Historie van Nederland

Dit is de plaats voor cultuur en historie. Ook voor nostalgie en geschiedenis van steden, dorpen, kerken, rivieren, enz. kan je hier terecht.

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

21 mei 2006, 23:43

Een echte uithoek
**

Mijn bezoek aan Sint Philipsland heeft iets van een ontdekkingsreis naar het onbekende, want ik ben er nog niet eerder geweest. Van alle op deze site beschreven eilanden is Sint Philipsland, samen met Tholen waarmee het sinds 1995 één gemeente vormt, het enige waar ik vóór het begin van dit project nog nooit een voet had gezet.
**
Dat is ook niet zo moeilijk te begrijpen, als je de kaart van zuidwest Nederland bekijkt. Sint Philipsland, al sinds 1884 een schiereiland, ligt daar als een doodlopend uitsteeksel dat als een soort grote teen vanaf het Noord-Brabantse vasteland in het Zeeuwse deltagebied priemt. Een echte uithoek, waar je niet bij toeval terechtkomt maar alleen als je er iets te zoeken hebt. En veel te zoeken is er niet. Een paar polders met een dijk eromheen en twee dorpjes erin, dat is alles.
**
Dat was vroeger wel anders. Vóór de uitvoering van het Deltaplan was Sint Philipsland de belangrijkste toegangspoort naar het naburige, veel grotere eiland Schouwen-Duiveland, dat toen nog een echt eiland was en alleen over water te bereiken. Een kaarsrechte weg leidde vanaf het vasteland naar het veer Anna Jacobapolder - Zijpe, een van de drukste veerdiensten in het gebied. Binnen tien minuten bracht de veerpont je naar de overkant.
**
Sinds 1988 kun je met de auto via de Philipsdam en de Grevelingendam naar Schouwen-Duiveland rijden en laat je Sint Philipsland, letterlijk en figuurlijk, links liggen. De veerdienst vaart niet meer en sindsdien is het hier rustig geworden, heel rustig
**
De eeuwige strijd tegen het water
*********
Wonen op een eiland in het laaggelegen Nederland is een garantie voor een lange historie van strijd tegen het water. Maar hier in de delta van de rivieren Rijn, Maas en Schelde is die strijd door de eeuwen heen nog een stuk grimmiger geweest dan op de meeste eilanden elders in het land. Dat bleek tijdens de meest recente stormramp van 1953, toen hier meer dan 1800 mensen omkwamen terwijl er bijvoorbeeld op de in het noorden van het land gelegen Waddeneilanden nauwelijks sprake van problemen was. Het is geen toeval dat het wapen van de provincie Zeeland, waartoe het deltagebied behoort, een leeuw toont die oprijst uit de golven, met als wapenspreuk "Luctor et emergo" ("Ik worstel en kom boven").
De Zeeuwse eilanden, die vandaag de dag alle via dammen, bruggen en tunnels met het vasteland en met elkaar verbonden zijn, werden in de loop van de eeuwen meter voor meter door de mens aan het water ontfutseld. Het begon steeds met het omdijken van een door aanslibbing drooggevallen plaat in een van de zeearmen. Nadat de aldus ontstane polder in cultuur was gebracht werd een aangrenzend stukje buitendijks land, zodra het hoog genoeg was om ook bij vloed droog te blijven, omdijkt en was er een nieuwe polder aan het eiland toegevoegd. Zo groeiden de eilanden steeds groter en naar elkaar toe.
***
Hoe meer land er werd gewonnen, hoe minder ruimte er overbleef voor het water. De zee laat zich echter niet zomaar in een keurslijf dwingen. Met grote regelmaat spanden de elementen samen en stortten zich op deze zo kwetsbare archipel, vaak met catastrofale overstromingen als gevolg. Soms moest in vele jaren moeizaam veroverd land definitief weer aan de zee worden prijsgegeven. De landkaart van dit gebied is in de loop van de eeuwen dan ook drastisch van aanzien veranderd. Een landkaart die is getekend door de strijd van de mens tegen de natuur
***
De geschiedenis van Sint Philipsland past precies in dit plaatje. De eerste bedijking vond hier plaats in 1487, in het gebied van het huidige dorp Sint Philipsland. Dat gebeurde op initiatief van Anna van Bourgondië, die met de Zeeuwse edelman Adriaan van Borssele getrouwd was. Zij was een buitenechtelijk kind van Philips de Goede en het is waarschijnlijk dat zij bij de naamgeving van de nieuwe bedijking haar vader, die twintig jaar eerder overleed, heeft willen eren. Dat de kerk in het nieuwe land aan Sint Philippus de apostel was gewijd zal dan ook geen toeval toeval zijn geweest, evenmin als het feit dat het wapen van Sint Philipsland elementen bevat die ook voorkomen in dat van de Bourgondiërs.
***
Het nieuwe land was geen lang leven beschoren want in 1530, tijdens de stormvloed van Sint Felix ('Quade Saterdach'), braken de dijken op diverse plaatsen en liep de polder helemaal onder. Het dorp werd totaal vernield en twintig inwoners verdronken. De schade werd hersteld maar nauwelijks twee jaar later trof een nieuwe stormvloed het eiland en werd alle werk tenietgedaan. Sint Philipsland werd verlaten en prijsgegeven aan de zee.
**
Het duurde meer dan een eeuw voor er een poging werd gedaan Sint Philipsland terug te veroveren op het water. Onder leiding van dijkgraaf Johan Liens van Tholen werd in 1645 de Oudepolder bedijkt, waarin het huidige dorp Sint Philipsland werd gesticht. In de loop van de volgende drie eeuwen werden er nog vijf nieuwe polders bedijkt en aan het eiland toegevoegd, de laatste in 1935, waarmee het eiland zijn tegenwoordige omvang had bereikt. In 1884 werd het Slaak, de zeearm die het eiland scheidde van het vasteland, afgesloten met een dam. Daardoor werd Sint Philipsland het tweede van Zeeuwse eilanden dat een schiereiland werd, nadat Zuid-Beveland in 1867 door de aanleg van de spoorlijn van Bergen op Zoom naar Vlissingen aan het vasteland was vastgeklonken. In 1907 werd het Slaak verder bedijkt, waardoor de Prins Hendrikpolder ontstond en het voormalige eiland zijn uiteindelijke vorm kreeg.
***
Met het gereedkomen van de Philipsdam in 1988 werd Sint Philipsland ook naar het westen ontsloten en kreeg het een directe wegverbinding met de buureilanden Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee. Die Philipsdam was een latere toevoeging aan het oorspronkelijke Deltaplan uit 1954 en een gevolg van de politieke beslissing, die in 1976 werd genomen om de Oosterschelde niet met een dichte dam maar met een doorlaatbare stormvloedkering af te sluiten. Daardoor kon het unieke getijdenmilieu van deze zeearm grotendeels worden behouden. Om voldoende getijbeweging in de Oosterschelde te garanderen was het nodig de zeearm te verkleinen en om die reden werd hij aan de oostkant afgesloten door de Philipsdam. Deze dam scheidt dus nu het zoutwater getijdenmilieu in de Oosterschelde van het zoetwatermilieu in het Volkerak.
***

Afbeelding
Sint Philipsland in de 'Digitale Maquette van Nederland' van TerraDesk.
***
Opmerkelijk genoeg is aan de oostkant van Sint Philipsland de situatie van vóór 1884 weer min of meer in ere hersteld door de aanleg van het Schelde-Rijnkanaal, de nieuwe scheepvaartverbinding van de Antwerpse haven met Rotterdam en de Rijn. Het 120 meter brede kanaal, dat tussen 1967 en 1976 werd gebouwd op kosten van de Belgische belastingbetaler, doorsnijdt de vroegere Slaakdam en de Prins Hendrikpolder, zodat Sint Philipsland hier weer door water is gescheiden van het vasteland, slechts door een brug daarmee verbonden. Maar ondanks dat zal het toch nooit meer een echt eiland worden zoals vroeger.
*************
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

23 mei 2006, 22:04

Een dagje op Sint Philipsland
************************
Mijn trip naar Sint Philipsland, of Flupland zoals de lokale bevolking zegt, is per auto. Noodgedwongen, want sinds de opheffing van de veerdienst Anna Jacobapolder - Zijpe in 1988 kun je er niet meer met de boot heen. Tenminste, als je het toeristische fiets- en voetveer dat - alleen in de zomer - acht keer per dag over het Zijpe heen en weer vaart even buiten beschouwing laat. Maar het moet gezegd, de entree via de Philipsdam, zeer populair bij vogelspotters en daarom ook wel de 'Vogelboulevard' genoemd, en de imposante Krammersluizen heeft wel een zekere stijl. Ik laat me dan ook gemakkelijk verleiden om, alvorens daadwerkelijk voet op Sint Philipsland te zetten, even de afslag naar het uitzichtpunt bij het sluizencomplex te nemen.
***
Afbeelding.
uitkijktoren bij het Krammersluizencomplex.
***
Het is een hele klim naar het platform op de top van de massieve betonnen uitkijktoren, maar je wordt beloond met een schitterend uitzicht over de Philipsdam, het uitgestrekte sluizencomplex, het aangrenzende natuurgebied 'De Slikken van de Heen' en de eilanden Goeree-Overflakkee, Sint Philipsland en Schouwen-Duiveland. Hier zie je hoe de Hollanders dit grillige deltagebied naar hun hand hebben gezet.
****
Het Krammersluizencomplex werd tussen 1977 en 1984 gebouwd op een kunstmatig werkeiland op de Plaat van Vliet, een vroegere zandplaat in de zeearm Krammer, vandaar de naam. De sluizen waren nodig omdat er ook na de voltooiing van de Philipsdam scheepvaart tussen het buitenwater van de Oosterschelde en het binnenwater van het noordelijke deltagebied mogelijk moest blijven. Dit is namelijk een belangrijke scheepvaartroute.
***
Afbeelding.
De Philipsdam met de Krammersluizen
gezien vanaf de uitkijktoren.
****
Je ziet het er misschien niet zo aan af, maar het sluizencomplex bevat een aantal technische hoogstandjes om te voorkomen dat er bij het schutten van schepen teveel zoet water uit de Krammer in het zoute milieu van de Oosterschelde terechtkomt, of andersom. Complicerende factor daarbij is dat de waterstand in de Oosterschelde als gevolg van het getij varieert terwijl het peil aan de andere kant van de dam vast is, en er toch zowel bij eb als bij vloed geschut moet kunnen worden.

De sluizen zijn daarom voorzien van een ingenieus buizenstelsel om zoet water uit de sluiskolken weg te kunnen pompen terwijl er tegelijkertijd zout water wordt ingelaten, of omgekeerd. Daarbij wordt handig gebruik gemaakt van het feit dat zout water een groter soortelijk gewicht heeft dan zoet water, waardoor het zoete water als het ware boven op de laag zout water drijft. Om ook bij laagtij in de Oosterschelde voldoende zout water en bij hoogtij voldoende zoet water in te kunnen laten zijn grote reservebekkens aangelegd, die door middel van een gemaal op het vereiste peil worden gehouden.
***

Afbeelding.
Zicht op de vroegere Zeearm Krammer
Volkerak en het Natuurgebied
Slikken van de Heen.
***
Na mijn uitstapje naar de Krammersluizen rij ik de Philipsdam verder af tot waar de Rijksweg N657 het Schelde-Rijnkanaal kruist en sla daar rechtsaf. Al na een paar honderd meter markeert een lelijke betonnen watertoren de afslag naar het dorp Sint Philipsland, waar ik uiteraard een kijkje wil gaan nemen. Het is een lieflijk en verstild dorpje met een lommerrijk brinkje in het midden, waar de hervormde kerk staat die uit 1668 dateert. Een eenvoudig gedenkteken herinnert aan de negen inwoners van Sint Philipsland die bij de stormramp van 1953 omkwamen.
*******
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

25 mei 2006, 14:28

De dijk van de Oudepolder, de allereerste bedijking en dus de bakermat van het eiland, loopt nu dwars door het dorp en snijdt het later gebouwde deel af van het oorspronkelijke centrum. Om het verkeer tussen de twee delen wat gemakkelijker te maken is een tunneltje in de dijk gemaakt en voor Hollanders is dat toch een gek gezicht, een dijk met zo'n groot gat erin!
***
De belangrijkste blikvanger van het dorp is de korenmolen 'De Hoop', die bovenop de zeedijk staat. Het is een achtkantige bovenkruier die in 1724 werd gebouwd ter vervanging van een eerdere molen. Tot 1969 was hij nog in gebruik voor het malen van graan. In 1971 werd de molen, die in slechte staat verkeerde, aangekocht door de gemeente en vervolgens gerestaureerd. Sinds die tijd draait hij weer regelmatig. In 1980 moest de dijk waarop de molen staat vanwege de nieuwe veiligheidseisen worden verhoogd, waarbij hij op spectaculaire wijze ruim een meter omhoog moest worden gevijzeld.
**
Afbeelding.
De Nederlandse Hervormde ker
van Sint philipsland.
***
Afbeelding.
Gat in de dijk van de Oudepolder
in Sint Philipsland.
***
Afbeelding.
Korenmolen De Hoop op de dijk van Sint Philipsland.
***
Afbeelding.
De rijksweg N657 naar de Veerpont Anna Jacobapolder
Zijpe ligt er verleten bij.
***
Na een korte rondwandeling door het bescheiden dorpje stap ik weer in de auto en draai de Rijksweg op, die recht als langs een liniaal getrokken dwars over het eiland loopt en eindigt bij de veerhaven. De weg ligt er verlaten bij. Dat was vroeger, om precies te zijn vóór 1988, wel anders. De veerdienst Anna Jacobapolder - Zijpe was een belangrijke schakel in verbinding van het eiland Schouwen-Duiveland met het vasteland en het was hier vaak een drukte van belang. Tussen 1900 tot 1953 reed er zelfs een stoomtram van Steenbergen in Noord-Brabant naar Brouwershaven op Schouwen-Duiveland. Nu de veerdienst er niet meer is en het verkeer andere wegen heeft gevonden is de vroegere verkeersader overbodig en stil geworden. Er bekruipt mij hier een soort van Route 66-gevoel.
***
Voor bijna elke Nederlander van pakweg dertig jaar en ouder hebben de namen Anna Jacobapolder en Zijpe een bekende klank, omdat ze met grote regelmaat voorkwamen in de nieuwsberichten op radio en tv. Dat was dan omdat de veerdienst weer eens was gestaakt wegens storm, mist, ijsgang, te hoge of juist te lage waterstanden, zo vaak dat je je ging afvragen of er dagen waren dat het veer wél voer. Langzamerhand gaat dan in je hoofd het - door de in 2002 overleden schrijver Boudewijn Büch vaak zo treffend beschreven - verlangen groeien om naar zo'n plek toe te gaan en hem met je eigen ogen te gaan zien. Vandaag is het voor mij dan zover.
***
De rit over de kaarsrechte Rijksweg duurt nauwelijks vijf minuten. De weg eindigt abrupt bij de voormalige veerhaven op de uiterste westpunt van het eiland, zoals het hoort. De plek heeft wel wat Land's End-sfeer, Sint Philipsland's End in dit geval. Maar wat me een beetje verbaast is hoe dichtbij Schouwen-Duiveland eigenlijk is. Het Zijpe, de zeearm die de twee eilanden scheidt, is hier nauwelijks vijfhonderd meter breed. Hoe is het mogelijk dat dit vriendelijk ogende stukje water in het verleden zo vaak een onoverkomelijk obstakel bleek te zijn?
***
Afbeelding.
Sint Philipsland'sEnd
de voormalige Veerhaven
aan de overkant van de Zijpe
ligt Schouwen-Duiveland.
***
Terwijl ik de ontspannen, zongebruinde schippers op hun plezierjachten voorbij zie varen bedenk ik dat het vóór de deltadammen gebouwd werden hier gevaarlijk vaarwater was, met verraderlijke sterke getijdenstromen die geulen met een diepte van wel veertig meter uitschuurden. Dat in combinatie met de hier regelmatig voorkomende dichte mist en het altijd drukke scheepvaartverkeer maakte de korte oversteek minder eenvoudig dan het nu lijkt.
****
Afbeelding.
De Veerhaven wordt nu gebruikt
voor de opslag van markering tonnen.
**
Keeten, Mastgat, Zijpe, Krammer, Volkerak, zo'n rijtje namen van Zeeuwse wateren die je in een grijs verleden, toen die dingen nog belangrijk gevonden werden, op school uit je hoofd moest leren en die je op een blinde kaart moest kunnen aanwijzen. Maar de tijden zijn veranderd. Het veer is voorgoed uit de vaart genomen en de haven wordt nog slechts gebruikt als bergplaats voor markeringstonnen.
****
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

26 mei 2006, 16:38

De vlag van
Sint Philipsland.
***
Afbeelding
De vlag bestaat uit zeven diagonale banen in groen en geel, welke ook voorkomen in het wapen van de voormalige gemeente Sint Philipsland en in het wapen van Bourgondië.
****
Ik besluit tot een wandeling over het noordwestelijk deel van het eiland, langs Zijpe en Krammer, en loop voorbij restaurant 'Het Veerhuis' in de richting van een groepje huizen bij de dijk. Het blijkt niet zoals ik dacht Anna Jacobapolder te zijn maar het gehucht De Sluis. Het dorp waarvan de naam onlosmakelijk met de vroegere veerdienst is verbonden ligt een paar kilometer verder landinwaarts en ik bedenk dat ik, nu ik hier toch ben, er via de dijk wel eens naartoe kan lopen.
***
De dijk die Sint Philipsland omringt is een forse; het vergt 35 treden om boven op de top te komen. Dat is een gevolg van de beslissing van 1976 om de Oosterschelde niet met een dichte dam af te sluiten maar met een doorlaatbare stormvloedkering. Het water dat het eiland omspoelt staat dus in directe verbinding met de open zee. Daar de Oosterscheldekering alleen gesloten wordt als er extreem zware storm of hoge waterstanden worden verwacht moet de dijk dus veilig genoeg zijn om onder normale omstandigheden de zee te keren. Om die reden is de dijk eind jaren '70 versterkt en op 'deltahoogte' gebracht, dat is het niveau dat in het kader van het Deltaplan veilig werd geacht. Een niveau dat overigens de laatste jaren meer en meer ter discussie staat, want deze norm werd bijna een halve eeuw geleden vastgesteld, toen er nog nauwelijks inzicht was in de gevolgen van het broeikaseffect en de daarmee samenhangende stijging van de zeespiegel die in de komende eeuwen verwacht moet worden.
****
Afbeelding.
De dijk de schorren de zeilbootjes op de Zijpe
en prachtige wolkenluchten boven Noordwest
Sint Philipsland.
***
Maar ik ben niet van plan mijn goede humeur te laten bederven door dit soort sombere overpeinzingen. Liever geniet ik van mijn wandeling over de dijk, het uitzicht over het water met de vele bootjes, het zonnetje in de rug en de prachtige wolkenluchten boven het weidse landschap. En van de stilte in deze uithoek, zonder lawaai van gemotoriseerd verkeer of het gedaver van overvliegende vliegtuigen. Wat dat betreft lijkt het hier wel wat op Tiengemeten.

Wanneer ik de noordwestpunt van het eiland nader wordt die stilte wreed verstoord door een irritant gebrom dat steeds sterker wordt. Even later wordt duidelijk wat de bron ervan is: grote ventilatoren draaien op de daken van drie enorme loodsen waarin, afgaande op de lucht die hier hangt, kennelijk een intensieve varkenshouderij gevestigd is. Ik weet dat de varkens daarbinnen zonder die ventilatoren niet kunnen overleven, maar jammer is het wel. Het duurt een tijdje voordat ik het geluid en de stank achter me gelaten heb.
Een paar kilometer verderop, bij de eendenkooi van Anna Jacobapolder, verlaat ik de dijk en sla rechtsaf, het 'binnenland' in. Sinds mijn bezoek aan Ameland ben ik me gaan interesseren voor eendenkooien, deze typische, verscholen liggende plaatsen waar doorgaans een bijzondere, vaak zelfs serene sfeer hangt. Deze kooi kan echter helaas alleen op afspraak worden bezocht, aldus meldt een informatiebord bij de ingang.
Afbeelding
in de schaduw van de dijk aan de noorkant
van Sint Philipsland
rechts in de verte ligt de eendenkooi achter de bomen.
***
Na zo'n anderhalve kilometer lopen over de Noordweg ben ik dan in Anna Jacobapolder, het tweede dorp van Sint Philipsland. Het centrum wordt gevormd door de kruising van de Langeweg met de Noordweg. Veel méér is er ook niet te zien. Het is een betrekkelijk jong dorp, nog maar net anderhalve eeuw oud, evenals de gelijknamige polder die in 1847 werd bedijkt en toen de oppervlakte van het toenmalige Sint Philipsland in één klap bijna verdubbelde.
***
Afbeelding
De lange weg de hoofdstraat
vat het dorp Anna Jacobapolder.
***
Dorp en polder danken hun naam aan Anna Jacoba van Sonsbeek. Zij was de echtgenote van Willem Frederik del Campo, genieofficier en petekind van koning Willem I. Hij nam het initiatief tot bedijking van de noordelijke schorren van Sint Philipsland, samen met de bekende waterstaatkundige Abraham Caland, wiens vrouw Anna Elizabeth Schorer de eigenaar van dit gebied was, en met aannemer en financier Adrianus van Haaften.
***
Bijna vóór ik er erg in heb ben ik het dorp alweer uit en loop ik via de Langeweg de twee kilometer terug naar de veerhaven, onderwijl de indrukken verwerkend die ik op Sint Philipsland heb opgedaan. Ik moet constateren dat er niet veel 'eilandgevoel', dat typische gevoel van los te zijn van de grote buitenwereld, is blijven hangen hier. Dat is ook niet zo verwonderlijk voor een eiland dat al 120 jaar geen eiland meer is. Sint Philipsland is in de loop der jaren gewoon een stukje vasteland geworden.
**
Wat me wel getroffen heeft is de rust. Je komt hier weinig mensen tegen, en de mensen die je ziet lijken allemaal heel kalmpjes bezig met hun dagelijkse dingen. Tijdens mijn wandeling van Anna Jacobapolder terug naar de veerhaven hoef ik maar één keer opzij te stappen voor een passerende auto, een bestelbus met aanhanger en twee mannen erin, die even verderop stoppen om met borstels en water de plaatsnaamborden schoon te maken. Een activiteit die ik ergens anders nog nooit heb waargenomen. Er zijn hier geen toeristische attracties, geen stranden, nauwelijks monumentale bouwwerken of musea. Er is eigenlijk niets dat een bezoek rechtvaardigt en juist daarom is het hier zo heerlijk rustig.
**
Verder is er dat vleugje nostalgie, de herinneringen aan de tijd dat Anna Jacobapolder en Zijpe nog een begrip waren. Het illustreert hoezeer de uitvoering van de Deltawerken het leven in deze streek veranderd heeft. Sint Philipsland is weer wat het ooit was: een echte uithoek en een oase van rust in deze jachtige wereld. Hopelijk blijft het nog lang zo. Ik heb ervan genoten, maar ik denk niet dat ik hier gauw terugkom. En zo hoort het ook eigenlijk!
***
Afbeelding.
Schorren langs het Zijpe.
******************
Lange Spanjaarden gezocht...

Het gebied van de huidige Anna Jacobapolder speelde een curieuze rol in de Tachtigjarige Oorlog, de onafhankelijkheidsstrijd van de Nederlanders tegen Spanje. In 1575 kwam het hier tot schermutselingen tussen de Geuzen en het Spaanse leger, dat erop uit was de havenstad Zierikzee op Duiveland te veroveren. De haven werd echter door gewapende opstandelingen op bootjes verdedigd. Daarop selecteerde de Spaanse aanvoerder Don Requesens een duizendtal soldaten op lichaamslengte om vanaf de schorren van het voormalige Sint Philipsland door het toen nog ondiepe Zijpe naar Duiveland te waden en de stad in de rug aan te vallen. Het plan slaagde, hoewel een groot aantal Spanjaarden verdronk en Zierikzee pas viel na een beleg van tachtig dagen.
********************
http://islas.ruudbijlsma.nl/
******
Beste lezers
ik ga op vacantie van 27 mei tot en met 11 juni
dan ben ik voor u weer daar tot ziens
gr Majke
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

13 jun 2006, 15:24

Oneerlijk verdeeld
************

De Nederlandse Waddeneilanden zijn al meer dan een eeuw geliefd als vakantiebestemming, zowel bij de Nederlanders zelf als bij de inwoners van Nederland's buurlanden. Van de vijf (bewoonde) Waddeneilanden is Terschelling, na Texel, het op één na grootste. Waarom juist dit eiland zo populair is bij de toeristen moge uit deze pagina blijken.
**
Om te beginnen is Terschelling gezegend met het langste strand van alle Waddeneilanden. Aan de noordzijde van het eiland ligt maar liefst dertig kilometer prachtig wit zandstrand op de toeristen te wachten, op sommige plaatsen meer dan een kilometer breed. En aan de zuidzijde ligt de Waddenzee, een van de belangrijkste natuurgebieden van noordwest Europa. Door de langgerekte vorm van Terschelling ben je nergens op het eiland meer dan een half uurtje lopen van de zee verwijderd.
**
Terschelling heeft een aangenamer klimaat dan de rest van Nederland. De winters zijn er milder en de zomers koeler. Het hele jaar door schijnt de zon er tweemaal zoveel als op het vasteland. Ook regent het er veel minder. Verder is het eiland is een paradijs voor natuurliefhebbers en voor rustzoekers. Toch is er ook genoeg vertier op Terschelling om het tot een populaire vakantiebestemming voor jongeren te maken. En de liefhebbers van kunst en cultuur komen aan hun trekken tijdens het unieke jaarlijkse Oerol festival, waarover verderop meer.
**
Het is dikwijls oneerlijk verdeeld in de wereld. Veel plaatsen hebben helemaal niets om zich op te laten voorstaan. Terschelling daarentegen is wel heel erg rijk bedeeld!

Van strandwal tot eiland
*********************

Over de geologische geschiedenis van Terschelling kunnen we tamelijk kort zijn. Die verschilt namelijk niet wezenlijk van die van de andere Waddeneilanden. Het hele gebied is gevormd in het oud-Holoceen, de periode van 20.000 tot 5.000 jaar voor het begin van onze jaartelling. Er was toen overigens nog helemaal geen sprake van eilanden, maar van moerassig laagland in de delta van de Rijn. Een noordelijke zijarm van deze rivier stroomde juist ten westen van het huidige Terschelling uit in de Noordzee.
***
Doordat zeestromingen veel zand aanvoerden begonnen zich langs de lage kusten brede zandstranden te vormen. Vervolgens waaide de wind het zand op tot stuifduinen en naarmate deze begroeid raakten met grassen ontstond de duinenrij die zo karakteristiek is voor de Nederlandse Noordzeekust, een strandwal die het achterliggend land beschermde tegen de zee.
**
Die strandwal had echter zwakke plekken. Op verschillende plaatsen, daar waar rivieren in zee uitstroomden, was zij onderbroken. Bij zware stormen in combinatie met hoge waterstanden stroomde het zeewater door deze gaten landinwaarts en overstroomde grote gebieden achter de strandwal. Maar zolang daar weinig of geen mensen woonden was de schade minimaal. De eerste bewoners die zich hier vestigden, tegen het eind van de negende eeuw, bouwden hun nederzettingen op terpen om zich te beschermen tegen de regelmatige overstromingen.
***
Eind dertiende eeuw was de situatie ontstaan dat het gebied achter de strandwal, dat we nu kennen als de Waddenzee, min of meer permanent overstroomd was. Dat was, naast een algehele stijging van de zeespiegel, mede het gevolg van enkele zeer zware stormen, die ook de Zuiderzee deden ontstaan en de Friese Middelzee, een zeearm die reikte helemaal tot waar nu de Friese hoofdstad Leeuwarden ligt. De vroegere strandwal was daardoor een snoer van eilanden geworden, dat zich uitstrekte van Den Helder in Noord-Holland tot aan Esbjerg in Denemarken.
**
We mogen aannemen dat er toen al mensen op de strandwal woonden, want de eerste geschriften waarin sprake is van nederzettingen op Terschelling dateren uit de dertiende eeuw. Aanvankelijk leefden die bewoners vooral van de visserij, maar al vrij snel werd ook de handel een belangrijke bron van inkomsten. Terschelling was strategisch gelegen aan de vaarroute van en naar Zuiderzeehavens als Kampen, Harderwijk, Enkhuizen, Hoorn en natuurlijk Amsterdam, die zich vanaf de vijftiende eeuw begonnen te ontwikkelen tot belangrijke handelscentra. Daar kwam nog bij dat zich bij West-Terschelling een mooie beschutte baai had gevormd - de enige natuurlijke baai in Nederland - die ideaal was voor de overslag van goederen op kleinere schepen om verder landinwaarts te worden vervoerd.
**
Veel Terschellingers verdienden hun brood op zee, als visser, in de koopvaardij of in het loodswezen. Vanaf de zestiende eeuw gingen steeds meer bewoners zich toeleggen op de walvisvangst in de noordelijke wateren, die uitgroeide tot een belangrijke bron van inkomsten. Een van hen was de beroemdste inwoner van Terschelling, de zeevaarder Willem Barentsz, die in 1596 op weg ging om ten noorden van Rusland een doorvaart naar Indië te vinden. Zijn schip kwam echter vast te zitten in het arctische ijs en hij was gedwongen met zijn bemanning de poolwinter door te brengen op het eiland Nova Zembla. Hij zou de expeditie niet overleven want hij stierf tijdens de terugreis in 1597 aan de gevolgen van uitputting.
***
In de negentiende eeuw namen de zaken een ongunstige wending voor Terschelling. De handel met de Zuiderzeehavens nam sterk af en het eiland verarmde. Meer Terschellingers gingen zich noodgedwongen toeleggen op de landbouw, in de polders aan de zuidkant van het eiland die in de loop der jaren stukje bij beetje op de Waddenzee werden veroverd. Tot grootschalige landbouw is het echter nooit gekomen. Daarvoor was de ruimte te beperkt.

Begin twintigste eeuw kreeg Terschelling een regelmatige bootverbinding met Harlingen op het Friese vasteland. Daarna kon het toerisme zich ontwikkelen tot de belangrijkste bron van inkomsten voor het eiland. Vandaag de dag heeft Terschelling een totale capaciteit van 20.000 bedden in hotels, appartementen, bungalowparken en kampeerterreinen. In het toeristenseizoen groeit de eilandbevolking tot het vijfvoudige van normaal.
*******



Afbeelding
Terschelling in de 'Digitale Maquette van Nederland' van TerraDesk.
De kijkrichting is 45°
dus je kijkt naar het Noordoosten
Devirtuele hoogte ca.4.000 m
************************
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

16 jun 2006, 16:50

De vlag van Terschelling

Afbeelding.
Hoewel er meerdere verklaringen voor de betekenis van de kleuren in de Terschellinger vlag in omloop zijn is dit de meest voorkomende:
rood voor de daken,
blauw voor de lucht,
geel voor het strand,
groen voor het gras en
wit voor de branding.
**********
Speelbal van de machtigen



De strategische ligging van Terschelling aan de vaarweg naar de belangrijke havensteden in het Zuiderzeegebied en de beschutte haven maakten het eiland al snel tot een speelbal van de grote mogendheden. Aanvankelijk was het een deel van Friesland; de eerste bewoners waren Friezen die het eiland de naam Schylge of Skylge gaven. Hoewel het eiland formeel tot het eigendom van Friese edelen behoorde bemoeiden dezen zich er nauwelijks mee en gingen de bewoners zo'n beetje hun eigen gang, alsof het een onafhankelijk ministaatje was.
***
Maar aan het eind van de veertiende eeuw lieten de graven van het concurrerende Holland hun begerige ogen op Terschelling vallen. Daarop volgden twee eeuwen van regelmatig terugkerende strijd, plundering en brandschatting, tot uiteindelijk in 1615 het eiland definitief in handen van Holland kwam.
****
Daarmee was de ellende nog niet afgelopen. In 1666, tijdens de Tweede Engelse Zeeoorlog, kreeg Terschelling te maken met een inval door de Engelsen, die plunderend en brandschattend over het eiland trokken en waarbij heel West-Terschelling, met uitzondering van de vuurtoren Brandaris, in de as werd gelegd. Deze inval leidde tot de legendarische Hollandse strafexpeditie naar Chatham in 1667, waarbij admiraal Michiel de Ruyter de Theems opvoer en de Engelse vloot in haar thuishaven grotendeels vernietigde.
***
Terschelling bleef Hollands tot 1806, toen de Bataafse Republiek instortte en Nederland werd ingelijfd door het Napoleontische rijk. Het werd een koninkrijk onder koning Lodewijk Napoleon, de broer van Bonaparte, die besloot het eiland om praktische redenen bij de provincie Friesland in te delen. Een maatregel die in 1814, na de val van Napoleon, alweer ongedaan werd gemaakt. Het Voorlopig Bestuur dat na het vertrek van de Fransen werd gevormd kende Terschelling weer toe aan de provincie Noord-Holland.
***
Het was een andere bezetter, nazi-Duitsland, die in 1942 Terschelling weer bij de provincie Friesland indeelde, en zo is het tot op heden gebleven. En eerlijk is eerlijk, dat is ook wel het meest praktisch. Het eiland ligt immers veel dichter bij Friesland dan bij Noord-Holland en je kunt er alleen via Harlingen, op Fries grondgebied dus, komen. Maar de strijd tussen Holland en Friesland heeft zijn sporen nagelaten. Tot op de dag van vandaag worden er op Terschelling drie verschillende dialecten gesproken. Het dialect van het oosten van het eiland is sterk verwant aan het Fries, terwijl dat van het westen meer lijkt op het Noord-Hollandse Westfries.
***************
Een weekje op Terschelling.
*********************
Een reis naar Terschelling begint doorgaans in Harlingen. Tenzij je wilt gaan lopen, wat wel kan maar niet aan te raden is als je geen geoefend wadloper bent, want het is een zeer zware tocht. Alles werkt mee om je het gevoel te geven dat je een echte zeereis gaat maken. Allereerst de haven van Harlingen. Dat is een groot en bedrijvig havencomplex midden in het drukke stadje, waar op en rond het water voortdurend van alles gebeurt. Een heel verschil met bijvoorbeeld het vertrekpunt van de veerdienst naar buureiland Ameland, dat weinig meer om het lijf heeft dan een aanlegplaats aan de veerdam, een paar kilometer buiten het dorpje Holwerd in Noord-Friesland. Hier in Harlingen voel je je in een echt havenstadje met een lange geschiedenis.
***
Naast de veerdienst naar Terschelling vertrekt ook die naar buureiland Vlieland vanuit Harlingen en dat geeft, vooral in het zomerseizoen, extra drukte en bedrijvigheid. Naar Terschelling vaar je met de veerboten 'Midsland' en 'Friesland'. Vooral de laatste, met haar dubbele autodek, ziet er heel stoer een zeewaardig uit. Alsof zij gebouwd is voor veel langere reizen dan de twee uur die de overtocht naar Terschelling duurt.
***
Afbeelding.
De veerboot Friesland uit Terschelling
op het punt om aan te leggen
in de haven van Harlingen.
****
Dat de overtocht twee uur duurt komt niet zozeer door de afstand, maar door het feit dat de veerboot de grillig verlopende vaargeulen over de ondiepe Waddenzee moet aanhouden. Hij vaart daardoor een zigzagkoers, waarbij je het eiland Terschelling het ene moment aan stuurboord en dan weer aan bakboord kunt zien liggen. Onderweg kom je langs het onbewoonde vogeleiland Griend, waar je vaak zeehonden kunt zien liggen zonnen op het zand.
***
Afbeelding.
Kleuren en lijnenspel aan boord
van de Veerboot Friesland.
****
Maar niet iedereen reist louter voor zijn of haar plezier van en naar Terschelling. Als je op het eiland woont en je werk of je school is op het vasteland dan is die overtocht van twee uur heen en twee uur terug geen ontspanning maar een dagelijks terugkerend ongemak. Speciaal voor hen is er de snelboot 'Koegelwieck', een gestroomlijnde catamaran met water-jetvoortstuwing die de reis in minder dan een uur doet. Je moet dan wel voor lief nemen dat je niet lekker kunt uitwaaien aan dek, want op deze boot, die met een vaartje van zo'n 60 km/u over het wad raast, kun je alleen binnen zitten, als in een vliegtuig.
Afbeelding.
De Hogesnelheids Catamaran Koegelwieck.
***********************************
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

18 jun 2006, 15:29

Wat bij aankomst in West-Terschelling meteen opvalt is de vuurtoren Brandaris, die het dorpje domineert en met zijn opvallende vierkante vorm gezichtsbepalend voor het eiland is geworden. De huidige toren is de derde op Terschelling, die werd vernoemd naar Sint Brandaan. Deze onverschrokken Ierse monnik bevoer al in de zesde eeuw de Atlantische Oceaan en staat bekend als de beschermer van de zeevaarders.
**
De eerste toren werd in de veertiende eeuw gebouwd als baken om de vaarroute naar Amsterdam, tussen de eilanden Vlieland en Terschelling door, te markeren. Dat was nodig omdat de Waddeneilanden vanaf de Noordzee gezien nogal veel op elkaar leken zodat een vergissing gauw gemaakt was. Deze toren diende alleen als visueel oriëntatiepunt en er brandde geen vuur op; het was dus strikt genomen geen vuurtoren.
**
Die eerste Brandaris werd het slachtoffer van kustafslag, waardoor hij zodanig beschadigd werd dat hij in januari 1593 instortte. Direct werd besloten verder landinwaarts een nieuwe toren te bouwen, maar deze stortte al tijdens de bouw in, waarschijnlijk door gebruik van slechte materialen. De derde toren werd op dezelfde plaats gebouwd en werd in het najaar van 1594 voltooid. Dat is de Brandaris die er vandaag de dag nog staat en die daarmee de oudste en tevens de bekendste vuurtoren van Nederland is.
****
Afbeelding.
De haven van West-Terschelling met de Vuurtoren Brandaris.
***
De Brandaris fungeerde als echte vuurtoren tot het midden van de achttiende eeuw, maar niet echt tot volle tevredenheid. De kaarslamp waarmee hij was uitgerust gaf veel te weinig licht. Zijn functie werd overgenomen door een vuurbaak op een naburig duin, omdat men het niet erg praktisch vond om bovenop de toren een kolenvuur brandende te houden. Maar in 1835 kreeg de Brandaris weer verlichting en werd hij, als eerste vuurtoren in Nederland, uitgerust met een draaiende Fresnel lens. In 1907 kreeg de toren elektrische verlichting, waarvoor Philips een speciale lamp, de 'Brandarislamp' ontwikkelde.

Tegenwoordig is de Brandaris uitgerust met radar om de scheepvaart op de Noordzee en de Waddenzee in de gaten te houden. De Nederlandse Kustwacht heeft hier een waarnemingspost die 24 uur per dag bemand is en er is een weerstation van het KNMI op de toren gevestigd. Door al deze activiteiten is de markante toren helaas niet toegankelijk voor het publiek. Tenzij je gaat trouwen, want de gemeente Terschelling heeft de eerste verdieping van de Brandaris aangewezen als officiële trouwlocatie.
****
Afbeelding.

De levendige Haven van West-terschelling.
****
West-Terschelling is de grootste plaats van het eiland en ook de echte 'hoofdplaats', waar sinds 1814 het gemeentebestuur zetelt. Hier vind je het Maritiem Instituut Willem Barentsz, de zeevaartschool die ruim 125 jaar geleden op Terschelling gevestigd werd, en het cultuurhistorisch museum 't Behouden Huys, vernoemd naar het huis dat Willem Barentsz op Nova Zembla bouwde om de poolwinter in door te brengen. Verder biedt West, zoals het hier kortweg genoemd wordt, een ruime keuze aan winkels, cafés, restaurants en dancings, waardoor het een levendige plaats is met veel vertier voor jong en oud.
***
Afbeelding.
Extra drukte aankomst van de Veerboot Friesland.
****
Afbeelding.
De vuurtoren domineert West-Terschelling.
***
De tweede plaats qua grootte is Midsland dat, zoals al uit de naam blijkt, ongeveer in het midden van het eiland ligt. Wel een stuk kleiner en rustiger dan West, maar met een gezellige dorpsstraat waar het 's zomers op de terrassen van de talrijke cafés en restaurants goed toeven is. Vóór de zetel van het eilandbestuur in 1814 naar West-Terschelling werd verplaatst was Midsland de hoofdplaats van het eiland en de woonplaats van de drost.
Afbeelding.
Dorpsstraat van Midsland.
***
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

20 jun 2006, 14:33

De overige dorpen op Terschelling zijn niet veel meer dan gehuchten. In Formerum staat de enige molen van het eiland, die vroeger graan maalde maar nu in gebruik is als koffiehuis en daarom tegenwoordig 'Koffiemolen' heet. Hier is ook het bedrijf gevestigd dat cranberries of veenbessen verwerkt tot diverse producten zoals wijn, likeur en jam. Deze bessen groeien in Nederland alleen op Terschelling en op buureiland Vlieland.
Afbeelding.
De Koffiemolen van Formerum.
**********
De oude dorpjes op Terschelling liggen achter de duinen en dus tamelijk ver van zee. Omdat de toeristen graag zo dicht mogelijk bij het strand willen zitten zijn in de twintigste eeuw een paar nieuwe 'dorpjes' in de duinen gebouwd, West aan Zee en Midsland aan Zee. Hier vinden we veel verblijfsaccommodaties: hotels, appartementen, vakantiehuisjes en campings. Voor de gezelligheid moet je echter in de oude dorpjes zijn.
***
Afbeelding.
Vakantiehuisje in Midsland aan zee Drie van de vijf kleuren
van der Terschellinger vlag rood,blauw en groen.
****
Elk jaar, halverwege de maand juni, zijn al deze plaatsen en plaatsjes het decor voor de kunstmanifestatie Oerol, een uniek festival dat zijn gelijke in Nederland niet kent. Rondom een thema dat nauw verbonden is met Terschelling vinden gedurende de tien dagen dat het festival duurt overal op het eiland honderden kunstuitingen plaats op het gebied van muziek, zang, dans, straattheater, beeldende kunst en landschapskunst, vaak met een experimenteel karakter. Het festival is vooral de laatste jaren enorm in populariteit toegenomen en wordt door tienduizenden mensen bezocht, waarmee de grenzen van wat het eiland kan verwerken bereikt lijken te zijn. Al met al is de sfeer tijdens Oerol, met al die mensen die zich over het algemeen per fiets van het ene evenement naar het andere begeven, heel speciaal.
****
Maar behalve die tien dagen in juni komen de meeste bezoekers toch vooral naar Terschelling om te genieten van zon, zee en strand. Omdat de aanvoercapaciteit van de veerdienst beperkt is wordt het nooit echt vol op het eiland en op de brede stranden heb je dan ook altijd een overvloed aan ruimte. Vooral op de meest westelijke punt van het eiland, de Noordvaarder genaamd, is het strand enorm breed en kun je jezelf in de woestijn wanen. Dit was ooit een aparte zandplaat, die halverwege de negentiende eeuw door verzanding van een stroomgeul aan het eiland is vastgegroeid. Iets soortgelijks gebeurde er aan de oostkant, waar een aantal losse zandplaten samengroeiden tot het huidige natuurgebied de Boschplaat. Door deze veranderingen is Terschelling in de afgelopen anderhalve eeuw bijna tweemaal zo lang geworden.
***
Terschelling en de cranberries

In Nederland groeien cranberries alleen op Terschelling en op Vlieland. Volgens de overlevering vond rond 1840 een jutter op het strand een houten vat. Hij nam het mee naar zijn huisje in de duinen en maakte het open. Groot was zijn teleurstelling toen het vat gevuld bleek te zijn met rode, zuur smakende bessen en hij kieperde het leeg in een duinvallei.
De bessen schoten wortel en gedijden uitstekend in de zure, kalkarme bodem en het zonnige klimaat. In 1868 werden de bessen hier ontdekt door de botanicus Holkema en vanaf 1900 worden ze door de eilanders geplukt en verwerkt tot allerlei producten zoals wijn, likeur, azijn, siroop en sap, dat een heilzame werking heeft bij nier- en blaasaandoeningen.
************

Afbeelding
Eindeloze stranden bijna voor jezelf alleen.
*****
Afbeelding.
Terschelling Bochplaat of is het Egypte?
*****
Afbeelding.
Wolkenformaties boven een natte duinvallei bij West -Terschelling.
****
Afbeelding.
Terschelling Boschplaat of toch Sahara?
******
Zoals op alle Waddeneilanden vind je aan de zuidkant van Terschelling geen stranden maar in plaats daarvan een stoere dijk, die de scheiding vormt tussen het wad en de polder. Bij Oosterend houdt de dijk op; ga je nog verder naar het oosten dan kom je op de uitgestrekte kwelders van het natuurgebied Boschplaat terecht.

Het verschil tussen wad, kwelder en polder is dat het wad bij iedere vloed, dus tweemaal per etmaal, helemaal onder water staat, terwijl de kwelder door aanslibbing al zover is opgehoogd dat hij alleen bij zeer hoge waterstanden (gemiddeld eens per tien jaar) nog overspoeld wordt. Daardoor kunnen op de kwelder zoutbestendige planten zoals zeekraal, lamsoor, zoutmelde, zeeaster en zeealsem gaan groeien. Een polder is een kwelder waar een dijk omheen is gebouwd zodat het zoute zeewater er geen invloed meer op heeft en de grond voor de landbouw kan worden gebruikt.
*****************************
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

22 jun 2006, 10:21

Eeuwenlang hebben de bewoners van deze kuststreken hun gebied uitgebreid door kwelders in te dijken en de polders in gebruik te nemen voor de landbouw. Ook bouwden ze golfbrekers van rijshout in zee om de aanslibbing en de vorming van nieuwe kwelders te bevorderen. Nog slechts een halve eeuw gelden was de verwachting dat op deze manier uiteindelijk vrijwel de hele Waddenzee ingepolderd zou worden. Gelukkig heeft men op tijd de onschatbare waarde van het waddengebied ingezien en is deze ontwikkeling gestopt. Er worden nu geen kwelders meer ingedijkt en landaanwinning vindt nog slechts op beperkte schaal plaats, met als enig doel om bestaande kwelders te beschermen tegen afslag.
**
Afbeelding.
De polderzijde van da Waddendijk
nabij Hoorn.
***
Afbeelding.
De zeezijde van de Waddendijk nabij Hoorn.
***
Afbeelding.
Kwelder nabij Hoorn.
**
Afbeelding.
Het wad bij eb.aan de horizon is nog juist de kust van Frieslend te zien.
*****
Maar of je nu voor een kort bezoek naar Terschelling komt of voor langere tijd, als je hier niet woont komt eens het moment dat je weer moet vertrekken, terug naar het vasteland. De aankomst van de veerboot, vol met mensen die hun verblijf op het eiland nog voor de boeg hebben, veroorzaakt een licht gevoel van afgunst en ook een beetje weemoed. Bleek zijn ze nog, die nieuwkomers, in tegenstelling tot de zonverbrande koppen van de mensen die vertrekken. Want dat is zeker een feit: in welk seizoen je Terschelling ook bezoekt, een paar dagen op het eiland is voldoende om je huid een paar tinten donkerder te kleuren.
****
Binnen een kwartier nadat de veerboot is leeggestroomd heeft ze al de vertrekkers alweer opgeslokt: voetgangers met rugzakken, fietsers, motorfietsen, auto's met caravans, vrachtwagens en de treintjes met de bagagewagentjes. Mensen hangen over de reling in afwachting van het vertrek. Sommigen worden uitgezwaaid door mensen beneden op de kade die nog wat langer mogen blijven. Velen van hen weten nu al dat ze hier terug zullen komen.
****
Gelukkig is de reis naar Terschelling niet meer zo'n avontuur als 500 jaar geleden. In 1507, zo lees ik ergens, vertrok ene Jacob van Zevenbergen op 8 februari van dat jaar uit 's-Hertogenbosch naar Terschelling. Wat hij daar ging doen vermeldt het verhaal niet. Hij reisde via Geertruidenberg, Schoonhoven, Gouda en Alphen aan de Rijn naar Haarlem en vandaar naar Amsterdam. Daar moest hij enige tijd wachten op aansluitend vervoer naar Enkhuizen, vanwaar een boot naar Terschelling vertrok. Vanwege stormweer kon die twee dagen lang niet uitvaren, zodat Jacob uiteindelijk op 21 februari op Terschelling aankwam. Een reis van bijna twee weken!
***
Zo lang duurt het tegenwoordig gelukkig niet meer. Dezelfde reis maak je vandaag de dag (met het openbaar vervoer) in krap vijf uur. Per auto nog een uurtje korter. De kans dat ik hier nog eens terugkom is dan ook zeer groot!
****
Afbeelding.
Avondschemering op het strand bij west-Terschelling.
*****
Het goud van de Lutine
****
In de loop van de eeuwen zijn in de verraderlijke wateren rond Terschelling vele schepen vergaan. Een daarvan was de Lutine, een Frans oorlogsschip in Engelse dienst dat, onderweg van Yarmouth naar Hamburg, in de nacht van 9 op 10 oktober 1799 tussen Terschelling en Vlieland verging. De reden waarom deze schipbreuk ruim 200 jaar na dato nog steeds de gemoederen bezighoudt is het feit dat het schip een enorme lading aan goud en zilver vervoerde, die bestemd was om de kwijnende economie in Hamburg nieuw leven in te blazen. Talloze pogingen zijn sindsdien ondernomen om het wrak te vinden en de goudschat boven water te krijgen, waarbij zelfs baggermolens werden ingezet, echter zonder noemenswaardig resultaat. De bergingspogingen gaan tot op de dag van vandaag door. Over de ondergang van de Lutine en de jacht op het goud zijn diverse boeken geschreven. Vooralsnog weigert de Lutine haar schatten prijs te geven en doet zij haar naam, die 'kwelgeest' betekent, dus alle eer aan.
*************
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

26 jun 2006, 13:39

Nederland in het klein.
******************
Texel, het grootste van de Nederlandse Waddeneilanden, wordt wel eens 'Nederland in het klein' genoemd, omdat het de belangrijkste kenmerken van ons land op een relatief klein gebied in zich verenigt. Allereerst natuurlijk de Noordzeekust die, met zijn brede stranden en duinenrijen, zo karakteristiek is voor West-Nederland. Daarachter het weidse groene polderland tot aan de horizon, met die prachtige Hollandse wolkenluchten erboven die zoveel schilders hebben geïnspireerd.
****
Maar er zijn ook bollenvelden, bossen en zelfs een stukje heuvelland dat een beetje aan Zuid-Limburg doet denken. En de dorpen, elk met zijn eigen karakter: Den Burg als het drukke en gezellige winkelhart van het eiland, De Koog als de mondaine badplaats, het bedrijvige Oudeschild met zijn haven, de rustige, landelijke dorpjes De Waal en Oosterend, Den Hoorn aan de rand van de duinen en het afgelegen De Cocksdorp op de noordpunt. Ook de minder aantrekkelijke elementen zijn aanwezig: Texel heeft verkeerslichten en er staan zelfs wel eens files, 's zomers voor de veerboot.
***
Dat alles draagt ertoe bij dat op Texel het 'eilandgevoel' misschien wat minder sterk is dan op de kleinere Waddeneilanden. Temeer ook omdat die veel verder verwijderd zijn van het vasteland. Het Marsdiep dat Texel scheidt van Noord-Holland is maar zo'n vier kilometer breed en de grote dubbeldeks rij-op-rij-af-veerboten doen de oversteek in nauwelijks twintig minuten. Elk half uur, althans in het zomerseizoen; bijna alsof je via een brug het eiland oprijdt! En tijdens de overtocht is het vasteland nooit uit het zicht.
*****
Insula Texla.
**********
Onder de Waddeneilanden, waartoe het eiland algemeen gerekend wordt, neemt Texel een bijzondere plaats in. Niet alleen vanwege zijn grootte -het is ontegenzeglijk het grootste van de Waddeneilanden- of vanwege zijn bijzondere ligging, op slechts een steenworp afstand van het Noord-Hollandse vasteland. Maar vooral ook omdat de ontstaansgeschiedenis duidelijk verschilt van die van de andere eilanden in de bekende reeks van Texel tot Rottummeroog.
**
Natuurlijk maakt ook Texel deel uit van de voormalige strandwal, die rond de twaalfde eeuw door stormen en overstromingen van het vasteland gescheiden en uiteen geslagen werd, waardoor de Waddenzee en huidige eilandenreeks ontstonden. Maar waar de andere eilanden werden gevormd door wind en water en bestaan uit zand en duinen, in latere jaren door de bewoners uitgebreid door bedijking van kwelders, gaat de ontstaansgeschiedenis van Texel veel verder terug. Tot in de prehistorie zelfs, om precies te zijn tot in het Saalien, de voorlaatste ijstijd in onze regio, die duurde van 200.000 tot 130.000 vóór het begin van onze jaartelling.
**
Tijdens deze periode strekte het poolijs zich uit tot ongeveer halverwege het huidige grondgebied van Nederland. Op diverse plaatsen is dat nog duidelijk te zien aan de heuvelruggen, die door de enorme kracht van de voortschuivende gletsjers werden opgestuwd. Deze uit keileem bestaande hoogtes lagen sindsdien als markante herkenningspunten in het vlakke en moerassige land en doorstonden de tand des tijds, terwijl het omringende land onder invloed van wind en water voortdurend veranderde. We vinden dergelijke hoogtes in onder andere in Gaasterland in Zuid-West Friesland, op de Zuiderzee-eilanden Wieringen en Urk en ook op Texel, in het gebied dat de 'Hoge Berg' wordt genoemd en wordt begrensd door de dorpen Den Burg, De Waal en Oudeschild.
**
Die naam pretendeert meer dan het in werkelijkheid is, want het gaat hier om hoogteverschillen van slechts enkele meters. Toch zijn die paar meters belangrijk, want ze betekenden eeuwenlang het verschil tussen veiligheid en door de zee verzwolgen worden. Het is dan ook geen toeval dat er hier op Texel veel eerder mensen woonden dan op wat we nu als de andere Waddeneilanden kennen. Archeologische vondsten toonden sporen van bewoning aan die dateren van ver vóór het begin van onze jaartelling.
**
Wat de ontstaansgeschiedenis betreft heeft Texel dan ook meer gemeen met Wieringen dan met de andere Waddeneilanden. Want ook Wieringen ontstond als gevolg van opstuwing door de arctische gletsjers en ook Wieringen kende al heel vroeg menselijke bewoning. Tot de twaalfde eeuw vormden beide eilanden zelfs één geheel. Aangenomen wordt dat in 1170, tijdens de zogenoemde Allerheiligenvloed, de zee een bres tussen Texel en Wieringen sloeg, het huidige Marsdiep.
**
Het is niet bekend of er ooit Romeinen op Texel hebben gewoond. Er is in elk geval nooit bewijs van gevonden. Rond het begin van onze jaartelling beschouwden zij de rivier de Rijn min of meer als de noordgrens van het Romeinse Rijk en ze waagden zich zelden in de door barbaren bewoonde verraderlijke moerassen ten noorden daarvan. Waarschijnlijk waren ze door expedities in het gebied wel op de hoogte van het bestaan van het eiland, daar in vroegmiddeleeuwse geschriften de naam 'Insula Texla' opduikt.
**
Zeker is wel dat het eiland in de Middeleeuwen, toen het nog één geheel vormde met Wieringen en Vlieland, door Friezen werd bewoond en dat het in de negende eeuw regelmatig door de Noormannen werd bezocht. De vondst van Deense munten en sieraden bij Westerklief op het huidige Wieringen lijkt zelfs te duiden op een min of meer permanente vestiging van de Vikingen op het eiland. De Wieringers zelf willen maar al te graag geloven dat de befaamde en gevreesde Vikingleider Rorik hier ooit zijn hoofdkwartier had. Op het grondgebied van het tegenwoordige Texel zijn dergelijke vondsten nooit gedaan.
**
Afbeelding.
Texelin de Digitale Maquette van nederland
van Terradesk
kijk richtingis 15 procent. dus je kijkt naar noord- noord oosten
de virtuele hoogte is ca 5.000 m.
*******
http://islas.ruudbijlsma.nl/.
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

28 jun 2006, 12:18

Terwijl andere Waddeneilanden als Terschelling en Ameland vanaf de Middeleeuwen langdurig inzet waren van de machtsstrijd tussen Holland en Friesland was Texel al vanaf eind dertiende eeuw onbetwist Hollands gebied. Het was graaf Floris V die in 1289 de hier aanwezige West-Friezen definitief onderwierp, hoewel het nog vele jaren zou duren voordat het Hollandse bestuur hier effectief gevestigd was.
***
Het luidde een lange periode van relatieve welvaart op Texel in, met name omdat het eiland beschikte over een beschutte ankerplaats voor zeeschepen. Al tegen het eind van de veertiende eeuw was de 'Rede van Texel' een begrip. Het was de plaats waar de zeilschepen voor anker gingen in afwachting van een gunstige wind om ze naar hun bestemming te brengen. In de vijftiende en zestiende eeuw lagen die bestemmingen vooral in het Oostzeegebied, maar na de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1602 werd Texel het startpunt voor vrijwel elke reis naar de Oost. In 1415 kreeg het eiland stadsrechten en daarmee is Texel de qua oppervlakte grootste stad van Nederland!
***
Texel werd ook de plaats waar de schepen het benodigde drinkwater voor hun lange reis innamen. De waterputten van het eiland leverden water van een bijzonder goede kwaliteit, dat vanwege het hoge ijzergehalte zeer lang houdbaar was. Een groot voordeel, want de reis naar Indië kon wel zes tot twaalf maanden duren. Het drinkwater, vaak wel 100.000 liter per schip, werd in vaten met kleine bootjes naar de schepen op de rede gebracht.
*****
De bemanningen van de voor anker liggende schepen schepen benutten deze laatste mogelijkheid om aan land te gaan maar al te graag om nog één keer de bloemetjes flink buiten te zetten alvorens zee te kiezen. En als de schepen op de terugweg op de rede voor anker gingen, in afwachting van een gunstige wind voor het laatste stukje naar de thuishaven, konden de matrozen nauwelijks wachten om een voorschot op hun gage te gaan verbrassen aan vers voedsel, drank en vrouwen in Oudeschild.
****
De aanwezigheid van al die schepen -regelmatig lagen er meer dan honderd op de rede voor anker- trok ook allerlei ambachtslieden en handelaars naar Oudeschild, van scheepstimmerlieden en touwslagers tot barbiers, loodsen, herbergiers, handelaren in scheepsbenodigdheden, prostituees en andere vage types. Daarnaast was het een geliefde verzamelplaats voor zeelieden die nog een schip zochten om op aan te monsteren, en voor kapiteins die nog op zoek waren naar matrozen. Kortom, Oudeschild was in die tijd een echte havenplaats met alles wat daarbij hoort.
***
De bloeiperiode duurde tot ongeveer het einde van de achttiende eeuw. Door veranderingen in de politieke en economische situatie verminderden het belang en de invloed van de Republiek der Nederlanden en het zwaartepunt van de wereldhandel had zich verplaatst naar met name Engeland. Toen in 1799 de VOC failliet ging was het met de voorspoed op Texel gedaan. De haven van Oudeschild verpauperde en de Texelaars gingen zich noodgedwongen meer toeleggen op visserij, landbouw en vooral de schapenteelt. Tot op de dag van vandaag is Texel bekend als hét schapeneiland van Nederland.
***
Om het voor landbouw bruikbare oppervlak te vergroten werd Texel in de negentiende eeuw met diverse polders uitgebreid. Al in de achttiende eeuw was een stuifdijk aangelegd naar het noordelijk van Texel gelegen eilandje Eierland en in 1835 werd de hierdoor ontstane kwelder bedijkt tot de Eierlandse polder. In 1846 volgde de polder De Eendracht, in 1847 de Prins Hendrikpolder en in 1876 tenslotte de polder Het Noorden, waarmee Texel ongeveer zijn huidige vorm en omvang bereikte.
***
Vanaf het begin van de twintigste eeuw heeft het toerisme meer en meer de landbouw en de visserij als belangrijkste bronnen van bestaan op Texel verdrongen. Vooral het dorp De Koog was en is nog steeds de belangrijkste badplaats. Het eerste hotel voor badgasten verrees hier in 1907. Tegenwoordig komen er jaarlijks zo'n 900.000 toeristen naar Texel, waarmee het verreweg het drukst bezochte Waddeneiland is. In het hoogseizoen is het dan ook gezellig druk op Texel, wat het eiland tot een populaire vakantiebestemming onder jongeren maakt. Toch is het nooit overvol, wat mede te danken is aan het feit dat de gemeente Texel de totale overnachtingcapaciteit op het eiland heeft beperkt tot ca. 45.000 bedden.
***
De vlag van Texel
******
Afbeelding.
De Texelse vlag bestaat tenminste al sinds 1705. De kleuren kwamen ook voor op een wapenschild dat boven de ingang van het vroegere weeshuis in Den Burg hing, waarop twee weeskinderen in groene en zwarte kleren stonden afgebeeld. Er heeft ook een variant van de vlag met vier horizontale banen in groen en zwart bestaan. De huidige vlag werd in 1964 tijdens een speciale vergadering van de gemeenteraad vastgesteld als de officiële vlag van het eiland Texel of Tessel, zoals het in het lokale dialect genoemd wordt.
******
Een rondje Texel.
**************
De uitdrukking 'een rondje Texel' heeft zowel binnen Nederland als ver daarbuiten een bekende klank, want onder deze naam vindt al sinds 1977 jaarlijks in juni een spectaculair zeilevenement voor catamarans plaats. De vele honderden deelnemers starten dan op het strand bij Paal 17 voor een race rond het eiland, die in ongeveer drie uur wordt volbracht. Het 'rondje Texel' is in de loop der jaren uitgegroeid tot de grootste zeilrace voor catamarans ter wereld. Voor het 'rondje Texel' dat op deze pagina beschreven wordt blijven we echter met beide benen op het land.

Een reisje naar Texel begint in Den Helder, een stad met een rijke maritieme traditie, want het is sinds jaar en dag de thuishaven van de Nederlandse marine. Om bij de veerhaven te komen die zich op het meest noordelijke puntje van het Noord-Hollandse vasteland bevindt moet je dwars door de stad, langs de uitgestrekte marinecomplexen met hun werven, kades en kazernes. Hier kom je vanzelf in de juiste stemming voor een zeereisje.

Door de bezuinigingen op de militaire uitgaven na het einde van de Koude Oorlog heeft ook de Nederlandse marine fors moeten inkrimpen. Een van de marinecomplexen is tegenwoordig zelfs omgebouwd tot attractiepark 'Cape Holland'. Maar nog altijd is dit een echte marinestad. En dat die traditie leeft blijkt elk jaar weer tijdens de Nationale Vlootdagen in juli, die zoveel bezoekers trekken dat je hier over de hoofden kunt lopen.

Eenmaal bij de veerhaven aangekomen hoef je meestal niet lang te wachten, want de veerboten varen ieder uur, en in het hoogseizoen zelfs elk half uur. Toch is dat tijdens de zomervakantie niet voldoende en dan kunnen de wachttijden nog wel eens oplopen tot een paar uur. Bij mijn laatste bezoek aan Texel is het november en is daar geen sprake van. Ik kan zó de gereedliggende boot oprijden en nauwelijks een paar minuten later vertrekt deze.

De veerboten van de TESO (Texels Eigen Stoomboot Onderneming) zijn speciaal gebouwd voor hun specifieke taak: de korte oversteek van Den Helder naar Texel. Ze zien er daarom minder 'sexy' uit dan de stoere ferry's die bijvoorbeeld naar Terschelling en Vlieland varen. Eigenlijk zijn het nogal lompe vierkante bakken, drijvende dubbeldeks parkeergarages als het ware. Maar ze kunnen dan ook zo'n 200 of 250 auto's in één keer overzetten. En in juli 2005 komt er een nieuwe boot in dienst met een capaciteit van 300 auto's.
****
Afbeelding.
De Taso veerboot Schulpengat op weg naar Texel.
*****
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

02 jul 2006, 11:36

Een echte zeereis kun je de overtocht naar Texel eigenlijk niet noemen, want vanaf de afvaart kun je de bestemming al zien liggen. Na een minuut of twintig legt de veerboot aan bij 't Horntje, een groepje huizen dat de naam dorpje nauwelijks verdient. Toch zijn hier twee belangrijke wetenschappelijke instituten gevestigd. Pal naast de veerhaven ligt het NIOZ, het Nationaal Instituut voor Onderzoek der Zee. Een klein stukje verderop ligt Alterra, een onderdeel van het Researchcentrum van de Universiteit van Wageningen. Verder heeft 't Horntje niet veel meer te bieden dan de veerhaven, een restaurant en een fietsenverhuur, want net als op de andere Waddeneilanden is ook op Texel de fiets een belangrijk vervoermiddel.
*****
Het is pas sinds 1962 dat de veerboten hier aankomen. Vóór die tijd was de veerhaven in het verder noordelijk gelegen Oudeschild. Maar door de groei van het toerisme werd de haven daar te klein. Het toenemende vervoer van auto's naar en van het eiland vereiste de inzet van grotere rij-op-rij-af veerboten en daarom werd besloten bij 't Horntje, waar ruimte te over was, een geheel nieuwe veerhaven te bouwen. Bijkomend voordeel hiervan was dat de duur van de overtocht ongeveer halveerde, omdat 't Horntje bijna op de zuidpunt van Texel ligt. Maar in Oudeschild treurde men om het verlies van de veerdienst en vreesde men het ergste voor de bedrijvigheid in het dorp.
***
Oudeschild is ook het eerste dorp dat we bezoeken. Het ligt aan de oostkust van het eiland en was lange tijd de enige plaats op Texel met een haven. Een haven die overigens pas in 1780 werd gebouwd. Vóór die tijd moesten de koopvaardijschepen op de Rede van Texel voor anker gaan, een groot gebied dat in feite de hele oostkust van het eiland besloeg. Hier lagen de schepen -het waren er vaak vele tientallen- redelijk beschut tegen de westenwinden, maar ook niet meer dan dat. Soms kon het er behoorlijk spoken!
***
Na de teloorgang van de VOC werd de haven van Oudeschild vooral het domein van de vissersvloot. Door de groei van de visserij moest de haven in 1890 worden vergroot. Vandaag de dag bestaat de Texelse vissersvloot uit zo'n 20 kotters, die zowel op de Waddenzee als op de Noordzee vissen op tong, schol, kabeljauw en haring.
***
Door het verdwijnen van de veerdienst vreesde men dat de toeristen in het vervolg Oudeschild links zouden laten liggen, maar die verwachting kwam gelukkig niet uit. Oudeschild ontwikkelde zich tot een populaire pleisterplaats voor de pleziervaart op de Waddenzee en in 1973 werd er een geheel nieuwe jachthaven in gebruik genomen omdat de oude haven te klein werd. In 2001 werd daar een nieuwe passantenhaven aan toegevoegd.
*****
Afbeelding.
Het pakhuis tegenwoordig
een Visrestaurant
aan de haven van Oudeschild.
******
Tegenwoordig heeft Oudeschild, dat verscholen ligt achter de hoge dijk, zo'n 1.300 inwoners. Een van de meest karakteristieke gebouwen van het dorp is het witte Zeemanskerkje uit 1650, zo genoemd omdat het vooral werd bezocht door zeelieden van de voor anker liggende schepen. Het kerkje bezit drie mooie kroonluchters, waarvan de eerste geschonken werd door admiraal Cornelis Tromp. Zijn eeuwige rivaal Michiel de Ruyter wilde toen niet achterblijven en schonk een nog grotere, waarop Tromp zich weer geroepen voelde een derde kroonluchter te schenken.
***
Afbeelding.
De korenmolen Traanroeier
in Oudeschild.
****
Een andere blikvanger is de korenmolen 'De Traanroeier' uit 1727, die oorspronkelijk in de Zaanstreek stond en pas in 1902 naar Oudeschild verhuisde om hier tot 1960 het koren te malen. Daarna werd de molen omgebouwd voor het opwekken van elektriciteit en werd daarmee de eerste -en enige- klassieke windmolen in Nederland die stroom leverde. Tegenwoordig is de molen onderdeel van het Maritiem & Juttersmuseum en wordt door vrijwilligers in bedrijf gehouden.
****
Afbeelding.
Het witte Zeemans kerje van Oudeschild
gebouwt in 1650.
werd vooral bezocht door zeelieden
van de hier voor anker liggende schepen.
*****
Afbeelding.
Een regenboog overspant
de Texelse Vissersvloot in de haven
van Oudeschild.
***
Afbeelding.
Het glooiende landschapin het gebied van de Hoge Berg
met de karakteristieke tuunwallen en de shapenboet.
***
De weg van Oudeschild naar de Texelse 'hoofdplaats' Den Burg voert door het gebied van de 'Hoge Berg', het oudste deel van het eiland dat tijdens de voorlaatste IJstijd door de arctische gletsjers werd opgestuwd tot een hoogte van ruim 15 meter. Het glooiende landschap is hier duidelijk anders dan op de rest van het eiland en doet sterk denken aan Wieringen. Dat is geen toeval; de eilanden zijn geologisch nauw met elkaar verwant.
***
Hier, maar ook wel elders op het eiland, zijn de zogenaamde 'tuunwallen' opvallend aanwezig. Dit zijn eeuwenoude perceelafscheidingen die zijn opgebouwd uit opgestapelde graszoden. Zij vormen een uniek leefmilieu voor bijzondere planten zoals grasklokjes en Engels gras. Nergens anders in Nederland komen dergelijke afscheidingen nog voor. Ook zie je hier enkele karakteristieke Texelse schapenboeten, waarvan de platte kant met de ingang altijd naar het noordoosten is gericht omdat op Texel de wind meestal uit het zuidwesten waait.
*******
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

05 jul 2006, 15:20

In dit gebied ligt ook het zogenaamde 'Russenkerkhof', dat herinnert aan de tragedie die zich in de laatste weken van de Tweede Wereldoorlog op Texel afspeelde. Vanaf februari 1945 was een bataljon bestaande uit ongeveer 800 Georgische krijgsgevangen onder Duitse leiding op het eiland gelegerd. Begin april van dat jaar leek een spoedige nederlaag van Duitsland aanstaande en in de nacht van 6 april kwamen de Georgiërs onder leiding van Schwalwa Loladse in opstand tegen hun Duitse superieuren.
***
Aanvankelijk leek de rebellie te slagen en enkele honderden Duitsers werden gedood of gevangen genomen, maar de Georgiërs slaagden er niet in belangrijke militaire bolwerken in de duinen te veroveren, waar de Duitsers kanonnen hadden staan. Daarmee beschoten ze de dorpen Den Burg, Oudeschild en De Waal, waarbij ook tientallen slachtoffers onder de burgerbevolking vielen. Toen de Duitsers bovendien versterkingen van het vasteland aanvoerden werden de Georgiërs in het nauw gedreven op de noordpunt van het eiland, waar uiteindelijk de resterende rebellen zich moesten overgeven of onderdoken bij de lokale bevolking.
***
Afbeelding.
Gedenksteen op het Russenkerkhof
ternagedachtenis aan de opstand van April 1945
gesneuvelde Georgiers.
*****
Bij de bevrijding door de geallieerden, die voor de rest van Nederland op 5 mei 1945 kwam maar voor Texel pas op 20 mei, bleken slechts 236 van de Georgiërs de gevechten te hebben overleefd. Zij konden spoedig naar hun land terugkeren. Hun 476 gesneuvelde kameraden liggen hier begraven op het kerkhof dat sindsdien de naam van hun aanvoerder Loladze draagt. Bij de opstand van de Georgiërs kwamen 120 Texelaars om het leven.
***
Afbeelding.
Winkelstraat ven Den Burg.
***
Vanaf hier is het maar een klein eindje naar Den Burg, de 'hoofdplaats' van Texel en met bijna 7.000 inwoners verreweg de grootste plaats. Hier is het bestuurlijk centrum van het eiland gevestigd en bevinden zich de meeste centrale voorzieningen. Een van de oudste gebouwen is de Nederlands Hervormde kerk aan de Binnenburg, die rond 1400 werd gebouwd op de fundamenten van een nog ouder Romaans kerkje.
***
Den Burg is een levendig plaatsje dat zelfs een beetje een 'stadse' indruk maakt. Het heeft een opvallend stratenplan van ringvormig rond het centrum lopende straten, een concept dat in de naoorlogse nieuwbouwwijken werd herhaald. Door het ruime aanbod aan winkels en horeca is het zeer populair bij de toeristen en daardoor altijd gezellig druk. Een van de bekendste blikvangers is het pittoreske hofje aan de Weverstraat.
***
Afbeelding.
Het fotogenieke hofjeaan de Weverstraat.
in Den Burg.
***
Een wandeling van ongeveer een half uur brengt je van Den Burg naar De Waal, met slechts 400 inwoners het kleinste dorp van het eiland. Onderweg kom je wellicht een onbeheerd staande antieke bakfiets tegen waar Texelse producten zoals schapenwol, pompoenen en bloembollen te koop aangeboden worden. Gelieve zelf het verschuldigde bedrag in een doosje te deponeren. Leuk dat zoiets nog kan in Nederland anno 2004!
***
Van een afstand is goed te zien dat De Waal, net als Den Burg, op een heuvel is gebouwd. Voordat het omringende land werd bedijkt in de vijftiende eeuw lag het dorp op een eiland, slechts door een dijk met Den Burg verbonden. Van alle dorpen op het eiland heeft De Waal het meest een uitgesproken agrarisch karakter. Hier vind je geen visserswoningen maar voornamelijk boerderijen.
****
De kerk die het dorp domineert is van recente datum. Hij werd in 1952 gebouwd ter vervanging van de oude kerk die tijdens de opstand van de Georgiërs in 1945 door de Duitsers in brand geschoten werd en helemaal afbrandde. De opvallend gevormde toren is van 1961. Het orgel in de kerk maakte deel uit van de Nederlandse inzending naar de Expo van 1958 in Brussel. Bij de bouw van de kerk stuitte men op fundamenten van een nog veel ouder kerkje, een bewijs dat hier in de Middeleeuwen al mensen woonden.
***
Verder is nog de nabijgelegen Sommeltjesberg vermeldenswaardig, een inmiddels afgegraven oude grafheuvel waar volgens een eeuwenoude legende de Sommeltjes woonden. In de Texelse volksverhalen zijn de Sommeltjes een soort kabouterachtige aardmannetjes die alleen 's nachts leven en in het daglicht in steen veranderen. Omwille van de toeristen houden de Texelaars de legende graag in stand. Vlak bij de kerk van De Waal is een eigentijds standbeeldje van twee Sommeltjes te zien.
***
Afbeelding.
Eigetijds beeldjevan de sommeltjes
in het dorp de Waal
of zo echt er uitzagen.
***
Sommeltjes
en Sammelkes

De Sommeltjes uit de Texelse legende vertonen, afgezien van de opvallende naamverwantschap, veel overeenkomsten met de Sammelkes uit de volksverhalen die op het eiland Wieringen worden verteld. In beide gevallen gaat het om goedaardige kleine, kabouterachtige wezentjes die onder de grond wonen en alleen 's nachts actief zijn. Uit deze overeenkomsten kan worden afgeleid dat de oorsprong van de legende teruggaat tot tijd dat Texel en Wieringen nog één geheel vormden, vóór de twaalfde eeuw dus. Nergens anders in Nederland komen dergelijke wezentjes onder deze naam in het lokale volksgeloof voor, wat onderschrijft dat het hier om een geïsoleerde Texels-Wieringer legende gaat.
************
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

08 jul 2006, 15:37

Vier kilometer voorbij De Waal, in noordoostelijke richting, ligt Oosterend, een rustig dorpje met pittoreske smalle straatjes rond de kerk die het hart van het dorp is. Deze kerk dateert deels uit de twaalfde eeuw en is daarmee de oudste van het eiland. In Oosterend ontmoetten de landbouw en de visserij elkaar; hier woonden van oudsher zowel boeren als vissers. Het was niet ongebruikelijk dat een boer hier ook eigenaar van een vissersboot in Oudeschild was. Oosterend had gedurende korte tijd in de negentiende eeuw zelfs een eigen haven, die in 1843 speciaal werd aangelegd voor de oestervangst. Door een sterke teruggang in deze bedrijfstak moest die haven in 1859 alweer worden opgeheven.
***
Afbeelding.
Onbemande bakfiets met Texelse producten
te koop langs de weg tussen
den Burg en de Waal.
****
Afbeelding.
Het Hogeeind de dorpstraat
van de Waal
met de opvallend gevormde kerktoren.
***
Afbeelding.
Pittoreskstraatje in het dorp oosterend.
***
Bijna helemaal op de noordpunt van Texel ligt De Cocksdorp, het jongste dorp van het eiland. Het werd gesticht na het totstandkomen van de Eierlandse polder in 1835 en heette aanvankelijk heel toepasselijk Nieuwdorp. Het werd echter al snel vernoemd naar de initiatiefnemer van de inpoldering van Eierland, de Belgische reder N.J. de Cock die na de Belgische opstand van 1830 was uitgeweken van Antwerpen naar Rotterdam.
Afbeelding.
De Kikkertstraathoofdstraat vande Cocksdorp
met de Nelderlands Hervormde kerk uit 1841 op de achter grond.
***
Lange tijd was De Cocksdorp slechts een onbeduidend plaatsje ten behoeve van de boeren die zich in de nieuwe polder vestigden. Die boeren kwamen uit het hele land, wat nog te zien is aan de namen van veel boerderijen hier zoals 'Nieuw Breda', 'Zeeland' en 'Rotterdam'. Behalve de Nederlands Hervormde kerk uit 1841 en de Rooms-Katholieke kerk uit 1877 is er niet veel te zien in het dorp, maar in de tweede helft van de twintigste eeuw heeft het toerisme ook De Cocksdorp ontdekt. In de directe omgeving liggen nu enkele grote bungalowparken en campings waardoor zich meer horeca en winkeltjes hebben gevestigd en het dorp wat levendiger is geworden. Het telt telt momenteel zo'n 1.250 inwoners.
***
Ten zuiden van De Cocksdorp ligt in de Eierlandse polder het vliegveld 'Vlijt', zo genoemd naar een boerderij die hier oorspronkelijk stond. Het werd in 1937 geopend en had in de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog zelfs een directe luchtverbinding met Schiphol die tweemaal per dag werd gevlogen. Het veld wordt tegenwoordig voornamelijk gebruikt voor de recreatieve luchtvaart, maar is ook een uitvalsbasis voor helikopters die diverse boorplatforms in de Noordzee bevoorraden. Het veld heeft twee grasbanen: 04-22 van 1.115 meter en 13-31 van 630 meter lang. Het heeft de status van internationale luchthaven en de ICAO code is EHTX. Op het veld is het Luchtvaartmuseum Texel gevestigd.
***
Op de uiterste noordpunt van Texel staat, hoog op het duin, de vuurtoren die gebouwd werd in 1864. Tijdens de opstand van de Georgiërs in 1945 is hier hevig gevochten. Een aantal rebellen had zich in de toren verschanst en bij de daarop volgende beschietingen door de Duitsers werd deze zwaar beschadigd. In het zomerseizoen vertrekt vanaf hier dagelijks een toeristische veerdienst naar het buureiland Vlieland.

Afbeelding.
De vuurtoren bij De Cocksdorp.
**********
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

10 jul 2006, 11:53

Een van de belangrijkste trekpleisters van Texel is het natuurgebied De Slufter, dat een paar kilometer van De Cocksdorp aan de Noordzeekust ligt. Hier is een natuurlijke opening in de duinenrij, waardoor tweemaal per etmaal bij vloed het zoute zeewater het achterland binnendringt en een landschap van grillige kreken en zoute plassen heeft gevormd. Het is de enige plaats aan de Nederlandse kust waar dit verschijnsel zich voordoet en deze unieke omstandigheden hebben gezorgd voor een zeer gevarieerde zoutwatervegetatie en een grote rijkdom aan vogelsoorten in het gebied. De Slufter is dan ook een begrip onder natuurliefhebbers.
***
Afbeelding.
Regenboog over de Slufter.
***
Direct ten zuiden van De Slufter ligt De Muy, een mooi natuurgebied op de grens van duinen en polder, tussen de zee en de stuifdijk die hier in de achttiende eeuw werd aangelegd om het eilandje Eierland met Texel te verbinden. Aan de zeezijde van die dijk vormden zich nieuwe duinen, aan de landzijde de kwelder die in 1835 werd bedijkt tot de Eierlandse polder. Tijdens een zware storm in 1851 werd ook hier een gat in de duinenrij geslagen waardoor het zeewater binnenstroomde. In 1878 kon de bres worden gedicht, wat bij De Slufter -gelukkig- nooit gelukt is!
***
Verder naar het zuiden gaande komen we uiteindelijk in De Koog, de enige echte badplaats van het eiland. Twee duinenrijen slechts scheiden het dorp van de zee, en daar tussenin ligt een kilometerslange camping die vooral populair is bij jongeren. De ligging, met aan de ene kant het strand en aan de andere kant het uitgaansleven van De Koog onder handbereik, is dan ook ideaal.
**
Van het oude dorpje De Koog is, behalve het piepkleine Hervormde kerkje uit 1719, weinig meer over. In de Dorpsstraat, die dankzij een ringweg tot voetgangersgebied is gemaakt, rijgen de bars, restaurants, winkels en disco's zich aaneen. De Badweg van het dorp naar het strand wordt tegenwoordig via een soort van viaduct over de duinvallei met de camping geleid. Alleen het strand is gelukkig hetzelfde gebleven, nog altijd even mooi.
***
Afbeelding.
In de natuurgebied De Muy wandelen die koeien gezellig een eindje met je mee.
****
Afbeelding.
Duinmeertje in de natuurgebiedDe Muy
bij het dorp De Koog.
***
Afbeelding.
Het Hervormde kerkje van De Koog uit 1719.
***
Afbeelding.
De Badweg in De Koog in het zachte avondlicht.
****
Hoewel De Koog met zijn ruim 1.200 inwoners qua grootte ver achterblijft bij Den Burg is het door zijn ligging direct aan zee voor het toerisme veel belangrijker. Hier vinden we dan ook de meeste verblijfsaccomodaties van het eiland; in het dorp zelf vooral in hotels, pensions, appartementen en ook veel particuliere vakantiehuizen. In de directe omgeving ligt een aantal grotere bungalowparken en campings.
***
En als voor al die duizenden verblijfsgasten het weer niet uitnodigt om op het strand te liggen biedt De Koog genoeg alternatieven. Zo is er een subtropisch zwemparadijs, een overdekte kartingbaan, er zijn tennis- en squashhallen en natuurlijk EcoMare, het natuurcentrum voor Wadden en Noordzee, dat iets ten zuiden van het dorp in de duinen ligt.
***
http://islas.ruudbijlsma.nl/
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet