Nostalgische verhalen …hier graag!

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

15 mei 2006, 19:08

Deze topic is op sterven na dood maar toch wil ik nog een poging wagen om er wat nieuw leven in te blazen. Naar aanleiding van moederdag heb ik nog eens gedacht aan mijn GROOT moeder.


Mathileke vis


De pastoor verschiet geen klein beetje wanneer hij hoort dat ze opnieuw wil gaan trouwen. Na de vroegmis houdt hij haar staande en valt dadelijk met de deur in huis.
‘Wat hoor ik nu Mathileke,’ zegt hij berispend, ‘uwe man is nog geen drie maanden gestorven en gij wilt al opnieuw gaan trouwen!’
‘Luister eens hier meneer pastoor,’ zegt ze bedaard, ‘van een dood varken kunt ge eten maar van een dode man niet.’ Die zit!
Een stoute tong heeft ze altijd al gehad, dat weet hij. Toch beseft ook hij dat ze met de opbrengst van haar vishandeltje met moeite haar vier kinderen kan grootbrengen. Maar nu al voor de derde keer gaan trouwen? 't Is toch rap.
Mathileke blijft nochtans niet bij de pakken zitten want na de dood van haar eerste man zoekt ze dadelijk een inkomen door thuis vis te verkopen. Haar kinderen, Victor en Lisa, zijn nog te klein om alleen gelaten te kunnen worden.
Uit haar tweede huwelijk worden Jef en Louis geboren maar ondertussen heeft ze een jong meisje bereid gevonden om op de kinderen te passen terwijl zij haar viskarretje door de straten van Kraainem en de omliggende dorpen stoot.
‘Vis! Verse vis!’ Al van ver herkenen de mensen haar schelle stem.
Het duurt echter nog lang voor ze van haar spaarcentjes het huisje kon inkopen dat ze tot nu toe gehuurd heeft. Dan sterft haar tweede...
Weer staat ze er alleen voor maar ze is er de vrouw niet naar om lang te treuren.
Met dubbele ijver duwt ze haar kar en schreeuwt luider dan ooit.
‘Vis! Verse vis!’
Op één van haar rondes leert ze Mon, de steenbakker, kennen.
Mon Vitesse, zoals de mensen hem noemen, is een harde werker die goed geld verdient.
Meer moet Mathileke niet weten.
Toch blijft ze, eens opnieuw getrouwd, verder haar vis verkopen.
Pas als alles verkocht is gaat ze naar huis. Wanneer er iets overblijft moeten zij of de kinderen het opeten. Haar derde vent lust gene vis.
Toch krijgt ze bij hem opnieuw twee kinderen, Yvonne en Julia.

Mon Vitesse was mijn dooppeter.
Het enige wat ik me van hem kan herinneren was die blik waarmee hij me roerloos zat aan te staren als ik mijn Nieuwjaarsbrief voorlas.
Daarna diepte hij twee vijffrankstukken op uit zijn vestzakje en gaf ze met een plechtig gebaar. ‘Hier zie, en niet op doen hé!’ ‘Nee peter. Dank U peter.’
Ieder jaar hertzelfde ritueel. Ik hield er minstens de helft aan over want de brief koste nooit meer dan vijf frank.
Eén keer, ik weet niet wat mij bezielde, had ik een heel mooie brief gekocht van acht frank! Die dag was hij viesgezind of dronken want ik kreeg slechts één geldstuk.
Toen ik mijn hand opendeed moest ik op mijn onderlip bijten om niet te huilen van spijt: Drie frank verlies!
Wat peinst gij wel wat dat is, als ge maar twee frank zondag krijgt?
Het was meteen de laatste Nieuwjaarsbrief die hij gekregen heeft.

Ondanks het harde werken leefde mijn grootmoeder nog vijftien jaar langer dan haar derde man.
‘Het moet toch een sterke vrouw geweest zijn,’ zegden de mensen bij haar begrafenis, ‘zes kinderen groot brengen en daarbij nog drie mannen te kunnen verslijten.’

PS: Bij haar heb ik altijd die koperen plaat aan de muur zien hangen met als opschrift:
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

socrates
Lid geworden op: 05 nov 2005, 19:32
Locatie: EUROPA

15 mei 2006, 21:28

Weer een mooi schilderijtje fikske. Blijf je erbij dat je maar tot je dertiende school hebt gelopen ?
Laat het middel nooit het doel vervangen !

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

17 mei 2006, 20:11

Dertien en een half... :lol: , maar dat doet er niet toe. Ik heb er plezier in om wat herinneringen neer te pennen en probeer dan vooral geen taalfouten te maken. (Lukt niet altijd)
Zou graag eens ergens een cursusje volgen over hoe men best interessant en aantrekkelijk kan schrijven.
Ik heb nu gezien dat BIS zo iets heeft in het pakketje :Nederlands in vogelvlucht.
Volgende week gaan we met vrienden op vakantie naar Kroatië, met de caravan, en als we terug zijn wil ik me wel inschrijven bij BIS.

Groetjes
Fikske
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

socrates
Lid geworden op: 05 nov 2005, 19:32
Locatie: EUROPA

17 mei 2006, 21:09

Best een goed initiatief Fikske. Je moet de grijze cellen blijven oefenen. Maar eigenlijk denk ik niet dat jij daar veel kunt gaan leren. Spellen is niet het allerbelangrijkste, zolang je maar geen dinosauriërs van fouten maakt. Ook beroemde schrijvers maken immers spelfouten maar hun uitgever lost dat voor hen op. Nee ik geloof niet dat jij bij BIS nog veel kan gaan leren. Wel bestaat de kans dat je spontane vloeiende stijl er verloren gaat. Jij schrijft helder en toch kleurrijk, je proza leest gemakkelijk en je komt uit je teksten naar voor als een geboren verteller. Nee veel kan je daar niet aan verbeteren.
Laat het middel nooit het doel vervangen !

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

24 jun 2006, 13:23

Weeral een tijdje weggeweest... maar na het drinken van een lekker zomerwijntje droomde ik weg en dacht aan vroeger...

(1949 -1950) De Wijnmaker !

In de Generale Bank, waar hij werkt als bode, krijgt onze Nonkel van een collega het recept om wijn te maken.
Janneke die graag een pintje drinkt en verder alles wat maar nat en straf is moeiteloos naar binnen kwakt, ziet een eigen drankfabriekje wel zitten en begint dadelijk met de voorbereidingen.
Bij Jef Limonade, de brouwer, vindt hij het geschikte recipiënt voor zijn eerste brouwsel . Een houten vaatje van veertig liter waar vroeger nog port in heeft gezeten.
Druiven vinden is de volgende opdracht maar vermits deze serrevruchten onbetaalbaar zijn neemt hij zijn toevlucht tot goedkoper fruit. Achter in zijn tuintje staan twee boompjes die samen wel vijfentwintig kilo Noorse krieken kunnen leveren.
Tenne, die hoopt dat haar ventje wat minder op café zal blijven plakken als hij zijn eigen drankje thuis kan nuttigen, helpt hem bij het plukken.
Op de rand van de tafel wordt een oude vleesmolen vastgemaakt en terwijl Tante Julia de krieken met een kleine pollepel in de molenmond giet draait Jan krachtig aan de zwengel.
Aan de ene kant komt het sap uit de molen en aan de andere verschijnt een dikke bloedrode worst van droog vruchtvlees en gemalen pitten.
Mijn broer en ik volgen de hele operatie zeer aandachtig. Wat zijn die twee nu aan ‘t maken?
We willen graag van het sap drinken maar nadat Tenne ons heeft laten proeven trekken we een zuur gezicht en vragen niet meer naar een tweede slokje.
In de kelder wordt het vaatje mooi horizontaal tussen de vork van twee schragen gelegd zodat het niet kon wegrollen of kantelen. Op die manier staat het ook mooi op werkhoogte.
Heel voorzichtig giet Janneke het rode vocht door een trechter in de kleine ronde opening van het vat.
Wij willen graag helpen en mogen klontjes suiker in twee breken zodat ze gemakkelijk via de hals van de trechter naar binnen kunnen glijden. Na afloop doen onze vingers pijn, want er zijn heel wat klontjes in vijf kilo suiker.
Als sap en suiker in het vaatje zijn doet Nonkel er nog wat gekookt water bij zodat de vloeistof tot aan de rand van de opening komt te staan.
’En nu alles rustig laten gisten en binnen enkele dagen komen we kijken.’ Zegt hij vol trots.

Geen week later stijgt er al een doordringende zure geur op uit de kelder.
De gisting is spontaan op gang gekomen en uit de opening borrelt een rozig schuim dat langzaam over de ronde buik van het vat naar beneden loopt en in een kommetje druppelt dat onderaan op de grond staat.
Nonkel kan zijn ongeduld niet langer bedwingen en wil dadelijk eens proeven.
Hij neemt het overloopkommetje voorzichtig in beide handen en slurpt met toegeknepen oogjes van het gegiste kriekensap.
Hij klakt profijtig met zijn tong en houdt zijn hoofd een beetje scheef.
’Nog een beetje te slap,’ knikt hij, ‘al de suiker is nog geen alcohol geworden.’
Na een paar weken wordt het spannend. Het ‘borrelend overkoken’ is al veel minder en houdt uiteindelijk op.
Wanneer hij ook geen bubbeltjes meer ziet opstijgen in de opening besluit Nonkel dat zijn wijn klaar is om geproefd worden.
Met een dun rubberen slangetje, dat vroeger nog dienst heeft gedaan als verbindingstuk tussen het fornuis en de gaskraan, zuigt Janneke een beetje wijn op en laat het edele vocht langzaam in een glas lopen. Vervolgens draait hij zijn glas in alle richtingen en houdt het als een volleerd brouwer schuin tegen het schijnsel van de zwakke gloeilamp aan het plafond.
Zijn oogjes schitterden en hij knikt goedkeurend.
’Kijk,’ zegt hij tegen mijn vader die naast hem is komen staan, ‘kijk eens Louis hoe die wijn aan het glas plakt en mooie kringen maakt, het lijken precies tranen!’
Met een plechtig gebaar brengt hij het glas naar zijn mond en zijn tuitende lippen maken slurpende geluidjes om de volle smaak van zijn nectar te kunnen genieten. Dit is een sacraal moment!
’Mmm! hij is nog beter dan ik had verwacht.’ ‘Ze zullen in de bank nogal opkijken als ik ze ga laten proeven.’ Hij is zo fier als een pauw.



Mijn vader, die ondertussen al behoorlijk dorst en goesting heeft gekregen, vraagt of hij ook eens mag proeven. Ja, dat mag. Graag zelfs, en hij moet maar zeggen wat hij er van peinst.
Vol verwachting kijkt Nonkel naar Louis terwijl deze het glas aan zijn lippen brengt. Vóór hij iets kan zeggen probeert Janneke al op het aangezicht van zijn schoonbroer af te lezen wat deze over zijn godendrank denkt.
’En!?’ Vraagt hij ongeduldig als het antwoord even uitblijft.
Pa wacht nog even en neemt extra langzaam een tweede slokje. Janneke staat te trappelen van ongeduld. ‘En...!?’ Vraagt hij met aandrang.
Louis treitert hem nog een beetje en schudt twijfelend met zijn hoofd. Daarna zegt hij meesmuilend:
’ Ik vind hem nogal zuur, Jan.’
Prompt wordt er nog twee kilo suiker in het vat gekapt waarop het brouwsel opnieuw begint over te schuimen.
Iedereen heeft een ander gedacht en na elke proefbeurt kiepert,Nonkel nog wat suiker bij zijn wijn.
Het alcoholgehalte blijft maar stijgen tot de gisting volledig stopt en de wijn meer en meer op port begint te lijken.
Na verloop van tijd besluit Nonkel Jan dat het tijd wordt om zijn wijn over te tappen.
Aan lege geuzeflessen heeft hij geen gebrek, die liggen al maanden lang opgespaard achter het kiekenkot in de tuin. Nu ze nog eens grondig spoelen en het ‘op flessen trekken’ kan beginnen.
De nieuw gekochte kurken worden eerst afgekookt waardoor ze in volume verminderden en dan gemakkelijk met een houten hamer in de hals van de fles kunnen worden gedreven.
Al vroeg die ochtend is Nonkel in de kelder afgedaald om met het bottelen te beginnen.
Het rubberen slangetje doet weer zijn werk. Jantje zuigt wat wijn op uit het tonnetje en gebruikt de hevel om het vocht in de fles te laten lopen. Tegen het eind van de voormiddag heeft hij achtenveertig flessen netjes gevuld en achtenveertig keer aan het slangetje gezogen en een klein slokje ingeslikt. Bij fles negenenveertig loopt het een beetje mis. Hij sukkelt om de flessenhals te vinden en laat het rubberen buisje uit zijn hand vallen. In zijn haast om het weer op te rapen botst hij tegen de muur en zakt als een schotelvod in elkaar op de grond.
’Hela, wat is dat nu,’ zegt hij met dikke tong.
Hij schokt van het lachen en is niet meer bij machte om weer op te staan.
Alles rondom hem draait en zijn ogenleden worden zwaar. Even laat hij zijn hoofd tegen de muur rusten en verzeilt in een diepe slaap.
Wanneer Tenne die middag de kelderdeur opent en roept dat het eten klaar is krijgt ze geen antwoord. Ze gaat kijken wat er gaande is en vindt haar echtgenoot, onder aan de trap in de armen van Bacchus, nog steeds in dezelfde zithouding tegen de muur, terwijl hij mompelt:
’Pas op met dat slangetje…, laat niks verloren lopen…, t is veel te goed!’


----------------------------------------------------------
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

figaretto
Lid geworden op: 13 aug 2005, 14:10
Locatie: waar de meeuwen schreeuwen boven 't golfgedruis...

21 okt 2006, 18:23

Sinterklaas op bezoek bij de kinderen van Asse.

De vroege jaren zestig. De exploitant van een plaatselijke supermarkt uit Asse was op de idee gekomen om de kinderen van zijn klanten eens een originele Sint-Niklaas aan te bieden. De grote kindervriend zou namelijk met een echt vliegtuig uit de hemel komen neerdalen en landen op een daarvoor in gereedheid gebrachte weide, palend aan zijn etablissement. Een bevriend privé piloot die over een Piper Cub kon beschikken gestationeerd in Grimbergen, zou de man naar Asse vliegen.
De afspraak was in de kantine van het vliegplein maar toen de piloot daar binnenstapte merkte hij dat er iets aan de knikker was. Aan de toog stonden twee medewerkers van de baas van de supermarkt alsmede een man in bisschoppelijke gewaden. De taal die deze laatste sprak klonk echter weinig bisschoppelijk en stak schril af tegen de waardigheid van zijn staf en mijter.
"In zo een kistje krijg je mij niet in g.v.d, het hangt aaneen met toile en dunne plankjes. Dit is geen vliegtuig, dit is een speeltje !", klonk het uit de opening boven de witte baard. Hierbij maakte hij een wegwerpbeweging met zijn linkerhand waarin hij tevens zijn tripel vasthad waardoor een hele geut van het edele vocht door de gelagzaal plensde.
Blijkbaar had de Sint de Piper Cub van dichtbij bekeken en te licht bevonden.
"Maar Kamiel", replikeerde een van de medewerkers, "die toestellen zijn zo veilig als wat ; ze hebben hun veiligheid al tientallen jaren bewezen."
"Tientallen jaren, zie je wel. Zo oud en wellicht tot op de draad versleten. Neen , ik doe niet meer mee, je krijgt me daar niet in, nog voor geen miljoen". (Ik wens er op te wijzen dat in die tijd een miljoen frank zeer veel geld was.)
Het was duidelijk dat hier met een ernstig probleem gekampt werd. Je stopt zomaar niet iemand tegen zijn wil in een vliegtuig maar je stelt ook niet graag een honderdtal kinderen teleur die op hun idool staan te wachten.
Er moest ingegrepen worden. De whisky werd bovengehaald. Van whisky is bekend dat het een positieve stimulerende invloed heeft op de persoon die het tot zich neemt. Donkere wolken drijven weg en angst maakt plaats voor heroïek. Dit was bij Kamiel niet anders. Het zou teveel gevraagd zijn aan de lezer dezes om te beweren dat hij met vastberaden tred naar de Piper toestapte - zijn tred was eerder wat onzeker - maar hij ging er heen en met een klein duwtje in de rug nam hij de achterste plaats in. (Er zijn twee plaatsen na mekaar).
Van Grimbergen naar Asse is maar een peulschil zodat je weinig kans maakt om onderweg luchtziek te worden. Niettemin slaagde Kamiel erin.
Het relaas van de piloot naderhand was ongeveer als volgt :
Ik klom tot zo een 800 voet en zette koers westwaards. Het was wel wat turbulent maar niet overdreven. Maar plots werd mijn aandacht getrokken door een stank achter mij die onmiskenbare gelijkenis vertoonde met de stank uit een beerput. Jawel hoor, Sinterklaas had het in zijn broek gedaan. Mede waarschijnlijk misselijk geworden door de geur, kreeg ik braakneigingen, die ik gelukkig kon onderdrukken. Maar de heilige man achter mij slaagde daar minder in ; ik hoorde hem kokhalzen en wist dat straks het hele vliegtuigje onder de kots zou zitten.
"Niet in het vliegtuig !" riep ik nog wanhopig, "daar links ligt een plastic zak". Maar blijkbaar lag daar ook zijn mijter en zal hij het verschil tussen beide niet meer zo goed opgemerkt hebben.
Nu ja, mijn interieur was dan wel een beetje gered maar de mijter was natuurlijk "total loss" en zou in geen geval meer gebruikt kunnen worden. Mijn heilige passagier echter, was een andere mening toegedaan en plaatste het hoofddeksel op de plaats die voor hoofddeksels bedoeld is. De gevolgen waren indrukwekkend. Braaksel liep over zijn neusvleugels tot in zijn baard ; smurrie bleef achter zijn oren plakken en zijn gewaden geraakten doordrenkt van overdoses alcohol die door het lichaam geweigerd werden en langs meerdere kanalen aan de eigenaar terugbezorgd werden.
Toen ik de landingsweide in zicht kreeg wist ik dat er nu een drama zou volgen. Ik zag de vele kindjes met wuivende wimpeltjes langs de omheining staan ; ik kon ze niet horen zingen natuurlijk maar ik wist dat "Sint-Niklaas-kapoentje" daar niet uit de lucht was. Ik vond het ook veiliger om niet te dicht naar de omheining toe te taxiën, kwestie van geen traumatische ervaringen aan jonge kinderen te bezorgen en ik heb daar goed aan gedaan. Toen de baas van de supermarkt de deur opentrok om de Sint eruit te laten, viel deze laatste pardoes op het gras en bleef daar in volle staatsiegewaad liggen. De wimpeltjes van de kinderen gingen omlaag en het gezang verstomde. Er kwam een ambulance aangereden. De Sint werd op een brancard gelegd en weggevoerd.

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

22 okt 2006, 11:26

Prachtig verhaal figaretto! Ik kan het me levendig voorstellen ... man, man, man!
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

23 jul 2007, 17:51

Het is lang geleden dat hier nog een nostalgisch verhaaltje werd verteld. Misschien is het vuur van het vertellen of columns schrijven er een beetje uit en zit iedereen op het forum politiek?
Ik ga toch nog een poging doen en hoop dat iemand leest en goesting krijgt om ook nog iets te vertellen.

1945

Mijn eerste belevenissen op een fiets voor volwassenen kan ik me nog levendig herinneren.
Het is vlak na de oorlog. Mijn vader heeft een verroestte, zware herenfiets weer opgelapt en van nieuwe banden voorzien. Op zondag, als onze ouders naar hùn ouders in Kraainem rijden, mogen mijn broer, 8 en ik ,9 samen met papa op zijn stalen ros plaats nemen; ik vooraan op de buis en mijn broer achteraan op de bagagedrager.
Met haar oude vrouwenfiets kan mama ons nauwelijks volgen en wij schokken van het lachten als vader sneller begint te trappen telkens als ze ons bijna heeft ingehaald.

Het is met de fiets van ma dat pa ons leert rijden.
Het zadel wordt in de laagste stand gezet, maar toch zijn onze beentjes nog te kort om zittend tot bij de pedalen te geraken.
Dan maar op de trappers blijven rechtstaan zeker?
Na een korte leerperiode kunnen we, al heen en weer waggelend, het tuinpad op en af fietsen zonder te vallen.
Als pa en ma uit werken zijn naar Brussel proberen we om zelfstandig de straat op te rijden en zo tot bij Tenne in Kraainem te geraken.
Er is echter één groot probleem; we hebben maar één fiets waar we kunnen mee rijden, en die grote herenfiets van pa staat daar maar... en kijkt uitnodigend naar ons!
Mijn broer Mil heeft al moeite om het vehikel recht te houden als hij er gewoon naast loopt maar af en toe plaatst hij nu al zijn linkervoet op een pedaal en duwt zich met zijn andere voet voort.
Een paar keer rijdt hij op die manier het tuinpad op en af.
‘Zo komen we niet vooruit,’ zegt hij ‘het gaat te traag, dan kunnen we beter te voet gaan.’
Na enkele pogingen wil hij het opgeven maar plots steekt hij zijn rechterbeen door het kader en zoekt, nu met beide voeten op de pedalen, al kwakkelend zijn evenwicht.
De kleine rakker is altijd al haantje de voorste geweest en na enkele valpartijen in de graskant langs de weg lukt het hem toch om zich recht te houden.
We rijden zo weinig mogelijk langs de straat en komen langs de Groeneweg, een weg dwars door de velden, in Kraainem bij Tenne aan.
Die valt bijna achterover van het verschieten als ze ziet op welke grote fietsen we tot daar zijn geraakt.
‘Niet aan ma en pa zeggen hé Tenne? Anders mogen we nooit meer komen.’
‘Ja, het is al goed, als jullie beloven van voorzichtig terug te rijden.’
Dat beloven we plechtig maar op de terugweg naar huis wil ik ook wel eens met die grote fiets rijden.
Onder de buis door lukt het me niet maar mijn benen zijn iets langer dan die van mijn kleinere broer en boven op de Warandeberg klauter ik over de buis terwijl Mil me recht houdt.
'Hop! Loslaten!' Daar ga ik hotsend en botsend de kasseistraat af.
Met grote moeite kan ik mijn stuur vasthouden en van remmen is al helemaal geen sprake. Tot overmaat van ramp schiet mijn linkervoet van de trapper en komen mijn edele delen met een onzachte kwak op de buis terecht.
'Ai, ai, ooo aaa iii' Schokkend en schreeuwend als een speenvarken blijf ik over de buis hangen tot mijn vaart wat vermindert op de helling naar de kerk toe.
Ik ben blij dat ik me kan laten neervallen in de graskant en wanneer ik van pijn mijn ogen dichtknijp zie ik voor het eerst in mijn leven sterren bij klaarlichte dag.
Voorzichtig schuif ik mijn linker broekspijpje naar omhoog om te kijken hoe erg het met mij gesteld is.
De ravage tussen mijn benen is niet om aan te zien. Het zakje wordt stilaan helemaal bauw en het slangetje vertoont sporen van mishandeling!

Al bij al heb ik nog geluk. Bij de eerste slag op de fietsbuis schoten mijn balletjes omhoog in mijn buikholte en bleef ik gespaard van een onvermijdelijke castratie.
Later is alles nog goed gekomen.
Tenminste, mijn vrouw heeft nooit geklaagd en wij hebben drie kinderen waarvan er toch twee sterk op mij gelijken... zegt men.
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

27 jul 2007, 13:52

Nostalgische verhalen, eigenlijk weet ik niets meer uit mijn beginjaren.
Ik heb wel een goeie verontschuldiging, ik was nog een klein bazeke toen.
Een enkele flard die nog eens aan de oppervlakte komt, van in de oorlogsjaren...
Toen wij vlakbij Ekeren woonden in die oorlog en hoe ik zag dat een Duitse Messerschmitt de achtervolging inzette op een V.1 die tamelijk laag kwam overgevlogen, een wapen dat notabene van hun eigen heimat afkomstig was maar dat ze zelve niet kenden, en de V.1 zolang beschoot met mitrailleurvuur dat de raket tenslotte neerstortte in een weide, zonder schade aan te richten.
Met open mond stond ik het spektakel te bewonderen, en had niet eens in de gaten dat een groot brokstuk van de raket door de lucht zeilde en op geen meter afstand van mij op de grond smakte. Voor hetzelfde geld had ik hier nooit verhaaltjes geschreven!
Dat was de allereerste V.1 die op Antwerpen afgevuurd werd, pas een later exemplaar viel op cinema Rex op de Keyserlei en maakte daar veel slachtoffers.
We werden naderhand uit ons huis verdreven door de Duitsers, omdat er volgens hen ging gevochten worden in het gebied. Dit was niet gelogen, want toen we veel later terugkeerden was er een enorm gat in de zijgevel van ons huis geslagen door een kanonskogel.
We trokken dus naar Kapellen, iets verder verwijdert van het komende strijdtoneel. En wat me steeds is bijgebleven, de dag dat daar voor ons de oorlog eindigde.
Kapellen was nog steeds volledig door de Duitsers bezet, toen een motorrijder van de geallieerden helemaal alleen het pleintje aan het gemeentehuis kwam opgereden, en halt hield in het midden van de straat.
Hoe vanuit alle richtingen Duitse soldaten kwamen aangestapt, die hun geweren op een hoop gooiden bij de Canadese verkenner en aan de kant gingen staan. Ook de Duitse soldaten waren de oorlog moe...
Slechts een hele tijd later kwam de rest van de bevrijders aangereden, een jeep en daarachter enkele tanks.
Hoe slechts dan de mensen durfden buitenkomen en de geallieerde soldaten gingen omhelzen!
Toen stond voor mij één ding vast, ik zou later ook verkenner worden!
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !
Gast

31 jul 2007, 23:57

Met twee woorden zeggen we ,dat de tijd ons ontsnapt:"Te laat."
Gast

11 aug 2007, 11:08

1.Mijn grootmoeder bakte zulke dunne pannekoekjes dat ze maar een kant hadden.
2.De nos jours ,pour faire diligence on prend un taxi.

katana
Lid geworden op: 02 aug 2002, 17:20
Locatie: Leopoldsburg , mijn home

11 aug 2007, 11:31

Eindelijk weer eens heibel in 't Kamp ( Leopoldsburg)
Vroeger hadden wij legendarische straat gevechten ; strijders die naar Korea vertrokken , paras op kamp tegen de infanteristen en nog veel meer , was een normaal ge doe en zonder tv opname ..
Gisteren avond te lezen op de site van HBvL kempische Out(laws bestormen Hells Angels Leopoldsburg

Een gevecht in regel tussen wat stoere binken met knuppels en pistolen, drie personen gewond en een van hen is er erg aan toe ! :lol: :lol: :lol:
Senioren het zwijgen opleggen is een misdaad

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

11 aug 2007, 12:29

Katana, als de pers van die gebeurtenis op de hoogte was zal er wel een opname van gemaakt zijn zeker... Ik had die 'folklore' wel eens graag gezien. Bijna een halve eeuw geleden waren dat nog plezante evennementen, maar hoe de 'jeugd' van heden dat oplost -zonder voorbeeld- is me een raadsel...

Bomi
Lid geworden op: 09 aug 2002, 20:54
Locatie: Hasselt

03 okt 2007, 15:25

Dit plekje was me nog niet bekend of ons forum, ik hoop dat gefantaseerde verhalen hier ook thuis horen, indien niet hoor ik het wel.

Groetjes bomi.


Stilte,

Langzaam begint het in de kamer te schemeren, de dagen worden alsmaar korter. Het daglicht maakt plaats voor het duister van de avond. Het plaatsje bij het raam, waar haar zetel staat, krijgt nog een tijdje licht van een straatlantaarn. Op de achtergrond loopt een CD, vult de kamer met muziek, háár muziek. Soms traag, dan weer meeslepend aanzwellend. Haar ganse lichaam leeft mee met de muziek, af en toe bij een stille passage sluit ze de ogen, ze voelt de muziek in haar hart.

Minuten lang kan ze er van genieten, gaat de muziek crescendo gaat haar hart sneller kloppen. De dreun trilt in haar hoofd, ze wrijft traag haar slapen in kleine cirkels met de vingertoppen. Het stuk loopt ten einde, ze slaakt een diepe zucht. Door de vele malen dat ze dit stuk al gehoord heeft kent ze het zo goed, bijna van buiten, weet exact wat er komen gaat. Waar de stille passages komen en waar de andere. Ze geniet er nog altijd even veel van dan de éérste keer. Op die ogenblikken is ze één met de muziek, de muziek is in haar!
De muziek is hetzelfde gebleven, zij is veranderd.

Jaren heeft ze samen met ‘n groot orkest door Europa getrokken als pianiste. Ze heeft alle grote muziektempels vóór en achter de schermen meegemaakt, weet in welke zalen de beste akoestiek is, waar de muziek het meest tot z’n recht komt. De beste plaatsen in de zaal kan ze zo aanwijzen en waar achter de coulissen de grootste puinhoop heerst.
Aan haar piano wás ze iemand, in solostukken kon ze het publiek met ingehouden adem voelen genieten. Niet alleen haar piano maar ook haar toehoorders kon ze bespelen met twee gouden handen dansend over het klavier. Applaus is altijd haar deel geweest. Mensen denken soms dat het went, niets is minder waar, het wordt ’n verslaving het geeft een kick. Ze genoot ervan! Het gaf haar een grote voldoening te weten dat mensen op prijs stelden wat ze deed, een soort van triomf.

Het laatste jaar dat ze gespeeld heeft was één grote nachtmerrie. Haar vingers waren in ‘t begin stijf geworden, later beginnen zwellen en pijnlijk aanvoelen. Ze had alle specialisten geraadpleegd in binnen en buitenland. Overal kreeg ze hetzelfde antwoord, beginnend reuma. Met inspuitingen nét voor het optreden heeft ze het einde nog even kunnen uitstellen. Meer en meer moest ’n vervangster in haar plaats op het podium stappen, bleef ze wenend achter. Het ging niet meer, het was over, het was uit! Maanden heeft ze nodig gehad om zichzelf weer in de hand te krijgen.

Thuis stond haar piano nog altijd, onaangeroerd, in de living. Haar laatste dirigent, die ook een echte vriend was, polste haar tijdens ’n bezoekje waarom ze geen lessen zou gaan geven? Ze kon zo haar talent doorgeven aan jongeren die er anders misschien niet zouden raken. Eigenlijk had ze er zelf nooit aan gedacht. Hij maande haar dat haar handen dan misschien hun souplesse kwijt waren maar dat er met haar gehoor niets mis was.

Het was een nieuwe start voor haar, weer ’n doel in haar leven, weer ’n uitdaging. Na enkele maanden had ze al een vast groepje leerlingen van uiteenlopende leeftijden. Alles verliep vlot, er was weer iets om naar uit te kijken. Telkens één van hen vooruitgang boekte voelde ze zelf ook een warme tevredenheid, er stak toch een klein beetje van háár in haar pupillen.

De CD was gestopt, de plotse stilte haalde haar uit haar overpeinzingen. De klok gaf al half zeven, tijd om aan de slag te gaan, ze knipte de lichten aan en klapte de piano open. Liefkozend wreef ze met haar hand over de toetsen. Ze had nog een half uurtje, net genoeg voor een snelle hap, om zeven uur kwam de eerste leerling van de avond.

Bomi
Dankbaar met het verleden, je blik open voor het heden!

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

05 okt 2007, 20:42

Beste Bomi,
indien deze plaats in het grote seniorennet van de alomgeprezen Pasc@l jou nog niet bekend was, (zoals je zelf aangaf in het begin van jouw posting), is dit een duidelijk en veeg teken dat we duidelijk veel te laag geklasseerd staan, als het ware ondergewaardeerd zijn!
Maar dat wisten wij kolderaars maar al te goed, sedert jaren.
Op jouw vraag of gefantaseerde verhalen hier toegelaten zijn een kort en bondig antwoord.
Alle verhalen die hier gepubliceerd worden zijn waar. Tenminste toch alle komma's en punten die er in voorkomen. Had je dat nog niet bemorken met de schrijfsels te lezen, of heb je daar ook nog niet de tijd voor gehad?

Maar overigens en voor de rest, en voor al het eventueel komende dat nog ontspruiten zal uit jouw geest en van jouw hand, hartelijk welgekomen zijnde op deze stek.
Dit geldt net zogoed voor de van Russische oorsprong zijnde Nouchka?
In haar moedertaal 'depshangterkompaktze'.
Mooi gedicht, smaakt naar nog.

Heb ik nu als het ware de honneurs waargenomen?
Het weze zo, iemand moet toch nieuw bloed aanmoedigen verder te doen, verder te gaan op de ingeslagen weg. Al zegt ook de GPS dat je beter de wagen kunt keren als je de mogelijkheid hebt?

En is nieuw bloed eigenlijk nog nieuw bloed, eens de vijftig gepasseerd?
Ik zou het verdorie niet zeker weten, maar volgens mij WEL!

PS. Waar zitten godverdomme Fikske en co? Ik heb toch geen overlijdensbericht gelezen in de krant, dus verkeren zij nog immer onder de levenden?
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !