Historie van Kerken.

Dit is de plaats voor cultuur en historie. Ook voor nostalgie en geschiedenis van steden, dorpen, kerken, rivieren, enz. kan je hier terecht.

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

30 okt 2005, 14:24

Onze-Lieve-Vrouw-ter-Duinenkerk

Afbeelding


De Onze-Lieve-Vrouw-ter-Duinenkerk is een typisch kerkje, in de volksmond het Duinenkerkje genoemd, gelegen in een beschermd duin- en polderlandschap aan de rand van de wijk Mariakerke in Oostende, België. Dit kerkje heeft in de loop van de geschiedenis heel wat meegemaakt, werd verschillende verwoest en telkens heropgebouwd.

Er wordt in 1071 op deze plaats voor het eerst melding gemaakt van een parochie met een kapel Onze-Lieve-Vrouw-ter-Streep door graaf Robrecht de Fries. Waarschijnlijk was het niet meer dan een grote kapel temidden enkele lage vissershuisjes. Er is nog een vermelding in 1115 van een "parochie op het oostelijk uiteinde van Testerep" (het eiland voor de kust ervan afgescheiden door een wijde kreek).

In 1171 is reeds sprake van een kerk of kapel "St. Maria" (sanctae Mariae Capella), later in 1236 "Maria de Testrep" genoemd en in 1266 "onser Vrouwe de Testreep". In 1304 is er duidelijk sprake van een kerk "Sinte Mariakerke Testrep" (beata Maria Testrep).

Bij de grote dijkbreuk van november 1334, waarbij grote stukken land door de zee verzwolgen werden en Scarphout bij Blankenberge in de zee verdween, werd "...die parochiekerke in het Dorp ter Streepe by Oostende, toegewijd aan de heilige Moeder Gods, door de zee is ingenoomen geweest ten jaere 1334,..." (zoals aangevoerd in Kronieke van Vlaenderen van de Bruggeling Nicolaas Despars, 1522-1594). De overgebleven archieven uit die tijd vermelden hier echter niets van, maar men neemt aan dat de kerk toch grote schade opliep. Hij vermeldt verder dat de parochie in 1463 de naam droeg O.L.V.-ter-Streep.

Er werd op de huidige plaats een eenbeukige bakstenen kerk en een lage toren, in gotische stijl, opgetrokken in de tweede helft van de 14e eeuw. De kerk werd op de klassieke manier georiënteerd van west naar oost, zodat het altaar aan de oostkant stond. Er waren geen nissen of zijkapellen en evenmin een sacristiegebouw. Waarschijnlijk was de toren plat (zoals de kerktorens van Damme en Lissewege), zodat er dag en nacht een uitkijk was en 's nachts een vuurbaken voor de zeelui. Deze kerk noemde 'Ste-Mariekercke'. Hieruit is dan de plaatsnaam Mariakerke ontstaan (nu een deelgemeente van Oostende). De Heren van Wijnendale, Duitse prinsen uit het Rijnland, hadden het recht een kandidaat aan te duiden voor het pastoorschap

morgen verder
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

31 okt 2005, 12:20

Afbeelding


Hoofdaltaar uit 1771In juli 1489 wordt Oostende geplunderd en in brand gestoken door aanhangers van de Duitse koning Maximiliaan I van Oostenrijk, aangevoerd door Daniël van Praet, kapitein van Nieuwpoort. Hierbij werd het ook vernield.

In 1548 wordt de kerk verwoest bij de inname van Oostende door de Engelsen en de Hollanders. Maar het kerkje wordt weer heropgebouwd in 1568.

Na de Slag bij Nieuwpoort op 2 juli 1600 trok het leger van de Prins van Oranje zich terug naar Oostende en "is ghelogeert gheweest omtrent de kercke van S. Marie by Albertus Schantse"

Tijdens het Beleg van Oostende (1601-1604), een der bloedigste episodes uit de 17e eeuw, werd het kerkje gedeeltelijk verwoest. Het Spaanse fort Sint-Albertus, opgericht in 1599, hoofdkwartier en residentie van de aartshertog Albrecht, lag er vlakbij in de duinen. In 1601, bij de aanvang van de belegering, kwam dit fort onder zwaar kanonvuur vanuit de Oostendse vesting te liggen. Er vielen meer dan honderd doden en de Spaanse regimenten waren gedwongen zich tijdelijk terug te trekken. Men neemt aan dat het duinenkerkje toen gedeeltelijk verwoest werd ("démolie par la rage des hérétiques hollandois").




Afbeelding

gedeeltelijk verwoest werd ("démolie par la rage des hérétiques hollandois"). De toren lag plat.

Na het beleg werd het kerkje, bij gebrek aan fondsen, slechts langzaam hersteld. Eerst in 1623 werd het schip bruikbaar gemaakt voor erediensten. Deze herstellingswerken waren pas voltooid in mei 1625. De norbertijn Joannes Vermeire wordt aangesteld als nieuwe pastoor door de bisschop van Brugge. Maar hij wordt reeds op het einde van het jaar opgevolgd door Godfried Petermans. Na zijn overlijden op 24 juli 1637, zorgde zijn opvolger Jacobus Cnapaert in 1638 voor de heropbouw van de westtoren bovenop de ruïnes van de oude toren, maar ditmaal overdekt met een piramidale kap. Dit jaartal 1638 staat vermeld in de nis met het Mariabeeld in de toren. In 1642 wordt de herstelde kerk opnieuw plechtig ingewijd door de bisschop.

In 1706, gedurende Spaanse Successieoorlog (1701-1714), werd Oostende dagenlang zwaar beschoten door de Engelse vloot onder leiding van admiraal Fairburn. Er werd een enorme schade aangericht aan de stad. Het gros der troepen, onder leiding van maarschalk Ouwerkerk was gelegerd in Mariakerke. Het duinenkerkje werd toen ingericht als militair hospitaal.

Zware stormen in november 1716 richtten nog meer schade aan, o.a. aan het dak. Het kerkje kon op het nippertje behouden blijven, dankzij een rechtszaak voor de Raad van Vlaanderen tegen de abdis van Petegem, verantwoordelijke voor het onderhoud.

De nieuwe pastoor Josephus de la Bulcke, aangesteld in 1742, zorgde voor een verdere uitbouw van de kerk. In augustus 1748 wordt Oostende met kanonnen bestookt door de Franse troepen van Lodewijk XV tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748). Oostende geeft zich over op 23 augustus 1748, nadat de stad half in puin is geschoten o.a. vanop de Albertusschans. Het nabijgelegen duinenkerkje is opnieuw zwaar beschadigd.

Het kerkje wordt hersteld en in 1758 wordt er een sacristie bijgebouwd. Het interieur wordt op kunstzinnige wijze versierd met vijf plafondschilderingen van E. Lacroix en een meesterlijke rococolambrisering in 42 panelen van de Bruggelingen Frans Feys en Sebastiaan Wydau. Er komt ook een doksaal met ingewerkte biechtstoelen in 1757. De pastoor overleed in 1761. Men kan zijn grafsteen terugvinden in de devotiekapel achteraan in de kerk

morgen verderAfbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

01 nov 2005, 11:27

Afbeelding
Zijn opvolger Jac. Petrus De Cuyper werd benoemd op 6 januari 1762. In 1763 zorgde hij voor de kansel die ondersteund wordt door een vrouwenfiguur met kruis in de linkerhand, zinnebeeld van de lerende Kerk die het Woord verkondigt. De drie panelen in de kuip verbeelden resp. een zegenende Christus met wereldbol, de H. Maagd met zeven sterretjes en Sint-Jozef. In 1768-1770 werd het doksaal (6 m breed) gebouwd in een harmonieus geheel met twee ingebouwde biechtstoelen. Langs weerskanten staan boven iedere biechtstoel een medaillon met afbeeldingen van muziekinstrumenten. Links een mandoline, viool en fluit. Rechts, een tamboerijn en een trompet. Eronder 2 medaillons, de ene met de goede herder, de ander met de verloren zoon. In een accolade tussen beide biechtstoelen staat een witte uurwerkplaat, geflankeerd door twee geschilderde putti.

Het classicistisch hoofdaltaar dateert uit 1771-1772 en heeft de vorm van een graftombe. Het grote schilderij boven het altaar komt vermoedelijk uit de Antwerpse School, mogelijk van de hand van Gaspar de Craeyer (1584-1669), hofschilder van de aartshertog. Het is het pronkstuk van de kerk, gemaakt met een meesterlijk talent en heeft een grote waarde. Het is een tafereel met schipbreukelingen omgeven door Spaanse schepen. Boven de wolken kijkt een fulminerende Christus in rode mantel verbolgen toe, terwijl een smekende O. L. Vrouw wijst naar het drama van drie schepen en acht drenkelingen in de ontketende zee. Dit schilderij werd in 1958-1959 gerestaureerd door de Oostendenaar Pierre Beniest (1902-1978). De vloer met windroos, in wit en zwart marmer, uit 1769 voor het altaar staat op de plaats waar vroeger het hoofdaltaar stond.

Onder het altaar bevindt er zich een graf van een onbekende adelijke geestelijke, gestorven op 12 januari 1095. Dit roept vragen op over het ontstaan van dit kerkje. Stond de oorspronkelijke kapel reeds op deze plaats of werd dit graf later naar hier overgebracht ?

In 1778-1779 worden er twee zijnissen met altaar ingepast langs weerszijden in het midden van de zijmuren. De binnenbekleding van de zijkapel, die nu nog overgebleven is, is in wit en donker marmer in renaissancestijl. Het is toegewijd aan St. Jan de Doper, wiens beeld dateert van 1771. Dit beeld werd gestolen in mei 1961 maar teruggevonden in Namen in 1981. Het altaar in deze zijkapel is toegewijd aan Sint Cecilia. Haar liggend beeld, onderaan het altaar is een treffend kopie van het oorspronkelijk werk van Stefano Maderno in de basiliek Santa Cecilia in Trastevere, Rome. Het lichaam van H. Caecilia is weergegeven in de houding, waarin het in 1599 gevonden werd bij de opening van het graf in de Calixtus-catacombe. Het altaar werd ingewijd in 1936. De doopvont uit Doornikse steen, die nu in de overgebleven zijkapel staat, dateert uit 1594.



Afbeelding
In 1787-1789 zorgde Emmanuel Lacroix voor tien verschillende religieuze schilderijen, de vijf Blijde en de vijf Droeve Mysteriën. Hij was een Oostendse schilder, van wie er ook werken hangen in de Sint-Annakerk te Stene. Hij schilderde ook op het gewelf de vijf Glorieuze Mysteriën (nu verloren gegaan). Dit alles wees op de levendige devotie tot de H. Maagd.

Doordat de toenmalige pastoor J.P. De Cuyper in 1794 de eed van trouw aflegde aan de Franse republiek, kon de meubilering van de kerk zo goed bewaard worden.

Het was toen een hele tijd rustig rond dit kerkje dat juist achter de duinen lag en zich te midden van een polderlandschap met enkele lage huisjes met rode pannendaken bevond. Maar op het einde van de 19e eeuw begon Oostende sterk te groeien. De duinenstrook werd bijna volledig genivelleerd voor de aanleg van een zeedijk. Maar enkel in de omgeving van dit kerkje bleef de duinenstrook ongerept bewaard. Op 1 juli 1899 werd Mariakerke opgeslokt door Oostende en werd dus een wijk van Oostende. De poldergrond tussen het kerkje en de stad werd bestemd als bouwgrond. Onder impuls van Leopold II kwam er een bouwwoede op gang. Op de korte tijd werd de Dorpsstraat, gelegen naast de kerk, volgebouwd met rijwoningen in eclectische stijl.
Afbeelding
De nieuwe planning van 1894 voorzag de afbraak van dit kerkje, dat er ondertussen maar armtierig uitzag, met verderop de bouw van een grotere kerk. Er rees hiertegen scherp protest, opgezet door James Ensor en gesteund door o.a. August Vermeylen. Hierdoor kwam dit opzet niet verder dan een plan. De Commissie voor Monumenten en Landschappen ontfermde zich in 1903 over dit bouwvallig kerkje omdat het zo pittoresk was, gelegen aan de voet van de duinen.

De Commissie liet het kerkje in 1905 volledig restaureren. Het was hoogstnodig. Het metselwerk brokkelde af, het dak was zo lek als een zeef. De vierkante torenspits werd vervangen door een achtkantige naald. De sacristie kreeg een buitendeur. De schilderijen van E. Lacroix op het plafond werden in 1907 gerestaureerd door de Brugse schilder Flori Van Acker (1858-1940). De schilderijen langs de muur van E. Lacroix werden in 1909 gerestaureerd door Henri Permeke (1849-1912) en zijn (later beroemde) zoon Constant Permeke (1886-1952). Het kerkje kreeg dan op 1 juni 1907 zelfs het bezoek van Leopold II, die deschilderijen kwam keuren


Afbeelding
Gedurende de Eerste Wereldoorlog stond tegenover het duinenkerkje de batterij Cecilia van de Duitse kustverdediging. Op bevel van de Duitse commandant moest de toren gehalveerd worden om geen richtpunt te vormen voor geallieerd geschut vanop zee. De toren werd gesloopt tot juist boven de nis met het O.L.V.-beeld. Regen en wind hielden lelijk huis in het kerkje. Bovendien werden de drie klokken op 27 november 1917 weggevoerd door de Duitsers. Het onthoofde kerkje bevond zich opnieuw in lamentabele toestand. Maar toch bleven alle schilderijen grotendeels ongeschonden.


Interieur voor 1914; er is nog geen zijbeukIn 1918 wordt aan de noordwand de tweede zijkapel afgebroken, omdat een tweede beuk werd bijgebouwd. In deze zijbeuk staat het O.L.V.-altaar in zwart graniet, met op het altaar, omlijst in verguld zilver, het beeld van O.L.Vrouw-ter-Duinen met het Jezuskind op de arm. Dit beeld in gepolychrommerd hout stamt uit de 17e eeuw. Het is omgeven door ex-voto's, scheepsmodellen en scheepsfoto's, getuigen van de devotrie voor O.L.Vrouw, Ster der Zee (Stella Maris). Links naast het altaar staat het zilveren processiekruis uit 1756.

Pas in 1929 begon de heropbouw van de toren met de stenen van de afgebroken pastorij. De preekstoel werd verplaatst en de lambrisering uiteengenomen. De kerk werd plechtig heropend op 22 mei 1931.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het dak beschadigd bij de luchtaanval van april 1941. Het hersteld plafond werd in 1955 wit overschilderd. Hierbij gingen de bestaande plafondfresco's volledig veerloren. De huidige plafondschilderijen zijn van de hand van de Oostendenaar Gerard Desseyn in 1984, geschilderd op doek en gelijmd aan het plafond. Zij beelden de vijf glorierijke mysteries van de rozenkrans uit.

Er werden nog restauraties uitgevoerd in 1955-1957, 1959 en 1998. Het pijporgel is tamelijk recent. Het werd aangekocht in 1958 en ingespeeld in 1960.

Het kerkje werd een beschermd monument op 5 november 1946. De onmiddellijke omgeving en het nabije vissershuisje uit 1822 werden op 22 september 1981 als dorpsgezicht beschermd.
Afbeelding

Op het kleine kerkhof liggen drie Oostendse burgemeesters begraven, nl. Arnold Hoys (burgem. 1761-1778), J.B. Lanszweert (burgem. 1830-1836) en Henri Serruys (burgem. 1940-41 en 1944-1952) en ook de laatste burgemeester van Mariakerke Leopold Passchyn (burgem. 1864-1888 en 1896-1899)

Naast de kerk staat een wit huisje met rood pannendak uit 1860, laatste getuige van vervlogen tijden. Hier woonde de Oostendse kunstschilder M. Boel




Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

02 nov 2005, 11:50

Anzegem, West-Vlaanderen
Afbeelding
Beschrijving / geschiedenis

Al in 1418 stond op de huidige molenwal een standerdmolen. Deze graanmolen werd tijdens de godsdiensttroebelen na 1566 , maar voor 1631 heropgericht. In 1781, de molen was toen in het bezit van de familie Van Outryve, werd de houten staakmolen grotendeels vernieuwd. De datum 1781 op de standaard verwijst hiernaar.
De Landergemmolen kwam in 1843 in het bezit van de familie Tack, die in 1870 een grondige herstelling liet uitvoeren. In de periode 1930 tot 1942 werd de molen bemalen door de gebroeders van Ooteghem.
Het stilleggen van de molen in 1942 luidde een periode van verval in. In 1963 stortte de kap in en diende de constructie geschoord te worden (zie onderstaande foto). In 1970-1972 werd de Landergemmolen uitwendig hersteld en in 1991 weer draaivaardig gemaakt en wordt op vrijwillige basis in bedrijf gehouden
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

02 nov 2005, 11:57

Zwevegem, West-Vlaanderen

Afbeelding
Beschrijving / geschiedenis

Mortiers Molen is genoemd naar de laatste molenaarsfamilie Dumortier die hem van 1888 tot 1958 bemaalde.Deze korenmolen met drie zolders werd vermoedelijk omstreeks 1794 gebouwd. Uiterlijk lijkt hij op een torenkotmolen, maar het is wel degelijk een houten standaardmolen op vier teerlingen, die in een later bijgemetseld teerlinghok staan. De houten molenkast is vooraan ongeveer 4 meter breed, opzij iets meer dan 5 meter en bijna 9 meter hoog. In de meelzolder hangt de haverpletter en worden de zakken graan en meel opgeslagen . In de bovenste zolder of steenzolder, liggen twee koppels stenen. Hij is een van de weinige driezoldermolens in West-Vlaanderen en de allerlaatste houten molen met volledig verdekkerde wieken (reeds in 1935 verdekkerd). De gelaste roeden zijn 24,60 m lang.

De molen werd, net als vele andere West-Vlaamse molens, beschermd op 4 april 1944, dus onder de Duitse bezetting. In 1960 werd Mortiers Molen stilgelegd en hij raakte in verval. Het molenaarshuis en het maalhuis werden in 1962 gesloopt. De molen werd in 1994 gedeeltelijk gerestaureerd en weer maalvaardig gemaakt. De Dekkerwieken werden wegens hun industrieel-archeologische waarde behouden. Na de restauratie werd de korenmolen overgedragen aan de Stichting Bekaert-de Liedekerke-Vroman, in beheer van de vzw Mortiers Molen (vrijwillige molenaar: Dr. Stefaan Vroman uit Elingen). In 2000-2001 onderging de molen een nieuwe restauratiebeurt, met o.a. een nieuw teerlingkot, nieuwe kruisplaten en schoren van het gebint


Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

03 nov 2005, 11:59

Afbeelding

Blikseminslag

Sint Michaëlskerk


Interieur van de Sint MichaëlskerkDe Sint Michaëlskerk is een kerk in het centrum van de Overijsselse stad Zwolle. De kerk is in de periode 1406 - 1466 gebouwd op de plek waar eerst een kleinere romaanse kerk stond die uit omstreeks 1200 stamde. In de loop der tijd is de kerk verbouwd tot een driebeukige hallenkerk in de stijl van de Nederrijnse gotiek.
In 1682 stortte de hoge 15e eeuwse toren in. Dit kwam door diverse blikseminslagen in respectievelijk 1548, 1606 en 1669. Hierdoor was de toren zwaar verzwakt. Zwolle verloor daarmee de destijds hoogste toren van het land. Deze was tussen de 115 en 120 meter hoog. Hiermee was deze hoger dan de Utrechtse Domtoren (112,5 m.). Op de plaats van de toren werd in 1686 een achtzijdige consistoriekamer gebouwd.
De schutspatroon en beschermengel van de kerk is de aartsengel Michaël, de bestrijder van de draak (Openbaring van Johannes 12:7). Een beeld van de engel staat op het dak van het voorportaal.
Bezienswaardigheden in de kerk zijn het orgel dat werd ontworpen door de beroemde Noordduitse orgelbouwer Arp Schnitger en de preekstoel die gemaakt is door Adam Straesz tussen 1617 -1622.
De grafstenen in de kerk zijn van de rijken en voornamen. De burgers werden op het huidige Grote Kerkplein begraven


Afbeelding
Interieur van de Sint Michaëlskerk


Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

03 nov 2005, 12:03

Afbeelding
Bergsingelkerk


De Bergsingelkerk is een in 1913 door architect Tjeerd Kuipers ontworpen kerk.

De kerk ligt in het midden van de wijk Liskwartier in Rotterdam op de hoek van de Bergsingel en de Bergselaan. De kerk valt op door haar forse contouren. Ze is gebouwd als kruiskerk, waarbij de plattegrond grotendeels de contouren van het beschikbare stuk grond volgt. De kerk is gebouwd in een door het werk van H.P. Berlage beïnvloede Rationalistische stijl met kenmerken van Jugendstil.

Op 2 juni 1914 werd de eerste steen gelegd door ds. J.H. Landwehr en op 8 april 1915 werd het gebouw in gebruik genomen.

Het meest indrukwekkend van de kerk is de voorgevel met de twee torens. Er was tevens ruimte voor luidklokken, maar het gebrek aan financiën verhinderde dat direct tot aanschaf kon worden overgegaan. Pas in 1954 was voldoende geld beschikbaar om een viertal klokken aan te schaffen.

De grootste klok weegt 420 kg en heeft een diameter van 86 cm; de tweede klok weegt 250 kg en heeft een diameter van 72 cm; de derde klok weegt 175 kg en heeft een diameter van 64 cm; de vierde klok weegt 110 kg en heeft een diameter van 54 cm. De klokken zijn opgehangen in een gecombineerde luidstoel, voorzien van elektrische luidinrichtingen.

In 1955 werden de door de firma Van Bergen te Heiligerlee gegoten klokken aangebracht.

Na een lange discussie over de toekomst van het kerkgebouw (Moskee, sloop+bejaardentehuis enz.) kreeg het uiteindelijk op 5 mei 2000 de status van gemeentelijk monument.




Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

04 nov 2005, 13:36

Afbeelding
De St. Petrusmolen
In 1855 kregen de Venrayse molenbouwers, de broeders Wijnhoven, opdracht tot de bouw van de Sint Petrusmolen. De molen werd in 1856, op de verjaardag van St. Petrus, in gebruik genomen.

Boven de ingang van de molen werd een gedenksteen aangebracht met de beeltenis van St. Petrus en de spreuk



"Sint Petrus Molen
wil God bewaren
voor vuur en stormen
nog honderd jaren"



In de loop der jaren werd de molen nog enkele malen grondig opgeknapt. Zoals in 1938 toen de molen amper een jaar in het bezit was van de familie Stoks. De molen kreeg toen de zogenaamde stroomlijnwieken.

In november 1940 raasde een zware storm over Nederland. De molenkap met de wieken werd daarbij van de St. Petrusmolen gerukt. Pas een half jaar later kon de molen weer in gebruik worden genomen.

In de zomer van 1964 liet Piet Stoks, de vader van de huidige eigenaar Gerard, de molen opnieuw grondig opknappen. Hierbij werden nieuwe wieken, een koningsspil en een nieuwe kap aangebracht. Tevens werd het metselwerk waterdicht gemaakt. Voordat Gerard Stoks in 1991 de molen van zijn vader overnam, vond nog een grote restauratie plaats.

Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

04 nov 2005, 13:44

Afbeelding

Geschiedenis

Onder historie is omschreven de geschiedenis van de Molen "Nooit Gedacht". Hoe deze in 1867 in opdracht van Simon van de Brekel werd gebouwd. In 1881 de molen werd gekocht door de familie Michels en in 1987 over ging naar de stichting "Nooit Gedacht".

Onder restauratie is omschreven hoe te werk is gegaan bij de restauratie van de molen "Nooit Gedacht". Hoe na enkele jaren restauratie de molen in september 1995 weer in nieuwstaat werd opgeleverd en spoedig daarna geopend kon worden.

Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

05 nov 2005, 13:41

Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele


Kathedraal van Sint Michiel en Sint Goedele (15 jan 2005)De Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele is het belangrijkste kerkgebouw in het oude centrum van Brussel. Tot aan de opsplitsing van het bisdom Mechelen was het een collegiale kerk die gewijd was aan Sint-Goedele. Daarna werd het een kathedraal gewijd aan de patroonheilige(n) van de stad Brussel: eerst aan Sint-Michiel, daarna aan Sint-Michiel èn Sint-Goedele.
Geschiedenis van de naam
Toen de Sint-Goedelekerk werd gebouwd, viel Brussel onder het bisdom Mechelen, waarbij de Sint-Romboutskathedraal van deze stad als zetel van de bisschop gold.

In de tweede helft van de 20e eeuw werd het bisdom Mechelen heringedeeld: enerzijds werd het bisdom Antwerpen afgesplitst (de O.L.Vrouw-kerk van Antwerpen werd als Onze-Lieve-Vrouwekathedraal de kathedraal van dit nieuwe bisdom). De rest van het vroegere bisdom Mechelen werd herdoopt naar het bisdom Mechelen-Brussel. De primaat van België behield, zoals voordien, zijn woonplaats in Mechelen in het bisschoppelijk paleis; de hoofdkerk van Brussel werd evenwel toegevoegd als kathedraal.

Vanouds is het de gewoonte een kathedraal te noemen naar de naam van de patroonheilige van de stad waar de kathedraal staat. In dit geval was niet Sint-Goedele die patroonheilige, maar Sint-Michiel. Om deze reden werd de Sint-Goedele kerk officieel herdoopt naar Sint-Michielskathedraal, al bleef de naam Sint-Gudule haast even populair. Rond de eeuwwende werd Goedele evenwel toegevoegd als patroonheilige voor de stad Brussel, zodat de officiële naam Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele werd
AfbeeldingAfbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

05 nov 2005, 13:54

Sinterklaas kapoentje...
Het patronaat van de oude Sint-Niklaaskerk op het kerkhof behoorde aan de abdij van Heylissem. Na de plundering tijdens de Tachtigjarige Oorlog was de oude kerk in 1599 een halve ruïne. Bepaalde muurschilderingen werden door de deken verwijderd. In 1602 werd de zoldering hersteld en in 1620 het torengebinte; het vervallen stenen oksaal werd maar gelaten zoals het was. De kerk had dikwijls een ‘ opkalefatering ‘ nodig. Ze was klein en het schip telde slechts twee traveeën, het koor één.

200 meter meer naar het oosten werd omstreeks 1896 een nieuwe bakstenen kerk gebouwd.

Het neogotische gebouw heeft drie beuken. Het is een rare constructie. Het gebouw staat west - oost gericht, maar de dwarsbeuk staat op 1/3 van de ingang, m.a.w. vrij ver naar achteren toe, en heeft 3 vensters aan beide zijden. Een roosvenster staat daarboven. De lage zijbeuken bestaan uit 5 kleine traveeën : de hoofdbeuk heeft geen vensters. De toren is aan de noordzijde van het koor wat ingewerkt.



Beelden
- ‘ Moeder en dochter hinderen elkaar niet ‘ : het Sint Anna-ten-drieën-beeld werd vroeger doorgezaagd en het O-.L-.Vrouwbeeld, dat afzonderlijk kwam te staan, werd aangekleed. De H. Anna is nog in gepolychromeerd hout. (H: 77 cm). Ze komen uit een Brabants atelier uit de 16 de eeuw.

- Een H. Ambrosius (gepolychromeerd) : 17de eeuwse volkskunst.

- H. Sebastiaan van ca. 1700 : beschilderd hout : 1.16 m. hoog.

Een mooi hoekje bevindt zich juist aan de overzijde van de kerkingang bij het monument van ‘14 - ‘18, met een lage langgevelhoeve, op een hoogte, met ervoor een mooie plataan.

bron: Monografie, Glabbeek.








Afbeelding Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

06 nov 2005, 12:03

Aartselaar, Antwerpen

Afbeelding


Beschrijving / geschiedenis

Op 10 september 1793 verzette Cornelius Spruyt, molenaar op de Cleydaelmolen, zich hardnekkig tegen het oprichten van een nieuwe molen op het grondgebied van Aartselaar. Hij betoogde in dit schrijven dat dit de totale ruïne zou zij voor hem, zijn vrouw en zijn kinderen, en dat het eveneens schade zou berokkenen aan de omliggende molens en dat hij toch get dorp goed gediend had. Ondaks reeds eerdere protesten in 1772 en op 28 april 1773 door Joannes Segers was er sinds de Franse overheersing geen houden meer aan. In naam van de Republiek werd vanaf dan de banplicht en het windrecht afgeschaft. Iedereen mocht vanaf dan een molen oprichten binnen zekere reglementeringen.

Toch duurde het nog tot 1801 vooraleer de Heimolen kon gebouwd worden. Dit jaartal staat in een balk gegrifd tussen de meel- en steenzolder. De molen werd echter voor het eerst vermeld in 1816. Hij werd opgetrokken op het Gommars veldeke, ook wel Hof van Brienen genoemd.

Als één van de eerste eigenaars zou in 1834 een zekere Cornelis Spruyt, rentenier te Duffel, geregistreerd staan (jaartal 'nieuw' kadaster). In 1845 verkoopt hij de molen aan Joannes De Heel-Spruyt, molenaar te Aartselaar. Na diens dood in 1871 erft Hendrik De Heel-Van Brandt de molen die hem enkele jaren later reeds opnieuw verkoopt. In 1913 is de molen in bezit van Constant Van den Driessche-Moeyersons, molenaar te Reet. Hij komt zich in Aartselaar vestigen en blijft er molenaar tot in 1949. In 1914 wordt de molen zwaar beschadigd bij de inval van de Duitse legers. In 1938 wordt hij verdekkerd door de firma De Moor uit Sint-Niklaas. In 1949 koopt de laatste molenaar Lucien Van den Driessche de molen. In de zomer van 1957 slaat het noodlot echter terug toe: een blikseminslag vernielde beide wieken en de kamwielen en werd hij stil gelegd. Daarna koopt de kasteelheer van het Cleydael, de heer Sheid de molen en investeert zelfs in de herstelling ervan.

In 1961 verkoopt hij hem aan de gemeente Aartselaar. In 1978 wordt door molenmaker Rik Caers en zoon Pol de molen terug maalvaardig gemaakt en in werking gebracht door Alfons Van Stappen, werkend lid van Ons Molenheem. De molen werd ingericht met een volkskundige molententoonstelling.
In 2002 werd de molen maalvaardig gerestaureerd door Thomaes Molenbouw uit Beveren-Roeselare. Toen werd de wiekenas, die erg beschadigd was door de blikseminslag van 1958, vernieuwd. De gietijzeren askop bleef behouden. De molen staat jammer genoeg ingesloten tussen woningen


Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

06 nov 2005, 12:07

Arendonk, Antwerpen

Afbeelding


Beschrijving / geschiedenis

De molen is de enige overgebleven houten achtkante bovenkruier en zetelkruier van de provincie Antwerpen. Hij is ook uniek als graan- en oliemolen in een houten achtkant.
De molen werd in 1809 op zijn huidige standplaats opgericht met onderdelen van een omgewaaide standaardmolen die sinds 1435 in de Madritten, elders in Arendonk, stond. In 1854 verwierf de molenaarsfamilie Raeymaekers deze molen. Deze familie bezat verschillende molens en had in het dorp de bijnaam "die van de Toreman". Na verloop van tijd werd de molen dan ook "Toremansmolen" genoemd.

In 1859 werd er in de kelderruimte een olieslagerij ondergebracht. Deze was afkomstig van boerderij de Blauwhoef op de Wampenberg. De olieslagmolen deed dienst tot 1946 en de graanmolen tot 1951, na de dood van de laatste beroepsmolenaar Laurent Raeymaekers
In 1957 en 1970 werden pogingen ondernomen om de molen te herstellen. Het Arendonks gemeentebestuur kocht de molen in 1980 aan en liet in 1987-1988 een maalvaardige restauratie uitvoeren door molenbouwer Caers uit Retie, onder toezicht van architect Paul Gevers uit Kasterlee. De Arendonkse Heemkundige Kring "Als Ice Can" vzw beheert de molen. Een bittere vaststelling is dat deze unieke koffiepotmolen in 1995, ondanks hevig verzet, volledig werd ingebouwd en van windvang beroofd.

De molen heeft twee koppels kunststenen (1,6 en 1,4 m) met concentrisch zwaaipandscherpsel (overbrenging: 1 op 5) en een sleepluiwerk. De kollergang is van blauwe steen (arduin) en heeft een diameter van 1,5 m. De eiken slagbank is 2,6 m lang. De gelaste stalen roeden van 26,30 meter lengte werden gemaakt door Claessen uit Arendonk.

De combinatie van graan- en olieslagmolen, in dit type van houten achtkante grondzeiler, maakt de Toremansmolen uniek in de wereld. Een bezoek overwaard! Vlakbij staat het Arendonkse Heemhuis.



Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

07 nov 2005, 11:57

Afbeelding
De Sint-Janskathedraal in 's-Hertogenbosch is het hoogtepunt van de Brabantse gotiek in Nederland. Qua interieur imponeert het gebouw door zijn omvang en rijkheid aan beeldhouwwerk. De kathedraal werd oorspronkelijk als parochiekerk gebouwd en werd in 1559 tot kathedraal van het nieuwe bisdom 's-Hertogenbosch verheven.

De kathedraal kreeg in 1985 van Paus Johannes Paulus II de eretitel basiliek.

Op de plek waar nu de Sint-Jan staat, stond eerst een Romaanse kerk. De bouw hiervan startte vermoedelijk in 1220 en duurde tot 1340. Rond 1340 begon de vergroting van de kerk en ontstond de huidige gotische stijl. Het transept en koor waren gereed in 1450. In 1505 is het merendeel van de romaanse kerk, uitgezonderd delen van de romaanse toren, afgebroken. De gotische St-Jan kwam gereed omstreeks 1525.


KoorIn 1584 ontstond een brand die de hoge houten kruisingtoren, majestueuzer dan de huidige toren, vernielde en ook delen van het dak tot aan het orgel. In 1830 ontstond opnieuw brand in de westertoren. Het herstel was in 1842 klaar. Het gotische klokkenhuis is met negentiende-eeuwse klinkers beklampt. Onder de klok bevindt zich het carillon en in de bovenste van de romaanse geleding het uurwerk.

Van 1629 tot 1810 werd de kerk gebruikt door de protestantse minderheid. Toen Napoleon in 1810 de stad bezocht schonk hij de, inmiddels zwaar vervallen kerk weer aan de katholieken. Van 1858 tot 1985 is de kathedraal vrijwel onafgebroken in restauratie geweest. Momenteel staan delen van het gebouw weer in de steigers om fouten van deze restauratie te herstellen. De Sint-Jan is een zogenaamd Kanjermonument dat extra financiële steun van de Nederlandse overheid krijgt

Afbeelding

het koor

Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

07 nov 2005, 12:05

Afbeelding

St. Laurentiuskerk in Alkmaar is een rooms-katholieke kerk en werd van 1859 tot 1861 in neogotische stijl gebouwd. De kerk is kenmerkend voor de vroege periode van Pierre Cuypers, waarin de architect veelvuldig inspiratie putte uit de klassieke Franse gotiek. Bijzonder zijn de luchtbogen aan de buitenzijde van het koor ter ondersteuning van de gemetselde gewelven in dat deel van de kerk. Daarnaast zijn alleen de zijbeuken in steen overwelfd; schip en transept hebben houten gewelven.

Het oorspronkelijke ontwerp voor de kerk voorzag in een hoge westtoren. Hiervan is alleen de onderbouw voltooid. De precieze reden waarom de toren niet is voltooid is niet bekend. Als reden worden wel de bezwaren van protestantse zijde genoemd dat een toren de katholieke kerk hoger zou maken dan de torenloze hervormde Grote Kerk. Een andere mogelijkheid, en waarschijnlijk de juiste, is dat de bouw van de toren vanwege de hoge kosten is gestaakt; de bouw van de kerk werd mede betaald door de overheid en stond onder toezicht van Waterstaat (zie Waterstaatkerk) dat vaak geen toestemming gaf voor dure en, in hun ogen, overbodige onderdelen.

De St. Laurentiuskerk was Cuypers' eerste opdracht in het westen van het land en betekende zijn landelijke doorbraak.




Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet