Fietsperikelen

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.
Gast

19 mei 2008, 21:41

Het competitiebeest is in me losgebroken. Na enkele zware tt’s mee gedaan te hebben lijkt het er op dat je er zelfs meer uithouding en kracht door krijgt. Nu kom ik uit een wereldje dat met sport te maken heeft en heel goed besef wat er op gebied van sportiviteit te beleven valt. Niet alleen onze zonen stonden op het Nationale hoogste schavotje maar ook de ouders draaiden mee op een bepaalde sport aan de top. Als trainer heb je dan dubbel verantwoordelijkheid. Langs de ene kant heb je verantwoordelijkheid ten opzicht van de kinderen van andere mensen maar je eigen kinderen mogen daarom niet meer en niet minder. Ze worden zelfs strenger behandeld omdat we niet tolereerden dat ze ons belachelijk zouden maken of dat ze meer toegelaten werden. Nu supporteren onze gezinsleden voor ons en als dat niet een sportieve geest is?! Je kon bijvoorbeeld niet foefelen want je werd gezien met je sport. Iedereen zag je aanwezigheid en iemand anders sturen met je deelnemerskaart zou beslist niet gekund hebben. Je foto hing te bengelen rond je nek met je licentie. Niemand kon hier gebruik van maken alleen wijzelf. Nu krijg je een stempelkaart mee en je krijgt je stempel erop van mensen die zich totaal belangeloos inzetten voor hun sport. Mooi toch! Gaat men voor het groepsklassement en een grote groep vertrekt wordt hier niet altijd gecontroleerd of effectief die mensen wel allemaal meefietsen die op de deelnemerslijst staan. Ook is het zo, als individuelen stempelen zie je ze binnen komen maar als er plots iemand binnen springt met een hoop namen op een papier en stempelkaarten kan je niet altijd controleren of ze wel degelijk erbij zijn of thuis op hun luie zetel liggen. Deze fraudeurs krijgen evenzeer hun punten en als op het einde van de ritten dan nog een prijskaartje wordt uitgedeeld, staan meestal die mensen op het hoogste schavotje terwijl ze nergens te bespeuren zijn geweest. Maar bon, dat tussendoor. Laat ons nu maar weer genieten van de fietsperikelen die we onderweg tegenkomen.
Als we aankomen in Tielt-Winge staat alles vol en we vinden nog een plaatsje op de wei. Deze keer had de boer eerst het gras gekortwiekt, met dank hiervoor. De eerste 20 kilometer lopen vlotjes maar dat wil nog niks zeggen. Het moet allemaal tot het einde uitgefietst worden. Veel slechte fietspaden vind je in die omgeving, ze worden maar niet vernieuwd. Ze sturen ons over de heuvelstaat naar Bekkevoort waar we de eerste helling mogen ontmoeten. Van schillenksberg gaat het naar de Oude Tiensebaan waar we Schoonderbuken tegenkomen. Hier vind je het standbeeld van de Bezembinders terug. Via de Hoenstraat komen we in Rillaar die ons voert door Oudenbos waar zich twee natuurreservaten bevinden namelijk De Venne en De Meersakkers. Weer krijgen we een helling die ze ginder in Houwaart de Roeselberg noemen. Bijna 700 m. lang en de klim die we wagen bedraagt bijna 7 %. St-Joris-Winge doet ons de Leuvense Baan en de Vlaaistraat nemen waar we dan in Meensel gedropt worden in de Kiekebosstraat. Overal is het glooiend maar niet zo steil dat je geen pudding meer kan zeggen. Attenrode zie ik staan en Vissenaken op een bepaald ogenblik. Het prettigst komt nog in Bunsbeek waar we plots geconfronteerd worden met een oude Romeinse kasseiweg. Je moest over deze onhebbelijke lelijkerd om aan de bevoorrading en de stempelcontrole uit te komen. Eenmaal je op dat punt was kreeg je een adempauze. Iedereen propte zich vol met cake en banaan om de verloren calories te boven te komen. Je had het wel nodig want de rectorijstraat volgde van 8%. Elke toerist weet dat hij zijn krachten moet doseren en niet helemaal moet gaan tot het bot. Na een helling krijg je tijd om te recupereren en dan zit je nog altijd goed. Loksbergen met zijn Mannekenshaagstraat laat je vermoeden dat je nog maar 20 km moet. Je geeft gas bij en je grote molen neemt het over. Het klokje wijst 32 per uur aan. De verloren tijd wordt ingehaald op de platte stukken maar op het eind zou je nog voor verrassingen kunnen komen te staan. Immers we hadden de Wijndries nog niet ontmoet en ontmoeten deden we hem. Nog zo een koppige heuvel van 8 % die je op het laatst van de rit toch nog even in je kuiten bijt. Boven staat de fotograaf grinnikend shots te nemen en je aanmoedigt om toch nog maar te blijven lachen. Ieder neemt de Wijndries op zijn eigen manier. De ene blijft zitten op het zadel, de andere gaat te voet naar boven. Is niks mis mee. Dan volgt er een afdaling van jewelste. Een hele grote groep die naar beneden duikt tegen 52 per uur en er steken me nog renners voorbij. Plots steekt er een 4 x 4 met een aanhangwagen achteruit de straat op en het scheelde geen halve meter of die maaide als grassprieten een halve groep van de fiets af. Gelukkig liep het weeral goed af deze keer maar het was wel even schrikken. Oef we naderen na 81 km blij de finish. In Tielt bekomen we eerst even van de schrik, drinken iets fris want het was die dag wel een warme dag geweest. Vlug de fietsen opladen en naar huis, er volgde nog eentje die langer was de dag erna.
Gast

26 mei 2008, 15:17

Starten in een echte boerenmodderwei waar nog de puinafval ligt van jaren geleden, doet dit eerder denken aan een rommelige omgeving. Ben je eenmaal vertrokken vanaf het Hemelrijk lijkt het weer het tegenovergestelde. Langs de vele kleine sluipwegen die je slingerend door Lokeren brengen naar Overmere, krijg je er toch zin in omdat je weet dat hier de Boerenkrijg zich op de kalender geplaatst heeft. Pa met zijn Gijs laten we links liggen want de rellen met de Franse belastingsontvangers zijn toch allang verleden tijd. Maeyke Van Cutsenroeye is dan weer de beruchte heks die verbrand werd in Uitbergen maar nergens zijn er nog de sporen van te zien. Over de brug van Wichelen fietsen we door de Suikerstraat naar de Krakeel. Voor je zie je het imposante ranke silhouet met haar spitse toren van de gotische St-Gertrudiskerk. Je herkent ze onmiddellijk aan haar slanke vrouwensilhouet die bedekt is met schalies. Smetlede leidt ons naar Impe waar je kilometers naar hartelust kan bollen door een zanderige ongerepte natuur. Hier denk ik aan een beroemde wielrenner waarbij zijn naam klinkt als een klok. Kleine Lucien! We rijden het gehucht Papegem binnen waar je over nog altijd platte wegen Vlierzele nadert. Klein Zottegem doet ons draaien over de Molenkouter naar St-Lievens-Houtem. Dit is hier waarschijnlijk de ingebeelde grens tussen de Vlaamse Ardennen en de Schelde met de Dender. Normaal krijg je hier al flinke kuitenbijters voorgeschoteld die zeker niet te verwaarlozen zijn maar we bewaren ze voor later. Voorbij de Duivelskapel van Oosterzele komen we in Zottegem en daar is het niet altijd van de kalme poes. We cirkelen wat rond in Zottegem en worden door de grotere karavaan afgeschud terug naar Oosterzele en st-Lievens-Houten gezonden, recht voorbij de Paardenmarkt. Langs de Balei van Lettehoutem vliegen we door naar Borsbeke waar we de Kempenheuvel inslaan. Vlekkem laat je maag grommen en dat is een teken dat de bevoorradingsplaats met de stempelcontrole naderen. Even wordt er op adem gekomen bij de Klok en een babbel geslaan met anderen die eveneens verhit zijn want warm was het die dag. In Schoonaarde krijgen we een idyllisch uitzicht, prachtig maar veel tijd mogen we niet besteden eraan. Wielen zijn gemaakt om te bollen en ze willen immer terug naar de vertrekplaats of aankomstplaats. We krijgen Berlare in het vizier en geven er nog een laatste lap op terug naar Overmere en Lokeren waar we ons kunnen vergenoegen van een heerlijke frisse douche. Ondanks knellende tenen in je schoenen, afzakkende brillen door een glijmiddel van zweet, gebakken door de zon waarbij de contouren van je bril zichtbaar zijn op je gezicht, ondanks hobbelige wegen, slechte bestrating, kasseiweggetjes die je polsen pijnigen, ondanks lange afstanden en apathie tegenover je fiets en de afpijling op een gegeven moment, ondanks alle weer en wind, zon en vroeg opstaan, ondanks natte kleren, wassen en verre afstanden rijden om er te geraken, ondanks dit alles kruipen we de volgende keer terug op de fiets. Gelijk een outbakken ancien die niet meer zonder zijn fiets kan. Thuis gekomen wacht nog het afstoffen van je frame, ketting proper maken, remmen nakijken. Je kleren moeten terug in orde gebracht voor de volgende keer ondanks dat je vele reserve truitjes hebt. Je kiest immers voor dit truitje waarin je je goed voelt, dat past als een tweede huid om je lijf, dat je laat herkennen dat jij het bent. Je koersbroek moet als gegoten om je bibs plakken, het mag niet schommelen. De zeem mag niet versleten zijn want anders krijg je zitproblemen en heb je al eens last van zitvlees, kloven, ontgoochelen, never give up! De volgende keer lukt het beter en iedere keer ben je trots op je eigen dat je er weer bij mocht wezen ondanks vele nachten dat je maar weinig geslapen hebt. Maar één ding nooit uit het oog verliezen, heb eerbied voor de heuvels en je materiaal, dan hebben deze ook eerbied en ontzag voor jezelf. Deze twee dingen nooit uitdagen zonder dat je weet of je het wel aankan. Dan zien we ons volgende keer weer met meer fietsweer.

air
Lid geworden op: 06 jul 2006, 17:00
Locatie: In de A van mAai! Antwerpen dus!

28 mei 2008, 11:10

Hoelang fietsen jullie al en hoeveel kilometers hebben jullie in de kuiten?
(btw. staat er een bel op je fiets?)
I'm fluent in two languages: sarcasm and movie quotes.
Gast

28 mei 2008, 15:09

air schreef:Hoelang fietsen jullie al en hoeveel kilometers hebben jullie in de kuiten?
(btw. staat er een bel op je fiets?)
Op al mijn fietsen staat een klein belleke, je kan dit ook op je balhoofd laten zetten of elders waar je goed bijkan.

Dit jaar hebben we al 4100km op de teller staan ondanks slecht weer in het begin van het jaar maar we doen ons best!

Fietsen doe ik al heel mijn leven, ik ben begonnen op de koersfiets van mijn broer. Maar nu heb ik eentje die aangepast is aan mijn lengte.
Gast

06 jun 2008, 10:16

Fietsen is goed voor de gezondheid zeggen ze en wat is belangrijker dan gezond door het leven te gaan? Je komt op menige plekjes daar waar de auto taboe is en waar men nog met de boerenkar voor je rijdt door het veld. Iedere keer val ik van de ene in de andere verbazing wat een mens allemaal mist als hij thuis achter zijn pc blijft zitten. Je zou bijvoorbeeld de oude ijzeren brug van Temse niet weten liggen die je aan de tweede wereldoorlog doet denken. De miserabele kasseiwegen die onverwachts voor je wielen komen springen, de koninklijke serres zou je wellicht met entreegeld moeten doen en schaften bij den Eddy in de achtertuin zou aan je neus voorbij gaan. Nochtans terwijl de kannibaal op training was door zijn eigen streek mochten wij aan de bevoorradingstafel deelnemen in Meise. Als dàt niet mooi mee genomen is voor een kleine wielrenster?! Ook zou je het Schulensmeer verpatsen met zijn machtige omvang en de gordel rondom St-Truiden zie je alleen op tv als er file is om naar de voetbal te gaan kijken. In Rijkevorsel zou je niet mee kunnen naar Zichem waarbij je de geur onderweg van het bekende koekjesfabriek in je neus krijgt. De prachtige dijken zouden je niet welkom toe roepen langs de ellenlange vaarten waarbij je de ochtendlucht gretig inademt. Je zou de kastelen met zijn lekkere bieren niet aanschouwen die je aanmoedigen om af en toe te stoppen en een Westmalle naar binnen te kieperen. Het Amandina-college zou je niet weten liggen waar je de heuveltjes opgestuurd wordt met hun pittige hellingskes. De Processieweg zou je niet voelen naderen en de Rozenstraat bloeide voor een ander. Scherpenheuvel zou je niet aandoen, geen Vinkelweg met een venijnige 10 % op het hoogst. Wersbeek zou je niet op de kaart kunnen thuisbrengen en de voldoening als je de stempelcontrole nadert voel je niet door je aderen lopen. In Hoogstraten zou je niet de collega’s zijn tegen gekomen die op een bankje zaten te verpauzen en je de indruk gaven dat het leven meer was dan fietsen, dat men ook rustig mag zijn boterhammekes eten die moeder de vrouw mee gegeven heeft voor als de benen slap beginnen te worden. Je zou je niet kunnen indenken wat Chaamse Bossen zijn en de plaatsnamen zoals Ulvenhout en Ulicoten zou je niet kunnen thuisbrengen op de atlas. De Flandrien Briek Schotte zou je niks zeggen en nog minder Lanaken want dat ligt in den Limburg. Molens op je weg zou je niet kruisen, geen cultuur in je achterhoofd onthouden, geen inspanningen leveren, niks beleven onderweg zoals op één haar na van je fiets te worden geknald door een hebberig voertuig of zelfs van een fiets die door twee berijders van zijn eigen erf af komt gevlamd. De Grensstraat blijft liggen waar ze al altijd heeft gelegen, het zegt je niks. Geen Dassenstraat en Eendekooi op je weg zien passeren, zelfs geen Blinde-Ezelstraat zou je weten te situeren. Van een Leeuwenroute zou je rillingen krijgen alleen bij het horen van de naam. De populaire mastodonten die zich reus noemen en het boegbeeld vormen van Denderleeuw waarbij hij naar zijn broertje staart in Dendermonde met zijn traditionele Heemskinderen. Geen slechte wegen hoeven te berijden in Ninove en geen twintig keer over een spoorweg je bibs omhoog heffen en ben je over de rails hoor je plots als een donderslag de bel rinkelen: gevaar! De Aalmoezenierstraat is voor anderen en Zottegem daar blijf je liever uit want iedereen weet dat er ferme kuitenbijters liggen te gluren achter ieder hoek of kant. Geen onbemaaide wegbergen waarbij je de netels tegen je dijen zwiepen, geen overlast van honden die plots de straat opsnellen om je harder te doen trappen. Je zou niet in spanning zitten wanneer je verneemt dat er in Bilzen moeilijke doorgangen zijn gesitueerd na een hevig onweer waarbij de Kimpel bijna buiten zijn oevers treedt. Geen cameraman voor je zien fietsen die met een glimlach je toewuift dat het allemaal een beetje overdreven is en dat moeilijk ook gaat en geen jonge hooligans die bezopen langs je rijden in een auto en glasflessen voor je wiel kapot gooien. Maar het voornaamste zou zijn, je zou er niet bij geweest zijn. Alles zou voor een ander zijn en voor jezelf was alleen pc en tv belangrijk. Echter de brandweermannen die Diets-Heur proper probeerden te spuiten, die zullen nu wel hun handen vol hebben met de dorpen die we al tegen gekomen zijn en waar het nog koek en ei was die dag zonder een hels gedrocht dat uit de lucht kwam gevallen en menig rustiek dorpje blank zette.

air
Lid geworden op: 06 jul 2006, 17:00
Locatie: In de A van mAai! Antwerpen dus!

06 jun 2008, 10:42

Heel mooi, Kwezel!

Wij hebben dezelfde ervaring, niet door fietsen maar wandelen (niet in groep, alleen mijn man en ik) en het meest in het Heuvelland en grensoverschrijdend in Frankrijk met al de 'bergen' én de emoties rond WOI met de tientallen militaire begraafplaatsen en waarvan je weet dat de grond waar je over stapt, doordrongen is van geweld en kameraadschap en zoveel tristesse en daardoor bijna heilige gronden zijn. Daar wordt een mens stil van, figuurlijk en letterlijk want de paden zijn meestal 'puur natuur' en doorgaans zien we er niemand behalve een boer en koeien, schapen, paarden en ezels.
I'm fluent in two languages: sarcasm and movie quotes.
Gast

09 jun 2008, 20:46

Wat zijn nu de geslaagde ingrediënten voor een fietstocht of wandeltocht?
Vooreerst prima fietspaden, aantrekkelijke trajecten en een fraai landschap. Maar ook af en toe een gezellige stop! Om even uit te blazen, je op de frissen of je honger of dorst te stillen. Je kan ook honger en dorst naar cultuur hebben, naar natuur snakken en naar onbekende plekjes afdwalen. Je hebt tegenwoordig een overaanbod aan natuurroutes. Zo heb je bijvoorbeeld een Fluisterroute met een fluisterboot die je kan doen op de Oude Maas te Stokkem. Een Dauwtocht die je door de natuur voert van de Uiterwaarden en natuurlijk ook een Schemertocht waarbij je het avondrood van de ondergaande zon boven de Maas kan aanschouwen. Er is een picknickboot met een kleine tent erop om smakelijk je mee gebrachte chocoboterhammen te verorberen terwijl je halfslapend over het kabbelende water tuurt. Een koffernabreng is tegenwoordig aantrekkelijk voor velen. Men boekt een fiets-of wandeltocht ergens en terwijl je je verplaatst van het ene punt naar het andere wordt je bagage overgebracht naar de volgende overnachtingplaats. Abdijentochten zijn erg in trek. Zo heb je Tongerlo, Postel en Averbode, de drie Norbertijnenabdijen waar je langs fietst om hun bewogen geschiedenis, hun prachtig cultureel erfgoed en hun mysterieuze aantrekkingskracht te achterhalen. Proeven van hun zelfgemaakte kazen, hun onovertroffen abdijbieren doen je watertanden. Een overnachting in een hotel in een oase van rust in de Zoerselse bossen of te midden van de ongerepte natuur en weilanden van Oud-Turnhout, het maakt allemaal niet uit, als het maar in een decor ligt van een middeleeuws klooster dat je een onvergetelijk verblijf geeft. Ook kan je op je eigen ritme de Ronde van de Kempen fietsen die je op voorhand uitgestippeld hebt. Is de Antwerpse Kempen niet het Mekka van de recreatieve fietser, de vele onberispelijk bewegwijzigde en veilige routes die je leiden door een steeds wisselend landschap? Via vlakke fietspaden van het gebruiksvriendelijke fietsknooppuntennetwerk, verken je een schitterend stukje grensstreek. Je doet originele plaatsjes aan zoals Merksplas-Kolonie, Zondereigen en het Nederlandse Castelré. In het unieke enclavedorpje Baarle-Hertog-Nassau steek je tientallen keren de grens over en langs het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten ervaar je de stilte. Oeverloos kan je genieten langs het water en af en toe hoort er een gezellige stop bij zoals in de Kleppende Klipper waar je opfleurt van een heerlijk natje. Het leven kan zoet zijn wanneer je proeft van de geneugten des levens. Een mix van fraaie landschappen, uitbundig groen, charmante stadjes, talloze leuke attracties, sfeervolle pleintjes, aparte musea en cafeetjes die je lang verdwenen achtte ontmoet je op je tochten. In Tilburg bijvoorbeeld fietst je door het kloppend hart van Midden Brabant met een heel groot cultureel aanbod, een boeiende textielgeschiedenis maar vooral ook met gezellige horecazaken. Vervolgens fiets je naar het landelijke Eersel in de Brabantse Kempen die gekenmerkt wordt door uitgestrekte bospartijen, open ruimten, paarskleurige heidevlaktes, vennen en goudgele landduinen. Ben je eenmaal terug over de grens op Belgische grondgebied breng je al fietsend een bezoekje aan het Kempense Lake District of de Molse Meren. Via een aantal idyllische landschappen kom je weer in Turnhout, de hoofdstad van de Antwerpse Kempen en wereldcentrum van de speelkaarten. Maar ook het begijnhof, het kasteel en de gezellige winkelstraten zullen je zeker bekoren. Wil je verder dan dagdromen komen kan je ook nog de Leiestreek bezichtigen in Deinze. Hemelse plekjes kom je er tegen en je kan er het broertje van de Elfstedentocht doen. Aan weerszijden van de Leie liggen de dorpskernen verdeeld. Ieder krijgt hier wat wils, de lekkerbek, de natuurfreak en de kunstminnaar. We staan niet allen open voor de historische boerderijen maar ook staan we even stil in de gemeente Machelen waar tal van oorlogsverhalen boven water komen. In het kleine dorpje Vinkt kan je de herinneringen boven halen van WO II. Hier wordt de afstand kleiner tussen vroeger en nu. De plaatselijke levende legendes vertellen je over het klassieke vijandbeeld, het oplaaiende beestachtige tussen beul en slachtoffers, over hun heldenmoed. Maar in een gerestaureerde boerderij van een paar eeuwen geleden, de overnachting doorbrengen waarin je goddelijk mag en kan slapen in een hemelbed is een aanrader voor iedere wandelaar of fietser.
Gast

11 jun 2008, 10:22

Een tochtfietser laat zich niet gemakkelijk afschrikken door een regenbui. Bij het ochtendgloren dat eerder een hartelijk welkom moest heten door vrouwe zonneke, krijg je regen op je donder. Je kan hier twee dingen doen. Ofwel ga je erdoor en trotseer je de natuurelementen ofwel kruip je terug onder de wol. Dat laatste is goed voor de winterbluers, de rest kiest voor de regenjas en natte wegen. Bij de inschrijving in Alken merkte je onmiddellijk dat moeder natuur hier in het spel zat. De helft van verleden jaar stond aan te schuiven, de andere rest wachtte nog even af. De afwezigen hadden zo als immer ongelijk, het was te doen door de velden. Hier en daar werd speciaal voor ons het traject omgeleid zodat we niet te veel last zouden ondervinden van het voorbije hevige onweder dat de akkers deden verplaatsen. Niet alle veldwegen lagen er erbarmelijk bij en ze waren ook niet allemaal herschapen tot modderpoelen. Na 10 km hield het op met regenen, de regenjasjes werden naar de rugzak verbannen die meegezeuld werd op de fiets. Dit traject hebben we al dikwijls gedaan, de route kennen we ongeveer met de ogen toe en Groot-Gelmen met haar duizenden kersenbomen,waar ze twee driehoekjes aangeven om al een waardige heuvel aan te duiden zegt ons niks meer. Het Haspengouwse Opheers met haar Tienderschuur en Bergilers met zijn granenakkers die stilaan plaats ruimen voor vlas en maïs, ze zien er troosteloos uit bij de eerste aanblik. De oude stadscentra laten je weten dat hier dringend een restaurateur zich moet aanbieden. Afbrokkelende voorgevels die de huizen een vervallen uiterlijk meegeven, jammer. Hopelijk zet de tand des tijds niet haar klauwen in die stenen huizen. Lens-sur-Geer biedt ons de eerste controlepost aan. Plots was het een overrompeling van fietsers die hier naar de rijk gevulde tafels vlogen als uitgehongerde leeuwen. Iedereen was er vast van overtuigd dat dit het laatste maal kon zijn, hongersnood die ons ten deel zou vallen binnenkort. Ook kruisen we hier in Geer ‘Route des Blés d' Or’, waar de suikerfabriek van Oreye ligt. Het pietluttige Lauw waar we door komen ligt geïsoleerd tussen honderden hectaren glooiend vruchtbaar akkerland. Of zou het eerder verloren zijn gegaan tussen al die glooiende natuurpracht? Je komt er bijna overal vierkantshoeves tegen die je een lieflijk zicht geven op hoevetoerisme. Even denk je hier aan De Provence. In Widooie staat een prachtige gerestaureerde kasteelboerderij die bij het kasteel Terhove behoord. Ook is Widooie een deelgemeente van Tongeren waar je bijna in het rampgebied terug komt. Van Haren gaat het verder naar Jesseren. Rare namen kom je overal tegen, Kuttekoven en Heks zijn er zo. Hoe klein de dorpjes ook mogen wezen, overal kom je een immens kasteel tegen. Boomgaarden en plantages vind je bij de vleet in deze contreien. Zammelen is niet alleen het geliefkoosde plekje van de Das maar vooral kom je weer de lichte hellingen tegen. Vliermaal en Schalkhoven duwen je verder naar Guigoven en Gors-Opleeuw. Plots komt een bende Motards tegen hoge snelheid afgevlogen van de helling die we juist wilden beklimmen. Tractors die gedeeltelijk het wegdek bezetten kruisen samen met die Motards ons pad. Voor alle zekerheid wend je je fietske maar naar het veld. Laat eerst de gekken passeren en dan de wijzen is ons motto. We nemen de helling in op ons gemakje. Het is even van verzetje veranderen meer niet. Wellen komt voorbij gegleden en dan is de startplaats die tevens finish is, niet meer veraf. Kom je binnen gefietst in de Brouwerij zie je hoge stapelboxen staan. Ze vormen een gigantische tweekleurige muur van bierkratten. In de hal mag je met je fiets komen ieder jaar, speciaal voor de toeristen vrij gehouden. Stempelkaartjes worden netjes in de urne gestoken. Het beste aan deze TT is dat je Grimbergen mag kopen tegen een zoet prijsje. Mooi mee genomen voor vaderdag dacht ik nog. Voor de glazenverzamelaars een unieke kans om glazen te verzamelen die nu mooi pronken in de etalagekast bij menig mens.
Hierbij dacht je niet meer aan je fiets die zo vuil was geworden door de velden, het heerlijke bier deed je leed even verminderen. Alleen zou er een afspuitservice moeten zijn wanneer de modder aan je frame blijft kleven. Wanneer je achter een ander fiets, krijg je ook de volle laag van opspattende troep die op je kleren zich vastprikt. Ook dat moet men er maar bij nemen, dat is toerist tot in de kist. :wink:
Gast

19 jun 2008, 13:39

De Parel van Antwerpen zeggen ze dat het mooiste is om in te vertoeven. Dat kan wel zijn maar ondertussen weten we dat er elders plekjes zijn die zeker niet te versmaden zijn en wellicht ook de moeite zijn om te bezichtigen. Antwerpen is onweerstaanbaar gezellig met Rubens in haar kielzog, diamantwijk, haar modehuizen. Iedereen raakt wel eens geboeid door die machtige Scheldestad waar je honderd-en-één dingen kan doen. In de eeuwenoude stad wandel je niet alleen rond in fraaie gotische of barokke kerken met trendy, moderne architectuur maar je kan er ook de meesterwerken van die grootse schilder van nabijheid bewonderen. Naast P.P. Rubens ontdek je hedendaags topdesign in ellenlange etalages die naast elkander op een rij turen. Dineren in een sfeervol historisch pand of nippen aan een hippe coctail, het atelier van de beroemdste drukker bezoeken of boetiekjes in en uit wandelen, het kan allemaal. Op een steenworp van de historische Grote Markt waar ze de ankers uitwerpen van de luxueuze cruiseschepen kan je de Zoo bezoeken en denken aan een pretpark waar de apen op de voorgrond treden, dottige babyleeuwtjes groeten. Keuze genoeg. Dat Antwerpenaren Bourgondiërs zijn hoeft geen betoog, het zijn levensgenieters. Zo kan je de wereld bewonderen in een bruine kroeg, een heerlijke Spaanse Sangria drinken, Joodse take-away, geurige exotische kruiden opsnuiven of wokken. Heb je genoeg van die culinaire hoogstandjes in de binnenstad trek je verder en laat het hand-werpen over aan anderen. Nog een beroemde stad is Mechelen. De hoofdstad van de Bourgondische Nederlanders met haar Romboutskathedraal, haar beiaardconcerten en niet te vergeten het wereldberoemde speelgoedmuseum waar je de bewogen tijden uit je jeugd nog kan herbeleven. Het technopolis van het Vlaamse doe-centrum voor wetenschap en technologie bied je een aangename dag om nooit meer te vergeten. Wil je meer dan pannenkoeken eten in deze befaamde steden dan is Dendermonde een aanrader, de place to be. Ook daar vind je heel mooie gezellige pleintjes die je onmiddellijk in de sfeer van het Ros Beiaard brengen. Wie graag wandelt kan zich laten flaneren door de talrijke standbeelden die er uitgezaaid liggen op zoek naar hun ontwerper. Wie liever de fiets hanteert kan zich laten inspireren door de fietslussen die je loodsen door het stadscentrum en langs unieke rivierlandschappen met oneindige uitgestrooide natuurgebieden. Laat je eens verwennen door het Honky Tonky Belfort, de voormalige Lakenhal, het pleinbegijnhof met haar 61 woningen waar je een oase van rust inademt. Deze militaire vestingstad herbergt nog altijd de talrijke gebouwen uit de Hollandse periode. Voor de visliefhebbers is er een indrukwekkende vijver en het stadspark oogt gigantisch groot. Maar het voornaamste aan deze Metropool is zonder twijfel het steigerend Ros Beiaard dat fier als een pauw haar Vier Heemskinderen draagt. Nog een erkend Unesco Werelderfgoed zijn de Gildenreuzen die je verwelkomen op de Katuit.
Interessant is wanneer je je fiets even went naar het Noorden, kom je in Zele terecht waar je kapellenroutes tegenkomt. Voor de kaarsjesmensen is dit een hele belevenis, als je maar genoeg kaarsenvoorraad meeneemt. Het pronkstuk van die kerken is toch de imposante achthoekige toren van de St-Ludgeruskerk met haar getimmerde torenhelm en opengewerkte lantaarn. Nog zulk pareltje dat je vindt onder de vorm van het Kasteel Ten Goede. Filip de Goede schreef er zijn geschiedenis in de strijd tegen de Graaf vanVlaanderen die de helft van het dorp in brand staken. Degenen die moe zijn gekuierd of slaap krijgen van de vele bezienswaardigheden kunnen nog altijd terecht in het Leenhof met haar verse geitenkaas. Een Rubbens jenever is een streling voor de tong maar nog beter is na een vermoeiende dag waarbij je de groene boorden en de Calvarie gedaan hebt van boeiende steden, een overheerlijke spaghetti te nuttigen in de plaatselijke Vivaldi. Ik zou zeggen: mensen laat het jullie smaken, laat de volgwagens maar hun eigen gangetje gaan, ik drink er eentje op jullie. Schol! :D

air
Lid geworden op: 06 jul 2006, 17:00
Locatie: In de A van mAai! Antwerpen dus!

19 jun 2008, 15:10

Ha Kwezel, 'k zat al op je verslagje te wachten sie! :)
I'm fluent in two languages: sarcasm and movie quotes.
Gast

22 jun 2008, 22:57

De Parel van het Pajottenland, waar ligt die ergens? Heel Pajottenland is een heerlijke parel met een overweldigende schat van heuveltjes. Vooraleer je de stoute schoenen aantrekt om vanuit Liedekerke op verkenning te trekken door Gooik en omstreken, raad ik toch iedereen aan om flink te oefenen. Niet dat je er niet kan fietsen zonder een heuvel tegen te komen, helemaal niet. Maar je zou voor verrassingen komen te staan als je onverwachts een flinke kuitenbijter op je bord krijgt. Voor de derde maal op rij namen we deel aan de tweedaagse die daar door zou gaan. Ene dag was het aan de Parel en de andere dag aan de Biachi-trofee. Welke nu de zwaarste was van de twee? De laatste uiteraard. In de korte afstand van 80 km kwamen de eerste dag niet zo een noemenswaardige hellingen in voor. Wel was het drukkend heet tussen de velden waar ze juist het gras gemaaid hadden. Alles rook naar vers hooi. We waren al blij dat we een ander parcours mochten fietsen dat verleden jaar. In het begin fiets je in zoals de echten. Je doet het tegen een sappig tempo dat niet hoger ligt dan 27. Zwaar trappen is uit de bozen, mijn 39 – 17 leent zich hier goed voor. Roosdaal verwelkomt ons met haar Langekamstraat en via de Molenstraat duwden ze ons naar Gooik. Een helling die zich Oude Geraardsbergsebaan noemde was door het trainen amper nog een weg die lichtjes omhoog ging. Oetingen wees ons de weg naar Oost-Vlaanderen waar we als eerste Lieferinge aandeden. Denderwindeke met haar Krepelstraat gaf ons de afpijling om verder naar Nieuwenhove te racen. Door Waarbeke vlogen we verder over de Wallestraat naar Galmaarden waar ons de Bruinbroekstraat wachtte. Op nog geen steenworp van Henegouwen met haar Deux-Acren mochten we door de Reu Des Ames terug flirten naar Overboelare om met ons handje naar Zarlardinge te wuiven. Hier werden we afgeschud door de groten die een hogere snelheid hanteerden, zoals een appel die van de boom wordt geschud. We laafden ons aan de bevoorradingstafel en zwenkten naar Goeverdingen die ons via Deftinge naar Schendelbeke bracht. Af en toe veegde je eens het zweet van je voorhoofd. Drankbidons werden vlugger aangesproken en je energierepen slonken als sneeuw voor de zon. Het ritme van je pedalen ging op de maat van een metronoom. Verder en verder of dichter en dichter kwam je bij de finish maar de Bovenkassei gaf je nog eerst een duwke in de rug naar Denderwinkeke. Het ergste kwam nog, de Nellekensstraat. Op het laatst nog een felle klim maken doet menig fietser puffen en blazen. Je perst er nog iets uit dat veel weg heeft van een diepe zucht. Maar eenmaal Roosdaal uit lukt de Lebergdries ook nog. Oef we mogen aankomen in Liedekerke waar ons een té warme douche wacht.
’s Anderdaags doen we het omgekeerd. Eindelijk nieuwe wegen onder onze wielen. Wanneer je een ander parcours volgt dat nog onbekend is voor je, let je beter op. Pepingen met zijn Paloken gaf ons zicht op Bellingen. Het Heikruis met haar Hameau de Trop zette ons op weg naar Bierghes. Het voelde zelfs té warm aan maar een goed renner mag zich daar niet aan storen. Zweetdruppels werden beken over je rug en je benen blonken van de olie in de wrede zon die aan je benen wilde likken. Tot aan de bevoorrading ging het tamelijk goed. Hier en daar stonden er plekkers langs de weg, een gebroken ketting en gezichten die het zwaar vonden. Vanaf de Processiestraat werd het een Calvarie voor menigeen. Tollembeek gaf ons het voorsmaakje van sportiviteit met de heuvels. Al je energie stak je in schakelen, proberen omhoog te geraken, de groep bij te houden en vooral je niet omver te laten rijden. In Oetingen moest je nog wat kracht overhebben, slappe benen die van flanel waren kon je hier best missen. Je zag jonge mannen over hun stuur hangen die waarschijnlijk té overmoedig waren en te laat gegeten hadden. Juist voor een beklimming eten is sterk af te raden, wacht totdat je boven bent en neem dan je bidon eerst ter hand. Laveer op het juiste moment door de bochten, ga wat mee in de bocht en leg je balans naar de andere kant. Even bijsturen met je knie en vooral het juiste verzetje op tijd gebruiken. Zit je verkeerd op je zadel, gegarandeerd dat je zere knieën achteraf krijgt. Je overbelast je spieren teveel en dan blaas je je keel op. Je krijgt er hoofdpijn van, pijn in je nek. Zuur dat zich opstapelt in je spieren of tenen. Pijnlijke tenen hebben is wreed vervelend en dan kan het zijn dat je moet afstappen. Maar het viel nog reuze mee die twee dagen. We hebben nieuwe horizonten gezien en wat Urbanus ooit zei: goei poeier in Pajottenland, er zaten geen olifanten in de weiden. Dan maar weer douchen, het zweet en de vermoeidheid van je lichaam verdwijnt, je voelt je weer opgewekt. Even nog over de Braderie wandelen in de buurt en dan hup naar huis, rusten en nog eens rusten.

air
Lid geworden op: 06 jul 2006, 17:00
Locatie: In de A van mAai! Antwerpen dus!

24 jun 2008, 10:57

Zo te horen (lezen) is de rust welverdiend! :)
I'm fluent in two languages: sarcasm and movie quotes.

telloorlekker
Lid geworden op: 26 nov 2002, 17:46

26 jun 2008, 08:29

De ligfiets, ooit gedaan ? Begin er niet aan ! Ik heb er gelegen... :cry:
Gast

27 jun 2008, 20:31

Voordat we ergens aan deelnemen bekijken we ons eerst het parcours voor zoverre dit mogelijk is. Is er niet altijd een dag beschikbaar om met de auto tot ginder aan de start te rijden, nemen we een alternatief hiervoor. Platfietsen kan je altijd nog en klimmetjes oefenen hoeft ook niet alle dagen. Maar variatie in je fietsbudget leggen is zeker een must. Doe je 90 km mee ergens, moet je zeker twee keren in de week een training doen van minstens 70 km. Het heeft geen enkele zin om lange afstanden mee te doen als je niks in de benen hebt wat lijkt op een lange afstand. Heb je nieuwe kleren gekocht of schoenen is het best ook deze eerst op training uit te proberen. Zitten je klickplaatjes nog op de goede plaats? Het gebeurt al eens dat ze verschuiven en dan krijg je meestal de gevolgen op de TT. Je houdt er een pijnlijke nek en schouders aan over. Ook op training kan je leren op souplesse te fietsen. Je niet laten verleiden door de slimmeriken die het altijd beter weten omdat ze al jaren op hun fiets hangen. Ook die mensen hebben door de jaren heen leergeld moeten betalen maar dat zijn ze eventjes vergeten. Een fijne tocht op zijn eentje of met twee, is zeker in de buurt van Weert. Wie in het centrum van Weert binnen komt, weet zeker dat dit een plekje is dat hij nog eens komt bezoeken. Het munttheater lokt jaarlijks duizenden bezoekers die hun ogen meer dan de kost geven wanneer de cabaretiers hun kunde tonen. Men kan er in de buurt het Toverland bezoeken en voor wie graag een bioscoopbezoek doet, vindt zijn gading in de Gotcha. Wat me wel altijd opvalt van zodra je in een centrum komt, is de geur van vers brood en heerlijke patékes die ik niet mag eten. Nu weet ik ook wel dat een bakker bij een centrum behoort zoals een kerktoren bij de kerk met zijn uilen. Maar heel even krijg je het gevoel als de bakkerswinkeldeur open gaat dat je een welness voor lichaam en geest opsnuift.
De verrassing van de dag is echter het watersportgebied. Midden tussen de historische dorpjes zoals Thorn en Maasbracht bevindt zich het grootste plassengebied dat je je maar kan indenken. De vele jachthavens die je hier aantreft lokken je langs de kaden om er even te vertoeven en je blikken te werpen op een Carpe Diem. Een lichte versnapering nemen op één van de vele terrasjes met zicht op de mooiste boten van de haven is een aangename verpauzing. Elke fietser heeft al eens op zulk terrasje zich neergevlijd en zich in gedachten gewaand in de Caraïben, gelegen op het grootste dek dat men zich kan indenken. We zijn dankbaar dat er een aangenaam briesje de kop opsteekt want zwoele temperaturen kunnen we missen als kiespijn in ons rijk gevulde fietsrepertoire. Nog een tijdje genieten van het aangename fabuleuze uitzicht en dan via Aldeneik verder richting Maaseik. Onze teller wijst inmiddels al 78 km aan en iemand stelt voor om langs de Hollandse kant verder te fietsen tot Stein. Dat heb ik sterk afgeraden, de benen werden ondertussen al moe, de voeten wilden uit de schoenen springen en ik wilde naar huis langs de kortste afstand. Volgende keer zullen we wel terug keren naar Holland om er de Mergellandroute over de minst zware zijde te doen. Als je in Kotem over de grens komt sla je richting Geulle in. Beneden aan de Slingerberg kan je op de route springen. Je volgt deze bruine en groene borden waarop Mergellandroute staat zo ver als je zelf verkiest. De bruine borden geven aan dat dit ook gedaan kan worden door auto’s, maar wanneer het aangeraden is om dit met de fiets te doen, krijg je groene borden te zien die veel kleiner zijn. Denk je dat je door het veld in Bemelen genoeg gezwoegd en geklauterd hebt, neem je gewoon richting Sippe en daal je de Cauberg af in plaats van hem omhoog te bedwingen. Beneden aan de voet van deze kuitenbijter kan je op een verwarmd terrasje je verkneukelen aan al degene die hem naar boven nemen. Geen enkele stoel is onbezet in Oud-Valkenburg, het drukke centrum is voor voetgangers voorbehouden en iedere keer zie je nieuwe dingen die je de keer ervoor nog niet bemerkt hebt. Een dagje Valkenier staat garant voor een stevige band tussen grootouders en kleinkinderen. Wie niet van pretparken houdt of oude Hollandse dorpskernen, kan nog altijd naar Tongeren voor een dolce far niente. Daar waar Ambiorix de plak zwaait vindt iedereen rust. Dicht tegen het Gallo-Romeins museum bieden vele typische dorpscafés en de gezellige tavernes een rustplaats aan temidden van diverse lyrische plekjes een prachtige natuur en een gezellig en uitgebreid winkelgebied. :roll:
Gast

30 jun 2008, 13:48

Dicht tegen het verfrissende Hoeselt en op een boogscheut van Bilzen ligt het Oude Romeinse Tongeren. Een bezoekje aan de fiere Ambiorixstad staat evenwijdig met een dagje kuieren door de drukke straten waar de dappere Belg trots over het Marktplein kijkt. Tongeren heeft een ruraal landschap overgeërfd van het vochtige Haspengouw. De natuurlijke valleien met de prachtige kasteeldomeinen nodigen menig wandelaar en fietser uit om eens uit te puffen in de vele gezellige cafeetjes. Echter wie graag zijn benen tergt moet buiten de stadskern wezen om de adembenemende valleihellingen te bezichtigen, te ontdekken. Je vertrekt vanaf de kazerne richting Mal. Mal betekent slecht en slecht kom je daar overal tegen in de betekenis van kuitenbijters. In Glons komt de eerste helling onder het wiel vandaan. Dit is echter maar een opwarmertje. Langs geelgroene grasweiden kom je voorbij meesterlijke domeinen die fleurig ogen met hun vele gele en witte rozen in de parken. Fexhe-Slins brengt je onverwachts naar Houtain-Saint-Siméon om in de nabijheid van Heure-Le Romain je richting Haccourt en Hermalle te doen inslaan. Tot hier toe gaat alles prima. Af en toe staat er eens een obstakel op de weg zoals een tractor maar dat zijn we ondertussen al gewend. Landbouwtuigen behoren bij het Haspengouwse landschap. Je weet dat je iets te wachten staat als je het spiekbriefje gelezen hebt. Argenteau met zijn pittige meanders naar boven. Rustig schakel ik terug op mijn trippel. Nog even mijn ademhaling onder controle brengen en weg zijn we naar boven. Deze helling hebben we al geoefend in het verleden en dan gaat het pakken beter wanneer je voorbereid bent. Je hoeft niet meer zo te sleuren aan je fiets, hij brengt je wel naar boven. Ook valt het weer mee, het is niet zo drukkend warm. Op de helling kom je mensen tegen die het moeilijk hebben. Waarschijnlijk zijn het ook ietwat ouderen die zich niet laten onder doen door jongeren. Iemand is snugger geworden met de tijd. Hij neemt een volgwagen mee en wanneer hij het voor bekeken houdt op de klimpartij zet hij zijn fiets op de bezemwagen. Iets verder wanneer de klim gedaan is voor ons zien we hem terug op de fiets springen, terug op het parcours zich wagen. Maar daardoor laten we ons de pret niet bederven. We moeten immers verder geraken dan Dalhem. Bombay is de derde helling van die ochtend waar we de kleintjes afschudden en de afslag van de 80 km nemen. ’s Gravensvoeren is nog zo’n gemeente met een rijke historie. Maar voor historie hebben we geen tijd, het is overal opletten geblazen omdat we door de centrums toch een beperkte vrije doorgang hebben. Het verkeer wordt immers niet omgeleid voor ons, we moeten ons aan de wegcode houden. Eenmaal Visé met zijn enorme brug die je doet denken aan Venetië voorbij, komt de bevoorrading langs het kanaal in zicht. Deze keer hebben wij de beste keuze omdat we al heel vroeg vertrokken zijn in Tongeren. Overvloed ligt er op de tafels, hier heerst beslist geen armoe of hongersnood. We nemen onze stempel en leggen over Kanne, Eben-Emael, Valmeer, Sluizen, Mal ons traject verder af. Het wil niet zeggen dat als je een goede klim gedaan hebt van 10 % dat de rest wat volgt een makkie is. Betonnen paden die glooien door de warme velden kunnen je eveneens uitputten en afmatten. Ik vond dat het in Berg zelfs zwaarder was dan op de Richelle. Ondanks dat het niet heet was die ochtend merk je toch dat het zweet zich parelt op je gezicht, dat je bril smeuïg is en dat je moe bent.
Na het afgeven van de controlekaartjes kleden we ons om, en vertrekken we naar huis. De reservevaliezen staan reeds gereed om de kleuren te verdedigen in Oost-Vlaanderen de dag erna. Bij het naar huis rijden, denken we even aan de fietser die dood van zijn fiets gevallen is de week ervoor in dezelfde regio. Terwijl wij zonder schroom de hellingen nemen wordt hij begraven. Maar zo is het leven, we mogen er niet bij stil staan, alhoewel we het in ons achterhoofd onthouden. Ook jonge mensen kunnen het leven laten op een sportactiviteit. Als men voelt dat het die dag niet zo goed gaat en het begint te duizelen voor je ogen, stopt dan onmiddellijk. Neem een kwartierke rust en vooral genoeg drinken. En voor alle zekerheid, laat je hart nachecken ieder jaar, het voorkomt dikwijls veel verdriet. :(