Hilarische feestdagen

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.
Gast

07 dec 2005, 16:16

In deze tijd van het jaar worden er veel acties gevoerd om kansarmen een lichtje in de duisternis te schenken. Als we rondom ons kijken vinden we zeker genoeg mensen die in deze drukte een helpende hand kunnen gebruiken. Niet alleen een uitgestoken hand zouden ze waarderen maar ook een fijne babbel of een geschenkdoos met een pakje koffie erin. Onder de bruggen van Parijs en in de koude metro’s van Londen, het station van Brussel, het wemelt er van de daklozen, die ongewild of bewust daar de koude nachten moeten doorbrengen. Niet alleen zijn dat de armen maar wie nader dan de rok kijkt, vindt nog een andere categorie van kansarmen. De nieuwe kansarmen die door scheiding en allimentatie zichzelf zo in de afgrond werken of komen dat ze het leven niet meer aankunnen. Wie in feitelijke scheiding ligt, die weet dat er een zwaard boven zijn hoofd hangt. De schuldenlast van de eega, die spontaan veroorzaakt is door hun koopzucht, de verspilling van geld aan goederen die hun de ogen uitgestoken heeft. Immers de lasten en schulden komen nog af op diegene die achterblijft, nog in de woning mag wonen voor een tijdje totdat de scheiding is uitgesproken. Nochtans, soms heeft men geen schuld aan de partnerruzie, het gebeurt gewoon. De mensen gaan het op een ander zoeken en de overgeblevene die komt diep in de schulden te zitten omdat de deurwaarder bij hem komt aankloppen. Het zijn die mensen die diep onder de armoedegrens komen te zitten, hun wordt schuld aangesmeerd, nochtans weet de andere partij beter maar die is slimmer en weet waar de wijn naartoe vloeit. De harde winter had gezorgd dat hij geen mazout meer kon kopen en ondertussen bevroor de leiding. Als niks meer circuleert bevriest de boel en zeker in huizen die niet goed geïsoleerd zijn. Hij kwam zonder warmtebron te zitten en zit al een tijdje in de kou. De arme man heeft alles in één plaats gezet, zijn bed en tafel en zijn overlevingsdrang aan de pc, de enige dingen die hij nog mocht behouden. Er werd een klein kacheltje geplaatst voor wat warmte te geven en de kolen die moet hij maar zelf zien te vinden om de kachel brandend te houden. Warm water ontbreekt nu ook maar wat heeft een mens meer nodig. Water kan men immers opwarmen op de kachel als die althans zijn werk doet en brandend is. Wat kan een mens nog meer uitsparen om de eindjes aan elkaar te knopen terwijl anderen in luxe baden? Zo kan je bijvoorbeeld je melk weglaten uit je kopje troost en de suiker die toch slecht is voor de tanden, die liet hij ook maar achterwegen. De stokoude man, hij vond alternatieven om te overleven. Zijn auto dient nu als showgarnituur, de benzine is te duur om te verspillen aan nutteloze reizen van het OCMW naar de bank waar toch de rekening geblokkeerd is. De elektrische toestellen staan al een tijdje te verkommeren op het aanrecht, tijd- en geldverspilling zegt de belastingontvanger. Wassen kan men zich toch in het zwembad, gratis douche en de spaarknop is nog niet in voegen. En als het meezit kan men zijn kleren er ook kwijt, je trappelt op je kleren totdat de sporen weggevaagd zijn van misrekening in het leven. Maar de man, hij was content dat hij nog leefde, er waren mensen die het nog erger hadden. Hij behoefte voorlopig nog niet in een kartonnen doos de nacht door te brengen, hij mocht nog in zijn kamertje blijven, voorlopig toch. Tot de scheiding uitgesproken is, dan is alles weg. Het huis dient verkocht te worden, de overgebleven goederen verdeeld en het loon waar beslag op gelegd is wordt herverdeeld tussen de partners. Mensen die ooit hadden gezworen in goede en kwade dagen, in ziekte en gezondheid, tot de dood ons scheidt, wel die hebben hun eed niet kunnen waarmaken. Hun leven liep niet meer parallel met elkander, ze hadden andere noden. Als velen de tijd konden terug draaien, dachten ze wel drie keer na vooraleer een eed te zweren, of van elkander te gaan. Velen zouden wellicht een gezinstherapie kunnen gebruiken en daar ook gebruik van maken maar ja, de wil is soms moeilijk te volgen. De weg kan al eens krom zijn en dan raakt men inderdaad in financiële moeilijkheden met alle gevolgen van dien. Hopelijk vind ik die persoon niet onder een brug, koud en kil, verlaten van iedereen. Het is tenslotte bijna Kerstmis voor iedereen en ook hij wil zo graag bijzitten aan een gevulde tafel al is het dan maar voor warme voeten te krijgen en wat vriendschap in ontvangst te mogen nemen. Wees dus niet karig en leg iets in de supermarkt opzij, de mensen van Vincentius zullen het wel bezorgen bij diegene waarbij de nood het hoogst is. :(
En toen, toen kwam er een inbreker!
Gast

08 dec 2005, 20:37

Je moet het je eens indenken. Je hebt een schamel bezit, alleen maar een budget om te overleven en ineens stel je vast: er is iemand hier aangekomen. Iemand heeft de vingers durven leggen op je armoede, dat voor jezelf nog de grootste schat was. Wie zou het kunnen denken dat zo iets zou kunnen gebeuren? Men zou eerder vaststellen dat er wordt gegapt bij rijke mensen, neen, ze slaan de minstbedeelden niet over. De oude eenzame man, hij was weg voor een weekendje bij zijn kinderen. De kinderen nodigden hem uit om een koude novembernacht bij hen door te brengen. Zonder telefoon is men zo moeilijk bereikbaar en zonder televisie is het klank zonder beeld. De eenzaamheid overvalt je plots als een dief in de nacht, daarom ging hij op het voorstel in van zijn zoon. In de geburen hadden ze al eerder duistere figuren vastgesteld rond hun woningen. Toevallig hadden ze hun zinnen gezet op het vreemde huis in de dorre wei, de eenzaat die toch niks meer te verliezen had, buiten zijn waardigheid. Geen mens die het gezien had, geen getuigen en geen sporen van lak, maar ze hadden wel binnen kunnen komen. Het kapotte raam liet nu ook nog eens de koude en de zure wind door, het geld ontbrak om een nieuw glasraam te steken. De eremiet, hij was al zoveel gewend maar hieraan denken deed hem pijn en veel verdriet. Het kostbaarste wat er stond, was een versleten platendraaier, de tv was er al uit gegaan om schulden af te lossen. Voor de rest lag het aanrecht bezaaid met losse muizenpuntjes, de vloer bezweek onder de troep die ze achter gelaten hadden. Karton van een verloren gelegde doos waar ooit nog een schat aan herinneringen in bewaard werd, dat zelfde karton dichte het gat in het raam. Waarom braken ze juist hier in op deze plaats? Vragen die hij zich stelde en het waarom zou hij nooit te weten komen. Overal in de gangen van stations lopen er junkies rond, het schijnt dat er een koppel van deze minderheden, de weg naar het pandjeshuis gevonden had. Hun rommel was goed te onderschatten, ze hadden zo broodnodig een sticky nodig. “Verdorie,” zei de man nog in een euforie, “waarom deden ze niet tegelijkertijd de afwas?” Gelukkig stond de versleten pc er nog. Zijn kleine kachel ademde de laatste kolenwasem uit en zijn scherm gaf aan, dat het budget opgebruikt was. Weg seniorennet, weg contact in de lange avonduren met de buitenwereld. Boeken kan je ’s avonds niet goed lezen met een lage fitting, een kaars gelijk meneer de uil vroeger zou soulaas brengen. Dit is nu de moderne wereld, voor hem staat die op zijn kop, hij draait de verkeerde kant uit. Door de dag kan men nog lange wandelingen maken of de fiets aanspreken maar avond na avond met een kaars voor je raam zitten, het moet afschuwelijk zijn. “De beste oplossing zou zijn, dat alles voorbij was, gewoon alles maar dan ook alles,” snikte hij stotterend. Als je moet leven gelijk een hond in een kooi, wat is de waarde dan nog van je leven? Langs wandelen onder de ramen van welgestelde mensen, hun gevulde kalkoen zien drijven in het sap van ananas en sinaas. Roomsoep opsnuiven gekruid met pittige pepers, het is allemaal een droom voor hem. Ooit komt de verlossing. Hij hout zich sterk en wil terug uit dat treurige dal kruipen, het is alleen nog maar luttele maanden of jaren afwachten. Kan een mens op niks overleven, zijn we dan dieren geworden die van bessen genieten en van dorre afgevallen bladeren om de maag te vullen? Wie weet, de tijd zal het hem leren. Miezerige dagen gaan traag voorbij maar hij hoopt en blijft hopen, op nieuw leven voor hem, op een nieuwe relatie, een nieuwe vriendin die hem vreugde en blijfschap wederom schenkt. Wellicht wordt hij uitgenodigd door iemand die ook eenzaam zit met Kerstavond, die iets wil delen met een ander hoe min het ook is. Gedeelde smart is tenslotte halve smart. Goede raad kan ik niemand geven, alleen, sluit goed je ramen en deuren en laat de boze wolven buiten. Je bezit, daar moet iedereen zijn handen van afhouden, hoe weinig het ook is.
Gast

09 dec 2005, 17:18

De nachten werden kouder en kouder, het huis van de oude man was kil en verlaten. Geen mens die naar hem uitzag, geen mens die hem de zo begeerde vreugde bood. Eenzaam bracht hij zijn dagen door zoekend nog altijd naar het waarom. Waarom moest hem dit juist gebeuren, waarom niet een ander? Had hij misschien niet goed gezorgd voor zijn gezin toen de jongens nog thuis waren? Was de oorzaak te zoeken bij zijn beroep en heeft dat het huwelijk de das omgedaan? Eens was hij een fier militair. Het uniform droeg hij met trots en een zeker waardigheid, zijn vaderland diende hij met plezier. Als vaderlandslievend beroepsofficier werd hij uitgezonden naar vreemde landen. Menig landgenoot dat in gevaar verkeerde in Afrika moest beschermd worden, het deerde hem niet waar ze hem stuurden, hij deed zijn plicht. Nooit sloeg hij het hoofd neer, nooit kende hij angst, hij deinsde niet achteruit wanneer iemand met de bajonet in de aanslag achter hem kwam om laf toe te slaan. De bendes in het oude Congo dreven hun terug naar het vaderland, het thuisland waar ze ontvreemd waren van hun gezin. Als iemand lang van huis is, kan het al eens gebeuren dat een koppel uit elkaar gaat. Kan iemand trouw als een hond blijven aan de huwelijksgelofte? De kwade dagen als je alleen als vrouw voor je gezin moet zorgen, wegen zwaar door op frêle schouders. Je hebt dan geen basis om op terug te vallen, immers de man zit ver weg tussen de locale bevolking om zijn geld te verdienen, om het gezin boven water te houden. Ondertussen dat de officier zijn staatsplicht vervulde groeiden zijn kinderen op, ze werden volwassen mensen en verlieten al gauw het huis. Vader kwam van zijn missie naar huis om uit te rusten maar tot zijn ontsteltenis, ze waren vervreemd van elkander. De natuur had haar werk goed gedaan, beiden waren verliefd geworden op een ander. Dit kan bij de beste huishoudens gebeuren en zeker bij mensen die veel uithuizig zijn en ver van elkander. Een mens is maar een mens, niet meer dan een dier met hersenen en behoeften, het lot beschikt er anders over. Wanneer de mensen tot het besef komen dat ze beter uit elkander kunnen gaan, doen ze dat het liefst in alle vriendschap, vechtscheidingen kosten een hoop geld en het put je totaal uit. Alles wat je opgebouwd hebt met de jaren, vervalt, alles moet verdeeld worden, je bent alles kwijt. Zo ook met dit gezin die niet meer met elkander verder konden en ze gingen uit elkaar. Voorgoed weg van het huis dat ze met hun eigen handen gebouwd hadden, hun toekomstdromen die ze gesmeed hadden, alles lag aan diggelen, kapot voor hun verdere leven. De vrouw muisde er vanonder en liet hem alleen, het was gedaan met de pret. Stillekesaan kwamen de gemaakte onkosten naar de brievenbus, ze vonden hun weg naar de eenzame man, die zijn hoofd dieper en dieper liet hangen. De schulden stapelden zich op en de eega eiste haar deel voor het lange wachten op hem. Dit alles begon zijn zware tol te eisen, het huis raakte meer en meer leeg, zijn budget werd kleiner en kleiner en hij die het zo goed anders had, kreeg nu nog maar een overlevingsloon toebedeeld. Hij raakte diep tot onder de grens van de armoede, tot de waanzin hem overmande. In deze Kerstperiode overdacht hij menig keer wat hij nu nog kon doen. Waar zou hij nog de moed en de kracht halen om verder te leven? Ze hadden hem immers al op zwart zaad gezet, niks gaf hem nog vreugde of geluk. Om niet altijd achter het venster te kniezen, maakte hij wandelingen. Hij probeerde zich fit te houden, maar zonder winterjas ben je vlug uitgewandeld, je verkleumt en krijgt het kouder en kouder. Eenzaam maakte hij zijn dagelijkse wandeling, tot op een dag dat ze hem niet meer zagen terugkomen. De buren vreesden voor het ergste maar veronderstelden dat hij bij zijn zoon verbleef. Na een drietal dagen zijn lange magere gestalte niet meer te hebben gezien, begonnen ze toch ongerust te worden. Zou het kunnen dat hij levensmoe was of lag hij in bed met zijn kleren aan, sliep hij liever door de dag of was hij ziek? Kinderen die toevallig in het bos speelden met hun jeugdvereniging vonden een rare snuiter. Liggend op zijn buik met het gezicht diep in het bevroren zand, lag de eenzame meneer. Tijdens zijn voettochten, was hij gestruikeld, zijn hoofd droeg een diepe snee en een dikke paarse buil. Wellicht dagdroomde hij van betere tijden en had hij het obstakel niet gezien waar hij over gevallen was. De ooit zo fier rechtopstaande man, hij was niet meer. Zijn hoofd zou hij nooit meer hoeven te buigen, hij zal het voortaan altijd warm hebben. En dit jaar zal hij zeker aanzitten aan de gevulde dis met kalkoengebraad, het toetje achteraf zal hem niet ontbreken. Hij blijft glimlachen!

Mitch C.
Lid geworden op: 15 nov 2005, 10:37

09 dec 2005, 20:29

Verdorie beste Kwezel, jij bent praktisch onevenaarbaar in de gave van het geschreven woord. Het is wel wat veel om in ontspanning te lezen. Maar toch hoor, hoedje af! :wink:

ED.
Lid geworden op: 16 okt 2003, 19:20

09 dec 2005, 23:59

'T is een schatje, Mitch C, maar dan wel een hele slimme! :wink:
Gast

10 dec 2005, 23:09

Van bij onze geboorte zijn we reeds gestart met onze levenslijn. Eerst dacht ik dat het een kringetje was, alles komt terug, wordt herbeleefd. Niets is minder waar van dat alles, het is een lange lijn, aan het eind staat geen pot goud maar een streep. Onze beginlijn is door de ouders vastgelegd, zij liggen immers aan de basis van ons bestaan. Wat ertussen in gebeurt hebben we zelf een klein beetje in de hand. Kleine ukkies leren lopen, praten en doen achterna wat men ze voordoet, een soort aapachtig gedrag. Nu zeg ik niet dat we aapmensen zijn, we zijn toch niet behaard over ons gehele lichaam, althans ik niet. Het lichaam krijgt vormen en de rondingen komen tot hun recht. Onze grijze massa wordt dag in dag uit gepijnigd met leerstof. Zou het kunnen dat we een reservehoofd nodig hebben om alles in bij te houden. Reservestukken om te vervangen als er iets knakt in ons hoofd. Duizenden woorden verstopt in de linker- en de rechter helft van diezelfde hersenen, een harde schijf vol met informatie hoe we ons moeten gedragen in de maatschappij. We mogen immers niet verkeerd lopen op de lijn, mooi rechtdoor, altijd maar vooruit en liefst rechtopstaand met ons volgepropte hoofd. De volwassenheid nadert en ieder gaat zijn eigen weg in het leven. Men komt zijn toekomstige bruid of bruidegom tegen en plots zijn we met zijn tweeën om die lijn verder af te dwalen. Er komen peuters bij te past om ons te helpen met de voeten op de begane grond te blijven. Dagen dat die kleuters enorm veel energie van je verlangen maar met veel liefde gegeven. De eindstreep is nog veraf als we zelf nog jonge volwassenen zijn, men kijkt niet op een jaartje min of meer, altijd maar rechtdoor blijven lopen. Peuters worden kleuters en veel te vlug heb je ineens tieners in huis die liggen te dagdromen van hun eerste lief. Een verborgen verlangen naar het eerste samenwonen met hun zielsverwante, het volwassen worden zoals hun ouders het hen voorgedaan hebben. Plots kom je tot het besef dat je levenslijn al een hele brok is opgeschoten, je lijn krijgt al een flink kleurtje. Wat eerst nog vanzelfsprekend was gaat nu niet meer zo goed. Haren vergrijzen en onze massa laat hier en daar al een grove steek vallen. Ieder jaar dat je verjaart dank je God dat je er nog bij mag wezen, heel doodgewoon. Af en toe wordt er overwogen om te minderen met werken, deeltijds invoeren of een ander systeem dat al in voegen is. Dat je lijn hier en daar grijze stippen vertoont, dat zien we nog niet. Het is zoals met een besneeuwde straat, is de sneeuw weg, zie je een spoor van verval op de weg liggen en hier en daar komt er een dikke barst uitpuilen. Voordat we het beseffen komen de eerste kleinkinderen ons hart verblijden. Nu voelen we pas, dat we opgeschoten zijn in de tijd, het lijkt wel gisteren zeggen we al gauw tussendoor. Soms verlangen we terug naar de tijd van toen, naar de bengelperiode van de jongens. Samen op pad, op verlof, samen met het gezin en pardoes sta je buiten dat gezin. Ze komen op bezoek, blijven een paar uurtjes en weg zijn ze, naar hun eigen huis. Hier komen we terecht in het lege nestsyndroom, we mogen niet meer opvoeden, we mogen genieten voortaan van ons leven dat ons nog rest. Alhoewel we het nog eens graag zouden overdoen zijn we best tevreden met de veranderde gezinssituatie. Communiefeesten in de familie hebben nu de plaats geruimd voor zilveren bruiloften en wie in het geluk gelooft, mag zijn gouden bruiloft beleven. Echter vooraleer we zo ver zijn, moeten we nog Abraham of Sara inhuldigen op de tijdslijn. Kijk ik rondom mij, zie ik mijn familie ouder en ouder worden. Hier en daar loopt er al een Abraham en een Sara tussen. De bovenste generatie wordt elk jaar een beetje dunner, bijna zijn we zelf de stamhouder van een groot of minder groot nageslacht. Deze week lag er een uitnodiging in de brievenbus van een goede en lieve vriendin. “Héikes, kom je ook naar mijn feestje, ik word 50 in het weekend!” Lieve hemel dacht ik nog, die heeft zich zeker vergist, dat kan niet waar zijn. Maar het klopte, als een gesloten bus. Als je 50 bent, ben je dan over de helft, bijna in de helft of is je levenslijn op het eind van haar latijn? Ik vond het wel een griezelig moment wanneer ze zei, “voilà, nu weet ik ineens waar Abraham zijne mosterd haalt, bij Sara. Nu begint mijn tweede jeugd pas goed en elke dag zal ik er van genieten.”
Laat mij nog maar voor het Sara-moment wezen, ik zal er heel dankbaar voor zijn, laat mijn levenslijn nog maar wachten op een ander kleurtje.
:lol:

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

11 dec 2005, 18:55

ED. voor jouw mag ze dan wel een schatje zijn, mij heeft ze de verkeerde pees getrokken. Ik dacht er goed mee te kunnen opschieten, maar ze heeft op mij geschoten, en nog raak ook.
Je zou ze eens moeten kénnen; gelukkig dat hedendaagse pijlen van kunststof zijn anders was het brandhout... :?
Gast

16 dec 2005, 13:55

Vandaag ben ik overmand door immens verdriet want hij is niet meer. De vriend waarmee ik dit topic begonnen ben heeft afscheid genomen van het leven. Eventjes mogen mijn tranen terug de vrije loop hebben, ik laat ze over mijn wangen wandelen, ze hoeven vandaag niet gedroogd te worden.
Voor hem zullen er geen nakende feestdagen meer zijn in de toekomst. De man was een heilige in vele armenmensenogen. Zijn dagen versleet hij onder de armste van Taiwan en zijn boterhammen deelde hij graag met de vluchtelingen. Slapend op een omgedraaide tafel deed hij aan boete, alhoewel hij niks en niemand iets misdaan had. Zo was hij nu eenmaal, eenvoudig en goed. Ontsproten aan een nederige familie wilde hij priester worden, hij werd het. Zijn talloze danspassen zullen we missen, we mogen ze niet meer meemaken maar de cultuur die hij naar hier gebracht heeft zal een deel van ons leven verder blijven beïnvloeden. Omdat hij onder de bevolking geleefd heeft zovele jaren, wil hij daar begraven worden, niet in de buurt van zijn ouders op het oude kerkhof. Zijn thuishaven is China geworden en gebleven, terwijl hij ons achtergeblevenen toch regelmatig een seintje gaf over zijn gezondheid. Zijn gezondheid, zijn ziekzijn, dat allemaal offerde hij voor de mensen die minderbedeeld waren dan de mensen van overal in de wereld die niet wisten wat het was om honger en kou te lijden. Laat het toeval zijn dat de 13de december ook een dag van smart en verdriet is voor mijzelf. Deze datum zal tweemaal gegriefd staan in mijn geheugen maar wie mij het liefste was dat laat ik tussen haakjes staan. Van hier boven kijkt hij al op ons neer en wil ons sterken, door te zeggen: “treur niet om mij, ik ben hier nu gelukkig. Hier boven zie ik op dit moment mijn ouders en andere geliefden rondom mij scharen en zij begeleiden mij verder naar het paradijs. Het weerzien is hartelijk verlopen, mijn vader heette mij welkom en mijn moeder zal niet meer hoeven te wachten lange jaren achter elkaar. Hier voel ik me nu gelukkig, dus treur niet te lang om mij maar gedenk mij als een medebroeder die graag in den vreemden was, onder eenzame en nederige mensen. Weldra zullen ook mijn broers en schoonzus hier vertoeven, zodus ben ik dan niet alleen, dan komen we weer tezamen om verder te genieten van onze nabijheid. Alleen mijn missiepost dat vind ik heel erg om die uit handen te geven maar mijn opvolging doet het goed, zij zijn een waardige opvolger voor mijn werk dat ik begonnen ben in de jarig zestig, zij zullen het met veel liefde verderzetten.”
Kwezelke dankt je, mijn lieve missievriend en broer, om de liefde die ze heeft mogen ervaren al die tijd dat ik te gast bij jullie thuis mocht zijn. De opvoeding die ik deels van je ouders gekregen heb, de liefde om de medemens, kortom een goede basis mocht ontvangen om verder in het leven stevig op mijn benen te kunnen staan. Maar treuren zal ik wel, vergeten zal ik je niet zo ook de duizenden die je nu verweest achterlaat. We zullen je in onze harten sluiten en een dankmis opdragen, voor al het goede dat je ons gegeven hebt. Want het goede dat was je, in hart en nieren een fijn mens. Je lijden is achter de rug, nooit meer pijn lijden, nooit meer die vervelende chemo volgen, die je uiteindelijk fataal geworden is. Uit de grond van mijn hart, M. het ga je goed, laat verdriet geen deel zijn in je verdere leven maar geniet van alle dagen tezamen met je ouders, naast de Paus die je is voorgegaan, naast je geliefden die je te lang gemist hebben. Mijn dank hiervoor! Enne, ik zal je zus niet in de steek laten, we zijn tenslotte hartsvriendinnen geworden.

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

16 dec 2005, 15:36

Lieve Kwezeltje,
ik voel mee met jouw verdriet, maar wees dit indachtig:
iemand die je echt hebt liefgehad, sterft eigenlijk niet.
Die is alleen even niet meer bereikbaar. Slechts als er een hele dag is voorbijgegaan, zonder dat je ook maar één moment aan haar of hem hebt gedacht, dan is die geliefde ook echt dood...
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !

Tilly
Moderator SeniorenNet
Lid geworden op: 24 dec 2002, 15:35
Locatie: aan het bos van den baron

16 dec 2005, 16:22

Kwezel, sterkte meisje, we denken aan je.
Tilly

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

16 dec 2005, 17:09

Een mens sterft niet alleen, hij leeft voort tot de geschiedenis uitdooft...
Het heengaan uit het aardse leven is maar tijdelijk. De geesten leven voort in een andere dimentie, en eens treffen die geesten mekaar en brengen ze rust...
Kwezeltje... wij leven met je mee... :wink:

ED.
Lid geworden op: 16 okt 2003, 19:20

16 dec 2005, 22:41

Omdat woorden altijd tekort schieten bij iemands verlies, hou ik het bij mijn welgemeend medeleven.

Ed

Tillie
Lid geworden op: 28 jul 2004, 23:20
Locatie: Kempen

16 dec 2005, 23:23

Kwezel, wij leven mee met jou.
Zonder vrouwen gaat het niet, dat heeft zelfs God moeten toegeven.
Duse
Jempi

17 dec 2005, 10:29

Ik sluit mij hier bij aan Kwezel. Sterkte.

Jempi
Gast

23 dec 2005, 14:45

Ergens in een afgelegen huisje woonden eens twee oude mensen. Het moedergevoel mocht de vrouw nooit beleven, ze bleven kinderloos. Plots werd er op de deur gebonsd. Twee oude kerels die een donkere cape over hun schouders meesleurden, stonden in de deuropening. Op het eerste zicht leken het arme lieden, die de nacht wilde doorbrengen in een herberg maar geen plaats meer vrij vonden. De oude vrouw die krom gebogen leunde over haar stok liet de onbekenden binnen. Ze waren dan wel kinderloos gebleven maar gastvrijheid stond boven aan hun blaadje. De zieltogende mannen mochten plaats nemen aan hun tafel die met drie poten recht bleef staan. De vierde tafelpoot was vervangen door een tak. Het was geen dis van rijke mensen maar ze wankelde niet meer. De verhongerde reizigers vertelden hun wedervaren, hun avonturen waar ze doorheen het jaar geweest waren, hun ontvangsten bij sommige mensen lieten ze nog eventjes rusten. De heer des huizen zocht in alle kasten of er nog iets eetbaars te vinden was. Het schamele bezit dat ze nog hadden, wilden ze best delen met deze vreemdelingen. Aan de zoldering hing nog een ingezoute ham, een appeltje voor de dorst, als de nood het hoogst werd. Maar met Kerstavond zouden ze die ham delen met wat kool uit de bevroren tuin. Geen kippensoep konden ze voorzetten maar wel heerlijke dampende bouillon van de zwoerd die van de ham afkwam. Geen gevulde kalkoen zoals bij menig koning maar gestoofde kool met appelen. De arme vrouw verontschuldigde zich, dat ze niet meer konden bieden maar daarom niet minder graag hen aanboden. Wie honger heeft, eet alles zei de ene persoon, en wie geeft wat hij heeft, is waart dat hij leeft, zei de andere. Ze lieten zich alles smaken en de wijn die vloeide rijkelig over hun lippen. Zelfgebrouwde appelwijn, opgeslagen in hun kille kelder, met liefde gegeven aan de vreemde individuen. Buiten werd het alsmaar guurder en de weg was te lang naar de volgende stad om verder te trekken. Reservebedden of logeerkamers hadden de verouderde lui niet, alleen een versleten zetel. Donsdekens daar hadden ze nog nooit van gehoord maar ze boden graag hun eigen versleten lakens en dekens aan. De doortrekkers mochten in de zetel slapen, dicht bij het warme haardvuur, dat toch nog enige warmte bracht in deze donkere eenzame dagen. Dankbaar sliepen ze in, terwijl de twee bejaarden hun lege bed opzochten en tegen elkander aankropen om zich beter te verwarmen. ’s Morgens bij het ontwaken, stonden de forenzers al gereed om te vertrekken. Ze wilden zo vlug mogelijk naar de grote nabije stad om inkopen te doen voor hun familie. De eenzame lieden die nergens nog een warme slaaponderkomen kregen van mensen, wilden deze eenvoudige ouderlingen een wens laten vervullen. “Opdat jullie je schamele en kleine bezit met ons gedeeld hebben, mogen jullie een wens doen die we proberen in vervulling te laten gaan.” Heel hard en lang behoeften ze niet na te denken, ze wisten beiden wat ze nog zo graag wilden. “We zijn kinderloos gebleven, we hebben geen toeverlaat, geen familie die ons nog rest. Graag wilden we als het mogelijk was, tezamen ons leven beëindigen als de tijd rijp daarvoor is. Omdat we niet graag zouden staan aan elkanders graf, willen we bijeen blijven. Waarneer één van ons het eerste gaat, willen we graag beiden tezamen gaan naar het hiernamaals.” De twee onbekende mensen begrepen dit volkomen en zo zou het geschiedde. Uit dank voor de bewezen diensten mochten de grijs geworden krom gewerkte mensen samen naar hierboven vertrekken. Sindsdien bloeien er twee rozenstruiken aan het oude vervallen huisje. Ze stellen het symbool van liefde en armoede voor. Iets wat je bezit in kleine hoeveelheid, toch nog kunnen delen met anderen, dat is pas een Kerstfeest voor velen.
Nogmaals een fijn Kerstfeest en veel leesplezier voor allen en denk eraan: wat je geeft in liefde; krijg je dubbel terug! :wink: