Fietsperikelen

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.
Gast

10 nov 2006, 20:18

Het vertrek is ’s morgens vroeg al, bij dag en dauw zou je zeggen. Af en toe nemen we een aangenaam parcours dicht bij huis mee. De dag dat de mountainbike zijn naam alle eer aandeed naderde en wij schreven ons in voor de 32 km. Mensen die dit vehikel adoreren weten wat het is om mààr 32 km te doen. Grotere afstanden door veld en bos zijn voorlopig nog niet aan mij besteed wel als ik deze afstand gebruik om tegen een zacht tempo te fietsen. Een hele omschakeling is het van de ene fiets naar de andere fiets te stappen. Je draagt andere kleren en je kan bijna geen drinken meenemen, het klotst toch uit je maag. Kamelenrugzakjes zie ik me de eerste tijd nog niet meezeulen, we gaan niet door Afrika fietsen hé! Wanneer de kaartjes zijn ingevuld met je gegevens waag je je kans aan de startlijn. Eerst deponeer je je startkaart in de daartoe bestemde urne en je vraagt nog een laatste keer aan de parcourswachter: welke kleur was het ook al weer en waarlangs moeten we beginnen? In de hoop dat je vandaag gegokt hebt op de juiste banden en noppels begeef je je onderweg en in het begin valt het nogal mee. Aangelegde kuilen die niet door moeder natuur zijn gemaakt maar door mensenhanden. Achter elkaar zie je de mountainbikers huppelen. We lijken wel konijnen die telkens op en neer springen, gereed om afgeschoten te worden. En het bolt lekker, je haalt zowaar nog iemand in die voorzichtig door het malse gras rijdt. Maar dan begint het jolijt. Ineens vliegen de mensen van de 45 km me voorbij in een ijltempo alsof hun leven ervan afhangt. Langs twee kanten proberen ze vooruit te geraken door het mulle zand en ik ruim beleefd de baan door gewoon in het midden te blijven rijden. Ik kom van rechts hoor ik een stem naar me roepen en ik kom van links klinkt een andere stem mij in de oren. Mannen met wel twee meter benen onder hun lijf en met een starre blik recht voor zich uitkijkend snorren ze me allemaal voorbij. Dan blijft het een tijdje rustig. Met gemak neem ik de modderpoelen, het rulle zand en de kleine klimnetjes over de boswegen. Tot nu toe gaat het lekker denk ik, zo mag het blijven gaan. We steken een macadamweg over om terug in zone 2 uit te komen en de smalle wegen volgen zich nu vlugger achter elkaar op. Jongens toch denk ik nog, waar ben ik nu weer aan begonnen. De route is prima aangegeven met verschillende kleurenlintjes. Vlug even onwennig bijmanoeuvreren over de smalle bospaadjes die zich slingerden tussen de berkenbomen door. Als je met een grote groep vertrekt valt die vlug uiteen over een tweecategorieparcours en dan is het maar beter dat je zelf oplet welk kleurlint of bordje je volgt. Ook is het handig dat je de bochten goed kan overzien en ze dan ook niet mist. Wanneer de routebeschrijving teveel voorbij de bocht hangt, zie je dat niet goed en dan moet je remmen om niet onderuit te gaan of in de verkeerde richting verder te gaan. Maar het verloopt naar wens en ik mis geen enkele bocht maar dan…. Stilaan begin ik de plekken te herkennen en de lucht snijdt in mijn longen, we moeten klimmen en nog meer klimmen en ploeteren. De modder spat over me heen en de rest van de anderen krijg ik ook nog eens over me af. Nu is het wijs om op tijd te schakelen en te blijven trappelen zodat je niet stilvalt of met fiets en al achterover kiepert. Mijn 22 van voor wordt aangesproken en mijn 25 doet de rest. God wat was het hoog maar ik ben op mijn fiets gebleven ondanks dat ik bijna niet meer kon vooruit geraken. Boven gekomen zag ik dat ik niet alleen was met spartelen, er waren ook nog anderen die het moeilijk hadden of beter gezegd die het hier nog gemakkelijk vonden. Vliegensvlug moest bijgeschakeld worden en hup naar de volgende maar daar begon het dan ook. Een afdaling lag hier voor me waar ik het voor in mijn broek deed. Een gapende afgrond van wel twintig meter zo maar voor me en ik moest er vanaf geraken. Ik bad dat deze kelk aan mij zou voorbij gaan maar niks gekort, er was geen enkele lift in de buurt die me naar beneden zou brengen en er was geen enkele omweg. Ik moest erdoor en ik ging naar beneden. Kruipend met één voet schorend over de grond en de ander in mijn klicker. Blijven ademen dacht ik en vooral voor je blijven kijken. En wat merkte ik hier? Jonge snaken die schoten de berg af langs me door alsof ze hier alle dagen gewoon maar eens kwamen fietsen. Maar dan moest ik nog terug onmiddellijk een ander hogere heuvel op. Halverwege die steile heuvel en in mijn ogen was dat al een flink uit de kluiten gewassen berg, wilde mijn fiets me niet meer dragen. Hier moest ik mijn fiets dragen helemaal naar boven. Dat hebben we gehad ging het door mijn brein en ik bleef volhouden. De modder blijft om mijn oren vliegen en zeggen dat dat nu juist één van de charmes van het MTB'en is, lekker vies worden! Omdat er zo’n bende aan me voorbij is gevlogen is ook het mulle zand al herschapen tot een lekker dik pak smurrie, waardoor het nog goed rijden is. Vieze troep in een machtige omgeving, een landschap waar ik anders heel goed van kon genieten.
Gast

11 nov 2006, 11:48

Terwijl de plassen van de overgebleven regenbui van de dag ervoor, gulzig uit elkaar zweepten en het boszand dat nog even berijdbaar was onder een donkere brij veranderde, naderde de laatste beklimming. In mijn ogen leek alles nu makkelijk want ik had al 25 op mijn teller staan en wat zou er nu nog komen in de laatste slotkilometers? En het kwam! Bocht gevaarlijk naar links hoorde ik iemand brullen en vooraleer ik goed en wel door de bocht was geschoren, zag ik mijn laatste oordeel hier in de buurt liggen. Dit was geen heuvel meer, eerder de Grand Canyon in Colorado die ze inderhaast hier naartoe verplaatst hadden. Ze wisten immers dat ze hier aan monumentenzorg deden en was dat dan geen monument? Moest ik nu de stier bij de horens vatten en doen alsof ik hier alle dagen mijn dag doorbracht? Deze keer zou ik niet laten zien dat het een zware kelk was, ik mocht me niet laten onderdoen door de jonge vrouwen die me hier al voorbij raasden. Liever had ik mijn fiets in de struiken gegooid en met uitgestrekte benen gelegen in de afgevallen bladeren om het mooiste landschap te aanschouwen wat God hier neergeplant heeft. Daar in dat dal zou het eindigen en ik vatte al mijn leeuwenmoed bij elkaar en begon aan de laatste afdaling, wellicht niet de allerlaatste. Gretig nam ik eerst een koolhydratenbom om mijn lijf terug op aarde te krijgen en mijn hoofd mocht niet meer nadenken. Eventjes kijk ik nog om me heen of er geen weg terug was maar helaas, het was pompen of verzuipen deze keer. Mijn schoenen hoorde ik vanzelf klakken, het geluid van licht ijzer dat je tot ver in de omgeving kon horen en ik vertrok naar beneden. Volg de instructies hoorde ik een piepstem zeggen in mijn achterhoofd, je kan het en je moet het doen. Mijn achterwerk ging verder naar achteren op het zadel plaatsnemen en mijn rechterrem kneep zich vanzelf toe. Af en toe pompend met mijn linkerrem om gas te minderen vorderde ik mondjesmaat. Voor mij waren de sporen al flink uiteen geramd, ze werden breder en glibberig. Hier mocht ik niet falen, geen slecht voorbeeld zijn voor de senioren en ik daalde verder. Halverwege klopte mijn hart zodanig tegen mijn strakke body maar ik gaf niet op. Trouwens je kan niet opgeven als je naar beneden gaat, je staat immers in de weg voor anderen die er ook vanaf willen en wel zo snel mogelijk. Dan komt er een punt in je leven waarop je risico’s begint te nemen, waarop je feitelijk man wordt zeggen ze dan. Tweederde van het traject had ik al achter de rug en dan liet ik gewoon mijn remmen los en vloog tegen een snelheid waarop schaumacher nog jaloers op zou kunnen worden verder de heuvel af. Het was alles of niets en het werd alles. Razend snel ging het en mijn leven flitste in een mum van tijd aan me voorbij. Met knikkende knieën en heel blij dat ik nog leefde raapte ik het restje moed nog bijeen wat er nog te vinden was en schakelde want ik moest nog terug omhoog. Als je klimt krijg je natuurlijk ook een afdaling als beloning en af en toe moet je na een afdaling terug omhoog, terug naar de begane grond. Dit deed de emmer overlopen, dit was de beruchte Lieteberg, hier had ik al kennis meegemaakt. Voor mij zag ik één manspersoon die ploeterde om boven te geraken. Hij zou het applaus in ontvangst nemen en in mijn ogen mocht hij het hebben want hij verdiende het. De rest van de bende, zowel mannen als vrouwen droegen hun fiets over de schouders naar boven. Zwaar was het om je fiets in de hoogte te duwen en er kwam maar geen einde aan. Mijn klickers schampte uit en ik gleed een meter naar beneden. Eerder dacht ik aan de processie van Echternacht, waarbij je ook telkens een stap achterwaarts doet. Het doel was bijna bereikt en met een laatste krachtinspanning en zuchten triomfeerde ik, ik was er, ik had het gehaald. Nu volgde zone drie, een makkie vergeleken bij het voorbijgaande. Gas geven dacht ik nog en ik gaf gas om midden tussen de bevoorrading die zich temidden van al die bomen bevond, te landen. Eerder aanzag ik het als een welgekomen koffietafel die ons een versnapering aanbood, zomaar tussen al die bosellende. Hier geniet ik met volle teugen van mijn sportdrank die me door een vriendelijk heer wordt aangeboden en de koeken neem ik wat al te graag tot me. Maar waren we wel juist, hadden we toch niet de verkeerde afslag genomen toen er de splitsingen aangegeven stonden van 32 en 45 km. Neen hoor, jullie zitten nog altijd goed, volg de pijltjes maar naar ginder en wie nog graag een toemaatje heeft kan vanaf hier nog in die richting ploeteren. Wat is nu 5 km extra doen bij dit lekker parcours grinnikte de man, maar ik paste ervoor. Niks extra voor mij vandaag, ik wilde naar huis, ik wilde het bad in. En het bad volgde… Plots zette ons Heren zijn hemelsluizen open en we kregen alles over ons af. Hagel en nog eens hagel werd ons deel. Afwisselend emmers water en hagelvlagen nog toevoegen aan dit onderdeel van het fietsen en dat alles temidden in een bos dat eerder leek op een woud zonder einde. Gelijk een komeet die afgeschoten werd konden onze fietsen genieten van duivelse snelheden. Het maakte niet meer uit of je nog op het juiste pad zat, wegkomen was hier de boodschap.
Gast

12 nov 2006, 13:45

Ineens besefte ik dat het de schuld van de wekker was. De wekker was afgelopen en zonder wekker waren we niet hier geweest in de druilerige regen. Zonder dat vervelende hebbeding zat ik wellicht nu te ontbijten met spek en eieren voor me. Liters fruitsap dat mijn keelgat nat hield, croissantjes allerlei met chocoladebrokjes in. Nu zag mijn koersbroek eruit alsof ze de eerste en de tweede wereldoorlog had meegemaakt. Een waar bombardement of beter gezegd een ravage aangericht in volle herfst. Zolang als we maar geen klapband kregen of in het slechtste geval: kettingbreuk. Terwijl wij ons in zevenhaasten voort maakten uit dat sportbosdat tot zone vier behoorde, vroeg er eentje de weg naar buiten omdat zijn ketting het begeven had. Ja, dan zou je eigenlijk een taxi moeten bellen riep er eentje maar waar vind je zo vlug een taxi in de natte jungle? Op goed geluk wezen we hem de kortste weg naar de bewoonde wereld, zo dachten we toch. Wij zelf volgenden de vlaggetjes in een moordtempo, nat of niet nat, aankomen zouden we. Nog een cruciaal punt naderde. Mijn bril moest het afgeven tegen de natuurelementen, hij speelde niet meer mee. De bril werd opgeborgen in de achterzak en de ogen hingen dichtgeplakt van de modderspetters tegen mijn blozende wangen. Nog even doorduwen en we hadden het gehad, het keerpunt waren we allang voorbij. Nu nog een eindsprint. Iets deed me vermoeden dat er nog een spelbreker zou opduiken, het ging te vlot. In mijn euforie om binnen te lopen zag ik de rails niet. Wie had er nu een treinspoor midden in het bos aangelegd? Ojee, hoe moet ik hier nu overgeraken? Duwend uit alle macht tegen mijn stuur om toch maar mijn fiets boven te krijgen was een hele klus. De ijzers van mijn schoenen schampten telkens weer naar beneden. Had ik niet beter hoefijzers laten bevestigen, had ik meer pak op de kasseien gehad die voor het spoor lagen. Nu was ik in het voordeel wat betreft mijn vrouwelijke charme. Een attente man hielp mij met fiets en al over de sporen heen en gaf me een duwtje in de rug om wat snelheid te maken. Waarvoor mijn hartelijkste dank. Onderweg knerpten de afgeknapte takken onder mijn voorwiel en de modder spoot onder mijn achterste wiel vandaan. Fonteinen kiezelsteentjes met modder, krijg ze maar eens tegen je voorhoofd. Gelukkig deed mijn helm goed zijn werk en ving de wegschietende projectielen op. Nog een laatste krachtinspanning doen, ging het binnen in mijn hoofd, niet opgeven, nooit! Niet de moed in je schoenen laten zinken, je moed moet in je spieren blijven, doorduwen, zo pepte ik mezelf op. Hele dikke kanjers van kasseien die de spoorwegbedding afbakende nodigden ons uit om verder te doen. Als je hier lek rijdt is het gedaan, je kan in de sporen terecht komen als evenzeer onder de trein vallen als die aankomt gestoomd. Jumpen hoorde ik voor me roepen, opletten! Zij jumpten,… ik ook. Zij kwamen over de heuvel,… ik stak vast bovenop de heuvel. Wijd gespreid met de benen aan weerskanten van het stuur stond ik daar boven op de heuvel. Ik blokkeerde alles voor de achtervolgers. Niet nadenken, verder sprinten riep er eentje achter me en ik sprong met fiets en al naar beneden om terecht te komen op de fietsbedding. Nog een geluk dat er juist geen fietsers van de zijkant kwamen want anders was het boem geweest. De macadamweg lag in het bereik en ik wilde harde wegdekken onder me voelen. En ik voelde het. Razend sprongen de anderen met hun voorste wiel in de lucht naar de macadamweg en ik… ik deed een poging om te volgen. Wie had er hier verdorie een paal neergelaten over het paadje? Bukken, bukken, je hoofd intrekken hoorde ik weer en ik maakte me klein, misschien te klein. Mijn voorste wiel had niet gezien dat er een grachtje lag juist voor de macadamweg. Het vijftig cm grachtje, nog te onnozel om er te liggen, helemaal toegegroeid met gras, het ving mijn wiel in een greep en hield het vast. Zo bleef ik rechtop steken, het wiel gevangen in de gracht en het achterste wiel katapulteerde over het stuur. Je kan je wel voorstellen wat een zicht dat was. Als een steigerend paard gooide mijn fiets me met een smak over het stuur recht op de macadam. Bedremmeld en half bedwelmd van de slag, krabbelde ik overeind. Nochtans had de leverancier van de fiets me verzekerd: met deze fiets kan je niet overkop gaan! Moest ik nu mijn fiets met hand en tand uitleggen dat we nog amper 3 km te gaan hadden en dat hij niet meer moest steigeren in dit natte weer?! Deze keer zou hij naar mij moeten luisteren of anders zou hij zelf maar zijn douche nemen. We gaan verder in een ijltempo en komen terug in een groepje dat doorweekt de finish wil halen. Ook zij zagen het noorden niet meer zitten en wisten niet meer of ze bruin of groen volgden. Altijd maar rechtdoor, door het laatste sportbos en we zijn er jongens, komaan trappelen maar, riep ik terug of moet ik jullie een rugsteuntje geven? Dat komt er nog bij zei iemand, een vrouw op kop, nu hebben we het wel allemaal gehad en samen sprongen we over de eindstreep. We hoefden geen gat meer te dichten. We waren vandaag allemaal moddermannen zonder uitzondering. Wat me vooral opviel dat was dat iedereen content was van het moeilijke parcours. Het was voor herhaling vatbaar.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

13 nov 2006, 18:32

Met de grote kuis hier was ik nog niet aan mijn latijn. Het zelfineengebasteld meubel dat ik destijds nodig had om mijn diaperikelen in onder te brengen is inmiddels reeds ter ziele, alleen de wanden heb ik nog afzijdig gehouden; vroeg of laat heb ik weer een ander meubel nodig waarvoor ik dat witgekalkt graf kan benutten.
De dia's, toch een deel ervan, zijn wel in de prullemand gsukkeld, zeker toen ik pardoes het hele raam met zo'n tweehonderd stuks tussen het kader liet vallen. Enkele positieven waren uit hun raampjes gesukkeld en lagen ietwet gebogen op de heugafelttegels, weer anderen verspreidden zich tussen de plastic en stukjes matglas.
Voorzichtig heb ik die gedwarrelde celofaantjes met een pincet van de vloerbekleding geplukt en getracht die in nog overblijvend en hele diaraampjes te fruniken. Een doekje erover om de pluisjes te verwijderen, want zo'n heugafelt maakt nogal wat statisch en doet die materie heel wat stof aantrekken.
Afein... na heel wat sleur- en sorteerwerk kwamen een deel weer op dat kader terecht; ik moest ze nog catalogeren, dus een voor een door de viewer gehaald. En op één dezer zag ik iets dat mijn aandacht trok; iets dat me ter stond aan de fietsperikelen van Kwezel deed denken.
Wist ik veel dat ik ooit een diareeks opgetrokken had aan een veldslag van Waterloo; die herdenking van de slag van Waterloo lag nu vastgespiegeld op die dia's. En euh... het was geen slag in het water...
In vol ornaat stond daar een kleurrijke krijger, waarschijnlijk van Britse komaf, op de gevoelige plaat. De kruiselings gebareerde witte bretels met kruidholsters en kardoezen deed me zowaar aan de Engelse vlag denken, die Andrea's en andere kruisen voorziene drapeau op blauw veld. Het verband met die fietsers was dus niet overtrokken; ik herinner me de tijd nog dat Van Steenbergen, Ockers en anderen met hun reserve tubes over de borstkas gekruisd hun rondes reden. Niks geen volgwagens of tourdirecties toen; hadden ze pech moesten ze hun plan trekken.
Ik verbeelde me dat de tour de France heel wat aantrekkelijker zou zijn nu, moest Leblanc het reglement terug omscholen tot wat het vroeger was. Wég die oortjes, volgwagens en tourmasseurs...
En dan éne à la Fernandel in de grachtkant (zoals met die Duitse feldwebels) roepend van "...... pssssssss, pang !"....
Benieuwd hoeveel er van hun fiets zouden vallen... :lol:
Gast

14 nov 2006, 19:24

Na een paar jaar fietsleed te hebben meegemaakt merk je duidelijk dat je vorderingen maakt. Je behoort niet meer tot de beginnelingen maar ook nog niet tot de categorie oudgedienden. Ertussenin heb ik me genesteld en daar ben ik best tevreden mee. Wanneer je al wat ouder wordt maakt het niet uit of je eerst of laatst aankomt, zolang àls je maar aankomt. De klimmetjes lukken beter terwijl je ontzag gekregen heb voor de afdalingen. Slalommen door de smalle bochten of scherpe haarspeldbochten nemen, doen het ieder jaar beter. Wat betreft je materiaal let je beter op in de winkels dat je je niet laat afschepen met te goedkoop of prullen in je handen laat duwen. Het is niet altijd het dure dat goed is maar als je prul koopt dat vlug kapot is, dan is het vlug een duurkoop geweest. Op alle gebied ga je dus vooruit zelfs banden kan je leren te vervangen in een sneltempo. En als je dan eens in een greppeltje terecht komt, valt het dikwijls mee wat kwetsuren aangaat. Je leert je klickers te gebruiken waar je eerst zo vol vrees naar keek. Ook leer je je houding op de fiets corrigeren want door een verkeerde houding krijg je dikwijls pijnlijke knieën of slaperige vingers en voeten. Het aanpassen van je zadel en je SPT is millimeterwerk en wanneer je dat eenmaal onder de knie hebt is fietsen een leute geworden. Niemand raakt nog gefrustreerd als iemand anders sneller vooruit komt, ieder rijdt zijn eigen tempo. Het heeft ook uitgewezen als je te vroeg van in het begin al je kruit verschiet, heb je geen poeder meer over voor op het laatste nog een laatste sprint eruit te knijpen. Gewoonlijk doseer ik dat in drie delen. De afstand van die dag en de categorie waartoe de rit behoort worden onder de loep genomen. Bij een korte afstand kan je makkelijk al vroeg een veeg op je pedalen geven maar wil je een 100 km in de benen hebben moet je toch doseren gaan. Niet te vroeg het tempo optrekken, op het gemak in het begin. Dit gedeelte neem ik dan om op te warmen, om mijn benen rond te draaien, om eventjes van het landschap te genieten. Een zacht tempo van 25 is niet veel voor insiders maar harder hoeft niet. Zie je dat je al 30 km voorbij zijt, kan je de speed opdrijven naar bijvoorbeeld 28 per uur. Dit tempo kan je makkelijk als geoefende volhouden gedurende 30 – 40 km. Halverwege vergeet je natuurlijk niet om bij te tanken. Je moet niet wachten tot het hongergevoel komt opzetten, je moet op tijd de koolhydraten binnen krijgen. Wat je echter teveel inneemt, verbruik je niet, het stapelt zich op. Het heeft dus geen zin meer koolhydraten binnen te smikkelen dan nodig is. Ook een slok fruitsap kan wonderen verrichten. Kom je aan het keerpunt dat we bevoorrading noemen, neem dan je tijd om je repen op te eten, om je sportdrank te drinken en om een plaspauze te doen. En niet vergeten, de mensen die daar vele uren vrijwilligerswerk kloppen, om die te bedanken voor hun inzet want zonder deze mensen, geen koffietafel in de jungle of waar ook in het Pajottenland. Zinkt de moed al eens bij sommigen in de schoenen, denk eraan, volgende keer beter. Aankomen doe je toch als is het dan al kruipend. Zie je de laatste kilometers niet meer zo goed zitten, laat je trekken door een welwillende toerist(e) die het met plezier zal doen. Zo komen we dan samen langzaam binnendruppelen. En nu maar trappelen en de boomstronken vermijden die omver gewaaid zijn. Hoor ik oorverdovend lawaai dan weet ik genoeg, er is een valpartij gesignaliseerd rondom de ring van Leuven of was het Mol?
Gast

15 nov 2006, 22:52

We worden wel verwend vandaag want het is echt prachtig weer en ik besef weer dat die wekker weer niet voor niets zo vroeg is afgegaan. Met volle teugen genieten we van elke meter modder. Ook bij de aangelegde kuilen die vol water staan van de voorbije dagen lukt het me aardig om recht te blijven. Het lukt me steeds meer en meer door de moddergaten de bochten te nemen en de klimmetjes die er af en toe bijzitten neem ik vandaag op mijn gemak. Blijven trappen en schakelen, hoe moeilijk het ook is. Vandaag waren er geen achterblijvers, we reden op ons eigen, voor ons eigen plezier. Alhoewel het in het begin voor een beetje verwarring zorgde aan het sportcomplex kozen we toch om blauw te nemen. Je kan blauw met groen combineren of als je moe in de bos gehotst bent, kan je gewoon wanneer je de bewoonde wereld tegenkomt, naar huis fietsen. Vele bladeren lagen er verspreid over de smalle wegeltjes. Je zag amper waar je weg was of was het weer een geul waar je doorheen moest. De blauwe fietsjes die op de bomen hier en daar hangen, leiden ons door mooie plekjes, dwars door het bos om meteen in een ander bos te belanden. Bijna zijn we in Kattevenia, op bekend terrein voor ons. Onze thuisbasis waar we dikwijls vertrekken in alle windrichtingen. Echter vandaag was er een sportdag voorzien voor een Limburgse school die hier met de MTB hun rondjes kwamen spartelen. Heel veel jeugd en vooral meisjes waren erbij. Een sporttak waar meisjes zich in thuis voelen, dat merkte ik al direct. “Eventjes wachten om verder te fietsen,” zei een beleefde meneer die de rondes optekenden van de scholieren. Als alles langs gesprint was mochten we onze tocht verder zetten in de richting van de blauwe pijlen. Een tijdje geleden was ik hier nog uit de bocht gevlogen maar deze keer had ik goede remmen, die ik op tijd benutte. Het liep lekker door de plat gereden sporen. Je moest wel af en toe door hele grote plassen jezelf van links naar rechts heen loodsen maar al bij al viel het nog mee. Af en toe voelde ik mijn achterwiel eens een fraaie slip maken en mijn ketting zoog gretig aan de bladeren alsof ze heel veel dorst had geleden. Nu hoorde je ook het kraken van de ketting als je schakelde omdat er teveel water en modder tussen geslipt was. Over bomen kruip ik niet graag wanneer die omver gewaaid zijn en dwars over de route liggen. Hier maken we door ontoegankelijke wegeltjes een nieuwe weg om er langs te geraken. Je hoofd moet je goed intrekken anders krijg je laaghangende takken tegen je helm en je bril kan gemakkelijk van je gezicht getrokken worden. Ook moet je verdorie oppassen dat je geen struiken met bladeren en al in je ogen krijgt, of vlak langs je oogkas af. Die striemen doen ontzettend pijn en als je begint te vegen, veeg je meer open en vuil in de wonde. In alle geval, de route is vandaag prachtig en ik geniet er intens van. Wij krijgen afwisselend wat single-tracks tussen de bomen door met stukjes bospad die breder en smakker worden. Venijnige uitdagende greppeltjes, alles wordt mijn deel vandaag maar ik klaag in het geheel niet. Wanneer je het ene bos uitkomt om naar een ander te fietsen, moet je af en toe over een asfaltweg. Hier krijg je dan tijd om even op adem te komen en je bidon die vol smurrie hangt te gebruiken. Je dorst laven aan een modderfles is vies maar als je veel dorst hebt, kijk je daar niet naar, je doet het gewoon. En het karren gaat verder door moeder natuur. Afstappen wordt een geweldige vaardigheid wanneer je niet omheen een boomstam komt. Je draagt je fiets op je nek en hup erover ermee, je niet bedenken. Ons horloge geeft al bijna half vijf aan en we moeten zien weg te geraken op tijd, weg uit de modder, weg uit het bos. Twee reeën springen van de ene naar de andere kant van de fietsbedding, een lieflijk zicht en ik hoop dat er geen jagers in de buurt zijn. We naderen terug de bewoonde wereld en iedereen staart ons na omdat we zo vuil zijn. Er is geen enkel plekje op de kledij dat nog proper is. Zoveel modder verzamelen op één dag, je moet het maar eens proberen. Alweer een wasmachine troep maar alles moet weer proper zijn voor de volgende dag of de naderende rit die we al in gedachten hebben. Zolang als Jezuke maar zijn poorten dicht laat. Douchen moeten we toch met of zonder modder.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

16 nov 2006, 07:51

Ze hebben er weer een van de weg geplukt. Nee niet door een dodehoekspiegels of ander uitsteeksel, ook niet door die andere mastodonten die de rijweg onveilig maken, maar simpelweg door een verkeerd maneuver van een personenwagen. De fietsster zal het geweten hebben.
Sinds ze hier de dorpskom heraangelegd hebben, merkt men dat de verkeersreglementen wel mankementen vertonen. Zoals met elke wet vind je wel ergens achterpoortjes. Maar deze wet, die de classelozen en de A's doorgang verlenen, tégen de rijrichting in heeft niet alleen de onveiligheid vergroot maar daarbij ook de kans op ongevallen.
De fietsster was misschien wél in overtreding; want haar fiets had ze -voor de gelegenheid- omgeturnd tot vrachtkar. Ze was waarschijnlijk ergens gaan winkelen want aan weerszijden van haar fietsrek bengelden uitpuilende zakken met allerlei koopwaar. Zelfs twee stokbroden maakten haar gevaarte meer dan drievoudig breed. Men kan zich dan ook afvragen tot welk zo'n type fietser behoort. Brom- en snorfietsen van het type A mogen dan ook tegendraads zijn, maar een definitie van een overladen fiets... bestaat daar een normering voor ?
Men zou, door fietsers en bromfietsers tegen de rijrichting in te laten rijden, het gebruik van de openbare weg veiliger maken stelde men.
Goed, als die weg breder is dan normaal of voorzien van twee baanvakken én slechts mag benut worden als enkel richting, maar niet zoals in deze situatie waarin de rijbaan smaller is dan het voetpad aan beide zijden. Een passerende auto moet kwasie stoppen om de tegemoetkomende fietser door te laten. Die moet toch met ware zelfverachting de tegenkomende auto's trotseren...
Wie verzint nu zo'n verkeerswet ?
Was het nu door de uitstekende stokbroden dat de chauffeur van de wagen in verwarring werd gebracht, of moest hij van oor wisselen bij het beluisteren van zijn gsm; feit was, hij maakte een fout maneuver en reed die stokbroden aan. De oorzaak van dat accident lag dus feitelijk niet aan de fiets dan wel aan de bagage.
De vrouw liep lichamelijk letsel op doordat haar fiets ten val kwam, en zij -in schijnbaar dronken toestand- waggelend op de rijweg terecht kwam. Is een overladen fiets in deze gammele toestand niet te vergelijken met een over zijn promille geraakte autobestuurder ?
Tracht zoiets maar overeind te houden; een driewieler met bak ware beter geweest, maar men kan toch niet verlangen dat elke fiets daarvan voorzien is hé...
Misschien iets voor ons Kwezelke, loopt ze minder kans in de modder te belanden...
Gast

16 nov 2006, 17:33

Wat heel nuttig is voor de atleten en ik heb het hier over de fietsfanaten en niet over de rest die een ander sport bedrijft, is dat je je lichaam moet leren om energie uit je vetten te halen en niet alleen uit koolhydraten maar dat wisten de fietsers ondertussen wel? De brandstof die we nodig hebben om onze spiercellen te doen draaien, zijn naast koolhydraten en vetten ook eiwitten. Het meeste nut die ons energie oplevert zijn de vetten. Nochtans denkt iedereen dat het de koolhydraten zijn. Maar daarentegenover staat dat de vetten veel trager verbranden en evenzeer heel veel zuurstof verbruiken. Eiwitten dat zijn bouwelementen en wanneer je zo diep moet tasten dat je aan je eiwitten komt, eet je jezelf eigenlijk een beetje op. Het liefst nog haalt ons lichaam haar energie uit de koolhydraten omdat die veel gemakkelijk verbranden. Wanneer je op lage hartslag traint leer je je lichaam als het ware de energie uit de vetten te halen. Dus rustig aan met trainen hé jongens en meisjes! Echter wanneer je denkt dat je intensief moet bezig zijn op je fiets komen de koolhydraten aan bod. Zoek dus een evenwicht tussen die beiden. Wat betreft die drankjes in de bidon gaan er verscheidene meningen op. Water is perfect als je bedenkt dat plat water smakeloos en reukloos is zodat je er wel liters van kan drinken. Is water nu de perfecte dorstlesser voor iedereen? Bedenk dat water hypotoon is en dat maakt dat de concentratie van opgeloste deeltjes in je lichaam veel hoger ligt. Je maag raakt niet zo snel leeg en het water begint letterlijk te klotsen in je maag. Maar het is nog altijd overal gratis, althans dat denk ik toch? Zou er iemand je een glas water durven weigeren waarneer je erom vraagt in de hitte van de strijd? Wat ik wel heb ondervonden door de jaren heen dat je bijvoorbeeld een mespunt zout eraan kan toevoegen zodat je opgeblazen gevoel minder is. Triatleten weten hier alles van waar hun misselijk gevoel vandaan komt. Ook ik moest vroeger eens langs een verlichtingspaal staan met de kop tussen de benen om mijn maaginhoud te deponeren. Waarom dat keukenzout toevoegen? Je lichaam houdt zo het vocht langer bij zich, het absorbeert beter. Een voordeel is ook, dat je niet om de haverklap achter een struik een plaspauze moet doen en wie heeft dat al niet ondervonden? Je moet de mineralen langer bijhouden maar door die intense inspanning verliest het lichaam die veel. Dit merk je onmiddellijk als je voorhoofd vol zoutkorsten staat. Je lichaam is uit balans en nieuw water houdt het niet zo goed vast, dus een beetje zout toevoegen kan geen kwaad. Maar eerst uitleg vragen aan je arts en niet zelf gaan experimenteren want het kan ook zijn dat je zoutloos moet drinken. Met water alleen fietsen kan je het hoogste 2 uren volhouden daarna vraagt je lichaam om iets anders. Sportdrankjes op maat gemaakt moet je zelf ondervinden welke voor je eigen goed is. Tijdens lange ritten die veel vergen van ons, loop ik al eens binnen bij de bakker om krentenkoeken, die zo smakelijk kunnen zijn, moeten jullie beslist ook eens doen. Wie denkt dat hij bij aankomst of onderweg een lekker biertje moet of mag drinken is even de kluts kwijt. Natuurlijk kan zo’n bruintje best lekker zijn maar het vertraagt het herstel van je lichaam. Het pintje mag dan wel water en koolhydraten met zich meebrengen maar dit is niet voldoende om na een zware inspanning je energiebalans te herstellen. Een andere boosdoener is hiervan, dat je lichaam verder uitdroogt na alcohol gedronken te hebben en we willen toch niet droog staan? Alcohol ontrekt het vocht vlugger aan je lichaam en bovendien vertraagt het de glycogeenbevoorrading in je spieren. Je krijgt het wel heerlijk warm na zo’n glas bier en je vetreserve gaat de lucht in maar het breng geen enkel glycogeen aan. Jammer want de eerste uren na de inspanning is de aanvulling in de spieren het beste. Beter is het bij aankomst een bidon met een goede en juiste dorstlesser te nemen. Een snelle herstelling doet je minder een gevoel krijgen dat je kapot gereden bent. Wie zich onmiddellijk na een zware inspanning ok voelt kan de volgende dag weer op pad voor een nieuwe tocht.
Gast

16 nov 2006, 21:40

Kwezel schreef:
Maar het is nog altijd overal gratis, althans dat denk ik toch? Zou er iemand je een glas water durven weigeren waarneer je erom vraagt in de hitte van de strijd?
Toen wij de Vierdaagse mars van Nijmegen deden (4 x 50km )tijdens de zeer warme Julidagen aten wij onderweg tomaten met zout en dronken ook water met zout.Onze verzorger haalde het per fiets bij de Hollandse boerderijen a rato van 1 Gulden per fles putwater .Het zout deden we er zelf in :wink:
Gast

17 nov 2006, 14:51

Even wat tijd maken om de kou voor te blijven tijdens het fietsen. Iedereen heeft het al meegemaakt dat hij plots koud kreeg tijdens een winterse activiteit en dan heb ik het niet alleen over langlaufen. Het voelde aan alsof de lichaamstemperatuur ging dalen en ze daalde ook. Bij fietsen is dat ook zo dat je kou krijgt alhoewel je een inspanning geleverd hebt. Je krijgt een vernauwing van de huidvaten wanneer je teveel door extreme kou toert. Hier spreekt men van hypothermie of onderkoeling als je temperatuur daalt onder 35°C. Via de huid verlies je meer warmte die groter is dan de warmteproductie die je verkrijgt bij een inspanning. Als je spieren beginnen te trillen en je ziet en voelt koude blauwe huid gepaard gaande met pijn in de ledematen, gegarandeerd dat je onderkoelt bent. Het spreekwoord zegt: je ziet letterlijk blauw van de kou. Gelukkig heb ik geen weet tot nog toe dat bij fietsen iemand een bevroren hand of voet heeft opgelopen maar het kan. Zelden of bijna nooit komt het tot een hypothermie waar we voor moeten vrezen. Echter wie in het water iets doet of schaatst langer dan zes uren in of op water dat minder dan 15° C aangeeft, wordt wel hieraan bloot gesteld. Bij fietsen speelt de windchill-factor een grote rol als je tegen de wind in gaat fietsen. Dit voelt immers kouder aan en tijdens die kou verlies je warmte in de ledematen en zeker via het hoofd als je dit niet bedekt. Kleed je dus goed en geef die koude geen kans om tot je voeten, handen en aangezicht door te dringen. Het ergste is nog de pijn die je gewaar wordt bij hele koude wind en lage buitentemperaturen. Dit zijn de eerste verschijnselen van bevriezing, pijn en gevoelloosheid. Je ziet duidelijk witte vlekken verschijnen, dan volgen meestal blaren, blauwe plekken en dan zit je al in de tweede graad. Erger gesteld is wanneer je de derde graad reeds bereikt hebt. Het weefsel begint af te sterven en heb je last van gangreen. Niet altijd ontstaat er bevriezing door koude temperaturen, het kan ook voortvloeien van langdurig door regen te fietsen die net geen 0° C aangeeft. Wanneer je dan ook nog je overschoenen thuis laat omdat je de stoere wil uithangen en ook nog met vervelende knellende schoenen zit is het hek algauw van de dam en krijg je koude letsels. Maar laat het ons houden op minder ergere dingen en er van uit gaan dat de voeten pijn en gezwollen aanvoelen. Je krijgt krampen en wenst alles naar de maan maar troost je dan, je heb nog geen loopgraafvoet opgelopen. Wie het gevoel krijgt onderweg dat zijn voeten aan het bevriezen zijn mag zijn schoenen niet uitdoen want dan krijg je ze niet meer aan en je moet toch thuis geraken. Wrijf over de pijnlijke plaatsen totdat ze warm aanvoelen en neem thuis een warm voetenbad en de pijn hierbij schuif je maar naar achteren. Of beter nog, loop langs je fiets zodat ze terug tot de levende gaat behoren. Heb je ondanks alles nog blaren opgelopen, moet je die laten behandelen voordat ze infecteren. Neem gerust de AB en pijnstillers en zelfs een tetanusspuit die je arts je aanraad. Denk dus aan je vocht en voeding en aan aangepaste degelijke kledij, het kan je veel leed besparen.
Gast

19 nov 2006, 22:02

Zouden paarden zich ook opwarmen voor een wedstrijd? Ik vroeg het me al af of dieren ook stretchen voor en na zo’n zware strijd. Blijkbaar kunnen paarden zonder op te warmen zo maar aan de slag op de pistes. Wij mensen echter moeten onze spieren eerst voldoende bewegen voordat we met die spieren kunnen werken. Maar zie je me daar al bij de start ergens mijn armen en mijn benen ronddraaien, set-ups doen en omhoog springen? Stoppen met sporten die nu buiten gedaan worden, zou niet goed zijn voor geest en lichaam en daarom zoeken we een alternatief. Zaalsporten en zwemmen zouden ideaal zijn maar veel liever doen velen aan spinning ergens. Spinning zie ik ook niet zo vlug zitten om te doen. Ik hou niet van die muziek waarop je elke beweging moet doen. Toch zouden we onze carroserie moeten onderhouden als de fiets een tijdje op stal gaat onder het laken. De auto die onderhouden we ook tijdig door hem naar de garage te brengen om de olie te laten checken en antigel erin te doen. Dus nemen we in de winter de tijd om dingen te doen, die we anders misschien vergeten. Een andere belangrijke doelstelling is toch onze hartpomp laten nakijken. Onze motor moet ook af en toe eens nagekeken worden, of er nog geen sleet op gekomen is. Ieder jaar zouden we een uitgebreid sportmedisch onderzoek moeten ondergaan. Het is toch voor de hand liggend dat zulk een onderzoek heel belangrijk is en dan denk ik eerst aan een ergometrisch, een ECG en bloedonderzoek. Bloedonderzoek om het ijzergehalte en de testosteron te laten opmeten. Zijn we weer goed gekeurd voor de dienst kunnen we onze hamstrings weer pijnigen. Onze buikspieren, rugspieren krijgen geen rust, ze worden gepijnigd in groep en geven onze kattenrug weer vorm. Rek- en strekoefeningen staan op het lijstje en wanneer de baan opnieuw in zicht komt volgende lente kunnen we ogen met een lief lijf op maat gemeten. De cyclocrossers weten maar al te goed wat die modder met hun lichaam doet en dan heb ik het niet over gezonde modderbaden maar werkelijk over zware inspanningen en zwoegen. Wie in de winter de MTB gebruikt, krijgt een beter stuurvermogen, hij leert in de bos bochtenwerk dat op de baan goed van pas komt. Ook krijg je een beter uithoudingsvermogen omdat dit fietsen met zware noppels veel intensiever is. Wat je met een MTB in de velden doet, is de helft in afstand dan wat je met de koersfiets op de baan doet maar veel zwaarder. Je wordt er sterker van en bouwt conditie op die je anders niet had. Iedereen zoekt een eigen middel om te overwinteren met zijn sport. Krachttraining vind ik niet zo veel voor mijn eigen maar de mannen zien dat natuurlijk anders. Zij toeren liever met dikke kuiten en dijspieren, ik wil daarentegen er nog wat vrouwelijk blijven uitzien. Met gewichten trainen deden we vroeger en je borstkas ging uitzetten alsof je naar de Olympische Spelen ooit zou gaan. Neen laat het mij maar houden bij gewoon zaaloefeningen, afwisselend met set-ups, volleybal, line-dance, leg-press of legg-curl. Geen isotone trainingen waar ik ’s anderendaags niet meer mee aan het bed uit kan geraken. En als dat niet kan, dat we ons niet kunnen verplaatsen naar een sporthal, blijven we toch lekker thuis op de hometrainer voor de tv. Begin rustig op je hometrainer, zodat het plezierig blijft. Eerst een vijftal minuten, van de fiets afstappen en je benen zeker 20 keer op en af bewegen. Ga terug op de hometrainer en fiets vijf minuten intensief, stap weeral af en doe opnieuw beenoefeningen. Heb je de kans om push-ups te doen of set-ups met kleine gewichten, doe dit dan op je gemak. Dus niet stilzitten tijdens de winterperiode door je achter je pc te verstoppen, maar een doe-aktie ondernemen, en dan… dan is er heerlijke warme dampende choco.

ED.
Lid geworden op: 16 okt 2003, 19:20

20 nov 2006, 00:04

Ik wil dat allemaal wel doen hoor, kwezeltje. Maar ik heb één probleem:
ik lust geen choco! :wink:

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

20 nov 2006, 09:37

Ed, jij bent toch niet dat uit de put geklauterde kalf hé... Je weet wel, dat van "als het kalf verdronken is, delft...etc." Je hebt wellicht ook dorst gekregen van die body-maas uit het Limburgse. Die overdrijft ook altijd maar met haar lijfje. 't Is nog niet genoeg dat ze thuis de was en plasdienst moet uitmaken, daarbij ook nog haar vrije tijd gaat opofferen om het gemis van stappen indoor te blijven voortzetten. Ze heeft zich wat laten wijsmaken in haar jeugdjaren. Sporten zou gezond zijn, tja... ik heb daar toch sterk mijn twijfels over. Trouwens, heeft er al iemand -voor zover sport zijn geest niet verzwakt heeft- een definitie gegeven van wat "gezond" nu eigenlijk wel is ? Wordt men, door gezond te zijn, jonger ? Ouder worden is een automatisme waar we ons niet voor hoeven moe te maken, men kan jonger "lijken" dan men is maar elke dag komt er een rimpeltje bij, of je nu in die put blijft zitten of niet.
Een kalf is een kuddebeest, dat heeft dan ook kuddegeest. De meeste sportlui, die overdreven te werk gaan hebben dat ook... ze beginnen op die dieren te lijken. Sport zou iets individueels moeten zijn, niet het aanstekelijke zoals die sportgoeroes het graag hebben. Natuurlijk doen sportievelingen, zelfs in groep, mee om de beste te zijn. Maar dat je daarvoor je weefsels nog moet "opwarmen" voor de uit te voeren prestaties ? Tja, 't lijkt wel of die lieden zich dan wel gedragen als de techniek. Vliegtuigmotoren worden voorverwarmd, dynamo's worden draaiende gehouden en diesels opgestart voor ze hun eigenlijke taak moeten aanvangen. Maar mensen ? Die bewegen toch al, zelfs voor ze aan hun taak willen beginnen.
Volgens geschriften is het er slechts éne gelukt zijn taak aan te vangen voor hij terug leefde; die is uit de dode opgestaan. Dat zou zowat twee millenia geleden zijn; toen was ook alles mogelijk hé. Er was geen fiets, men moest de "sport" nog uitvinden.
Hoewel, sport is eigenlijk van alle tijden, sport is oorlog. Oorlog tegen je concurrenten én tegen je eigen lichaam.
Het moet toch zalig geweest zijn in die tijden dat er geen noemenswaardige lichaamscultus bestond. Tussen de oorspronkelijke Olympische spelen en deze sportmanifestaties van de twintigste eeuw lag een gapend gat waarin er geen gezondheidsmaniaken liepen te verkondigen wat nu zonde zou zijn. Volgens de Christelijke leer was het toen zelfs niet toegestaan je lichaam te cultiveren, je naaktheid te tonen. Slechts één spier mocht generaties lang z'n werk doen, anders zou het mensenras wel eens kunnen uitsterven. Moet dié spier ook voorverwarmd worden ?
Als men wil masturberen moet men dat zelf weten hé... :wink:
Gast

20 nov 2006, 15:03

Je bedoelt feitelijk TLL, dat je in de club van de zelftrekkers zit? Je weet dat toch wat ze daarover zeggen bij het sporten?

Seks voor de wedstrijd, snel weg, snel plat?

Heb je wel eens gehoord van bodylingerie voor dames op de koersfiets? Geen naakte lijven en geen voortdurende spieren die bij de mannen in de weg staan of was het eerder zitten?

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

20 nov 2006, 16:12

Ik zie je zo nog niet op de fiets zitten, mét bourka... :lol:

Wel hadden we -in de duikclub- eens getracht met volle uitrusting per fiets naar het Zilvermeer te komen; maar weinigen zijn daar inderdaad zo aangekomen. In het putteke van de winter is het geen pretje om je op de dijk te ontkleden in een gure noorderwind. Daarom werd toen gesuggereerd om zich thuis al om te kleden.
Met een duikpak aan en loodgordel om, dat ging nog net maar met dat "varken" of "bi" op je schoft was geen lachertje. Voor ik de garagedeur dichtsloeg lag dat recipient al op de keien.
Stel je voor dat ik me, met die flossen én ontspanner tussen het fietsenrek, daarmee nog die trip van een kleine 20 km had moeten aanvangen ?
Maar zoals ik al zei, slechts enkelen zijn daar inderdaad toch in gelukt. Maar zij woonden dan ook maar een boogscheut van die duikstek.
Daarbij hadden zij zich voorzien; de bidon warm water werd door vrouwlief per auto aangevoerd. Wij mochten daar dan ook van genieten, want na de vaseline op het voorhoofd (het enige onbedekte) en de "voorverwarming" van dat wet-suit behoorde dat tot de geplogenheid van de ijsduikers.
Hoe ze, na de duik, met fiets en al die ijspegels terug thuis zijn geraakt weet ik uiteraard niet... ik was hen niet gevolgd.... :wink: