MOPPEN (vervolg)

[E.T.]

HIJ: 'Zou je voor een miljoen met me naar bed willen?'

ZIJ: 'Een miljoen? Tuurlijk wel, geen probleem.'

HIJ: 'En voor 10 euro?'

ZIJ: 'Rot op man, wat denk je wel dat ik ben?'

HIJ: 'Dat hebben we al vastgesteld. We onderhandelen nu over de prijs.'



Uit de Moppenscheurkalender

[Oma-C]

Een oude dame wordt door een brandweerman uit haar brandende huis gehaald.
Boven op de ladder zegt de brandweerman. ''Zo oma, nu even op de tanden bijten!''
''Shit!" zegt de oude dame,'' Dan moeten we weer terug, want die liggen nog op mijn nachtkastje.''

[E.T.]

'Weet jij wat de voornaam van dokter Alzheimee was?' vraagt de ene bejaarde aan de andere.

'Nee, ik heb geen idee.'

'Pas maar op. Daar begint het mee.'



Uit de Moppenscheurkalender

[Oma-C]

Telefoon van een blondje:
Vorig jaar heb ik alle ramen in mijn huis vervangen met die dure dubbele beglazing
en energie-efficiënte vorm, en vandaag kreeg ik een telefoontje van de aannemer die ze geïnstalleerd had.
Hij klaagde dat de werkzaamheden waren voltooid een jaar geleden en ik hiervoor nog steeds niet had betaald.
Hallloooo, gewoon omdat ik blond ben, betekent niet automatisch dat ik dom ben hoor!!!
Ik zei hem : dat zal dan één dezer dagen toch wel gebeuren volgens mij.
Dus ik vertelde hem precies wat zijn verkoper me had verteld vorig jaar:
"Deze super-ramen betalen zichzelf binnen een jaar"
Halllooooo ????? En het is nu ongeveer een jaar geleden !
Er viel enkel een ijzige stilte aan de andere kant van de lijn, zodat ik maar gewoon heb opgehangen.
Hallooooo,.. Hij heeft nooit teruggebeld.

[E.T.]

Een oude boer staat op het stille perron van een provinciestadje, met een koffer in de ene, en een bijbel in de andere hand.

'Zo opa, waar gaat de reis naartoe?' vraagt een andere reiziger nieuwsgierig.

'Naar Amsterdam,' zegt de boer glunderend.
'Zuipen, gokken en achter de vrouwtjes aan.'

'Zo! En ... die bijbel dan?'

'Tja, weet u, als het er echt zo leuk is als ze zeggen, blijf ik er misschien zondag ook nog wel.'





Uit de Moppenscheurkalender

[E.T.]

Jos, een jonge veertiger, in zijn spiksplinter cabrio krijgt de politie achter zich aan. Hij gaat er pijlsnel vandoor maar rijd zich, kilometers verder, vast in een wegversperring.

'Zo mijnheer, waar gaan we zo snel naartoe? Wat heeft dit allemaal te betekenen?'

'Mijn vrouw is er vandoor met een politieman, ik was bang dat je ze wou terugbrengen!'