Hilarische feestdagen

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

20 mei 2005, 19:01

Ach, laat dat liederlijk gekweel en frivool gedans maar over aan onderontwikkelden. Misschien raak ik hier een teer punt aan; zo'n dikke vijfenveertig jaar geleden noemde men het tamtamgeroffel en de paardansen van aboriginals als onderontwikkeld; maar die rage is naar hier overgewaaid. Niet één die nu buiten hun navelstreng dat ook nog rondbuikig laten zien én geringd. De dans van heden is verworden wat ons vroeger werd kwalijk genomen als dat van wilden. Onze begeleidende muziek is datzelfde nagegaan. Onze jeugd is verwilderd.
Slechts één stad is momenteel in staat daar paal en perk aan te stellen, slechts één durft het aan, die verwilderde maatschappij, straatverbod op te leggen. Het is een begin, en alle begin is moeilijk. Misschien dat na nog eens twee generaties wij Vlamingen -want tegen die tijd zal Belgie wel gesplit zijn zeker- nog in de top tien van dat Europees tamtamgeroffel een scepter mogen zwaaien. Dan hoeven wij geen Armani of Dior meer om die enkele lapjes stof te aanschouwen, zelfs de string of overbodige peercing zal dan afgedaan hebben... ieder in Adamskostuum, net zoals voor vele eeuwen de atleten de Olympus betraden. En mocht er ene winnen, dat hij z'n lat op het schavotje maar in bedwang houdt... (wijzen naar het publiek wordt nu al als oneerbieding ervaren) :lol:
Mocht ik dan geleefd hebben, zou ik het op prijs stellen dat een nazaat van Brombeer z'n dame bespeelt en ons dat ten gehore brengt, wat het Vlaams Operaorkest nu moet ontberen. Mocht ik er nog bij zijn, had ik ook liefst een nazaat, gelijkend of afstammend van Kwezel, niet aan de schandpaal gezien, maar eveneens op het schavotje, met net iets meer dan de huidige buikdansende freules...
Het is uitdagender als het een beetje bedekt is, het wordt alleen een hit als het niet te verstaan is... :lol:

TLL
Gast

04 aug 2005, 12:32

De wereld die draait tegenwoordig een beetje vierkant, nergens nog een plaatske om rustig te zitten en te genieten, behalve dan langs het kanaal, als het niet wemelt van de wegpiraten.
Het gesprek van de dag handelt nog alleen over slechte relaties, scheidingen, scheldende tieners en werklozen. Er zijn echter ook scheldende volwassenen die de tieners wegjagen uit hun buurt en bij de minste prullaria uit hun humeur vliegen. Dat zijn dan toch slechte voorbeelden, wil men de jeugd een eigen plaats onder de zon geven. De grote vakantie is weeral bijna voorbij, de matrassen zijn al gedraaid en de schooldeuren hebben hun poorten wijdbeens opengezet. Newton of Pythagoras, wie zal het ons zeggen? Waarom moeten er nog mensen naar school gaan, weten ze nog niet genoeg of is hun kennis op sommige gebieden nog achteroplopend? “Naar school gaan is beter dan niets doen, ik vul er mijn dag en leer iets of niets bij,” zei ooit iemand tegen mij. “Zijn het de stellingen van Pythagoras, de wetten van Newton, de prettig gestoorde biologieleraar of de maffe klasgenoten,” vroeg ik heel onschuldig aan betrokkene? “Neen,” antwoordde het meisje, “dan zie ik mijn vrienden want vrienden die zijn heel belangrijk in mijn leven voor mij en ook mijn GSM en als ik thuiskom dan internet ik verder met mijn vrienden.” De school lijkt steeds meer op de Ronde van Frankrijk: een afvalrace. Aan beide partijen worden telkens dezelfde eisen gesteld en dat leidt elke dag opnieuw tot achterblijvers en uitvallers. Nochtans worden ze goed voorbereid, geselecteerd, begeleid en beloond. Elke keer weer haken ook deelnemers af van wie dat in het geheel niet werd verwacht. Iets dergelijks gebeurt, onder onze verantwoordelijkheid, met onze kinderen, in onze scholen. Zit men goed in een bepaalde groep en heeft men een beetje evenwicht gevonden, krijg je verdorie iets naar je hoofd geslingerd. Domme prietpraat van volwassen mensen die het altijd beter weten, ze zijn immers zo veel ouder dan de jeugd en zitten boordevol ervaring. Sinds het internet haar intrede gedaan heeft heersen er overal nieuwe modewoorden. ‘Chatten:’ je treedt schatkamers binnen uren aan een stuk, of is het tot stukken in de nacht? ‘Delete:’ je veegt met één hauw alles weg om alles wat je al die uren tegen elkander verteld hebt, zonder spijt de prullenmand in te kieperen. Maar vooral dat ‘enteren,’ en ik die dacht dat enteren met een gekaapt schip gebeurde. Als je teveel enters geeft, zit je zo meteen onder aan je blad. Dikwijls stel ik me de vraag, hoe komt het dat mensen zo gemakkelijk alles maar dan letterlijk ook alles tegen een wildvreemde durven zeggen? Hetgeen men niet tegen zijn eigen eega kwijt kan, gaat als lichte boerenpap erin bij anderen. Uren kan men vertellen en alles uitleggen tegen zo’n onbekende die gretig aanhoort wat de ander te jammeren heeft. Hoeveel relaties zijn er al niet op de klippen gelopen omdat het toetsenbord aan de vingers geplakt bleef? Hebben de mensen het dan zo slecht thuis of hadden we beter een ander gekozen toen we nog de keus hadden? Zou het niet komen door het te lang chatten met iemand in de virtuele wereld, dat daardoor slechte gezinnen ontstaan? Rondom de tentenkampen hier in de buurt, staan tiental jongeren te keuvelen tegen hun GSM. Sommige zie ik giechelen en anderen weer een traan wegpinken. Missen ze het thuisfront zo zeer of wacht er ergens een eenzame geliefde die in een ander Girokamp staat te snotteren? In alle geval, de manège die draait hier in de omgeving op volle toeren. De paarden galopperen voldaan door de groene weiden en de pseudo cowboys die wuiven dolgelukkig met een hoed in de hand naar ons als we in een bizar tempo langsfietsen. Niemand hier, die denkt aan teruggaan naar school binnenkort, niemand die hier zegt, wacht ik moet mijn gesprek nog afmaken op de chat. Het is één dolle pret met de straatspelen en het waterfestijn dat in de verte te horen is, doet er nog een schepje bovenop. En ik, ik zie dat het goed is, we hebben nog een zee van tijd om verder te keuvelen, de schoolbanken zijn hier eventjes verleden tijd. De bel is opgeborgen!

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

04 aug 2005, 12:51

De bel, ja... die is al lang vervlogen tijd. Destijds hing ze bij ons aan de muur op de binnekoer, maar toen ook dat schip verging is die bel bij andere schippers beland. Nu hebben wij een andere koer en is de bel vervangen door een katoog met aan de andere kant een donker lichtje; een bezoeker hoeft zich niet meer te melden, die wordt gemeld... ongemerkt dan nog.
Maar toch zijn er nog bellen; die van de school voornamelijk, vacantie of niet... op tijd en stond rinkelt die om de niet-schoolgaande-jeugd uit te nodigen in de klaslokalen de lege schoolbanken te bevolken. Die bel rinkelt of het een lieve deugd is; ik hoopte dat die onder de vacantie eindelijk eens kortsluiting kreeg... Maar nee, 't moet ons doen terugdenken aan onze schooljaren, toen wij -letterlijk én figuurlijk- een schoolbel de kat aanbonden. Omgekeerd ging niet, die schoolbel hing onder een afdakje, alleen het kettinkje was bereikbaar. We hadden dan toch een katje gegeseld en het beestje aan dat klokzeel gehangen. En het klokje klepelde het Angelus onder de klastijd.
En dan herinner ik me nog één bel, die van de soep. Waar is die naartoe, lust niemand nog soep uit grote melkkitten ? Jan van Boom met z'n bestelwagens heeft menig soepgeschiedenis geschreven... 't Is net of ik die bel nog hoor... al moet ik geen soepvliegen meer hebben... :lol:
TLL
Gast

04 aug 2005, 14:38

En de bel van de Belleman, TLL? Straks is het hier in Temse "Nationaal kampioenschap" voor de Bellemannen.
Als je dus eens een belletje wilt horen "rinkelen"? Kom naar Temse.

PS. Bij de bel van een Belleman hoort een reuzensnor en aan die snor moet voortdurend schuim kleven, of 't is gene goeie Belleman...
In 't begin riep de Belleman van Temse altijd: "Aandacht! Aandacht! Aandacht! Schol!" Maar nu heeft hij geleerd om dat laatste woordje weg te laten en 't is al veel beter. :lol: :arrow:
Laatst gewijzigd door Gast op 05 aug 2005, 11:30, 1 keer totaal gewijzigd.

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

04 aug 2005, 19:28

Mooi Kwezel! Ik merk nu pas je steeds weerkerend onderschrift:

Limburg, fietsplezier!

Misschien ben ik je eergisteren wel voorbijgereden zonder het te merken. Wie zal het zeggen?
Samen met mijn twee jongste kleinzoons zijn we een dagje gaan fietsen in Limburg!
Met de oudste, die twaalf is, was ik al meerdere keren op fietstocht hier bij ons in Brabant maar omdat de jongste van acht nu ook meeging kozen we voor een minder bergachtig parkoers, Limburg dus.
Het was een heerlijke dag en de zon was van de partij.
Bij Zonhoven een deel van het fietsenroutenetwerk Limburg (Haspengouw) aangevangen en zo langs het Albertkanaal tot Hasselt en over Bokrijk en Genk terug naar ons vertrekpunt.
Onderweg vinden de kinderen het heerlijk om ’s middags aan een klein eethuisje te stoppen en frietjes of kaaskroketten met véél mayonaise te eten.
Na de fietstocht zijn we nog hun twee zussen gaan bezoeken die op “paardenkamp” zijn in Heusden-Zolder en dan naar huis.
Kortom een onvergetelijke dag daar in Limburg. Voor herhaling vatbaar!

:D
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.
Gast

04 aug 2005, 20:40

Ja, die route nemen we dikwijls, prachtig landschap, je komt er tot rust als je nu wil of niet. :wink: Door Bokrijk langs de kruidentuin door de bossen, je herademt er en je longen worden een jaar jonger.

Eergisteren zijn we langs Peer en Kleine Brogel, naar Achel Kluis geweest. De terrassen waren overal druk bezocht door Limburgminnende fietsers. Op de terugweg zijn we dan in St-Huibrechtslille richting kanaal terug afgedraaid. Vandaar kan je zo ver als je maar wil je hartje ophalen. En het gekke is, soms heb ik het gevoel dat ik een seniornetter tegen kom, ik krijg spontaan een glimlach van de mensen. Maar dat zal dan wel aan mijn out-fit liggen en niet aan mijn lach. :P Bianci uitrusting afwisselend met de Fereyn.

Zo zie je maar, je hoeft niet altijd achter de pc te zitten, er zijn nog zo vele dingen die men kan doen, als het gaat en als men zich de moeite ervoor doet.

Volgende keer iedere kolderaar hier bij mij met de fiets, gaan we naar Valkenburg onderaan de Cauberg een tas koffie drinken of een heerlijke frisse Ice-Tea! Wie dan nog kan volgen, slinger ik mee door de drukke straten van Maastricht, langs de vele bruggen en botenparken terug tot thuis. Moe en voldaan mag iedereen douchen en zelf naar huis rijden. :D

En dan, dan staat er Visé op het programma gevolgd door Postel achter twee weken.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

05 aug 2005, 10:10

Wij hebben 'm in z'n "een" gezet... voor een automaat vrij moeilijk, maar toch... een slentergangetje langs kronkelende binnenwegen tot een eind voorbij Eindhoven. Deze hoek heb ik, bij mijn weten, nog nooit gedaan. Wij zochten een dagje te verblijven in een grote campingzaak tussen St. Oedenrode en Schijndel. Ideaal voor fietsers lijkt me deze hoek van de Kempen; een heel andere vegetatie dan bij ons in de buurt.
Ik had me wel vergist, want na Eindhoven lijken alle straten op binnenpleintjes, gelukkig mocht je er maar "30" en zodoende moest ik niet uit mijn "een"... :lol:
Zonder reclame te maken, bij De Wit vind je nu eens alles; ze omschrijven dan ook niet voor niets "de grootste kampingzaak van Europa". Mijn vrouw haar ogen begonnen al te fonkelen bij het aanschouwen in hall 3, van al die mooie interieurs in die fonkelnieuwe mobilhomes. Maar ik heb daar zelf geen goed oog in; ik hou niet van gemotoriseerde caravans; zijn zo onpraktisch als je na een kamping wil gaan winkelen in een stad, om nog maar te zwijgen van de overige site-seeing. We houden het maar bij onze plooi-sleurhut. Daarom moesten wij hier zonodig nog enkele attributen aanschaffen. Behoorlijk wat goedkoper dan in de Belgische kampinghuizen... Eén artikel was zelfs afgeprijsd; we moesten uiteindelijk, volgens het kasticket iets van 150 Euro betalen, maar bij thuiskomst zou blijken dat we slechts 50 Euro betaalden. De kassierster zou er niet blij mee zijn, weergeven op 500 Euro was ze blijkbaar niet gewoon, ze heeft zich vergist...
Vrouwlief was nu aan 't overpijnzen of dat kookstelletje, dat daar maar de helft koste van hier, nu wel zou werken ... Een wisseltrukje hadden wij niet toegepast, dus waarom zou het dan verstek laten gaan ?
Thuis heb ik de spullen deskundig onderzocht, en het kookstelletje ook op z'n werking getoetst... en alles verliep zoals verwacht. Nu kunnen we op kampings heerlijk frietjes bakken zonder een vetgeur achter te laten in de karavan. Eindelijk een kookstelletje waar je geen gas voor nodig hebt; het rijdt op benzine... Ook weer goedkoper dan een gasbom.
Wie zei ooit alweer dat Nederlanders zuinig zijn ? Belgen moeten er niet voor onder doen... :lol:
Gast

05 aug 2005, 14:01

Tegenwoordig heeft iedereen de mond vol van heidewandelingen, gezondheidswandelingen en hoevetoerisme. Dit laatste komt alsmaar meer in trek bij mensen die er eens anders willen van genieten om hun vakantie door te brengen. Na stevige wandelingen door de nog ongerepte natuur voelen de mensen zich op een hoeve tot rust komen. De kinderen mogen er meestal meehelpen om de dieren te voederen, te verzorgen en de ouders zijn een beetje onthaast. Hun lievelingen zijn in goede handen bij de ervaren boerenmensen. Ooit ben ik eens als jeugdleidster mee naar Zwitserland geweest, kookmoeder werd mijn nieuwe naam en ik vulde dat karakter met liefde in. Nu moet je maar eens met een bende jonge uitgelaten meisjes van 17 jaar naar de bergen trekken in Zwitserland, je bent nog niet jarig hoor. Jeca, dat zijn zeer verzorgde vakantiekampen, ze hebben zelfs een plan gereed liggen van de omgeving. Ze zorgen elke dag voor verse mondvoorraad en ieder minuut van de dag mag je ze bellen, ze sturen onmiddellijk iemand die ginder zijn zomerverlof doorbrengt naar het kamp. Uren smeerden we boterhammen met beleg en uren schilden we patatten maar allemaal met veel pret gedaan. Niet eenmaal verveelde zich iemand of wilde naar huis, ben je gek, als 17-jarige roept men niet meer op zijn moeder, dan kijkt men alleen naar het plaatselijk mannelijk schoon. In Saas-fee kan je met de telefrique hoog in de bergen geraken. Onderweg kom je ijsgrotten tegen en zelfs in de zomer razen de skiërs je langs de benen voorbij. Halverwege kan je een versnapering nemen, zonnebaden en een 100m hoger moet je de dikke wollen trui over je verbrande vel aantrekken. Van een heerlijk contrast gesproken, zomer en winter in één vakantie hebben, koud en warm tegelijkertijd, wat wil een mens nog meer hebben buiten een donkerbruine pint bier? Jaren geleden was het gebied nog niet zo doordrenkt van mountainbikers maar stilaan veroveren de cyclisten de Alpen. Wat anders werd ondernomen met goede bergschoenen aan wordt nu overgedaan met een degelijke fiets. Wie niet fietst tegenwoordig hoort in een andere groep thuis, bij de voetgangers. De bergen in België lijken in vergelijking met de Alpen wel molshopen en dan dacht ik nog dat het in de Voeren al omhoog ging, vals plat ja. Wie hier in ons natte landje de vakantie doorbrengt of gewoon thuisblijvers, die hebben hier keuze genoeg om te ontspannen. Iedereen kan niet alleen de spieren losrijden maar ook de lachspieren bijwerken tijdens ‘Theater in het zadelroute.’ Onderweg tussen de weelderige Heide door kan je genieten van verrassende theateracts in het natuurrijk parcours van Theater in het Zadel, dat je ieder jaar opnieuw langs de mooiste plekjes van de Kempen voert. Een dag om te genieten met gans het gezin want je wordt er meegesleurd door wervelde acts van gerokte knapen die je ongeremd tuinplezier met zelfrelativerende humor als waanzinnige evenwichtskunsten, jongleerders als suspens bezorgen. Onderweg kan je nog genieten van de plaatselijke lekkernijen en die dag mag zelfs niemand aan de lijn denken, dat doen we ’s anderendaags. Wees dus allen op post, jong en oud het maakt niet uit of je nu met de wandelboots of met de fiets de verplaatsing wil maken, zolang als men er maar plezier aan beleefd. Zelfs de mensen die negatief denken, toveren een glimlach op hun gelaat bij het zien van al die pipo’s. :P

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

13 aug 2005, 12:40

Als je niet meer beweegt ben je dood... Maar niet zo "schijn"dood als een pier. Dat beestje trimt, jogt noch fietst en toch zie je leven na een spade diep. Bij mensen is dat iets anders, die lopen hun ziel uit hun lijf. Verspillen energie om anderen te laten zien "kijk, ik leef". Ik kan ervan genieten, anderen het zweet huns aanschijns langs hun kaken te zien druppelen, het okselzweet hun net-gestreken overhemden te zien verkleuren. Nochthans, ik hou mij koest en toch ben ik niet dood, zolang er vanbinnen nog iets klopt. Maar toch klopt er iets niet in dit hele verhaal. De tijd dat het hart aanzien werd als het leven, is al lang achterhaald; ez. docter Barnhard heeft dat geweten. Nu is het al stransplant wat de klok slaat; zelfs gebeendicapten heb ik met een bladveer zien rondhuppelen; toch nog energie te veel.
Mij niet gezien, zolang mijn welvaartsgezwel, in horizontale toestand, op- en neerbeweegt zie ik niet waarom ik niet zou leven.
Tenandere, niemand pocht als men slenterend de winkels en etalages afdwijlt, en ik kan je verzekeren dat dat zéér vermoeiend is. Af en toe moet dat zo, als de weerga wil dat ik een nieuw pak aangemeten moet krijgen omdat mijn welvaartsafdak alweer is toegenomen. Of ik, door dat geslenter en getreuzel, dan geen kilo's zou afvallen ? Natuurlijk, je verliest voornamelijk vocht, maar na de pouse-café dikt dat weer behoolijk aan; aan mijn lijn hoef ik niet denken. Een dikke streep van een filtstift of een trek van een tekenpotlood... 't zijn in beide bevallen lijnen. En die éne keer dat ik ga fietsen, ben ik al blij dat ik de eindmeet haal. 't Is dan al genoeg dat mijn meet, op dat harde zadel, me pijn gaat doen me doet afzien van verder gejog, getrim, gehuppeldepup...
Aan mij is die afvallingskoers niet gelegen; de schijnwerker mag nog even wachten voordat ik mijn van alle energie ontdane karkas omtimmerd wil zien; ik heb nog energie op overschot, veilig ingekapseld onder dat welvaartsgezwel... :wink:
Gast

17 aug 2005, 22:26

Hij is geboren op een schrikkeldag, het voordeel hiervan is, dat hij maar om de vier jaar verjaart. Evengoed is hij ouder geworden en reeds een eind in de zeventig. Iedere keer wimpelde hij gekscherend die datum weg. Op 29 februari geboren worden is niks nieuws onder de zon, dan vieren we dat toch gewoon een dag ervoor of later. Humor dat stond hoog in zijn vaandel en zijn aanstekelijke lach is overal gekend bij mensen die hem dierbaar zijn. Als klein kind wilde hij missionaris worden, geen gewoon priester, neen hij verkoos het om naar verre landen te trekken. Het geloof te brengen bij mensen die het nodig hadden, een helpende hand uitsteken bij diegene waar de nood het hoogst was. Hemel en aarde zou hij verzetten en niks was hem teveel, niks kom hem tegenhouden. Zijn vader smeekte bijna: “jongen ga niet zo ver van ons weg, blijf in de buurt en neem een post aan als parochieherder.” “Maar vader,” zei hij dan goedlachs, “hier hebben ze mij niet nodig maar ginder in de oorlogslanden bij de verstoten mensen. Mijn taak hier op aarde ligt daar bij de armen, zij hebben mijn handen nodig en mijn gebed.” Zijn kinderjaren op de boerderij gingen niet ongemerkt voorbij, hij blonk uit in vele vakken en liefdadigheid was een must voor hem. Iedere keer als het kermis was in het dorp, bracht hij kermisgasten mee naar huis. Zijn moeder zei dan: “ jongen, moet je dan telkenmale dat kermisvolk mee naar huis brengen, hebben ze dan niks te eten op die kermis?” “Ach moederlief,” antwoordde hij dan, die mensen hebben meer dan ons maar ik wil hun zo graag bij ons aan de rijkgevulde tafel hebben, een blijk van naastenliefde geven aan dit volk dat door de meeste mensen argwanend wordt bekeken. De jaren vergingen en het kermisvolkje kenden ondertussen de man met de gulle handen en ook zijn moeder zag dat het goed was. Een doodgewone jongen zou het Middelbaar onderwijs verkiezen of de Unif maar hij verkoos het seminarie, niemand kon hem daar vanaf brengen. Stijfkop als hij was ging hij naar Heusden waar hij theologie studeerde, Latijn maar geen Chinees, dat zou pas jaren later aan de beurt komen. Deze doodgewone jongen bloeide helemaal open voor zijn geloof en menig gebuur lachte al eens hiermee. Daar liepen zovele mooie huwbare jonge vrouwen in het dorp en hij verlangde naar God met hart en ziel. Bij de opendeurdagen dat zeldzaam was in dat seminarie mocht ik mij van geluk prijzen, ik mocht als kleine pagadder mee naar binnen. Voor mij hoefden ze niet te vrezen, ik kon immers geen priesters in spé verleiden. De eenvoudige beddenkooien waren met serene witte doeken afgeschermd en niemand van het publiek mocht op de matrassen gaan liggen. Zijn ouders konden het niet geloven dat hij in alle eenvoud zijn leven wilden doorbrengen, rijkdom, dat zegde hem niets. Priester worden dat is een roeping, normaal ben je herder voor het leven en hij is een uitverkoren herder voor het leven gebleven. Er waren er vele uitverkoren maar weinigen zijn gebleven, het gewaad werd door meerdere jonge knapen over de haag geworpen om zich aan een ander avontuur te wagen, namelijk dat van het huwelijk. De eremis werd een waar dorpsgebeuren. In een klein dorp waar iedereen alles van iedereen kent en weet, werd dagen feestgevierd. Er werd een reuze stier geslacht en lammetjes werden opgeofferd aan de dis. Het huis werd versierd met praaltorens en de sierdennen stonden opgesteld tot aan de kerk. Zelfgemaakte bogen vastgezet over de straat heen met leuzen erop, trotseerden wind en regen. Zijn hartenwens was uitgekomen en daar was hij zeer trots op. Geknield gezeten op de stoeprand wachtten de mensen in rijen, totdat hij in zijn nieuw wit gewaad voorbij kwam. De zegen werd gretig uitgedeeld, de mensen waren dik tevreden, ze hadden nu een herder kort in de buurt wonen. In het begin van zijn ambtsjaren, hielp hij mee in de parochie, hij straalde. Dan kwam het verdict, zijn geluk lag niet langer hier, hij wilde weg, naar de vreemden gaan. Pater Karel van Antwerpen zou hem aan een post helpen in Taiwan, bij de minderheden van dat immense land. De vertrekdatum naderde angstvallig maar niemand kon hem van zijn gedacht afbrengen. Een bus vol met familieleden, vrienden en geburen bracht hem dan tenslotte naar Zaventem. “Jongen,” zei zijn vader nog: “je hart moet je volgen, laat je niet van je gedacht afbrengen, we weten dat het je lot is en stil aanvaarden we het. Zo vertrok hij naar dat vreemde land voor zeven lange jaren, hij leerde de Chinese taal en stilaan raakte hij er ingeburgerd. De verdreven mensen zou hij eerst helpen met houten barakken te bouwen en het geloof verkondigde hij nadat hij de mensen voorzien had van voedsel, mensen met een lege maag hebben geen behoefte aan Gods woord. Thuis baden zijn ouders dat hij niet zou ziek worden, wie kon hem ginder dan helpen? Ze waren zo trots op hem, ze geloofden rotsvast in hem, in zijn werk. “Als er niks bestond,” zei moeder altijd, waarom zou dan haar jongen naar zo een ver land trekken, dan kon hij toch ook dichtbij blijven. Heilige mensen zijn het gebleven tot aan hun dood. Ik mis ze nog elke dag!
Gast

18 aug 2005, 12:28

Zeven lange bange jaren van wachten op hem. Wie zo een domme wet gestemd had voor missionarissen in de vreemde moet zelf wel goed gek zijn. Het thuisfront zond handenvol geld naar ginder, geldacties werden er geregeld gehouden in de kerk. Als de schaal rondging voor hem, lag het vol met briefjesgeld, hier wisten ze zeker dat het geld goed besteed werd. Hij stuurde foto’s naar de familie want e-mail bestond er in die tijd nog niet, waarop je hem zag leven tussen het gewone volk dat nu zijn thuis was geworden. Zijn schamele bezit bestond uit zijn kleren dat hij aanhad maar hij gaf aan zijn ouders de indruk dat hij het wel stelde. Hij wilde ze niet onnodig ongerust maken over de toestand ginder en de orkanen die geregeld bij hem langsvlogen en veel harde werk naar de knoppen hielp. Zijn brieven waren brieven waarin hij schreef dat het hem goed ging, hij was zijn ideaal gevolgd en zijn dromen lagen ginder bij de verdrukte Mao kinderen. De jaren kropen langzaam maar zeker voorbij en hij melde ons dat hij terug kwam, op bezoek maar niet voor lang. We schrokken ons een aap toen we hem weerzagen. Zijn blozende wangen en zijn krulhaardos was niet meer dezelfde als voorheen, maar toch straalde er een zekere gemoedsrust van hem af. Overal waar hij kwam groette hij op een Chinese manier de mensen. Zijn handen vouwde hij zoals ze het ginder deden en een groet met het hoofd volgde hierbij zijn gebaar van zijn handen. De foto’s die waren nog maar de helft bewaarheid van wat zich ginder afspeelde bij die verstotelingen zei hij maar je kan toch niet paniek zaaien bij je ouders. Een paar weken mocht hij blijven, ondertussen bezocht hij veel familie en kennissen en legde hij zijn eerste contacten met de culturele wereld. Hij had het immers in zijn priesterkop gehaald om een dansgroep daar ginder op te richten. Die cultuur wilde hij naar België en over de hele wereld uitdragen, wat hem ook jaren nadien goed gelukt is. Deze keer zou hij niet zeven jaren wegblijven, hij mocht van zijn gardiaan al na vijf jaar weer gelost worden naar het thuisfront. De cultuur zorgde ervoor dat het nu wel kon, de uitwisseling tussen verscheidene landen was een openbaring voor dat kleine volk. Van de ene op de andere dag stonden enkele reporters voor de deur van de oude boerderij en iedereen kon meelezen in die bepaalde krant wat die man bezielde om zo ver met een dansgroep bestaande uit jonge meisjes naar België en omstreken af te reizen. Zijn boerendorp stond plots op de wereldkaart ingevuld, zijn naam werd verbonden aan religie en cultuur in het buitenlandse. Je kon je wel indenken dat zijn ouders apetrots over deze zoon waren, hij volgde Gods wegen en die waren toch zo wie zo al ondoorgrondelijk. In het begin waren er maar zeven danseresjes en wat kookmoeders erbij. Ze werden goed doorgelicht door de staatsveiligheid, alsof het boeven van groot kaliber waren en overal vreesden men het ergste. De veiligheid van de kinderen ging boven alles, ze werden goed door iedereen afgeschermd om geen onnodige incidenten uit te lokken. De optredens van de groep, zorgden voor boemvolle zalen. In het begin waren het maar kleine zalen maar mettertijd dansten ze in grote cultuur centrums en werden ze bij de koning in audiëntie genomen. Zijn vader was ondertussen al ziekelijk, hij leed aan die verdomde klotekanker, die zijn laatste levensjaren beheerste. Iedereen zag het met lede ogen aan toen de missiezender terug naar zijn volk ging met zijn befaamde dansgroep. Het stond duidelijk te lezen in elkanders ogen dat ze waarschijnlijk zich voor het laatst zouden zien. Vader streed dapper en hield het zo lang mogelijk uit. Chemo bestond toen nog niet, men ging gewoon dood aan die klereziekte. Dankzij connecties met hogere instanties kregen we het voor elkaar dat hij drie jaar later mocht naar huis komen voor twee maanden. Hij en zijn jongere broer verzorgden hun vader zo goed als het maar kon, niks was teveel voor deze man die zo zienderogen vermagerde en achteruit ging. Dag en nacht stonden ze aan hun vaders bed tot de tijd kwam van afscheid nemen. De herder mocht niet langer blijven, zijn missiepost ginder had hem weeral nodig. Met pijn in het hart namen ze afscheid en deze keer voorgoed, dat stond in hun ogen te lezen. Enkele dagen later is zijn vader rustig ingeslapen met een glimlach op zijn gelaat, hij wist immers dat het nu goed was, zijn zoon was in goede handen ginder achtergebleven. Vadertje had zijn pijn en zijn lijden deels opgeofferd voor hem. Hij die ginder in den vreemde zat zou niet te weten komen hoezeer hij zijn geliefde zoon gemist had al die jaren dat hij vertoefde in Taiwan. Een herdenkingsmis vierden ze heel emotioneel ginder tezamen met de ganse gemeenschap, christen of heiden, op dat ogenblik maakte het geen verschil, iedereen voelde met hem mee.
Gast

18 aug 2005, 22:17

De culturele uitwisselingen maakten dat hij met zijn dansgroep door Europa kon reizen. Ondertussen waren het geen kleine meisjes meer maar volwassen jonge dames geworden. De groep groeide gestatig aan en bouwde stilaan een imago uit dat aan de verbeelding tartte. Iedere dans had een thema van de streek, zo kon je zien hoe een huwelijksdans of een alledaagse werkman daar in het werk ging. De groep was geliefd door de vele landen waar ze een spoor van cultuur nalieten. Ondertussen was op het thuisfront zijn moeder al op leeftijd gekomen en weer kwamen de bange gedachten naar boven dat het niet meer zo lang zou duren om afscheid van haar te nemen. De vreselijke voorgevoelens kwamen uit. Nare dromen deden mij in een bepaalde nacht opveren uit mijn bed, de slaap was over en ik voelde dat er iets op til was. Op de vooravond van haar tachtigste verjaardag kreeg moedertje een hartaderbreuk. ’s Morgens werd ze gevonden door de schoondochter en haar oudste zoon, die bij haar inwoonden. Zij treurde vele jaren om het verlies van haar dierbare man en ze wilde zo graag haar geliefde zoon gaan bezoeken in dat verre vreemde land maar de omstandigheden lieten dat niet toe. Deze keer kregen we geen voet aan de dijk gezet, de missiezoon mocht niet afkomen. Er werd geen uitzondering voor hem gemaakt voor een tweede maal. Moeder zou het niet erg vinden op de ene manier, zij wist dat de plicht riep voor hem en dat hij niet zo maar zijn missiepost mocht verlaten zonder de toestemming van zijn oversten. Ze adoreerde hem boven alles, ze was ontzettend trots op deze zoon en ging er prat op dat hij het toch maar klaargespeeld had om twee en meer culturen bij elkaar te brengen. Het geloof hoeft niet altijd verder uitgedragen te worden met de bijbel, men hoeft niet altijd met dat boek de mensen om de oren te slaan, het mocht ook eens op een gemoedelijke manier gebeuren. Dat laatste heeft hij dus gedaan, zielen gewonnen door dansen te brengen voor jong en oud. Het maakte voor hem niet uit als hij in één jaar tijd, niet 1 ziel bij gewonnen had, de mensen zouden zich wel op tijd en stond bekeren tot het christendom. Zijn moeder werd ten graven gedragen en in de homolie werd over haar soberheid gesproken. Over een moeder die zijn zoon liet beschikken om in dienst van God te staan. Zijn grote idealen en zijn dromen mocht hij achterna reizen. Hij had zijn jonge leven in dienst van de kerk gesteld. Zijn oude moeder voelde dat dit goed was en in haar hart zal ze op haar sterfdag wel afscheid genomen hebben op haar manier van hem, hij die ze nu in levende lijve niet meer zou zien. Jaren later na zijn volgende thuiskomst was het huis leeg, de herinneringen hingen overal tegen de muren en het huis ademde liefde uit, de liefde van zijn ouders die hem door dik en dun altijd gesteund hebben. Emotionele liefdesbanden die op het graf sterk naar boven kwamen, daar lieten we hem eventjes alleen met zijn droefheid. Nu kon hij afscheid nemen van zijn dierbaarste bezit, want je ouders en je kinderen zijn het dierbaarste bezit in ieders leven. Koester ze goed want ooit komt de dag dat we allen afscheid moeten nemen van onze geliefden. Laat haat en wrok geen deel uitmaken van jullie leven Onverwachts, onvoorbereid zag ik de dansgroep terug, ik had al zelf kinderen die aan sport deden. Op een onbekend marktplein hoorde ik een Vlaamse stem vanuit onze streek door de micro praten. Terwijl ik door een drom menigte korter naar het podium probeerde te komen, zag ik een bekende figuur in zijn grijs pak de mensen toespreken. Ik kon mijn ogen niet geloven, hoe kwam hij hier terecht, waren we niet op de hoogte gebracht van zijn rondreis door de Europese landen? Het ogenblik dat volgde was heel emotioneel voor mij, het onverwachtse weerzien in een ver land waar we tot rust wilden komen, riep vele dingen weer omhoog. We keken ons recht in de ogen terwijl ik riep en wuifde, ook hij dacht dat hij een spook zag uit het niets verschijnen. Zo ver van huis en je komt je dorpsgenoot tegen, wat is de wereld toch klein als je juist denkt dat hij groot is. De mensen om ons heen lieten ons begaan toen we ons in de armen vlogen, tranen van geluk bengelden over onze gezichten. Hij verontschuldigde zich tegenover het publiek hiervoor, hij had zijn kleine dierbare vriendin teruggezien terwijl hij helemaal niet verwachte een bekend persoon tegen het lijf te lopen.
Gast

19 aug 2005, 09:27

oeps
Laatst gewijzigd door Gast op 20 aug 2005, 15:14, 1 keer totaal gewijzigd.
Gast

19 aug 2005, 15:37

In hetzelfde jaar dat Eddy Merckx wereldkampioen bij de profs in Montreal werd, de oogst niet van het veld kon gehaald worden omdat het een kletsnatte herfst was. Het jaar dat de groenten stonden te verrotten in de natte verzopen velden, zou zich eerst een verschrikkelijk drama afspelen op het college waar de missiepriester zelf ooit lesgevolgd had. Nu vallen er ieder jaar wel slachtoffers ten gevolge van brand en rookontwikkeling maar deze inferno sloeg alle records. Het slechte nieuws werd door radio en televisie kenbaar gemaakt dat er brand was uitgebroken in het internaat van het Heilig Hartcollege gelegen in het Limburgse Heusden. Het was hartje winter, 24 januari 1974 en de leerlingen zochten zoals alle dagen hun bed op om nog na te keuvelen. Wat bezielde die jongelingen, wilden ze stoer doen, wilden ze geen watje zijn in de ogen van de anderen?
De oorzaak was te wijten door sigarettengeur te willen verdoezelen. Eén van de scholieren had er niet beter op gevonden dan die geur met een spuitbus weg te werken. Wat wist zo een bijna onschuldig kind, amper zelf de pamper ontgroeit, dat het een steekvlam zou veroorzaken met zeer grote gevolgen. Het vuur nam snel uitbreiding zodat ze geen schijn van kans hadden om te ontkomen aan die immense vlammenzee. In die inferno kwamen 23 scholieren om het leven, jonge mensen in de fleur van hun leven, die door één ondoordachtzaam moment vele huisgezinnen in de rouw zette. Het nieuws viel als een bom in de huiskamers binnen bij iedereen en zeker bij de mensen die hoorden dat hun kind daar een interne leerling was. Het moet verschrikkelijk zijn geweest dat men geen hulp meer kon bieden aan de roependen, de slapende gasten hadden zelfs geen weet van dat alles. Misschien hadden ze beter hier de miliciens ingezet om nog te redden wat er te redden viel, wellicht zouden er meer mensenlevens gered zijn uit de vuurhaard, die nu het slachtoffer geworden waren van pubers die hun eerste sigaret rookten. De overlevenden van die ramp, die zitten nog altijd opgezadeld met een trauma, getekend voor hun verdere leven, de plekken op hun ziel zullen er nooit uit verdwijnen.
De missieherder die dit slechte nieuws hoorde van familieleden nam onmiddellijk contact op met zijn congregatie om zijn medeleven aan te bieden aan de vele getroffen families. Bij zijn thuiskomst jaren nadien, om zijn zieke vader in zijn laatste uren bij te staan, bezocht hij het getroffen college. Hier waar hij zovele jaren heel nederig en sober heeft leren leven om anderen ten dienste te staan, hier in datzelfde gebouw lag nu een droeve schaduw, die voor altijd in de geschiedenisboeken zou staan. En hij weende, een priester met een klein hartje, hij weende om de verschrikkelijke dingen die hier gebeurd waren. De slachtoffers, waarvan er eentje kortbij in onze gemeente woonde, het drama, het speelde zich opnieuw af voor zijn ogen. De foto’s, die bovengehaald werden lieten nu duidelijk zien, wat verloren was gegaan in een mum van tijd. Die fatale laatste sigaret en die spuitbus, was er indertijd meer controle geweest op de kamers, het had niet plaatsgevonden. Menselijk leed kan verschrikkelijke vormen aannemen maar op zo’n manier je kind verliezen, dat gaat je petje te boven. Sigaretten zorgen voor meerdere fatale aflopen, men kan er longkanker van krijgen, doodgaan aan die simpele sigaret die toch zo begeerd is door sommigen. Wat vindt een mens nu heerlijk aan zo’n stinkstok? En laat het nu net die dwaze sigaret zijn, die hem de nek om zal draaien op latere leeftijd. Ook hij bleef niet gespaard van die alom gevreesde ziekte, ook hij vecht voor zijn leven, alle dagen opnieuw. Bange dagen en uren die de klok niet kunnen terugdraaien, bang zijn voor de dag van morgen wat die zou geven. Stilaan is hij de strijd aan het verliezen en wordt hij de verliezende partij. Maar zoals steeds wil hij er niet aan toegeven. Hij troost anderen met het gedacht dat er andere vele verschrikkelijke dingen zijn gebeurd en wat hij heeft een vorm van lijden is om zijn hemel te verdienen. Weldra zal hij bij zijn ouders hierboven vertoeven, binnenkort zal hij de harde strijd verliezen en een leemte nalaten bij zijn dierbare parochianen.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

20 aug 2005, 21:16

Ik moet voorgaande spaak- en fourgeliefhebbers teleurstellen; het fietsvoorvalletje van voor enkele dagen heeft niet alleen mij overtuigd, maar deze keer ook mijn wederhelft.
Met de sleurhut achtergelaten op camping St. Michiel te Brugge zeulden wij met pak en camera richting VVV van "die scone"... ofte het Venetie van het Noorden. Of we niet ergens een fiets of twee konden huren voor een namiddag; maar natuurlijk, dat kan ginder, daar en overal waar ook maar fietsen staan. Maar de drie cilinders onder het zadel, hadden schijnbaar ook al meerdere berijders moeten torsen; versnellingen... huh... wat is dat ? Van voor twee schijven en achteraan een zestal, maar hoe of ik ook wrong, trok en snoktje; de vertraging kende maar één tandheugel. Nou goed, dan maar zonder... later zou blijken dat het zelfs niet eens nodig was ook maar één versnelling te benutten. Was het uitgerekend marktdag voor het belfort; je kon over de koppen lopen, letterlijk en figuurlijk. Want op die straatkeikoppen, en met deze hoop vlees, was het fietsen totaal overbodig; je moest afstappen om vooruit te geraken. Maar niet alleen wij waren de onfortuinlijken, menige andere fietstoerist zagen we kriskras tussen groente, spek- en bloemenkraampjes doorwurmen om toch maar iéts van het statige belfort te zien; en net daar stonden chinezen of japanners (kortom spleetogen) voor te drummen en een onverstaanbare gids te beluisteren. Een koppel met een tandem had het zo moeilijk dat zij moesten roepen om omstaanders opzij te krijgen; voor hén leek het een kruisgang; met veel moeite kregen ze hun vehikel gedraaid en eenmaal dat geklaart, konden ze slechts één kant op..; het trappenhuis van een andere gevel. :lol:
Geloof me vrij, wij hebben daar wat afgelachen... ook met onze miserie.
Maar de elende van de grote markt was niet het enige, langs de grachten dan maar ? Nou, vergeet het... Iedereen zoekt wel beschutting als de zon op je hersens schijnt en aan de grachten is het uiteraard koeler en je hebt bij die steegjes ook meer mogelijkheden om schaduw te vinden.
De binnenstad hebben we meer te voet, dan met de fiets afgelegd. En om langs de stadswallen te fietsen, daar hadden wij geen fiets voor gehuurd; dat zouden wij overlaten aan een paardeknol met een vierwielig koetsje erachter. De fietsen hebben we terug ingeleverd en de verhuurder bedankt voor zijn "vergetelheid"... Hij had ons toch ook van die marktdag op de hoogte kunnen brengen; dat stond niet op het stadsplan, dat wij van huis hadden meegenomen, vermeld. Maar het koetsje én de koetsier hadden die pijn ruimschoots verguld; wisten wij veel dat die koetsiers mooie Brugse missen waren, en wij hadden er één op U tegen te zeggen... Zij kon zowaar ook nog fluiten ook, net als dat rijdier in het gespan; dat floot slechts eenmaal, liet een odeurke achter en toen vielen de moppen... :lol: En dat onze berijder niet vies was; ze liet het gespan stoppen en raapte de drollen op om ze in een zak te deponeren om achteraan de koets te laten bengelen. Van toen af zagen we, tussen de kommentaar door, twee paardestaarten kwispelen... een van haar en een van het paard...
Zijn dat lappen ja, die Brugse Metten... (meiden ?) :)