Fietsperikelen

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

16 jan 2007, 12:34

Mijn fiets moest iets origineels zijn, geen hij of zij of nog minder een "het".
Een fiets, of welk afkooksel ervan dan ook, is bij mijn weten nog altijd vrouwelijk; en daar mag dan gerust die tussenbeenstang van gemist worden. Men springt erop, men rijdt erop, men rust erop of men rijdt zich de pleuris erop; zeg nu zelf " Wat is er nu minder vrouwelijk aan ?"
Er zitten twee tubes aan, bij vrouwen in een andere vatting. Meestal zijn ze voorzien van een ketting, welke bij vrouwen om de hals hangen. De boodschappentas kan men meestal kwijt op de bagagedrager achteraan; bij corpulente dames kan hun "schab" daar ook dienst voor doen. Het zadel ; men zit erop. Het frame; mannelijke anorexia's zie je zelden dus...
Zij die een nieuwe fiets, ongemanipuleerd, gebruiken beschouw ik als fantasielozen. Een nieuwe fiets moet voorzien zijn van een persoonlijk karakter eigen aan de bezitter. Jeugd bestiert dat ijzeren paard doorgaans met zelfsklevers, ouderen behangen dat ijzeren paard met zadeltassen, stuurbags of zelfs bidons voor allerlei vermakelijkheden.
Een gebruikte fiets is dus meestal een ijzeren lastdier (figuurlijk dan) want ze laat meestal na een rit niets achter, paarden en koeien echter wél: vlaaien en drollen. Een ongeoefende fietsers kan daar hoogstens op uitglijden... Als je tweewieler echter urineert liet de argeloze bezitter wellicht z'n bidon ongesloten, of zit er ergens een of ander smeernippeltje los.
Mijn toerfiets heeft z'n oorspronkelijk stuur ingeleverd voor een kromme koershaak; maar bij h'r laatste upgrade werd dit ook omgewisseld door een "ossekop". Het originele zadel kreeg een facelift; er kwam gel bij te pas en als laatste zelfs een gelatineachtig vrouwenzadel. M.a.w. mijn fiets is ondertussen getransformeerd van herenfiets tot unisex-model.
Mocht er echter ene zin krijgen in dat rollend staketsel, zal hij of zij toch de geheime combinatie van het kettingslot moeten kennen... anders kan hij of zij die kuisheidsgordel niet loskrijgen... :lol:
Gast

28 jan 2007, 20:25

Koude of geen koude, weer of geen weer, de fiets op deze week was ons motto. Op een gegeven moment ben je alles beu. De hometrainer die je blauw hebt laten lachen de voorbije weken, de storm die je nekvel doet steigeren, kortom alles. Voor geen geld konden ze me nog binnenhouden. Met een goede voorbereiding zou het wel lukken om met de MTB een 50-tal km af te haspelen. Tegen de koude kan men zich beschutten maar tegen regen en storm niet. Vooraleer we vertrekken om Gruitrode plezier te doen en omstreken smeerden we onze benen in met een degelijke warming-up. Een half uur voordat je op de fiets stijgt doe je dit stinkend goedje over je beenspieren. Onmiddellijk wanneer je dan buiten komt voel je dat het al werkt. Vandaag geen koude benen voor mij. Dikke winterovertrekken gaan over de klickschoenen en de dikste winterbroek met collant over mijn thermo-ondergoed. Wie het aandurft door dit vriesweder naar buiten te komen raad ik aan om een thermo-lijfje aan te trekken met van voor plastiek. Deze plastiek houdt de koude van borst en buik en je voelt het helemaal niet zitten. Het zit als een tweede huid aan je vast. Over dit lijfje trek je dan nog een ander shirt aan. Geen katoen dat doet je alleen maar zweten en zweten doen we tijdens de inspanning al genoeg. In de spiegel lijk ik meer op een ijsbeer die verloren gelopen is dan op een fietster. Mijn wintermuts trek ik diep over mijn oren terwijl de kraag van mijn jasje omhoog gaat staan. Kraag kun je dat bijna niet meer noemen, het is te kort om je hele nek te bedekken. Daarom draag ik meestal een sjaal rondom mijn hals. Als toemaatje komen mijn beenwarmers over mijn zwarte broek te zitten. Ze zullen me heerlijk warm houden tijdens de tocht door weer en wind. Als je aan de wedstrijden binnenkort wil deelnemen moet je lichaam zich aanpassen aan de buitentemperaturen. Extra lippenbescherming is dus ook aangewezen. Koude drank in de bidon kan ik nu ook missen als de kiespijn die onderweg komt opzetten. Thermoskanbidon voor de winter aan mijn fiets met een fruitsapje in gemengd met een korrel zout is niet te versmaden. Onderweg is je drank niet bevroren en het blijft nog lauw voor zeker anderhalf uur. Te koud drinken is niet goed voor je maag en darmen, je zou er zowaar niet meer luchtdicht van worden. De prachtige winterdag waar eindelijk de zon haar kopje liet kijken bracht een ferme koude wind met zich mee. Onderweg over de nr 35 trok ik mijn sjaal strakker over mijn neus en mijn adem verwarmde het puntje ervan. Het snot fluit je met je vingers uit je neus want met een zakdoek werken zou je neus maar pijn doen. Af en toe blies ik eens op de topjes van mijn vingers die begonnen te tintelen. Van koude handen had ik niet zoveel last, het waren meer de tenen die op warmte riepen. De binnenhandschoenen gaven een extra bescherming. Maar van koude tenen weet ik alles van. Alhoewel ik degelijke wintersokken aanhad, lieten mijn tenen weten dat de thermo-sokken hun werk niet goed voldeden. Bijna niemand kwam je op de fietsenpaden tegen. Iedereen hield het met deze koude bekeken en bleef binnen achter de hete kachel zitten. We fietsen verder naar Tongerlo om aan het kanaal uit te komen. Vandaar konden we alle kanten uit en we kozen voor de 12. Nu pas zag je het euvel wat de storm had aangericht langs het kanaal. Vele bomen lagen gewoon plat gemaaid, als een lucifertje waren ze afgeknakt. Plots mochten we niet meer verder omdat ze de dijk aan het verstevigen waren. Op eigen risico kon je verder maar dat is toch af te raden voor mensen die niet snel genoeg weg kunnen wezen. Je had immers maar een goede halve meter breed plaats om erlangs te kruipen en dan moest je nog oppassen of je donderde het kanaal in wat niet aan te bevelen was met dit strenge winterdagweer. Mijn ogen konden nog door een kiertje verder gluren, bijna vroor mijn bril vast aan mijn neus. In de verte rees een donkere wolk gevaarlijk omhoog en tegenliggers zeiden dat het er sneeuwde. Als je de enige vrouw die dag bent die het gure winterweer en het gevaar trotseert mag je best trots op je eigen zijn. Zuur striemt de wind in het gezicht en je bent blij dat het weeral bijna voorbij is voor die dag. Echter sneeuwvlokjes zijn we die dag niet tegengekomen, die kwamen er de dag erna aan te past. En mijn muts… die trok ik nog dieper over mijn gezicht!

