de tijd van toen 70+ /TE BEWAREN

Hier mag je praten, grappen maken, vertellen over alles.
Een humorist is iemand wiens vrolijkheid van zijn hart naar zijn hersenen is verhuisd. (Otto Weis - 1847)
amadee

12 mei 2009, 09:08

Goeiedag,

Jeronimo, ge hebt frère-Jacques-dormez-vous vergeten. Sur le pont kende ik ook nog, en dat waren dan de enige liedjes in 't frans die ik mij herinner, maar als we wat gedronken hadden zongen we wel eens "Allons citoyens, fermez les pantalons".
Fokke, ik ken die kant , daar aan de Warande in Turnhout zeer goed. De kleine parking, tegen de spoorlijn, waar ge gratis kon parkeren, de lagere school met daar tegenover de lange hoge blinde muur van de gevangenis, daar ben ik eens iemand in zijn cel gaan bezoeken, en dan St Victor, de grote parking, de Warande en het gerechtshof.
Het parkeren op die parking heeft me ooit winst opgebracht. Ik stak 5 fr in het automaat, en kreeg 3 stukken van 5 fr terug en een bonnetje om een half uur te parkeren. Een hollander achter mij stond zeer geïntresseerd toe te kijken en wou weten hoe ik dat deed. Ik zei maar dat dat normaal was, een soort gokautomaat, om het bezoek aan Turnhout te promoten.
Tot noggis.
-----------------
en als we dood zijn groeit er gras op onzen buik
amadee

12 mei 2009, 22:58

Goeiedag,

Jokke, het is al een tijdje geleden dat ik Abraham heb gezien (zeggen ze dat bij jullie ook? Ik was 6 jaar in 1933 toen ik mijn "studies" begon in Sint-Edward in het 2e klasje, en ik eindigde er 11 jaar later enkele maanden voor de duitsers de plaat poetsten in 1944. Dan kunt ge uitrekenen. Ik zat een jaar te vroeg, maar ik was toch nog de oudste van de 4 in dat geval, en alle 4 bleven we onafgebroken samen die 11 jaren lang. Bij de Broeders van Liefde.
Ik wou hier aanvankelijk
amadee

12 mei 2009, 23:10

Opnieuw ne goeien avond,

Wat ik aanvankelijk wou zal ik op nen andere keer vertellen. Ik heb weer een verkeerd maneuver gemaakt en ...joeps... mijn tekst verdween en werd onherroepelijk geplaatst.
Tot de volgende keer dan maar, ik schei er uit voor vandaag.
---------
Aan de andere kant van de heuvel, 't is daar wel groener, maar het regent er altijd, ik vind het hier nog zo slecht niet.

Fokke
Lid geworden op: 05 aug 2004, 11:09
Locatie: Noorderkempen

13 mei 2009, 00:10

amadee schreef:Opnieuw ne goeien avond,

Wat ik aanvankelijk wou zal ik op nen andere keer vertellen. Ik heb weer een verkeerd maneuver gemaakt en ...joeps... mijn tekst verdween en werd onherroepelijk geplaatst.
Tot de volgende keer dan maar, ik schei er uit voor vandaag.
---------
Aan de andere kant van de heuvel, 't is daar wel groener, maar het regent er altijd, ik vind het hier nog zo slecht niet.
Dat is niet erg, Amadee. Ik wil er voor tekenen dat ik op mijn 82 nog zo bij de zaak kan zijn! 8O :lol:
Weet dan dat uw stem door niemand wordt aanhoord zolang ge stamelend bidt en bedelt bij de poort!

jeronimo
Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
Locatie: pajottenland

13 mei 2009, 22:56

Amadee, ik volg u met een verschil van 6 jaar.
Ik wil tekenen om zo'n geheugen op mijn 82. proficiat.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.

Fokke
Lid geworden op: 05 aug 2004, 11:09
Locatie: Noorderkempen

13 mei 2009, 23:12

jeronimo schreef:Amadee, ik volg u met een verschil van 6 jaar.
Ik wil tekenen om zo'n geheugen op mijn 82. proficiat.
Als ik dat hier allemaal lees dan ben ik met mijn 68 nog ne jonge mens! :lol:
Weet dan dat uw stem door niemand wordt aanhoord zolang ge stamelend bidt en bedelt bij de poort!
amadee

15 mei 2009, 17:52

Goeiedag,

Elf jaar Broeders van Liefde. Ergens, hier op dit net, in een forum las ik: "Ik heb 2 jaar bij de Broeders van Liefde gezeten, dan kunt ge 't wel weten". Wat we precies kunnen weten, kunnen we dan, naargelang onze ingesteldheid, aan onze fantasie overlaten. Sommigen denken aan de Inquisitie, anderen aan sexueel getinte bezigheden, de meesten aan beiden.
Op St Edward werden we gebrainwasht: talen, geschiedenis, traditionele wiskunde, en ga zo maar door; en als ge niet genoeg punten had op het examen, mocht ge niet hogerop, dan weet ge 't wel.
Ik kan echt niet zeggen of er vieze boekskes onder de matras van de broeders lagen; verbod van op hun kamer tekomen!!! En iets anders in dien aard, ik weet het niet, het lag toen echt niet in onze belangstelling, de daarin wel geïnteresserde dame zal ik moeten ontgoochelen, sory. Toch heb ik iets waar verdere bespiegelingen aan kunnen gemaakt. De Venant en de Neus lieten zich wel eens verleiden om een partijtje voetbal mee te spelen. Die jonge gezonde broeders kont ge niet aan de leiband houden zeker! Ze trokken hun rokken op !!! En zo heb ik ne keer de Venant met een fantastische shot een goal zien maken, zodat men zijn blote knieën kon zien!!! of toch één van de 2. Meer moet ik niet zeggen zeker. Het is niet veel, maar hier kunnen jullie iets verder.
Het regen ondertussen niet meer, ik ga eventjes naar buiten, en na het eten kom ik hier terug.
Tot dan.
amadee

16 mei 2009, 13:18

Goeiedag,

Van het Schaap in de lagere school heb ik leren schrijven, maar tot miojn eigen ergernis maak ik nog altijd dt-fouten. En van de Neus heb ik met een schrijfmachine leren werken, maar ik tip er nu meer naast dan der op.
Het Schaap, de Neus, de Venant, den Beet, de Swis, Het Zweetgat, den Os, de Knor, Patje de directeur, het zijn zowat de namen die ik nog uit mijn geheugen kan halen van de broeders, allen in zwarte rokken en met een levensgrote volwassen paternoster rond de lenden. Behalve een keer tijdens de mobilisatie in 1939-40, toen een paar broeders werden opgeroepen in het leger. Zij verschenen fier in uniform en zagen er ineens heel veel jonger uit. Ik denk dat in het leger niet onmisbaar waren, want zeer tot hun spijt, waren ze na korte tijd terug in hun gewone doen.
Maar in 1942 gebeurde er iets zeer opmerkelijks bij de lessen duits.
Dat is iets voor de volgende aflevering.
Tot fleus.
amadee
amadee

17 mei 2009, 00:17

Goeiedag,

In 1942 - of was het al 1943 - kregen we een nieuwe leraar duits. Misschien moest de broeder die duits gaf vervangen worden, misschien voldeed hij niet, veel uitleg kregen we niet, maar ineens was hij er een nieuwe leraar duits, geen broeder, een burger. Niet nadat den Beet ons ongewoon ernstig waarschuwde dat de eerste die ook maar iets bij die leraar zou mispeuteren, hij - den Beet - met hem zou te doen hebben, hij zou het van nabij in het oog houden.
Het was Professor Straszer, zo moesten we hem noemen, een duitser, of liever: een oostenrijker (een duitser was een vijand, van een "goeie" duitser werd dan maar gezegd dat het een oostenrijker was).
Zomer en winter, hij kwam altijd te laat en ging altijd vroeger weg. Zijn
entree in de klas gebeurde met hetzelfde ceremonieel. Om de klassen te bereiken moest men de speelplaats over. En vanuit de klassen kon men de speelplaats heelemaal overzien. Als wij al allemaal binnen in de klas waren, pas dan verscheen de professor op de lege speelplaats Altijd met een regenjas netjes gevouwen op de arm. Even later zagen we hem op de gang aankomen.
De jongen die het dichtst bij de deur zat hield de deur voor hem open, wij stonden dan allen samen recht en zeiden samen: "Guten Tag, Herr Professor. Waarop hij dan weer: "Guten Tag, liebe Jungen." Hij zette zijn aktentas neer en legde zijn jas, steeds mooi gevouwen op de stoel, nooit aan de kapstok.
Het was een lieve vriendelijike man. Wij leerden dat het duits ook zacht kan uitgesproken worden, en dat het dan een mooie taal is. Er werd nooit iets tegen hem ondernomen. Eén keer gebeurde het dat hij ons schaapachtig zagen glimlachen. "Was ist da, warum haben Sie spasz". Er stak een stuk hemd door zijn gulp. "Ihre Hose...", het was zijn beurt om schaapachtig te glimlachen.
Hij stopte met de lessen enkele minuten te vroeg, en ging weer eenzaam de grote speelplaats over en verdween. De waarheid kwam stilaan aan het licht: Straszer was een jood. Van waar hij kwam is steeds geheim gebleven; niemand kon zeggen van waar hij kwam. Logeerde hij in het klooster bij de boeders?? En dat gedoe met die jas werd ook duidelijk: op de gabardine was de gele jodenster genaaid, zoals dat door de duitsers werd verplicht.
Toen de geälieerden geland waren in Normandië en door Frankrijk naar het Noorden optrokken, werden de duitsers heel zenuwachtig, en er werd nog maar eens jacht gemaakt op de weinige joden die er in Antwerpen nog konden rondlopen. Professor Straszer verdween en dook onder. Later heb ik vernomen dat hij gezond en wel de oorlog heeft overleefd; zijn vrouw en kinderen waren al eerde in veiligheid gebracht.
Dat was voor vandaag.
Daag.
amadee

17 mei 2009, 17:22

Goeiedag,

Er zijn zo van die dingen die vroeger gebeurd zijn, die ik heb meegemaakt, maar waarvan ik me eigenlijk alleen maar van herinner dat het gebeurd is maar verder niets, een blanco blad. Zoiets is de ontruiming van het eilandje.
Het was me dunkt in 1943 of 44 zo naar het einde van de oorlog toe. Het eilandje is een bekende volkswijk van antwerpen, die ook tegenwoordig geregeld in het nieuws is; een scharnierwijk tussen 't stad en de haven. Voor de rest ga ik de geschiedenis en zo hier niet beschrijven. De huizen moesten ontruimd worden, voor wie en waarom, 'k zou het niet kunnen zeggen. De hoogste 2 klassen van StEdward moesten daarbij helpen. Ik geloof dat toen we er aankwamen de meeste huizen al ontruimd waren, ik meen ook dat er weinig volk te zien was, ook geen duitsers, en dat we de ons aangewezen huizen totaal moesten leegmaken en naar een plaats ergens in de stad moesten vervoeren met de middelen van vervoer die ons ter beschikking werden gesteld: stootkarren en platte wagens. Platte wagens zoals die in de haven van oudsher werden gebruikt en getrokken werden door paarden; maar wij kregen er de paarden niet bij. We moesten die platte wagens zelf duwen. (??)
De rest is gissen. Deden we dat in één dag, of waren het er meer?? Hoe gingen we er naar toe?? Moesten we boterhammen meebrengen??
Heel veel vragen, en ik zou het op prijs stellen wanneer iemand uit de bevolking opstaat, iemand uit Antwerpen, die er meer van weet en dat eens komt vertellen. Mijn geheugen laat me in de steek.
Een magere bijdrage, ik weet het, maar ja.
Daag; amadee.

jeronimo
Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
Locatie: pajottenland

17 mei 2009, 17:44

Amadee,
Uw geheugen laat u in geen geval in de steek. !!
Ik denk dat uw geheugen een bodemloze put is.!!
Dat er gaatjes in de kaas komen is toch normaal.
Zonder u was deze topic ten dode opgeschreven en
nu maar wachten op andere 70+ ers om iets uit hun
jeugd naar boven te halen.
het aantal lezers bewijst dat men graag leest wat niet
in de geschiedenis boeken staat.
Doe zo voort man.!!
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
amadee

17 mei 2009, 18:31

Goeiedag,

Op onze weg naar de school waren we nooit alleen. Ik woonde op een 500m vooraan in de Van Straelenlei. Met den John was ik het best bevriend. Die woonde vanachter in de straat. 11 jaar lang legden we samen de weg af, den John was vanaf het eerste klasje vertrokken, ik was pas in het tweede klasje op den "trein" geprongen. We kregen het gezelschap van de Jos, die iets verder woonde in het Lebaudystraatje, zijstraat van de Borrewaterstraat vlakbij de school waar SDW naar school ging (hallo Sylvain). Onderweg kregen we nog wel gezelschap, maar het meest was ik op stap met de John met de Jos.
In de klas zat ik meestal naast de Jos. Dat zat zo: de Jos was de zoon van een viswijf. Opgepast!! dat woord moogt ge niet verkeerd of discriminerend opvatten, de moeder van Jos had nu eenmaal het eerbaar beroep van vis-verkoopster. Of moet ik visvrouw zeggen. In de Vlaanders is er niets verkeerds aan een wuf of een wijf. Onze bovenbuur-vrouw was van Eeklo, en "het wuf" was een beschaafd woord.
Maar goed: de Jos woonde in een viswinkel. En dat kon men rieken. Ik was de enige die zonder bezwaar naast de Jos wou zitten. De Jos was eigenlijk te braaf voor deze wereld. Hij reklameerde nooit. Als er iets verkeerd was gebeurd in de klas werd hij nogal dikwijls door de leeraar beschuldigd. Nooit zou hij iemands aangegeven hebben; hij nam gelaten nog maar eens de schuld op zich, ook al moest hij een paar bladzijden straf schrijven. Zo gaf hijzelf eigenlijk een verkeerde indruk.
De weg naar school liep over de Bredabaan, nu een vreselijk drukke weg, maar toen was er niet zoveel verkeer. Onderweg deden we soms een spelleke. Dat betekende niet veel, niets in vergelijking met den buiten. Dat kon soms auto's tellen zijn; maar het titsen tellen stond al op een hoger peil. Een tits is een strohoed, en voor de oorlog werd die in de zomer wel eens gedragen. Het tellen van een tits werd geregistreerd door de rechterduim op de onderlip nat te maken, vervolgens in de linkerhandpalm te duwen en met de vuist te bevestigen. Tien titsen was een zeer hoog cijfer.
Tot de volgende keer.
amadee

18 mei 2009, 00:25

Goenavond,

Ik herhaal;
In de jaren 30 werd er in de zomer door mannen-die-hun-wereld-kenden een frivole tits gedragen, een strohoed dus. Er werd dan een competitie gehouden in het tellen van die titsen. Het registreren van de titsen bestond in het aan de lippen vochtig maken van de rechterduim, die duim in de linker handpalm te stempelen, en dit te bezegelen met een ferme stomp met de rechtervuist. Bij goed weer konden alzo tot 10 titsen geregistreerd worden.
Soms speelden we ook fanfare, in het naar huis gaan. De Jos nam de leiding, sloeg de maat al achteruitgaand. Den John speelde trombone en ikzelf bugel. Zo gebeurde het op een Vrijdag dat wij al spelend onze straat in kwamen, terwijl een paar vrouwen de trottoir nog aan het kuisen waren. De Jos ging achteruit recht op een volle emmer water af; van spanning van wat we zagen dat ging gebeuren speelden we harder en harder, en ja hoor, de Jos viel precies met zijn gat in den emmer.
In den oorlog heeft de Jos nog één jaar naar de middelbare geweest. Dan mocht hij niet verder studeren, hij was nochtans een redelijk goede leerling, maar misschien moest hij thuis meehelpen in de zaak. Zijn oudere broer was gedood door een bom ergens in het westen. Zijn moeder en 2 potige zusters heb ik dikwijl op de Merksemse markt gezien, vooraan met een grote kraam, paling stropend en andere dingen doen, terwijl ze luid de versheid van hun waren predikten. Maar in de oorlog, ik weet niet of er toen nog wel een markt was, misschien zelfs heelemaal geen vis.
Jaren later heb ik de Jos nog eens teruggezien. Op de markt. Bezig met een pladijs te kuisen, achter hem een bak met vriemelende palingen. Het wemelde van de klanten, het was niet de moment de Jos aan te spreken. Ik had het nochtans moeten doen, want ik hem nooit meer teruggezien, en nu zal het wel te laat zijn zeker. Het stropen van palingen zal hij wel aan een van zijn zusters hebben overgelaten.
Tot later dan maar weer.
-------------
the quick brown fox jumps over the lazy dog (Azerty)
amadee

18 mei 2009, 00:27

Goenavond,

Ik herhaal;
In de jaren 30 werd er in de zomer door mannen-die-hun-wereld-kenden een frivole tits gedragen, een strohoed dus. Er werd dan een competitie gehouden in het tellen van die titsen. Het registreren van de titsen bestond in het aan de lippen vochtig maken van de rechterduim, die duim in de linker handpalm te stempelen, en dit te bezegelen met een ferme stomp met de rechtervuist. Bij goed weer konden alzo tot 10 titsen geregistreerd worden.
Soms speelden we ook fanfare, in het naar huis gaan. De Jos nam de leiding, sloeg de maat al achteruitgaand. Den John speelde trombone en ikzelf bugel. Zo gebeurde het op een Vrijdag dat wij al spelend onze straat in kwamen, terwijl een paar vrouwen de trottoir nog aan het kuisen waren. De Jos ging achteruit recht op een volle emmer water af; van spanning van wat we zagen dat ging gebeuren speelden we harder en harder, en ja hoor, de Jos viel precies met zijn gat in den emmer.
In den oorlog heeft de Jos nog één jaar naar de middelbare geweest. Dan mocht hij niet verder studeren, hij was nochtans een redelijk goede leerling, maar misschien moest hij thuis meehelpen in de zaak. Zijn oudere broer was gedood door een bom ergens in het westen. Zijn moeder en 2 potige zusters heb ik dikwijl op de Merksemse markt gezien, vooraan met een grote kraam, paling stropend en andere dingen doen, terwijl ze luid de versheid van hun waren predikten. Maar in de oorlog, ik weet niet of er toen nog wel een markt was, misschien zelfs heelemaal geen vis.
Jaren later heb ik de Jos nog eens teruggezien. Op de markt. Bezig met een pladijs te kuisen, achter hem een bak met vriemelende palingen. Het wemelde van de klanten, het was niet de moment de Jos aan te spreken. Ik had het nochtans moeten doen, want ik hem nooit meer teruggezien, en nu zal het wel te laat zijn zeker. Het stropen van palingen zal hij wel aan een van zijn zusters hebben overgelaten.
Tot later dan maar weer.
-------------
the quick brown fox jumps over the lazy dog (Azerty)
amadee

18 mei 2009, 00:27

Goenavond,

Ik herhaal;
In de jaren 30 werd er in de zomer door mannen-die-hun-wereld-kenden een frivole tits gedragen, een strohoed dus. Er werd dan een competitie gehouden in het tellen van die titsen. Het registreren van de titsen bestond in het aan de lippen vochtig maken van de rechterduim, die duim in de linker handpalm te stempelen, en dit te bezegelen met een ferme stomp met de rechtervuist. Bij goed weer konden alzo tot 10 titsen geregistreerd worden.
Soms speelden we ook fanfare, in het naar huis gaan. De Jos nam de leiding, sloeg de maat al achteruitgaand. Den John speelde trombone en ikzelf bugel. Zo gebeurde het op een Vrijdag dat wij al spelend onze straat in kwamen, terwijl een paar vrouwen de trottoir nog aan het kuisen waren. De Jos ging achteruit recht op een volle emmer water af; van spanning van wat we zagen dat ging gebeuren speelden we harder en harder, en ja hoor, de Jos viel precies met zijn gat in den emmer.
In den oorlog heeft de Jos nog één jaar naar de middelbare geweest. Dan mocht hij niet verder studeren, hij was nochtans een redelijk goede leerling, maar misschien moest hij thuis meehelpen in de zaak. Zijn oudere broer was gedood door een bom ergens in het westen. Zijn moeder en 2 potige zusters heb ik dikwijl op de Merksemse markt gezien, vooraan met een grote kraam, paling stropend en andere dingen doen, terwijl ze luid de versheid van hun waren predikten. Maar in de oorlog, ik weet niet of er toen nog wel een markt was, misschien zelfs heelemaal geen vis.
Jaren later heb ik de Jos nog eens teruggezien. Op de markt. Bezig met een pladijs te kuisen, achter hem een bak met vriemelende palingen. Het wemelde van de klanten, het was niet de moment de Jos aan te spreken. Ik had het nochtans moeten doen, want ik hem nooit meer teruggezien, en nu zal het wel te laat zijn zeker. Het stropen van palingen zal hij wel aan een van zijn zusters hebben overgelaten.
Tot later dan maar weer.
-------------
the quick brown fox jumps over the lazy dog (Azerty)