Zeg nooit "NOOIT MEER"

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.

Tillie
Lid geworden op: 28 jul 2004, 23:20
Locatie: Kempen

11 sep 2006, 15:57

Fikske, spoedig beterschap. Met twee titanium knieën ben je twee keer zo veel waard. Wordt dat ook per gram uitgerekend?
Zonder vrouwen gaat het niet, dat heeft zelfs God moeten toegeven.
Duse

mira
Moderator SeniorenNet
Lid geworden op: 15 aug 2004, 18:22
Locatie: Het Vlakke Land bij de Noordzee

11 sep 2006, 16:38

Was dat niet de man van 6 miljoen die vol titanium zat? Soit.

Fikske het komt wel goed; ik wens je alvast een vlugge beterschap. Enne, Tineke mag op haar beide oortjes slapen... het zal je niet lukken achter de verpleegstertjes te rennen. Allez, toch niet de eerste dagen :lol:

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

13 sep 2006, 11:44

Voilà zie, we zijn terug van een paar dagen aan zee. Het weer was prachtig en we hebben gewandeld, wel 5 kilometer en mijn knie deed niet veel pijn.
Het is zoals met de tanden hé, als je een afspraak hebt bij de tandarts voel je plots geen pijn meer. Een beetje bang misschien? ’t Zal wel zijn zeker want hoe minder dagen me scheiden van de opname hoe meer ik de bibberatie krijg. :(

:roll: :lol:

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

13 sep 2006, 16:48

In het bijzonder aan Fikske, om hem wat op te monteren...
Hoogstwaarschijnlijk valt het allemaal nog wel mee jong, je kan je spiegelen aan wat mij is overkomen de laatste weken.
Toen ik mijn zoon aan het helpen was zijn huis te renoveren begaf op zeker ogenblik de meniscus in mijn knie het.
Natuurlijk de meniscus in mijn knie, als de meniscus in mijn hersens het begeven had zat ik nu hier niet te schrijven, maar ergens in een home gelukzalig te glimlachen.
Mijn huisdokter (daarom kan ik het de man niet kwalijk nemen dat hij een verkeerde diagnose stelde, want een huisdokter is een dokter die uw huis op gebreken onderzoekt, zoals de naam het terecht doet vermoeden) had niet zo dadelijk in de smiezen dat de meniscus gescheurd was, omdat ik nog tamelijk kon rondpikkelen.
Tot ik tenslotte niet meer rond of vierkant kon pikkelen, en op de spoed van het ziekenhuis diende opgenomen.
Na een grondige studie van de genomen foto beweerde de dokter van wacht dat de binnenmeniscus volledig diende verwijderd, wegens geheel afgescheurd.
Het was nog een tamelijk jonge dokter, en hij zou mij eens imponeren met zijn kennis, eens terdege uitleggen wat er aan de hand was met mijn knie.
Waarop ik dadelijk opmerkte dat er niets aan de hand was met mijn hand, wel aan de knie van mijn knie. Dat kon hij na enig nadenken natuurlijk slechts beamen.
“Zo’n meniscus is niets anders dan zacht kraakbeen” vertelde hij me
“en dat herstelt zichzelf wel enigszins later”
Waarop ik, uitgeslapen zoals steeds, hem vroeg “hoe kan iets dat er niet meer is zichzelf nu later herstellen? Kan je er dan geen siliconen tussenspuiten, zoals in een vrouwenborst?”
Zeer terecht deed hij mij opmerken dat mijn knie niet de minste gelijkenis vertoonde met een vrouwenborst, wat hij overigens zeer spijtig scheen te vinden, en dat siliconen dus niet aan de orde waren.
Waarop ik het idee lanceerde om een gedeelte van mijn hersens te amputeren, en dat tussen de gewrichten van mijn knie te brengen.
Dan zouden er zal zeker geen afstotingsverschijnselen optreden.
Aan de aarzelende blik in zijn ogen zag ik dat het een goed idee was,
“ je hebt tenslotte maar 1/5 van je hersens nodig om normaal te functioneren” zei hij.
Een assistent werd er bijgeroepen en samen overlegden zij hoe het beste deze delicate operatie uit te voeren.
Ze kwamen overeen dat de beste methode was een sonde in te voeren langs mijn gat, en die omhoog te sturen tot tegen mijn hersenpan, en daar de benodigde materie weg te zuigen.
Zo is dus geschiedt, mijn knie heeft een injectie gekregen met fijngemalen hersenen.
Gemakkelijk is nu wel dat ik nooit meer hoef na te denken waarheen ik moet gaan, mijn onderdanen weten dat automatisch.
En dat er misschien een beetje grijze materie teveel daarboven werd weggezogen, daarvan is toch het bewijs dat ik hier zo zit te wauwelen?
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

13 sep 2006, 18:24

Daar begint al de miserie dus mee hé zandman? Niet met de fiscus, maar met de meniscus!

Dokters proberen dit euvel meestal te herstellen met een kijkoperatie
Na de eerste kijkoperatie in mijn knie, belde mijn jongste zoon om te vragen wat ik nu eigenlijk had.
“Wel jong,” zei ik luchtig, “ ik heb een gat in mijne knie hé.”
“Wat een geluk pa,” zei de grapjas, “ g’ hebt toch beter een gat in uwe knie dan een knie in uw gat zeker ...”
Voilà, meer compassie had die snotneus niet mijn zijn ‘zieltogende’ vader.
Achteraf gezien had hij wel gelijk, want stel je voor ...

De herstelling heeft niet veel uitgehaald en van de belofte; “Je kunt binnen twee à drie maanden opnieuw tennissen mijnheer!” is niks in huis gekomen.
Ja, misschien als je twintig bent, maar ik was al drie maal twintig, plus ...

Daarna probeert een mens van alles om dat verloren kraakbeen terug te winnen.
Glucosamine, Chondroïtine, vitamines en nog ander ...ines zouden er voor zorgen.
Ze maken je in die reclamefolders nogal wat wijs.
Ik heb kilo’s van die dingen geslikt en misschien heeft het wel geholpen om de slijtage wat af te remmen maar uiteindelijk ga je toch onder het mes.
Mijn linkerknie is een jaar gelden vervangen door een titanium-model en ik ben heel tevreden.
Het is niet zoals je eigen knie en soms voelt hij wat stijf aan maar wat heb je aan slappe knieën?

Ik hoor het mijn jongste zoon al zeggen: “ Ja pa, wat soepel moet zijn wordt stijf en wat stijf zou moeten zijn blijft slap hé?”
:wink: :lol: :lol:
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

mira
Moderator SeniorenNet
Lid geworden op: 15 aug 2004, 18:22
Locatie: Het Vlakke Land bij de Noordzee

20 sep 2006, 22:52

Hoe zou het met Fikske zijn?

Zou hij nog lichtjes onder invloed zijn?
Zou hij zijn eerste titani(um)sche stappen al hebben gezet?

Fikske, mocht je dit lezen, spoedig herstel hé man! (en blijf voor alle zekerheid maar binnen als het onweert :P )

Mira

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

21 sep 2006, 12:54

Geen spijkers op dikke knieen zoeken Mira; titanium trekt niet aan, tenminste niet para-fiscaal... :lol:
Gast

29 sep 2006, 13:54

Nu wil ik hier geen pleidooi of een uitgebreide preek houden maar af en toe lees ik toch in sommige kranten of weekbladen dikke kemels. Met een regelmaat van een klok duiken ze op en doen mijn karige nekharen ten bergen rijzen. Lees ik bijvoorbeeld dat er mensen zijn die paranoia zijn. Ik meende nochtans dat onze taakleraar ons vertelde dat paranoia een zelfstandig naamwoord was en geen adjectief. Het is duidelijk een psychische stoornis die gewoonlijk tezamen gaat met bepaalde waangedachten. Waarom een adjectief verwisseld wordt met een zelfstandig naamwoord, Joost mag met dit flauw idee op de proppen komen. Horen we ons al zeggen, we zijn griep vandaag of we zijn verkoudheid, we zijn ook geen maaggezwel en nog minder een gepijnigde buik. Zouden ze niet beter kunnen schrijven dat er mensen zijn die aan paranoia lijden, dat de griep weer in opmars is en dat er dan ook velen zullen verkouden worden. Als je deze dingen leest, komt dat soms over als een lachertje, maar dan moet je weer oppassen dat je er anderen niet mee beledigt. Je zou er gemakkelijk depressie van worden…natuurlijk vergissing.. je kan er een depressie van oplopen. Zo las ik ook het volgende: zij ligt me nauw aan het hart. Geef toe, dit geeft een schwung in je lijf en ook in je tekst. Vooraleer de mensen dit begrepen hebben is de tekst ondertussen gemuteerd. Iemand ligt ons duidelijk heel nauw aan het hart, we zien die persoon graag maar weet die persoon er dan iets van af? Feitelijk bedoelen we dat betrokkene ons na aan het hart ligt. Maar ja, je leest het frequent en hoe meer men dezelfde uitdrukking leest, hoe meer het door de lezers wordt aanvaard. Zo een grote uitschuiver is het nu ook weer niet. Ik heb liever dat men me zegt: jij ligt me nauw aan mijn hart dan dat ik horen moet door janpubliek, is me dat een feeks. Erger is het gesteld met die klinkklare oplossingen. Verhaspelde woorden die hardnekkig in ons taal binnensluiten en geef toe: het zegt iets, maar wat?! Woorden die door de mazen van het net slippen, mensen die geen enkele vinger in de pap te brokken hebben, of zouden ze een touwtrekkersrol spelen onder elkaar. Ze moeten er maar eens een handje van weghebben, ze zouden dat varken eens vlug pellen. Zoeken ze dan nog verder, vinden ze beslist nog spijkers op laag water. Onze taal is een levend museum met heel veel werklust en opborrelende gezegdes maar zou nu eindelijk de kogel door de kerktoren zijn? Nemen we niet teveel hooi op onze riek of is het op je schouders? Je schouders overbelasten, dan krijg je rugklachten en die willen we niet, dus geen hooi op onze frêle schouders. Nog een opsmukkertje: na al dat gekweel over hoe stijlvol onze Nederlandse taal te gebruiken is de koe niet bij de horens gevat maar staat ze nog altijd voor de kerk en ze wil er graag door geraken. Voordat je het weet en begrijpt sta je beslist met je handen door je haar te krabben en heb je het helemaal verkorven als je met je broek vol tanden staat. Ik weet het, ik weet het, ieder vogeltje zingt zijn eigen lied, zoals het is gebekt. Maar is het wel zo, zingt de vogel niet zijn hoogste lied zoàls het gebekt is? Laat het ons simpel en eenvoudig houden, we zingen allemaal in hetzelfde koor ons eigen lied. En met dit uitschuiverke eindigen we dan onze tekst. Terwijl we met onze buurvrouw staan te kletsen over Janmodaal en Pietjekraam, denken we beslist niet aan kromme taal. Bij een flinke kletspartij denken we geen seconde na over een bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord. Tenslotte is spreektaal anders dan schrijftaal en iedereen geeft het ondertussen wel toe: het kleurt je slogans voor deze nakende verkiezingen. Dit maal kiezen we mensen met ervaring maar hebben die deskundigen ook iets achter de kiezen? Hopelijk hebben ze meer in hun mars dan alleen maar verstandskiezen die vakkundig dienen verwijderd te worden. Lig ik nu nog nauw aan iemand’ hart of heb ik het verkorven?

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

29 sep 2006, 14:19

Nee Kwezel je hebt het niet verkorven. Dit is weer zo een stukje tekst waar ik helemaal van opkikker en vrolijk van wordt.

Het is onvergeeflijk dat ik nu pas ontdek in welke topic ik mijn laatste postings – voor mijn vertrek naar het ziekenhuis - heb geplaatst.
Dank voor jullie medeleven allemaal, deze oude rakker heeft misschien wel wat Alzheimer-trekjes (is dit correct Kwezel?) maar zijn knieën zijn helemaal NIEUW!
Ik heb nog niet geprobeerd of die titanium magnetisch is en als bliksemafleider kan dienst doen. In elk geval; ik blijf nu ver uit de buurt van transformatoren en zendmasten. Zou het kunnen dat ik een tinteling in mijn knieschijven voel als mijn GSM rinkelt?
:lol: :lol:
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

mira
Moderator SeniorenNet
Lid geworden op: 15 aug 2004, 18:22
Locatie: Het Vlakke Land bij de Noordzee

29 sep 2006, 19:55

Wanneer ik een optimistische noot wil horen (ofte lezen) dan speur ik naar de naam Fikske op dit forum.

Doe zo voort man !!! :P

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

30 sep 2006, 10:56

Fikske, nu mag jijzelf uitmaken wat te verkiezen valt, jouw superknie of mijn hersenimplant.
Er is een tijd geweest dat we overspoeld werden door meldingen over UFO’s, weet je nog?
Dat ging al dan niet gepaard met ontvoeringen, soms met chirurgische ingrepen op de slachtoffers
Zodat de buitenaardsen inzicht kregen in het menselijke lichaam, werd verondersteld...
Een nuchter denkend mens kon daar slechts het zijne van denken, gewoonlijk met de wijsvinger op het voorhoofd gericht.
Maar een tijd geleden ben ik toch beginnen twijfelen of er met mij ook niet iets dergelijks gebeurd is. Zonder mijn medeweten uiteraard, de groene mannetjes hebben volledig mijn geheugen gewist naderhand.
Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid neem ik dat aan, en wel om de volgende reden ...
Zoals de meeste mannen, heb ik een hekel aan boodschappen doen. Maar het is nu eenmaal onvermijdelijk en noodzakelijk, als je niet wilt omkomen van de honger moet je regelmatig iets te bikken in huis halen.
Je kan natuurlijk ook buitenshuis gaan eten, maar dat is iets voor de meer gefortuneerden onder ons, zoals daar zijn Katana en consoorten. Wanneer een doordeweekse senior zich alle dagen restaurantwaarts begeeft zal hij waarschijnlijk het einde van de maand niet halen, met de prijzen die in zulke etablissementen aangerekend worden.
Dus begeven mijn eega en ik ons ofwel wekelijks, ofwel om de veertien dagen naar een warenhuis, om zo’n winkelkarretje boordevol te laden en vervolgens naar de kassa te slenteren. Inderdaad slenteren, want ons spoeden heeft geen enkele zin, dat hebben we al afgeleerd.
Op electronische kassa’s schijn ik nu eenmaal een noodlottige uitwerking te hebben...
Daarom is het, dat ik denk dat er onder mijn hersenpan een chip zit ingeplant die werkt op dezelfde golflengte als de computergestuurde kasa’s.
Of wij ons nu bevinden in de Carrefour, in een Delhaize, een Covee of een Aldi, om het bij voedingsleveranciers te houden, of in een computerwinkel of speelgoedwinkel of het zij gelijk waar, aan de kassa waar ik in de rij sta loopt er gegarandeerd telkens iets fout.
Het papierrolletje in de kassa dient vervangen te worden, de persoon voor ons in de rij heeft niet genoeg dekking op zijn rekening of te weinig cash geld op zak, de dagtaak van de kassierster zit er juist op en zij wordt afgelost, met een hele uitleg en overdracht op de koop toe!
En eraan ontsnappen doe ik niet, ik mag proberen wat ik wil.
In een Carrefour waar wel een twintigtal kassa’s zijn om tussen te kiezen, heb ik het afgeleerd om mij naar de kassa te begeven waar het minste volk staat aan te schuiven, het helpt toch geen zier.
Ik zie mensen buitenstappen die naast mij in een veel langere rij stonden te wachten om te betalen, terwijl de caissière in mijn wachtrij wanhopig op haar belletje staat te klingelen omdat er geen prijs op een artikel vermeldt staat.
“Geef het dan gratis, zonder prijsetiket is het een monster zonder waarde” raad ik haar aan, maar daar heeft zij geen oren naar.
De laatste keer in de supermarkt liep de kassa gewoon vast, de manager moest ter hulp geroepen worden, en die kende er zelf geen bal van.
De diepvriesproducten die in ons winkelwagentje lagen waren zo ongeveer allemaal ontdooid vooraleer we ze uiteindelijk in de autokoffer konden laden. Dus indien ik één van de dagen een voedselvergiftiging oploop, weten jullie de oorzaak, want eenmaal ontdooide diepvrieswaar mag je nu eenmaal niet opnieuw thuis in de diepvriezer stoppen.

Och ja, en de verkeerslichten werken insgelijks op hetzelfde systeem heb ik ondervonden!
Vanaf een afstand van 25 meter treedt het in werking, en moet ik op de rem...En bij aankoop van een nieuwe PC duurt het zeker 3 maanden, vooraleer die aan mijn frequentie gewend is.
Mag ik dus met recht en reden veronderstellen dat ik continu in verbinding sta met Andromeda?
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !

ED.
Lid geworden op: 16 okt 2003, 19:20

30 sep 2006, 11:40

Ik ben content, dat ik niet samen met jou in het vliegtuig moet zitten! Ge zijt toch zeker, dat ge in België zit,hé?

http://www.standaard.be/Artikel/Detail. ... 5429060930

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

30 sep 2006, 12:47

Ach Zandman, het is nog niet zo erg met je hersens gesteld denk ik want je schrijfsels zijn nog altijd zeer genietbaar.
Ikzelf heb nog een stukje geschreven over mijn ervaringen in het ziekenhuis.
Hopelijk trap ik niet op zere teentjes ... ik ben altijd voorzichtig.


Kamergenoot.

Ik zie hem voor het eerste als ze me vanuit de operatiezaal terugbrengen naar mijn kamer.
Hij staat in de deuropening alsof hij op mij heeft gewacht.
“Ha, eindelijk zijt g’ er.” “ Ik zag sloffen bij het raam staan, uw bed was weg en ik dacht; die zit al onder het mes.”
Van onder mijn – nog zware - oogleden kijk ik hem slaperig aan, niet goed begrijpend wat die man in mijn kamer doet.
Hij leest de vraag op mijn gezicht en laat me niet lang in onzekerheid. Resoluut steekt hij zijn hand naar me uit. “Ik ben Lode je kamergenoot.”
“Aangenaam, mijn naam is Fik.” Op dit ogenblik heb ik niet veel zin om een lang gesprek aan te gaan. Hij begrijpt dat en laat me voor de rest van de namiddag met rust.
’s Avonds krijg ik wat water en een beetje lichte kost. Van op zijn bed houdt hij me in de gaten en als hij denkt dat ik kwiek genoeg ben begint hij schoorvoetend aan een gesprek.
“Heb je veel pijn?” Bij deze vraag trekt hij een grimas alsof hijzelf gewaar wordt hoe het voelt.
Ik tast eens onder de lakens en kan met moeite mijn piemel vinden. Er zit een dunne plastic tube in maar ik voel niks als ik aan het buisje trek.
“ Tot onder mijn navel slaapt alles nog denk ik ...”
“Ook ik kom voor een ‘nieuwe knie’," zegt mijn kamergenoot. "Morgen ben ik aan de beurt.”
Hoor ik daar een lichte beving in zijn stem?
“ ’t Zal allemaal wel meevallen. Ik heb helemaal niks gevoeld,..” probeer ik hem gerust te stellen.
“Hoe oud ben je?” Vraagt hij.
“Bijna zeventig, en jij?”
“Doe er maar tien procent bij ...”
“Je ziet er goed uit voor je leeftijd!” - Ik meen het - “Wat heb je vroeger gedaan?”
Even een korte aarzeling, dan zegt hij schertsend: “ Gene zware stiel, anders zou ik er niet meer zo goed uitzien ... ik ben eigenlijk priester maar ik loop daar niet mee te koop ...”
We lachen beiden en voelen het laatste restje ijs tussen ons smelten.

De volgende ochtend is hij al vroeg op en loopt wat nerveus rond. Ik lig nog gekluisterd in bed. Vier draden en buisjes in mijn lichaam beletten me één vin te verroeren.
“Nog altijd geen pijn", vraagt hij nieuwsgierig?
“Nee, die pijnpomp doet wonderen. Het geopereerde been slaapt nog grotendeels ...”
“Ze zijn al komen zeggen dat ik de laatste ben die vandaag geopereerd wordt. Wachten duurt lang en ook een priester kent zijn grenzen... ”

De ganse dag krijgt hij telefoon en ik hoor menig maal dat er ook kleine kinderen bij zijn die hem veel sterkte toewensen.

Aan mijn gefronste wenkbrauwen ziet hij dat ik me iets afvraag.
“Het zijn de kleinkinderen van de vrouw die boven bij me woont.” Zegt hij enigszins verontschuldigend.
“Ha, zo ...”
“Haar man is al dertig jaar dood en ze woont al geruime tijd in hetzelfde huis als ik.”
Ik knik begrijpend.
“Sommige ‘katholieke’ mensen vinden dat dit niet kan en praten achter mijn rug ...”
“Ach, de mensen roddelen altijd,” zeg ik medelevend.
“Ik trek me daar niet veel van aan, maar zij wel ... Haar dochters en kleinkinderen komen bijna dagelijks bij ons over de vloer. Ik haal ook vaak de kleintjes af op school.”

De dag, na zijn operatie, krijgt Lode bezoek van een jonge en een oude dame.
Ze blijven wat onwennig op een afstand van zijn bed staan.
“Heb je veel pijn?” Vragen ze bijna gelijktijdig.
“Niet echt,” zegt de priester, “bovendien als het begint zeer te doen druk ik op mijn pijnpomp.”
Ze komen nu dichterbij om te kijken hoe dit in zijn werk gaat.
Ik kan het niet laten en zeg een beetje stout: “Hij heeft al veel telefoontjes gehad van zijn kleinkinderen ...”
De beide dames kijken plots in mijn richting. De jonge vrouw zegt lachend:
“Oh, maar dat zijn niet ZIJN kleinkinderen hoor meneer, het zijn die van mijn moeder hier.”
“Ach ja, ... Lode heeft het me allemaal uitgelegd.” haast ik me ter verontschuldiging.

We praten nog wat gezellig verder en als het bezoekuur afgelopen is geeft de jongere dame de zieke als afscheid een zoen op de wang. De oudere mevrouw kust hem eveneens en zegt: “Dag man, tot morgen hé.”
Plots beseft ze dat ik ook in de kamer ben en brengt onwillekeurig een hand voor haar mond.
Terwijl ze zich naar buiten haast kijkt Lode in mijn richting en maakt een medeplichtige knipoog.
:wink:
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.
Gast

30 sep 2006, 14:05

Fikske jongen, ik had het niet beter kunnen schrijven! :wink:

Fiets ik een tijdje geleden over de dijk naar Nederland en wat stel ik vast? Er is een lek gesignaliseerd in het kanaal! Willen die Nederlanders ons Belgen doen verdrinken? Ze proberen het vlug te dichten, dat gat, met klei. Kan men dan een gat dichten met klei? Ik kan me wel herinneren dat de oudste zoon eens op een onbewaakt ogenblik, de sleutelgaten potdicht gedicht heeft met klei. Je kreeg er langs twee kanten geen sleutel meer in geduwd. Nu moeten ze toch over een grote hoeveelheid klei gaan beschikken, die Hollanders, anders valt dat gat niet meer te dichten. Wel zouden we over kunnen zwemmen, van België naar Nederland maar zwem maar eens door een gat dat niet dicht wil houden. Dit loopt beslist met een dikke sisser af. Een beetje verder werd er een schouwbrand gemeld. Misschien konden ze dat weggelopen water dat door dat ondichte gat vloeide beter gebruiken om die schouwbrand te blussen? Wanneer we nog eens de landsgrenspaal overschrijden met onze fiets, trek ik toch eens bedenkend mijn dikke wenkbrauwen omhoog. Voeten omhoog tegen het stuur houden, anders worden de klickers nat.
Een fietslengte verder kom je in Maastricht oog in oog te staan met paalhangers. Ze hebben daar speciaal voor die verstokte tabaksblazers hangpalen uit de grond gestampt. Als de rook dan om je hoofd eindelijk is verdwenen kan je doorfietsen, zoniet fiets je rechtdoor de Maas in. En in de draaikolken op Nederlands grondgebied willen we niet terecht komen, niet? We zijn toch geen pafsukkels geworden maar fietsfanaten? Als je zo een dikke zilveren paal tegenkomt op je weg, denk je meteen aan iets anders. Aan paaldansen! Van paaldansen heb ik nog geen kaas gegeten, misschien ooit een cursus volgen: hoe glij ik om ter vlugst langs een paal van boven naar beneden, andersom zal moeilijk gaan. Voorlopig hou ik het bij mijn fietsie. Mijn trouwe maat brengt me over de hellingen van Margraten recht in het hartje van Maastricht. De St-Servaasbrug met haar stenen bogen laat je van een grote waterplas genieten. Hierover kan je fietsen om langs een andere brug terug te komen om weer in het vertrouwde België terecht te komen. Alles is veranderd van uitzicht de laatste jaren. Als je er een paar jaar niet meer bent geweest, lijkt het of je een andere stad aandoet. Het Vrijthof met haar wekelijkse markten, het ligt nog op dezelfde plaats maar de ingang van de wijkkapel waar men de kaarsen liet branden om een goede gezondheid af te smeken, die vond ik niet meer terug. Waarschijnlijk van locatie veranderd, weg uit het Maastrichtse straatbeeld. Alles moet wijken voor hoge buildings en verkeersaders die je in vier windrichtingen doen rijden. Eindelijk vonden we dan toch de weg als je het weg kan noemen, die je naar Lanaken voert. De windmolens zie je al van in Margraten draaien, gezwind in de wind. Torenhoge windmolens om de energie te leveren aan menig fabriek. Bij de bouw van die gigantische windturbines mochten we gaan kijken. Je kon met een grote vier maal vier in de buizen van de windmolens rijden. Grote ruime gangen die je best met een lift naar boven kan nemen. Trappen maken zou wat lang duren en je steekt meteen met je hoofd in het wolkendek. Boven op zulke turbines kan je over heel de Maaskant kijken en zeker over Maastricht. De lichtjes van de stad doen je duizelen en hier herinner ik me de lichtjes van Oostende. Duizenden parels van lichten in allerhande kleuren. Rond Nieuwjaar kan je het vuurwerk bezichtigen dat ze afschieten vanaf de Nederlandse zijde, zo hebben de Belgen dubbel plezier. Maar zo ver zijn we nog niet. Eerst moeten de laatste kilometers afgehaspeld worden met de koersfiets. We mogen terugbogen op een fijn jaar met veel fietsplezier en vele mooie plekjes die we anders onbemind lieten. Het water heeft altijd bij mij een grote rol gespeeld alhoewel ik geen watervrouw ben maar een echte leeuwin. Van kapotte dijken weten we een mondje mee te praten. Kotem en Herbright staan regelmatig tot op kniehoogte in het water. Vrienden van ons zagen in Spanje in een Limburgse krant hun huis onder water staan. Niet voor niks worden ze daar de waterratten genoemd maar ratten in je huis zien rondzwerven tijdens je verblijf in Spanje, is een beetje te veel. Daarbij moet je ook nog dikke pech hebben als je recht tegenover dat gebied woont waar ze het gat in het Julianakanaal maar niet gedicht krijgen. Je zou voor minder België verlaten.
Gast

03 okt 2006, 18:31

Alweer kunnen we er niet langs kijken. De herfst met zijn beginnende kortere dagen heeft zijn intrede gedaan in het land. Het voordeel hieraan is dat de nachten langer zijn want wie ligt er niet graag te soezelen onder de tweedubbele donsdeken met het uiteinde hoog opgetrokken tegen te oren? Vroeg donker worden is blijkbaar niet gezond voor mens en dier maar er zijn zoveel dingen die we in de donkere periode kunnen doen. Natuurlijk heb je ook mensen die de donkere zwarte nachten schuwen, niet buiten durven komen of een reden opgeven om niet naar buiten te gaan. Zwart geeft de mensen geen warmte, het doet een beetje aan griezels denken. Doe maar eens je deur open en er staat een onbekende in je donker voorportaal. De meeste mensen onder ons staan met de ochtendschemer op en komen terug naar huis als iedereen de rolluiken al heeft naar beneden gelaten. Voor de vroege vogels onder ons is het dan stervenskoud en je voelt dat het vocht tegen je autoruiten kleeft. Ja, de mens moet nog altijd zelf op zoek gaan voor zijn voedsel, terwijl we de dieren strontverwend hebben. Zij krijgen uitgebalanceerd voedsel en hoeven niet met mes en vork te eten.
Persoonlijk heb ik ook liever licht, zon die je huid bruin toast en niet te vergeten, je hoeft nog geen licht aan je fiets. Je fietst een ommetje naar de Voeren en je komt in het pikkedonker terug, dat roept op problemen. Het ergste is de koude die we moeten trotseren. Tijdens een leuke wandeling met je maatjes denk je beslist niet aan naar huis gaan of we moeten ons in zevenhaasten hier vandaan haasten. Neen, je verkleumt nog liever dan je dikke wollen sokken aan te doen. Nochtans het kan toch zo gezellig zijn voor de openhaard met een glaasje verkwikkende lichaamsverwarmer. We zetten een achtergrondsmuziekje op van James Last en het aperatiefje doet de rest. De loodzware wolken van voorbije dagen, die zijn in een mum van tijd vergeten. In deze hectische dagen is de samenleving dolgedraaid door die opgeblazen verkiezingscampagnes. Hier laat ik de post op de papierstapel liggen en trek mijn nostalgische warme flanellen pyjama aan, laat de winter nu maar komen. Zo een oudbakken pyjama is een kleinood dat ons met ons verleden verbindt. Iedereen kreeg een lange broek met een slaaphemd er overheen aan. De te lange mouwen werden opgerold en de broekspijpen sleurden over de grond. Je moest nog oppassen of je struikelde over je eigen slungelbenen. Weer kunnen we met lange avonden waarop we toch niks uitvoeren, op zoek gaan naar ons verleden. Een zoektocht naar onze oorsprong en de foto-albums worden weer uit de kasten opgevist. We voelen de binding met onze wortels uit het verleden en we willen deze wortels niet verliezen, neen we koesteren de herinneringen op oude vergeelde foto’s. Ons steeds afvragend hoe het met die mensen toch gesteld is ergens op deze wereld, mijmeren we over kinderstreken, pekelzonden als tieners uitgevoerd en natuurlijk ook dikke kemels die we geschoten hebben. Dan moet ik plots bij een opwelling aan mijn jeugdgroep denken. We namen deel aan een zomerkamp met de tieners in Kaulille. Een boerderij werd ons ter beschikking gesteld en alleen de hooizolder die door spinnen overbevolkt werd mochten we benutten om onze slaapzakken uit te rollen. De proost, pater Trudo, sliep beneden met de tante nonnekes, ze bewaakten ons als de besten. ’s Morgens bij het ochtendgloren stonden de pubers vroeg op, ieder had zijn eigen verantwoordelijkheid voor die dag. Groot was onze verbazing als we het gezicht van een jonge deelnemer zagen. Het leek eerder op een weggelopen monster want zijn ogen zaten beiden potdicht. Die enge spinnen en muggen die de ganse nacht maar zoemden en zoefden over onze hoofden had menig deelnemer flink beetgenomen. Opgezwollen oogleden zo dik als een duivenei en rode neuzen met keiharde pukkels erop. Een geluk was het dat niemand met open mond sliep anders waren de gevolgen niet te voorzien geweest. Slik maar eens een gruwelbeest af, recht door je keelgat naar beneden om in je maag te ploffen. Iedereen weet dat spinnen en vrouwen niet samengaan en dat er een gilconcert op til stond. En gillen deden ze, de tieners, ze lieten de wieken van de windmolen van Kaulille dol draaien met hun afgrijzelijke angstkreten.
De winterperiode, nostalgische periodes oprachelen, heerlijk maar spinnen, neen van die enge beesten daar hou ik niet van.