ED.
Lid geworden op: 16 okt 2003, 19:20

29 jan 2007, 00:53

kwezel schreef:...... Echter sneeuwvlokjes zijn we die dag niet tegengekomen, die kwamen er de dag erna aan te past. En mijn muts… die trok ik nog dieper over mijn gezicht!
Het kan niet missen, dat men dan de obstakels niet ziet en men er ,af en toe, blauwe plekken kan aan overhouden! Nietwaar, lieve kwezeltje?:D

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

29 jan 2007, 09:12

Wie z'n muts diep over zijn gezicht kan trekken is vast iets anders van plan. Misschien ontbreken er vooraan twee openingen ofwel zijn die er bij voorbaat al ingebreid; de bivakmuts.
Zou het, met dit winterweer niet aangeraden zijn met bv. een pij én burka langs de berijmde paden te rijden; men kan er zelfs een hele houtstoof onder kwijt zonder dat je 't merkt. Het probleem van de thermoskan is dan ook ineens van de baan.
Aan deze kommentaar van mij zou men kunnen denken dat ik reeds, in deze sneeuwvrije morgen, een ietsje teveel gluhwein achterover heb gedrukt; ik stel je gerust, ik zit nog in pijama. Dit kledingstuk is in niets te vergelijken met de termopakken van kouwkleumend Vlaanderen...
Gast

29 jan 2007, 12:41

Wat we de dag ervoor konden doen, deden we een dag later opnieuw maar dan in een andere richting. Met de MTB kan je makkelijk combineren wat je wil doen. De dikke noppels liggen nog op de fiets en die komen nu goed van pas door het bos. Op onverharde wegen naar Kattenvennen kom je algauw ijsplassen tegen. Bevroren aardesporen die echte knobbels vormen om je te doen rillen. Hier moet en mag je je niet bedenken. Erover met je fiets en hopen dat je niet uitglijdt. Af en toe als je het bos links laat liggen om over de weg verder te fietsen kom je nog een grote bevroren plas tegen. Hier kan je niet omheen, je moet erover en weer mag je niet eerst tot Maria gaan bidden om die plas te doen oplossen in het niets. Onmiddellijk voel je ook dat je in stijgende lijn fiets. Nu is dat voor menig fietser vals plat maar in hartje winter moet je toch maar omhoog geraken. Gellik is dan niet van de poes maar we redden het. Door de bossen en smalle wegeltjes probeer je af en toe van je fruitsapje te drinken en je mondvoorraad aan te spreken. Wat smaken plots die chocolade repen met nootjes toch heerlijk. Alhoewel ze stokstijf zijn, doe ik me te goed aan zo’n overheerlijke reep mueslichoco. Wel is het mikken om je bidon terug in de goede houding te hangen. Wie het geluk heeft om met een 16’ of 17’ te fietsen, hoeft niet te wringen maar voor kleine dames is dat wat anders. Je fiets is aangepast aan je lengte en met een 15’ is het soms moeilijk om de bidon met één beweging in de houder terug te plaatsen. Omvergevallen bomen van het voorbije stormweer, zijn heel vlug omgeruimd door de stadsdienst. Hiervoor een dikke pluim van ons en komen we af en toe toch nog een obstakel tegen, dragen we gewoon onze bike erover. Wat we de dag ervoor niet kregen, krijgen we vandaag voorgeschoteld. Nattigheid kwam eraan in de vorm van zachte sneeuwvlokjes. Eigenlijk wilde ik de vlokjes wegblazen en er eens mee spelen maar je moet je aandacht bij je route houden. In Stalker nemen we de bedding richting Zutendaal. Voor wegknallend vuurwerk hoeven we vandaag geen angst te hebben, ze liggen goed weggeborgen in de bunkers. Maar de fietsbedding volgen langs de FN door, dat is een ander katje om te geselen. Nu het fietspad verlengd is mag je de afdaling niet meer doen over de straat zeggen ze. Wat het gevaarlijkste van de twee is valt nog te bezien. Wanneer je gewoon over de Duivelsberg naar beneden komt tegen 50 per uur kan je nog zelf je bochten in de hand houden. Daarentegenover als je de fietsbedding moet nemen is het beter dat je er alleen naar beneden gaat tegen een ijltempo. Kom je er echter nog tegenliggers tegen, is het maar te hopen dat je goede hydraulische remmen hebt die hun werk goed doen. Gelukkig hebben ze de Amsterdammerkes verwijderd en is het pad breed genoeg om je door de glooiingen naar beneden te laten glijden. “Pas op,” roept er iemand, bocht naar recht en versmalling van het pad. Hier kan je best achter elkaar blijven want naast elkaar bezorgt je er kopzorgen als je de bocht verkeerd inschat. Maar alles gaat goed en mijn klok wijst 44 aan. De dwarrelende sneeuwvlokken beginnen dikker zich uit te zaaien. Ik begin meer en meer op een sneeuwvrouw te lijken die beter haar bezem had meegenomen om de rest te overbruggen. Gelukkig bewasemde mijn fietsbril niet en liep alles vlotjes. In gedachten zag ik de koningin in haar Friedheim warme dampende koffie drinken en hoopte dat ze ons zou binnenwuiven, maar niks van dat. We zijn al halverwege en het ergste is achter de rug. Weeral geen vrouwen op mijn weg of in gezelschap bij een ander. Moederzielen die thuis verkiezen boven de gevaren van de winterwegen. Je kan ze geen ongelijk geven. Vandaag knellen de schoenen echter. Een schoenzooltje liet het wel warm worden maar deed dan weer je tenen knellen. Bij het oversteken van een weg, stak ik vlug mijn benen uit en rammelde mijn voeten eens wakker. “Helaba, mij niet in de steek laten hé voetjes,” we moeten nog een goede 20 km doen. Ondertussen hield het op met sneeuwen maar de wind blies hard en koud in mijn gezicht. Mijn neus tintelde en er waren zelfs geen snotters meer. Iemand riep dat ik ijspegels aan mijn muts had hangen, kom nou? Zweet dat zich naar buiten baande gaf een bevroren aanblik maar je voelt er niks van. Tegenliggers roepen naar me dat ik moest blijven trappelen en plots ben je dan weer met je tweeën in dat bos met zijn toegevrozen geulen. Krakende ijskorstjes onder je banden doen je hart even stilstaan maar het lukte allemaal goed. Geen valpartij vandaag.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

29 jan 2007, 15:37

Kwezelke, mag ik mijn fantasie even de vrije loop laten ? Je hebt het in een van je laatste zinnen dat je hart even stil staat en een hele boterham daarvoor dat je klok op 44 tikt. Vergis ik mij als die twee niets met mekaar te maken hebben ?
Mocht het wél zijn, zou ik me -in jouw geval- zorgen maken om de inhoud van je bidon. Hallucinaties kunnen gevaarlijk zijn, zelfs een kortstondig "secondenslaapje". Wat een ravage dat aanricht zul je in het nieuws al wel vernomen hebben hé...
Gedenk echter wel, wat je ook onderneemt op die oliedrukfiets van je, één nacht-ijs je plezier kan vergallen.
Hoe het eronder is kan ik je wel vertellen; meermaals onvrijwillig maar ook gewild heb ik er al onder verbleven.
Een "opname" was gelukkig toen nog niet nodig... misschien nu wél ... :)
Gast

03 feb 2007, 19:18

Eindelijk priemt de zon af en toe door de hoge eiken. Men zou voor minder de kelder inrennen om op zijn ijzeren ros te springen. Je zou het letterlijk bespringen met alle genoegen. Eerst moet de spagetti naar binnen gewerkt worden. Een fietslichaam vraagt veel koolhydraten en vocht. Wie niet eerst genoeg groente en fruit tot zich neemt, raakt zijn reserve massa kwijt. Je wordt van binnen uit opgegeten en je ruikt naar ammoniak. Volgens mij is dit weekend voor iedere fietsfanaat een lucky weekend. Geen reden meer om thuis te blijven, geen uitvluchten dat het te koud of te winderig is. Er is zelfs geen zuchtje wind te bespeuren wanneer we de autostradebrug overfietsen richting Valkenburg. Nu ken ik Valkenburg bijna als de binnenkant van mijn bidon maar af en toe neem je eens een andere klein straatje om het niet te eentonig te maken. Midden in historisch Valkenburg was het vandaag niet erg druk maar de terrasjes waar je even kan verpozen zaten nokvol. Verpozen met de koersfiets, het is niet te doen. Je moet in je ritme en je tempo blijven of je boert achterop. Even de binnenstraatjes aandoen, lijkt me meer dan voldoende. Vandaag komen we niet met kleren terug die doorspekt zijn van de regen. Neen we houden het droog en zelfs durf ik nog te zeggen, dat het warm was. Het was zweterig onder mijn winterjas. Mijn binnenhandschoenen gingen dan als eerste de achterzak in. De sjaal die mijn mond op zorro laat gelijken, volgt al even snel naar achteren. Maar je kan maar moeilijk je bovenschoenen in je shirt duwen, dan ben je geladen als een marktkramer. Volgende keer opteer ik voor gewone drooghouders, niks winterovertrekken, en zeker geen beenwarmers. Onderweg moet je veel drinken of je krijgt er nog zowaar een droge keel van. Fruitsap aangelengd met water en zout vloeit rijkelijk door het keelgat. De winterbidon is een maat groter dan de zomerbidons. Je moet dan in één haal je thermoske terugsteken zonder dat je komt te vallen. Tussendoor hou je een oogje in het zeil op je klokske. Niet voluit fietsen vandaag. Stilaan terug alles opnieuw opbouwen, tegen 50 % watt. Het is nog te vroeg om volle bak op je pedalen te duwen en te trekken. Vele recreanten afwisselend met kinderen en wielrenners kruisen ons jaagpad. Een vlugge groet en lach en verder zijn we richting Geulle. De druk bereden jaagpaden doen je wel vanzelf uit je doppen kijken. Je bent immers niet alleen op de weg om te jagen. Nu kan je langs het jaagpad van het Julianakanaal blijven tempo maken, maar we slaan af. Ik had zin om beneden langs de Slingerberg verder te trekken. We lieten dus die venijnige heuvel gewoon rechts liggen en sloegen links af om langs een recreatieoord te komen die je van het ene moment op het andere op de Maaskasseien doet belanden. Hier kan je diep in je energie gaan zoals je dat zelf wilt. Ik doe het op mijn gemak, waarom zou ik me moeten haasten? Op kasseien moet je altijd oppassen dat je de grond niet kust of dat je voorwiel niet in die ongelijke gleuven blijft haperen. Zo kan je nog een krom wiel oplopen en dan moet je te voet naar huis. Als je op je zadel blijft zitten, krijg je het gevoel dat je op een paard zit. Je huppelt van huppeldepup op en af en je benen daveren op en neer. Stevig blijf je in je klickers zitten, je handen zijn ietsje losser om je stuur en ineens ben je boven. De Maasberg met zijn stevige harde maaskasseien geeft je niet de indruk dat het saai is. Je moet hier met je klein verzet proberen je evenwicht te bewaren en ook nog boven proberen te geraken. Een ware oefening voor de aanstaande Amstel G.R. of wie van plan is de Ronde van Vlaanderen op zijn palmares te schrijven. Oef, dit heb ik weer klaargespeeld. Voor het seizoen goed en wel op dreef is, krijgen mijn benen hier al een opwarmertje. Bananentroep gaat door de keel en de rest van ons drankje doet ons even op adem komen. Wat me wel opvalt is dat de Hollanders wel degelijk hun voorrang van rechts nemen. Kleine woonerven die uitkomen op de ietwat bredere wegen en wie rechts heeft neemt daar zijn rechts. Het wil niet zeggen dat je als je voorrang van rechts hebt, dat je die ook verplicht bent te nemen. Men mag ook de fietser die van links komt laten voorgaan. Ook de geparkeerde auto’s over het fietsenpad vind ik maar niks. Maar ja, we mogen tenminste nog hun jaagpaden gebruiken en dat is toch wat telt. Onder een heerlijke warme douche zien we al uit naar een andere locatie om te benen te trainen.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

03 feb 2007, 19:47

Ik heb genoten van het "surplaceke"; een temperatuur van 32° in hartje winter laat je zomaar niet links liggen hé.
Ik draaide me daarom nog maar eens op mijn rechter zijde, zodat mijn fort ook een straaltje kon meepikken en lekker opwarmde. Van winderigheid deze keer geen sprake hoewel de ajuinen tijdens het middagmaal iets anders beloofden. Zou dit nu eens niet plaats gevonden hebben door die opwarming ? Een volgende keer toch eens overproeven; na het nuttigen ervan even op de radiator plaats nemen...
Maar nu lag ik lekker te doezelen, genietend van die warme zonnestralen... die door het glas van de veranda priemden...
Gast

20 feb 2007, 20:42

Je voelt het niet alleen, je ziet het ook. De lente hangt al met een dun draadje in de lucht. Rondom mij zie ik al kleine groene blaadjes aan de struiken ontluiken. Hier en daar schiet een knop naar boven met haar kopje. Veel te vroeg staan seffens de azalea’s in bloei maar je kan er niks tegen doen dat het weer zich vergist heeft. In alle geval ik snuif de lente op met volle teugen bij dit prachtige weer. Iedereen weet waar hij mij kan vinden op een stralende voorlentedag. Als je een hele natte winter lang gesnakt hebt naar zonneschijn en je krijgt friemelende zonnestralen over je huid, wil je deze ook koesteren. Wij koesteren deze heerlijkheid van af de fiets. Geen hometrainer voorlopig maar echte wegen met echte kronkelingen. En wegen heb ik gezien vanaf mijn bike. Stilaan komt de racebike weer tot zijn recht en kunnen we genieten van de uitgestippelde routes. Je zou wel gek zijn om binnen te zitten kniezen nu. Heb je al eens de vogeltjes zien kniezen? Neen, die benutten ook hun vleugels om moeder aarde te verkennen en mijn koersfiets is zoiets als mijn vleugels die me door de wind verder voert. Onze eerste puntenverzameling is binnen. Druk, druk was het bij de eerste rit. Grote groepen die de smalle wegen vulden. Hiertussen val je niet op als je maar met een achttal fietst. Of misschien vallen we juist wel op als vrouw ertussenin. In Ittegem was het nog nieuw voor me, die streken doen we niet veel aan. Ook heb je al eens dezelfde weg op je briefje staan als het jaar tevoren. Zo vertrek je bijvoorbeeld een jaartje vanaf Begijnendijk en het jaar erop vanuit Heultje. Ja dan heb je straten die je al kent maar dat is juist het leuke eraan. Je weet waar de weg naar toe gaat en hetzelfde treinspoor volgen maakt dat je de weg niet kwijtraakt. In het begin fietst er een koppeltje vooraan die aan een afvalmarathon meedoen. Maar je moet zo’n mensen niet onderschatten. Het is trouwens met je benen dat je moet fietsen en niet met je achterwerk. Na 10 km hou ik het een beetje voor bekeken en wil ook wel eens vooraan zitten. Als je vooraan fietst zie je beter de afpijling staan en hoef je niet blindelings op je voorganger te vertrouwen. Je ziet ook het eerst de obstakels op de weg en de bochten kan je het beste inschatten als eerste. Na 20 km waaier ik gewoon terug naar achteren om als laatste mee te waaien. De eerste banaan smaakt heerlijk en mijn chocoreep doet het nog beter. Het fruitsap in mijn bidon is ondertussen stijf geklopt van de kasseien die hier en daar opduiken. Dan hoor ik iemand roepen: “opgepast, wegoverstekers.“ Mijn hoofd gaat opzij hangen om te zien wie de straat oversnelt. Daar zie ik meneer en mevrouw haan op hun dode gemakje de straat oversteken. De familie haan had geen haast blijkbaar. Voorzichtigheid is toch geboden want als de Engelse hanenfamilie het in hun krollen krijgen om terug te gaan van waar ze komen, heb je wel chickensoup. Katten die je dwarsen snellen van links naar rechts en een hond die je aanblaft alsof je zijn apportje bent. Tot hier toe ging het allemaal goed, de benen waren in orde en de adem bleef niet achter. Dan krijg je die verdomde kasseien die je spaken in de wielen steken en mijn bidon vliegt eruit vlak voor het voorwiel van mijn achterligger. “Laten liggen,“roept iemand maar dat doe ik niet. Ik stop om mijn drinkbus op te rapen. In de Ronde van Frankrijk zou het wel een fijne souvenir zijn als ze een driekwart bidon vonden maar wij moeten wel zelf instaan voor ons materiaal. Onze groep ligt nu bijna een kilometer voor me en ik zet de speed erin om ze in te halen, en het lukt. Ik sluit terug aan om even op adem te komen. “Kranig vrouwke,” roept er iemand. Nog 10 km af te leggen, geeft mijn teller aan. Nu hoor ik iemand zeggen, ja hallo, ik zit lek van voor. Moeten we wachten, vroeg ik? “Neen hoor, fietsten jullie maar verder, ik pomp een slagje bij.” We fietsen op het gemakje verder tegen 27, zo krijgt hij de kans om terug aan te sluiten. Samen komen we heel voldaan aan. Het materiaal wordt ingeladen, de koffie wacht. “Wat een geluk,” zegt iemand, “dat we juist aankwamen, want ik zat lek van achter.” Met een leeglopertje nog de laatste kilometers afhaspelen, dat is niet min. Achteraf wordt er eens flink mee gelachen en iedereen kijkt al uit naar de volgende rit.
Gast

23 feb 2007, 16:28

Komt de berg niet tot ons dan gaan wij naar de bergen of heuvels. Voor bergen te beklimmen moet je al verder gaan dan Limburg, hier praten we nog over vals plat en een heuveltje. Nu zou je ook kunnen vragen: “waar liggen dan hier die befaamde heuvels?” In alle geval niet in mijn achtertuin, daar doen we het alleen met molshopen en in een ander geval met onzichtbare kuilen die mijn hond probeert te verzetten naar een andere plaats op de wei. Heuvelverplaatsing daar kent de hond alles van maar niet getreurd daarom. Hij content, ik ook! De MTB brengt ons naar het trainingsgebied van BB. in Neeroeteren. Daar krijg je al het begin voorgeschoteld van lage heuvels tot iets steviger. Niks, geen bossen voorlopig, ik spits mijn aandacht voorlopig op de weg. Dikke noppels worden geruild voor semi-slicks, je voelt het onmiddellijk het verschil. Je fietst grinnikt van ingehouden hoogmoed en wil bewijzen dat hij zijn nieuwe banden waart is. Zachtjes gaat het omhoog, je voelt het wel maar toch mag je hier niet denken dat je het al gehad hebt. Neen hoor, als je voorbij de kapel van de Weerstand links afslaat laat niks je vermoeden dat je hier een oefening krijgt voorgeschoteld. Rechts in het natuurgebied ligt een heel groot water en je kan er in de zomer gerust je picknick gaan opeten met op de achtergrond de kwakende kikkers in de buurt. Echter nu horen we nog geen kikkers en de overzetpadden liggen overal in de emmers om hun weg verder te zetten en wij zetten onze weg verder, omhoog met de geit. Deze weg ken ik als een versleten broekzak, we komen er dikwijls om ons aan te scherpen als we iets in het vooruitzicht hebben in het ruwe Pajottenland. Ondertussen weet ik al dat ik op tijd moet schakelen, mijn kleinste blad langs de trapas gebruiken en mijn 19 voorlopig die gevolgd wordt door mijn 23. Het lijkt allemaal zo makkelijk en vlot te gaan na zo’n lange regenwinter die je benen probeerde stijf te krijgen. Belonen doe je jezelf door bergaf te vliegen, en vliegen doe je daar tot je moet kiezen beneden aan de straat. We kozen rechtdoor te gaan, staken de grote baan over richting Opoeteren. Het ergste was achter de rug, de fietspaden liggen hier gezellig tussen de bossen en in deze periode heb je niet veel tegenliggers die je eventjes aan de kant doen gaan. Wanneer de wind stevig zijn kop opsteekt kiezen we toch om het tot Gruitrode te houden over Opglabbeek. In deze streek ligt een unieke heuvel die je zeker als toerist moet meemaken. Je vindt hem niet dadelijk maar als je hem gevonden hebt, slaat hij je met de hamer of zijn sikkel neer. Het lood in de benen wil er niet uit gaan, je krijgt het tot boven mee. Die verdomde kuitenbijter noemt zich plechtig: De Calenberg! Eerst twijfelde ik maar twijfelen mag je zeker niet doen. Met goede moed begin je dan op tijd beneden te schakelen om die 12 % te overwinnen. Geen genade kent die heuvel, geen kaarsen aansteken om boven te komen maar je benen gebruiken moet je hier. Ondertussen herkent mijn fiets al wat ik wil. Schakelen doet hij op tijd beneden aan de voet van die hamerheuvel. Kleine verzetjes en klein trappelen is nu de boodschap en vooral voor je kijken naar omhoog, naar boven. Om de bocht gekomen denk je dat het dit was maar niks van dat, het komt nú pas tot zijn recht. Schakelen kan niet meer. Het risico om kettingbreuk op te lopen is te groot en trouwens als je alles al gebruikt hebt en op je laatste blad staat is het moeilijk om er nog te nemen. Hier is het duwen, trekken, pompen of verzuipen. Je praat jezelf moed in dat het gaat, dat het zelfs beter gaat dan verleden keer. Plots voel je dat je bijna stopstaat. Nog een laatste krachtinspanning om die zware loodjes naar boven te krijgen. Niet stilvallen dacht ik nog anders moet je uit je klickers en dan is het de rest te voet af leggen en dat willen we toch niet, niet? Eindelijk boven, geen grond meer die onder je voeten probeert weg te zakken, niks van dat. Alles maakt plaats voor een gelukzalig gevoel, je bent boven aan de top geraakt van die Calenberg, je hebt hem bedwongen. En nu de voorraad bananen aanspreken met het geperste fruitsap, dat zal dubbel deugd doen aan het hartje. Maar wees niet overmoedig, hij of zij die hem ook wil opfietsen, ga er eerst even verkennen te voet of met de auto, verrassingen krijg je al genoeg op je bike.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

23 feb 2007, 18:59

Toch is het, als ik me niet vergis, niet ver van Limburg verwijderd waar de muur van Geraardbergen of de Kemmel tegen verbleekt. Een helling waar menig fietser bij het beklimmen bijna z'n laatste adem uitstoot.
Misschien dat wij, Vlaamstaligen, het verkeerd uitspreken of dat de Waalse schrijfwijze ons in verwarring brengt. Als ik er bekende fietstoeristen over ondervraag krijg ik steevast het antwoord "Amai ni, da's geen helling, da's een alpineklim; de processie van Echternach is er niets tegen."
Nu schiet het me weer te binnen... de muur van Amay.
Ik herinner me dat ik daar destijds met mijn deux cheveaux naar beneden raasde en op 't einde bijna vergat links af te draaien.
Of ik daar tegenop terug zou rijden richting Tongeren ? Nee dank U... ik moest nog thuis geraken hé... en dat was van daaruit niet vlak bij mijn deur... :wink:
Gast

24 feb 2007, 16:10

En of het nog niet genoeg is, duik je de dag erna het trainingskamp van de Bilzenaren in. In de hoop dat meneer Pastoor al die wegen goed gezegend heeft en met Gods zegen vertrekken we naar Alden Biezen. De eerste 20 kilometers door het Zutendaalse Gewaai waren eerder zeurderig. Ijskoude druppels vielen tegen de bril aan en algauw moest er met een handschoen klare kijk gemaakt worden. Hier dook de vraag op: zouden we omkeren of zouden we tot de laatste druppel gaan? Het werd alles! Vanuit het Gewaai kan je recht over het fietspad naar Stalker dat je dan weer omhoog loodst naar Gellik. Niet te onderschatten die omgeving. Het lijkt allemaal wel makkelijk maar het is er overal hoger en hoger klimmen zonder dat je ziet dat het hoger gaat. In Gellik kan je een vaart nemen met je fiets naar beneden maar opgepast, de voorrangsregels van rechts gelden hier. Midden in het centrum kan je twee wegen nemen. Ofwel neem je Lanaken ofwel neem je Eigenbilzen onder je hoede. Vlak over het kanaal sla je naar links af om naar Mopertingen te gaan om zo Waltwilder en Kleine-Spouwen eer aan te doen. Je wordt er hartelijk verwelkomt door die banen die je naar de hogere regio’s voeren. Plots komt er een fietser die al daar reed in een ommezwaai naar links gedraaid. Niks gekeken of er wel iets achter hem was, gewoon met fiets en al links genomen. Gelukkig liep het goed af en de oude man die denkelijk een boer was want hij had een lange schop uitsteken op zijn bagagedrager, draaide op mijn belwaarschuwing en een luide schreeuw terug naar rechts.
Juist voordat je naar Alden Biezen wil afslaan ligt er de nummer 68. Een betonnen baantje dat je achter het domein doet belanden. Maar vooraleer je er bent word je goed geschud. Sterke vruchten blijven aan de boom hangen maar menig fietser werd hier al afgeschud. Geen MTB voor mij vandaag maar mijn allerliefste koersfiets waar ik heel mijn vertrouwen in stel. Je zou bijna durven zeggen dat het meer kruipen was maar het ging zelfs beter dan ik had verwacht. Een tripple heeft een extra voorblad waar je veel genoegen aan kan beleven. Boven gekomen moet je onmiddellijk gerecupereerd zijn anders zit je fout. We zaten dus goed! Het Domein van Alden Biezen komt voorbij je en dat laat je links liggen. Je neemt de lange glijbaan naar beneden om tegen een hels tempo naar links te draaien. Af en toe volg je nog een fietsknooppunt maar daar dwarrelen we van weg. St-Martenslinde leidt je tot Bilzen tussen de scholen en het Sportcomplex verder naar Munsterbilzen. Je kleine straten volgen zich heel kort op elkander op en overal is het wel degelijk voorrang van rechts. Telkens moet je je remmen een beetje toeknijpen want voorzichtigheid is toch wel een must. Onder het bruggetje maak je een zwenk naar links richting Genk. Daar bevindt zich de nummer 69 die nog iets in petto voor je heeft, je krijgt nog een patat op je bord. Wie echter van Alden Biezen en omstreken komt heeft nog fut in de benen en vindt dit maar een lachertje. Hier brengt het fietspad je tussen Ford en het kanaal. Als je daar bijna alleen vertoeft is het prachtig om tegen die industrie aan te kijken en af en toe ruik je zelfs houtskool. Onze tocht gaat verder naar de Sluis van Genk om midden in de industriezone terecht te komen. Ja hier liggen dan de beroemde kapotte fietspaden en is het oppassen geblazen dat je niet met je smalle banden in de richels terecht komt. De ene rotonde na de andere volgt, het lijkt wel of we weven tussen de grootwarenhuizen door recht naar het centrum van Genk. Daar is niks te beleven en we doen de pinkers aan naar de Zuiderring. Deze overdrukke baan moet je oversteken om in Kattenvennen uit te komen. Dit prachtig oord herbergt de skipiste met zijn manège. Slingerend door het bos komen we terug in de blauwgele stad uit. Al bij al viel het nog redelijk mee en dan te bedenken dat het toch een 70 kilometer was in het rond. Achteraf ben je trots op je eigen, je was er weeral bij en je hebt niet afgehaakt zoals in het begin van de rit bijna was gebeurd. Een overheerlijke lauwe douche doet je alles vlug vergeten en je kijkt al uit naar volgende week. De zelfbereide saladeschotels doen de rest, ze knappen je onmiddellijk op. Nu mogen de benen rusten. Omhoog met de benen, platte rust voor mij! Genoeg hoogtemeters voor deze week gehad, de andere plichten roepen!
Gast

14 mar 2007, 12:07

Niets is populairder tegenwoordig als het wielrennen en uiteraard ook het voetballen. Maar toch, sinds er geurtjes zitten aan de wielersport daagt iedereen zich nog meer uit om een fietsfanaat te worden. Dan mogen we ons aller Tommeke niet vergeten die zich in de kijker fietst telkens weer. De Balenaar die amper de grens van 26 jaar overschreden is heeft zich nu al een plaatsje verworven tussen al de grote wielergoden. Is hij de opvolger van Edje geworden of wachten we nog op nieuw talent dat de wielerhorizont komt verbreden? In alle geval, de imponerende nummerkes die TB opvoerde tot nu toe, voert hem regelrecht naar een legende voor de jeugd. Zo heeft iedereen wel zijn of haar eigen idool om voor te supporteren en dan hoeft het niet die legendarische Belg te zijn het mag ook iemand anders zijn. Af en toe waan ikzelf me ook een wielergod maar dan op lager niveau. Dromen mag en moet men doen, dromen mag men achterna jagen. En als er gefietst kan worden voor een goed doel, laten we ons hier niet onbetaamd; we doen mee! Het voorbije weekend steunden heel veel toeristen de Muco-vereniging en dank zij de uitnodiging van een bepaalde club konden we ook mooie plekjes ontdekken rond St-Truiden. De fruitstad met haar ellenlange velden vol met appelgaarden, deed ons de geur van appelcompote door onze neusgaten rijven. Zoutleeuw kon ons niet klein krijgen, we hadden al flink geoefend in de heuveltjes van Valkenburg en omstreken. Als het af en toe wat minder gaat omdat de scherpe wind in het gezicht blaast, duw je maar dapper wat harder op je trappers. Klickers trek je omhoog en dat geeft je beenspieren meer kracht om de venijnige hellingen met gemak te nemen. Af en toe sta je recht op de pedalen en je schouders schommelen van links naar rechts tot je gezicht een statieportret wordt voor de toeschouwers. Het zweet voel je langs je neusgaten naar je kin druppelen maar je weet dat als je boven raakt, het vreugdesalvo voor je klinkt. Je bent wel niet meer zo fotogeniek als in het begin van de rit maar we proberen toch uit te fietsen zonder al teveel kleerscheuren. En als je schouders gebeeldhouwd staan in je shirt, neem je een wiegende heupbeweging aan. Je swingt je naar boven als een compositie van Mozart die weerklinkt door heel je fiets. Soms beschouw ik even het biken als een rockconcert. De vloer onder je voeten is dan wel geen houten vloer waarop je kan dansen en wiegen maar een bikkelharde betonweg met al zijn gleuven die je af en toe doen wankelen. Telkens als je slurven overschrijdt verlies je kracht en ook doet het pijn in je heupen en knieën. Als vrouw kijk ik dan ook nog hier en daar eens in een grootwarenhuisvenster om te zien of mijn haar nog goed ziet. Ergens moet men nog de trots bewaren en er nog een beetje vrouwelijk proberen uit te zien. Zaterdag viel het dan ook goed mee. We deden het traject de dag erna nog eens over en met terechte fierheid deed ik er zelfs nog eens 3 minuten sneller over. De wegen kwamen zo bekend voor dat je geen schrik hebt om verkeerd te rijden. Geen valpartijen in de omgeving te zien en dan kan je een flinke speed maken van wel zeker 34 per uur op de vlakke stukken. Nu vragen er zich wellicht velen af waarom men niet gewoon door de straten kan fietsen? Tja, ieder heeft zijn of haar eigen hobby en soms gaat de hobby zo ver dat men niet meer kan minderen. Je wil iedere keer opnieuw je grenzen verleggen en tot nu toe is de grens nog niet in zicht. Natuurlijk moet je de dag erna maken dat je benen ontspannen blijven, je mag je niet overbelasten. Met goed gesmeerde benen vertrokken we dan ook met volle en goede moed naar Valkenburg. Hier kan je uren rondcrossen en iedere keer ontdekt je wel een ander straatje dat je de keer ervoor niet gezien hebt. Bemelen mag zeker niet op het programma ontbreken. Hier sterf je nog liever ter plaatse dan op te geven. Voorlopig geef ik dus nog niet op, ik hou teveel van mijn sport om het op te geven. Met 220 kilometer in de benen op amper drie dagen tijd, hou ik toch nog beide voeten op de grond. Straks volgt er opnieuw een uitdaging met de MTB. Zou TB en EM dit ook gedaan hebben? Ze zouden hun bakkenbaarden er vanaf likken en hun jukbeenderen zouden nog verder gaan uitsteken wanneer ze dit prima trainingsparcours deden.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

14 mar 2007, 12:18

Inderdaad, aan het gefiets komt geen einde. De populariteit ervan stopt zelfs niet in de berging of de living. Waar staat er geen home-trainer bij onze generatie ?
En zij die het niet kunnen permiteren en toch een berggeit of tourfiets hebben, hebben nog wel ergens een "rollement" om hun beentjes los te gooien... :lol:

Fikske
Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
Locatie: W-O 1970

15 mar 2007, 09:29

Hallo, Kwezel. Lang geleden dat ik nog ben komen lezen hoor maar gisteren na een verkwikkend tochtje (19 km) met mijn fiets ben ik even komen uitrusten achter mijn computer en zie mijn oog valt op "Fietsperikelen".
Wat jij daar allemaal over kan schrijven, meisje toch je kan er haast een boek mee vullen (erg interessant overigens) en dan naar de uitgever, wie weet wordt het geen bestseller!
Gisteren ontdekte ik opnieuw de geneugten van het fietsen en ik loet zeggen het gaat hoe langer hoe beter met mijn 'knietjes' om de pedalen rond te krijgen. Als het weer vandaag nog goed blijft trek ik er deze namiddag weer op uit - het vrouwtje gaat naar de kapper, ze wil toch nooit meefietsen - en zie ik of het even goed gaat als gisteren.

Tot later.
:)
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.