken. En nu beginnen de katten te dansen.Zij liep al grollen en morren overweer omdat hare schoone kamer moest dienen om paljassen
te maken om te slapen. Intusschen komen de troepen nog heviger toe met wagens en keukens en daarna met kanons om op het hof te plasseeren.
Nu komen we bijeen en een besluit wordt rap getroffen. Theofiel met auto
en heel den boel wordt in gereedheid gebracht en met madama waignein en dochter bollen we naar gheluwe, waar we een tijdje ons verblijf gaan vestigen. Het stond ons in Becelare niet goed meer voor, daar de Engelschen hun zwaar geschut langs daar kwamen plasseren en daarbij
nog madame de pachtes met hare schone kamer die bijne herschapen was in een koestal, zei ze, met al dat stroo.
Hier zijn we nu in Gheluwe aangekomenen alles afgeladen in het werkhuis
van Adollf en even uitkijken naar den grooten steenweg.
Onafgebroken rijen vluchtelingen vullen den steenweg: boerenwagens met
twee of drie paarden bespannen, volgeladen velos waarop slapende kinderen over de sturen hangen,ouderlingen en oude moederkes die zich pijnlijk en traag voorttrekken, overladen stootkarrekens en
hondekarren, kruiwagens en kindervoituren. Alles volgeladen en tot zelfs zieke mensen op draagberries lagen of op velos wierden voortgeduwd.
Onbeschrijfelijke elende en miserie.
Op de velobaan onafgebroken rijen jongens van 16 tot 35 jaar. Ik ga alsdan eens naar Yperen op verkenning en wat nieuws. Juist voor de ingang van de stad ontmoet ik twee soldaten uit mijne buurt die ook op loop waren en die van hunne compagnie niets afwisten. Het waren
Jean-Baptist van Eesbeek en Theofiel bulereyst uit Gooik
Een weinig met hen gesproken over het nieuws over thuis en den toestand.Een handdruk en terugvooruit. Ik had bij mij nog een boodschap
van madame Waingein die ik in Yperen moet volbrengen. Ze is uiterst wel gelukt en alles wel gevonden. Dan terug met mijn commissie naar mijn depot en alles aan mijn kameraden verteld .
In GHeluwe zaten we met veel volk uit Gooik bijeen omdat de vluchtelingen uit Gheluwe in den oorlog 1914-1918 in Gooik verbleven hadden en velen van datzelfde volk en familie teruggevonden. En daarmee hadden ze daar zoo een goed onthaal.
Ik had veel tabak en cigaretten bij die ik meegenomen had en die ik daar verkocht aan ons volk. Al opeens kwam Gustaaf De Weerdt, vrouw en dochter bij mij achter tabak.Het waren mijn geburen en ik wist niet dat ze daar waren. Ze waren alle drie met de velo en verbleven in het klooster.
Op 22 Mei wordt het bericht aan het gemeentehuis van Gheluwe uitgehangen dat alle jongens van 16a 35 jaar en meer, die op deze zijde van de vuurlijn wonen ,naar hunne haardstede mogen terugkomen
en de anderen moeten zich naar Oostende begeven in het Palace hotel.
vervolg volgd
Maandag 20 Dinsdag 21 en woensdag 22
Aldus verliepen een drietal kalme dagen. We gaan dagelijks in Becelare
naar de mis. We hadden immers tijd genoeg.
Nu Dinsdag komen er een hele groep Engelschen toe. We krijgen daar een groote zak bloemkolen van en nu is het kermis. Gustaaf Maris is bezig met boteren met meester Van Cutsem. De anderen moeten bloemkolen kuischen. Theofiel De Doncker is met madame Waignein per auto naar
Gheluwe en bij hunne thuiskomst was het volle diner: botermelk gebrokt
en patatten met bloemkool en eieren( zes vooreen frank, ze waren zeer goedkoop)En zoo aten we met 17 man samen. Na den maalrijd hielp ik de dochter en meester Victor Van Cutsem den afwasch doen, al een praatje
te vertellen om de ellende uit ons hoofd te verdrijven.
Na het werk geëindigd te hebben in huis, ga ik even de koer rond en in stal loop ik op mijn schoonbroerTh. De Doncker. Hij licht daar te bibberen en zegt mij dat hij een slecht voorgevoelen heeft, dat hij niet kan verdrijven.
Al op eens komt daar de pachtesse uit Ploegsteert in de namiddag haar
hoeve bezoeken. En nu beginnen de katten te dansen.Zij liep al grollen en morren overweer omdat hare schoone kamer moest dienen om paljassen
te maken om te slapen. Intusschen komen de troepen nog heviger toe met wagens en keukens en daarna met kanons om op het hof te plasseeren.
Nu komen we bijeen en een besluit wordt rap getroffen. Theofiel met auto
en heel den boel wordt in gereedheid gebracht en met madama waignein en dochter bollen we naar gheluwe, waar we een tijdje ons verblijf gaan vestigen. Het stond ons in Becelare niet goed meer voor, daar de Engelschen hun zwaar geschut langs daar kwamen plasseren en daarbij
nog madame de pachtes met hare schone kamer die bijne herschapen was in een koestal, zei ze, met al dat stroo.
Hier zijn we nu in Gheluwe aangekomenen alles afgeladen in het werkhuis
van Adollf en even uitkijken naar den grooten steenweg.
Onafgebroken rijen vluchtelingen vullen den steenweg: boerenwagens met
twee of drie paarden bespannen, volgeladen velos waarop slapende kinderen over de sturen hangen,ouderlingen en oude moederkes die zich pijnlijk en traag voorttrekken, overladen stootkarrekens en
hondekarren, kruiwagens en kindervoituren. Alles volgeladen en tot zelfs zieke mensen op draagberries lagen of op velos wierden voortgeduwd.
Onbeschrijfelijke elende en miserie.
Op de velobaan onafgebroken rijen jongens van 16 tot 35 jaar. Ik ga alsdan eens naar Yperen op verkenning en wat nieuws. Juist voor de ingang van de stad ontmoet ik twee soldaten uit mijne buurt die ook op loop waren en die van hunne compagnie niets afwisten. Het waren
Jean-Baptist van Eesbeek en Theofiel bulereyst uit Gooik
Een weinig met hen gesproken over het nieuws over thuis en den toestand.Een handdruk en terugvooruit. Ik had bij mij nog een boodschap
van madame Waingein die ik in Yperen moet volbrengen. Ze is uiterst wel gelukt en alles wel gevonden. Dan terug met mijn commissie naar mijn depot en alles aan mijn kameraden verteld .
In GHeluwe zaten we met veel volk uit Gooik bijeen omdat de vluchtelingen uit Gheluwe in den oorlog 1914-1918 in Gooik verbleven hadden en velen van datzelfde volk en familie teruggevonden. En daarmee hadden ze daar zoo een goed onthaal.
Ik had veel tabak en cigaretten bij die ik meegenomen had en die ik daar verkocht aan ons volk. Al opeens kwam Gustaaf De Weerdt, vrouw en dochter bij mij achter tabak.Het waren mijn geburen en ik wist niet dat ze daar waren. Ze waren alle drie met de velo en verbleven in het klooster.
Op 22 Mei wordt het bericht aan het gemeentehuis van Gheluwe uitgehangen dat alle jongens van 16a 35 jaar en meer, die op deze zijde van de vuurlijn wonen ,naar hunne haardstede mogen terugkomen
en de anderen moeten zich naar Oostende begeven in het Palace hotel.
vervolg volgd
Laatst gewijzigd door jeronimo op 29 aug 2011, 12:54, 1 keer totaal gewijzigd.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
Bomi - Lid geworden op: 09 aug 2002, 20:54
- Locatie: Hasselt
-
-
Goeden oude Tijd ???
Op mijn leeftijd kan je vergelijken. Voor mij was het vroeger zeker niet beter, alleen anders. De oorlogsjaren hebben daar zeker een grote invloed op gehad. Angst, ontbering en ellende, zoiets laat je nooit meer los. Vluchten voor de Duitsers, terecht komen aan de Franse grens, daar vaststellen dat de vijand voor je neus staat.
Het is een stuk van je kinderleven, 5 jaren van een kinderleven, anders dan normaal ingevuld. Dingen die onze kinderen stap voor stap ontdekten, kenden wij pas 5 jaar later. Er was niets te ontdekken, alleen proberen te overleven. Vijf liter afgeroomde melk, gebonden met wat bloem, heel summier wat suiker, als avondmaal. Bloempap, gegeten met een stuk brood. Echt honger had je niet, lekker kende je niet. Je kon niet vergelijken, wist niet beter, dat zou je pas achteraf ontdekken. Kinderen weten niet wat er gebeurt, proberen in al hun onschuld toch nog fijne dingen te ontdekken om te doen.
Sorry mensen dat ik er de oorlog bij haal, voor mij hoort dat vijfjarige stukje gruwel ook bij de goede oude tijd. De meeste van mijn nog levende lotgenoten hebben daarover elk hun eigen verhaal.
De naoorlogse periode had natuurlijk ook z’n charmes. We werden overspoeld met nieuwe dingen. Het begon al met de radio. Om te beginnen, een soort interradio, elk gezin een kastje aan de muur, muziek verzonden via één gemeenschappelijke zender. Elke abonnee kon kiezen uit 3 of 4posten.
Steff Bos zingt nu, “ Ik hou van de radio, radio…… “ Dat deden wij toen al. “ Een stem komt uit dat kastje aan de muur… “ Gelukkig zij, die zich jaren later ‘n eigen toestel konden aanschaffen. Grote bakken van gepolijst glanzend hout. Maar wat een luxe om zelf te kunnen kiezen.Gezellige zondagnamiddagen met “ Opera en Belcanto “ Met z’n allen rond de radio, de Leuvense stoof deed haar best en snorde. Met zovéél mogelijk, in wollen sokken gestoken voeten, samen op het onderstel. De bolle pot roodgloeiend.. Mijn moeder maakte er dan de opmerking bij ‘ aan de voorkant ben je gebakken, aan de achterkant vriest je gat dicht ‘ Toch had die Leuvense stoof z’n charmes onder andere aardappelen in de schil, kastanjes poffen in een koekenpan op het deksel van de hete pot. Pof nu maar eens kastanjes op de CV.
Winters waren nog winters. Onverwarmde kamers met bevroren ruiten, vol kristallen ijsbloemen. Vraag nu eens aan eender welk kind wat ijsbloemen zijn. Op de bedden een dikke laag dekens. Toch rolde je jezelf op in een bolletje, dekens strak om je heen geen ruimte latend uit angst dat er nog een beetje tocht zou binnen komen.
Zomers waren zomer. Op diezelfde kamers lag je dan te blazen. Ramen open had weinig zin. Zonnewering bestond toen niet, hooguit een laken gespannen voor een open raam. Het zou nog héél lang duren eer de Airco uitgevonden werd.
Kinderen speelden buiten, de bommenkraters stonden vol water je leerde er zwemmen, vissen en dikkopjes vangen. Kikkers doen opspringen, pret verzekerd, kosteloos. Lopen met een reep en stok, blikjes stapelen daarna gooien met een lappenbal, verstoppertje spelen mogelijkheden in overvloed, in bomen klimmen, fruit gaan jatten bij de ene of de andere boer Allemaal voor een kind zéér opwindend. Wie durft beweren dat nooit gedaan te hebben?
Om over te mijmeren al bij al een mooie tijd, om opnieuw te beleven dank je wel. We zijn nu geen kinderen meer.
Hebben leren leven met het heden, de luxe die kwam, zag en overwon.
Bomi
( 2003 )
Mijn laatste stukje over de oorlog en de magere jaren, er zijn leukere dingen om over te schrijven.
-
Goeden oude Tijd ???
Op mijn leeftijd kan je vergelijken. Voor mij was het vroeger zeker niet beter, alleen anders. De oorlogsjaren hebben daar zeker een grote invloed op gehad. Angst, ontbering en ellende, zoiets laat je nooit meer los. Vluchten voor de Duitsers, terecht komen aan de Franse grens, daar vaststellen dat de vijand voor je neus staat.
Het is een stuk van je kinderleven, 5 jaren van een kinderleven, anders dan normaal ingevuld. Dingen die onze kinderen stap voor stap ontdekten, kenden wij pas 5 jaar later. Er was niets te ontdekken, alleen proberen te overleven. Vijf liter afgeroomde melk, gebonden met wat bloem, heel summier wat suiker, als avondmaal. Bloempap, gegeten met een stuk brood. Echt honger had je niet, lekker kende je niet. Je kon niet vergelijken, wist niet beter, dat zou je pas achteraf ontdekken. Kinderen weten niet wat er gebeurt, proberen in al hun onschuld toch nog fijne dingen te ontdekken om te doen.
Sorry mensen dat ik er de oorlog bij haal, voor mij hoort dat vijfjarige stukje gruwel ook bij de goede oude tijd. De meeste van mijn nog levende lotgenoten hebben daarover elk hun eigen verhaal.
De naoorlogse periode had natuurlijk ook z’n charmes. We werden overspoeld met nieuwe dingen. Het begon al met de radio. Om te beginnen, een soort interradio, elk gezin een kastje aan de muur, muziek verzonden via één gemeenschappelijke zender. Elke abonnee kon kiezen uit 3 of 4posten.
Steff Bos zingt nu, “ Ik hou van de radio, radio…… “ Dat deden wij toen al. “ Een stem komt uit dat kastje aan de muur… “ Gelukkig zij, die zich jaren later ‘n eigen toestel konden aanschaffen. Grote bakken van gepolijst glanzend hout. Maar wat een luxe om zelf te kunnen kiezen.Gezellige zondagnamiddagen met “ Opera en Belcanto “ Met z’n allen rond de radio, de Leuvense stoof deed haar best en snorde. Met zovéél mogelijk, in wollen sokken gestoken voeten, samen op het onderstel. De bolle pot roodgloeiend.. Mijn moeder maakte er dan de opmerking bij ‘ aan de voorkant ben je gebakken, aan de achterkant vriest je gat dicht ‘ Toch had die Leuvense stoof z’n charmes onder andere aardappelen in de schil, kastanjes poffen in een koekenpan op het deksel van de hete pot. Pof nu maar eens kastanjes op de CV.
Winters waren nog winters. Onverwarmde kamers met bevroren ruiten, vol kristallen ijsbloemen. Vraag nu eens aan eender welk kind wat ijsbloemen zijn. Op de bedden een dikke laag dekens. Toch rolde je jezelf op in een bolletje, dekens strak om je heen geen ruimte latend uit angst dat er nog een beetje tocht zou binnen komen.
Zomers waren zomer. Op diezelfde kamers lag je dan te blazen. Ramen open had weinig zin. Zonnewering bestond toen niet, hooguit een laken gespannen voor een open raam. Het zou nog héél lang duren eer de Airco uitgevonden werd.
Kinderen speelden buiten, de bommenkraters stonden vol water je leerde er zwemmen, vissen en dikkopjes vangen. Kikkers doen opspringen, pret verzekerd, kosteloos. Lopen met een reep en stok, blikjes stapelen daarna gooien met een lappenbal, verstoppertje spelen mogelijkheden in overvloed, in bomen klimmen, fruit gaan jatten bij de ene of de andere boer Allemaal voor een kind zéér opwindend. Wie durft beweren dat nooit gedaan te hebben?
Om over te mijmeren al bij al een mooie tijd, om opnieuw te beleven dank je wel. We zijn nu geen kinderen meer.
Hebben leren leven met het heden, de luxe die kwam, zag en overwon.
Bomi
( 2003 )
Mijn laatste stukje over de oorlog en de magere jaren, er zijn leukere dingen om over te schrijven.
Dankbaar met het verleden, je blik open voor het heden!
-
ELSKEB - Lid geworden op: 24 jul 2011, 16:31
- Locatie: Mortsel
Met dank aan JERONIMO en BOMI om ook te komen vertellen over die
vreselijke jaren, doe ik vandaag mijn volgende verhaal.
'k Heb het in "word" gezet en gecopiëerd, hopelijk zijn de letters wat groter nu. Lukt het niet weet ik ook niet meer wat te doen. Op hoop van zegen dus ; (nee, 'k zie het al - 't haalt niks uit)
VERTELLEN - 6
Hallo’tjes iedereen. Zoals beloofd ga ik nog een stukje verder vertellen.
Nog een paar stukjes uit het dagboek van m’n vader.
14 april 1945
Op mijn verjaardag in een bosch geslapen. Het heet hier Gudmansgrun(of Haupmansgrun). Mijn twee vrienden wenschen mij proficiat in uw plaats. ......Vrouwtje gij zult vandaag zeker wel op mij denken. Ik breng den dag door pet slapen, met luizen vangen en ook met zeer grooten honger......
15 april 1945
Rond 7 uur staan we weer paraat. Ik ga naar beneden in de schuur en daar ligt een kameraad dood. Hij wordt gewoonweg in de grond gestopt.......we marcheeren zonder brood, zonder drinken verder...., langs binnenwegen en kleine dorpjes. De menschen staren ons met medelijden na, ik zie hier veel vrouwen in den rouw. We komen aan een koolzaadveld en vlieger er in gelijk leeuwen. Dat graan smaakt goed. .....
18 april 1945
Ik heb slecht geslapen, te weinig plaats en ook te hard, want er ligt geen stro onder mijn rug. De luizen laten mij ook niet met rust. Mijn gansch lichaa is één luizenbeet. Er staan verschillende ketetels dikke macaroni. Ik schuif ook aan maar ik weet niet wat er eigenlijk gebeurt : ik zie mijn beurt maar niet komen.......en waarlijk tegen dat het aan mijn beurt komt is er nietsmeer. Wat een ongeluk... ..... vrouwtje, waarom ben ik zo gestraft. Dan worden de nummers opgenomen van diegenen die niets bekomen hebbeb maar er staat er in plaats van 30 wel 67. En zoo zijn er altijd die slachtoffer zijn door de hgulzigheid van eenige slokkers. Dus eet ik maar met weemoed en tranen in de oogen de rest van mijn brood op met een slokje water..........
Wanneer ik deze woorden schrijf in hetzelfde grote bosch et het boekje op mijn knie wordt er duchtig gemitrailleerd......Nu nog dees : 4 gevangene, Polen of Russen, hebben in den kelder ingebroken van een boer nevens ons en hebben daar vleesch en ik weet niet wat allemaal gestolen, ze worden nu omver geschoten en in den grond gestopt. .....
19 april 1945
Redelijk vroeg wakker......
Hier eindig het dagboek. Er zijn enkele bladeren verloren gegaan......
Er werd een plan getekend aan de hand van dit dagboek en de getuigenissen van andere gevangenen......
Het boekje zelf is een onooglijk ding :2 metalen blaadjes van 6 op 6cm. Ongeveer, aaneengehouden door een koordje dat door gaatjes werd gestoken. Op he bovenste bladje staat de belgische vlag geschilderd en zijn nr.....(hoe ?)
In het boekje zitten dus kleine papieren blaadjes met een stompje potlood beschreven (bijna niet meer leesbaar). Er staan ook heel veel adressen in en recepten, smeekbeden, woorden gericht aan geliefden.....
Het boekje is mijn relikwie. Ik heb veel schrijnende verhalen weggelaten.
Dus na de oorlog werd het dagboek aan mama overhandigd door Arthur.......( ‘k ga geen namen noemen) Ze heeft het laten overtikken zodat ik het ook op groter formaat heb.
Na de oorlog is mama dus héél erg ziek geworden, dat vertelde ik ook al. Ze had een kropgezwel dat naar binnen aan ’t toegroeien was, ze was aan ’t stikken. Een dringende maar uiterst gevaarlijke operatie drong zich op met een zééér lange revalidatie. Mama werd geopereerd onder plaatselijke verdoving, ten eerste, ze woog maar 40kg. Meer en ten tweede, ze moest af en toe praten om te beletten dat haar stembanden niet zouden geraakt worden.
Mijn zusje kon op de buiten terecht, maar ik was schoolplichtig en ze wou mij dicht bij haar. Af en toe mocht ik haar bezoeken.
IK heb een tijdje gewoond bij een oude mevrouw waar ik niks anders mocht doen dan lezen, huiswerk maken en stil zijn. Ik was er doodongelukkig.
Het enige lichtpuntje was : als ik van school kwan voorbij de kazerne in Berchem, hingen de soldaten door de getraliede ramen en gooiden schocola en kauwgum naar buiten. Lekker !!!! Er is verandering in gekomen want mama zag wel dat er iets niet klopte. Ik werd dan bij de concierge van de school ondergebracht. ‘k Had daar een hele fijne tijd want als de kinderen naar huis waren had ik de speelplaats voor mij allen en mocht ik steppen op een oude step die die mensen uit de kelder hadden opgediept. ‘k Kon ook nooit te laat in school zijn en was altijd als eerste thuis. Daar heb ik hele goeie herinneringen aan.
De vakanties waren voor de buiten.
Daar waren ondertussen engelsen en canadezen die in de omliggende weiden tenten hadden opgetrokken. Wij kinderen mochten daar vaak naartoe om brood, melk, eieren en fruit te brengen. Die soldaten zagen ons maar wàt graag komen maar we verstonden er geen fluit van.
Op een keer nam één van die mannen mij op en zette mij op de uitgeklapte camion. Ik brulde gelijk een varken, ‘k zal gedacht hebben dat die mij ging meenemen. Waarschijnlijk had die jongen misschien zelf zo’n klein meisje thuis en wilde me een plezier doen. Met grote ogen van schrik zette hij me gauw terug neer....en ik spurtte in één adem naar het veilige boerenhuisje.
Mama genas stilaan en we woonden weer bij haar na verloop van tijd. Ze had de klik gemaakt om alleen nog voor haar kinderen te leven. Maar ze had het héél moeilijk om de touwtjes aan elkaar te knopen. Ze had maar een héél klein pensioentje en moest gaan bijwerken in een wasserij : héél zwaar werk aan de mangel.....
In die wasserij ben ik ook nog gaan werken, zijnde 10/11 jaar...
Dit verhaal hou ik voor volgende keer.
Tot dan
ELSKE
vreselijke jaren, doe ik vandaag mijn volgende verhaal.
'k Heb het in "word" gezet en gecopiëerd, hopelijk zijn de letters wat groter nu. Lukt het niet weet ik ook niet meer wat te doen. Op hoop van zegen dus ; (nee, 'k zie het al - 't haalt niks uit)
VERTELLEN - 6
Hallo’tjes iedereen. Zoals beloofd ga ik nog een stukje verder vertellen.
Nog een paar stukjes uit het dagboek van m’n vader.
14 april 1945
Op mijn verjaardag in een bosch geslapen. Het heet hier Gudmansgrun(of Haupmansgrun). Mijn twee vrienden wenschen mij proficiat in uw plaats. ......Vrouwtje gij zult vandaag zeker wel op mij denken. Ik breng den dag door pet slapen, met luizen vangen en ook met zeer grooten honger......
15 april 1945
Rond 7 uur staan we weer paraat. Ik ga naar beneden in de schuur en daar ligt een kameraad dood. Hij wordt gewoonweg in de grond gestopt.......we marcheeren zonder brood, zonder drinken verder...., langs binnenwegen en kleine dorpjes. De menschen staren ons met medelijden na, ik zie hier veel vrouwen in den rouw. We komen aan een koolzaadveld en vlieger er in gelijk leeuwen. Dat graan smaakt goed. .....
18 april 1945
Ik heb slecht geslapen, te weinig plaats en ook te hard, want er ligt geen stro onder mijn rug. De luizen laten mij ook niet met rust. Mijn gansch lichaa is één luizenbeet. Er staan verschillende ketetels dikke macaroni. Ik schuif ook aan maar ik weet niet wat er eigenlijk gebeurt : ik zie mijn beurt maar niet komen.......en waarlijk tegen dat het aan mijn beurt komt is er nietsmeer. Wat een ongeluk... ..... vrouwtje, waarom ben ik zo gestraft. Dan worden de nummers opgenomen van diegenen die niets bekomen hebbeb maar er staat er in plaats van 30 wel 67. En zoo zijn er altijd die slachtoffer zijn door de hgulzigheid van eenige slokkers. Dus eet ik maar met weemoed en tranen in de oogen de rest van mijn brood op met een slokje water..........
Wanneer ik deze woorden schrijf in hetzelfde grote bosch et het boekje op mijn knie wordt er duchtig gemitrailleerd......Nu nog dees : 4 gevangene, Polen of Russen, hebben in den kelder ingebroken van een boer nevens ons en hebben daar vleesch en ik weet niet wat allemaal gestolen, ze worden nu omver geschoten en in den grond gestopt. .....
19 april 1945
Redelijk vroeg wakker......
Hier eindig het dagboek. Er zijn enkele bladeren verloren gegaan......
Er werd een plan getekend aan de hand van dit dagboek en de getuigenissen van andere gevangenen......
Het boekje zelf is een onooglijk ding :2 metalen blaadjes van 6 op 6cm. Ongeveer, aaneengehouden door een koordje dat door gaatjes werd gestoken. Op he bovenste bladje staat de belgische vlag geschilderd en zijn nr.....(hoe ?)
In het boekje zitten dus kleine papieren blaadjes met een stompje potlood beschreven (bijna niet meer leesbaar). Er staan ook heel veel adressen in en recepten, smeekbeden, woorden gericht aan geliefden.....
Het boekje is mijn relikwie. Ik heb veel schrijnende verhalen weggelaten.
Dus na de oorlog werd het dagboek aan mama overhandigd door Arthur.......( ‘k ga geen namen noemen) Ze heeft het laten overtikken zodat ik het ook op groter formaat heb.
Na de oorlog is mama dus héél erg ziek geworden, dat vertelde ik ook al. Ze had een kropgezwel dat naar binnen aan ’t toegroeien was, ze was aan ’t stikken. Een dringende maar uiterst gevaarlijke operatie drong zich op met een zééér lange revalidatie. Mama werd geopereerd onder plaatselijke verdoving, ten eerste, ze woog maar 40kg. Meer en ten tweede, ze moest af en toe praten om te beletten dat haar stembanden niet zouden geraakt worden.
Mijn zusje kon op de buiten terecht, maar ik was schoolplichtig en ze wou mij dicht bij haar. Af en toe mocht ik haar bezoeken.
IK heb een tijdje gewoond bij een oude mevrouw waar ik niks anders mocht doen dan lezen, huiswerk maken en stil zijn. Ik was er doodongelukkig.
Het enige lichtpuntje was : als ik van school kwan voorbij de kazerne in Berchem, hingen de soldaten door de getraliede ramen en gooiden schocola en kauwgum naar buiten. Lekker !!!! Er is verandering in gekomen want mama zag wel dat er iets niet klopte. Ik werd dan bij de concierge van de school ondergebracht. ‘k Had daar een hele fijne tijd want als de kinderen naar huis waren had ik de speelplaats voor mij allen en mocht ik steppen op een oude step die die mensen uit de kelder hadden opgediept. ‘k Kon ook nooit te laat in school zijn en was altijd als eerste thuis. Daar heb ik hele goeie herinneringen aan.
De vakanties waren voor de buiten.
Daar waren ondertussen engelsen en canadezen die in de omliggende weiden tenten hadden opgetrokken. Wij kinderen mochten daar vaak naartoe om brood, melk, eieren en fruit te brengen. Die soldaten zagen ons maar wàt graag komen maar we verstonden er geen fluit van.
Op een keer nam één van die mannen mij op en zette mij op de uitgeklapte camion. Ik brulde gelijk een varken, ‘k zal gedacht hebben dat die mij ging meenemen. Waarschijnlijk had die jongen misschien zelf zo’n klein meisje thuis en wilde me een plezier doen. Met grote ogen van schrik zette hij me gauw terug neer....en ik spurtte in één adem naar het veilige boerenhuisje.
Mama genas stilaan en we woonden weer bij haar na verloop van tijd. Ze had de klik gemaakt om alleen nog voor haar kinderen te leven. Maar ze had het héél moeilijk om de touwtjes aan elkaar te knopen. Ze had maar een héél klein pensioentje en moest gaan bijwerken in een wasserij : héél zwaar werk aan de mangel.....
In die wasserij ben ik ook nog gaan werken, zijnde 10/11 jaar...
Dit verhaal hou ik voor volgende keer.
Tot dan
ELSKE
WE LEVEN ALLEMAAL ONDER DEZELFDE HEMEL MAAR WE HEBBEN NIET ALLEMAAL DEZELFDE HORIZON (K. Adenoauer)
-
Fokke - Lid geworden op: 05 aug 2004, 11:09
- Locatie: Noorderkempen
Ik ben van '40. Onze boerderij stond aan een kruispunt (Gent-Oudenaarde en Deinze-Gavere) en op het einde van de oorlog zaten de Duitsers bij ons op het hof. Bij de bevrijding kwamen de Canadezen. Ik werd blijkbaar zo een beetje vertroeteld, zowel door de Duitsers als de Canadezen. Toen de Duitsers in '44 de aftocht bliezen gooiden ze al hun overtollige munitie in een gracht, zo een 100 meter van de boerderij, en staken alles in brand. Dagenlang ontploften de granaten en kogels en die maakten grote gaten in de muren. Ik herinner me nog hoe we met al ons vee wegvluchtten, terwijl de kogels boven ons vlogen. Een grote camion vol met legerspullen werd in de wei op zo een tien meter van de boerderij in brand gestoken en die heeft dagenlang gebrand. Het wrak heeft daar nog zeker een jaar blijven staan.
Enkele dagen later kwamen de Canadezen, een hele colonne, vanuit Deinze het erf opgereden. Ze hadden ook drie kleine tanks bij, met rupsen, en luchtafweergeschut. Ze kookten in het ovenbuur en hun geweren en voorraden stonden in een deel van de kiekenhangaar. Die geweren stonden in zo een rek. Ze kookten veel ingeblikt voedsel en ik mocht meestal meeëten. Het was veel lekkerder en gevarieerder dan onze keuken. Bij ons waren het altijd boterhammen met smout, 's middags gekookte patatten met geregeld vlees en 's avonds toatjespap of zoetemelkpap met brokken
Ik sliep bij mijn oudste broer. Op een morgen werden we wakker van het afweergeschut dat naast het ovenbuur stond opgesteld. Mijn oudste broer (die was toen 13 jaar) ging kijken en ik wou mee maar ik mocht niet van hem. Maar ik ben toch gaan zien! Toen de Canadezen ons na enkele maanden verlieten mochten we allemaal een ritje meedoen op het erf in één van die tanks. Tijdens de laatste rit reden ze een hoek uit de koeienstal en mijn vader was heel kwaad. (Wij pachtten die boerderij!).
Enkele tijd later zag ik een grote viermotorige bommenwerper van oost naar west heel laag over de bomen vliegen. Eén schroef stond stil en één motor brandde. Later hoorden wij dat hij een tiental kilometer verder, in de buurt van Deinze neergestort was. Er zouden heel wat doden geweest zijn.
Ook mocht ik eens mee gaan kijken naar een jachtvliegtuig dat een noodlanding gemaakt had in een akker. De schroef was kapot en de wielen waren niet te zien. De piloot had het overleefd. Ooggetuigen hadden verteld dat die piloot, als eerste daad na de landing, in de gracht een kakske had geplaçeerd...
Enkele dagen later kwamen de Canadezen, een hele colonne, vanuit Deinze het erf opgereden. Ze hadden ook drie kleine tanks bij, met rupsen, en luchtafweergeschut. Ze kookten in het ovenbuur en hun geweren en voorraden stonden in een deel van de kiekenhangaar. Die geweren stonden in zo een rek. Ze kookten veel ingeblikt voedsel en ik mocht meestal meeëten. Het was veel lekkerder en gevarieerder dan onze keuken. Bij ons waren het altijd boterhammen met smout, 's middags gekookte patatten met geregeld vlees en 's avonds toatjespap of zoetemelkpap met brokken
Ik sliep bij mijn oudste broer. Op een morgen werden we wakker van het afweergeschut dat naast het ovenbuur stond opgesteld. Mijn oudste broer (die was toen 13 jaar) ging kijken en ik wou mee maar ik mocht niet van hem. Maar ik ben toch gaan zien! Toen de Canadezen ons na enkele maanden verlieten mochten we allemaal een ritje meedoen op het erf in één van die tanks. Tijdens de laatste rit reden ze een hoek uit de koeienstal en mijn vader was heel kwaad. (Wij pachtten die boerderij!).
Enkele tijd later zag ik een grote viermotorige bommenwerper van oost naar west heel laag over de bomen vliegen. Eén schroef stond stil en één motor brandde. Later hoorden wij dat hij een tiental kilometer verder, in de buurt van Deinze neergestort was. Er zouden heel wat doden geweest zijn.
Ook mocht ik eens mee gaan kijken naar een jachtvliegtuig dat een noodlanding gemaakt had in een akker. De schroef was kapot en de wielen waren niet te zien. De piloot had het overleefd. Ooggetuigen hadden verteld dat die piloot, als eerste daad na de landing, in de gracht een kakske had geplaçeerd...
Weet dan dat uw stem door niemand wordt aanhoord zolang ge stamelend bidt en bedelt bij de poort!