tussen HEMEL en AARDE
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
Bij u is de bron Elly en Rikkert
Een bron komt zomaar te voorschijn
Gaat alsmaar door met stromen
Het water voedt alle planten,
Het graan op het land en de bomen
Een bron komt zomaar naar boven
Nooit houdt zij op met geven
Bij U, bij U is de bron,
Bij U is de bron van het leven
En in uw licht, zien wij het licht
Bij u is de bron, bij U is de bron van het leven
Lezing ‘ Kondig een vastentijd af’ Joel 2, 12-18
Dit is het einde niet, want hoor daar klinkt de stem van God;
"Keer tot mij terug met heel je hart, in vasten, in wenen, in rouwklacht."
Scheur niet je kleren, scheur je hart, en bekeer je tot de Heer jullie God. Want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, berouw hebbend over het kwaad.
Wie weet keert Hij zich dan weer tot ons, en schenkt Hij ons opnieuw zijn zegen, zodat wij weer naar de tempel kunnen gaan,
met spijsoffers voor de Heer onze God." "Blaas de bazuin op de Sion, nee, niet om ten strijde te trekken, maar om boete te doen.
Roep een vasten uit, laat heel het volk samenkomen, de ouden
zowel als de kinderen en de zuigelingen.
Laten ook de bruid en de bruidegom uit hun bruidsvertrek treden,
laten de priesters zich in processie naar het altaar begeven
en wenend voorgaan in gebed:
"Spaar, Heer, uw volk, geef uw erfdeel niet prijs aan de smaad,
zodat geen heiden kan spotten; Waar is nu jullie God?
Uw naam staat op het spel!"
Toen kreeg de Heer medelijden met zijn land,
de Eeuwige ontfermde zich over zijn volk.
Wij kunnen de ogen niet sluiten voor wie niet menswaardig bestaat,
voor kleinen en uitgebuiten, om hen is het dat het hier gaat.
Wij kunnen de oren niet dichtdoen voor ’t vragen van mensen om recht,
’t herstellen van ’t kwade van toen, waarover niemand iets zegt
Wij mogen niet langer meer zwijgen
waar hoop in de kiem wordt gesmoord,
Waar toekomst alleen nog kan dreigen,
waar mensen niet worden gehoord.
Wij zullen nu anders gaan leven met woorden van waarheid en recht,
Met daden van handen die geven, een hart in vrede gelegd
____________________________________________________________
Deze morgen ging een klein meisje
aan de hand van haar moeder
om een askruisje.
Toen de priester het kruisje
op haar voorhoofdje drukte,
glunderde die kleine meid.
Waarschijnlijk begrijpt ze nog niet
waar het eigenlijk om gaat.
maar zo samen met mama is ze veilig.
In zijn homilie vergeleek de priester
de veertigdagentijd, met de
40 weken die een kindje groeit
in zijn moeder's schoot.
Hoe het daar geborgen is en alles
krijgt om als een nieuwe mens
geboren te worden.
De veertig dagen van de vasten
geven ons mensen, ook alle kansen
om nieuw als een kind geboren te worden.
En hij haalde de drie pijlers aan
waarop de vasten steunt,
"delen - vasten en bidden"
Voor U die de bedoeling heeft om deze tijd samen met andere christenen te beleven, wens ik een vruchtbare vastentijd.
MARIA-Christina
Een bron komt zomaar te voorschijn
Gaat alsmaar door met stromen
Het water voedt alle planten,
Het graan op het land en de bomen
Een bron komt zomaar naar boven
Nooit houdt zij op met geven
Bij U, bij U is de bron,
Bij U is de bron van het leven
En in uw licht, zien wij het licht
Bij u is de bron, bij U is de bron van het leven
Lezing ‘ Kondig een vastentijd af’ Joel 2, 12-18
Dit is het einde niet, want hoor daar klinkt de stem van God;
"Keer tot mij terug met heel je hart, in vasten, in wenen, in rouwklacht."
Scheur niet je kleren, scheur je hart, en bekeer je tot de Heer jullie God. Want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, berouw hebbend over het kwaad.
Wie weet keert Hij zich dan weer tot ons, en schenkt Hij ons opnieuw zijn zegen, zodat wij weer naar de tempel kunnen gaan,
met spijsoffers voor de Heer onze God." "Blaas de bazuin op de Sion, nee, niet om ten strijde te trekken, maar om boete te doen.
Roep een vasten uit, laat heel het volk samenkomen, de ouden
zowel als de kinderen en de zuigelingen.
Laten ook de bruid en de bruidegom uit hun bruidsvertrek treden,
laten de priesters zich in processie naar het altaar begeven
en wenend voorgaan in gebed:
"Spaar, Heer, uw volk, geef uw erfdeel niet prijs aan de smaad,
zodat geen heiden kan spotten; Waar is nu jullie God?
Uw naam staat op het spel!"
Toen kreeg de Heer medelijden met zijn land,
de Eeuwige ontfermde zich over zijn volk.
Wij kunnen de ogen niet sluiten voor wie niet menswaardig bestaat,
voor kleinen en uitgebuiten, om hen is het dat het hier gaat.
Wij kunnen de oren niet dichtdoen voor ’t vragen van mensen om recht,
’t herstellen van ’t kwade van toen, waarover niemand iets zegt
Wij mogen niet langer meer zwijgen
waar hoop in de kiem wordt gesmoord,
Waar toekomst alleen nog kan dreigen,
waar mensen niet worden gehoord.
Wij zullen nu anders gaan leven met woorden van waarheid en recht,
Met daden van handen die geven, een hart in vrede gelegd
____________________________________________________________
Deze morgen ging een klein meisje
aan de hand van haar moeder
om een askruisje.
Toen de priester het kruisje
op haar voorhoofdje drukte,
glunderde die kleine meid.
Waarschijnlijk begrijpt ze nog niet
waar het eigenlijk om gaat.
maar zo samen met mama is ze veilig.
In zijn homilie vergeleek de priester
de veertigdagentijd, met de
40 weken die een kindje groeit
in zijn moeder's schoot.
Hoe het daar geborgen is en alles
krijgt om als een nieuwe mens
geboren te worden.
De veertig dagen van de vasten
geven ons mensen, ook alle kansen
om nieuw als een kind geboren te worden.
En hij haalde de drie pijlers aan
waarop de vasten steunt,
"delen - vasten en bidden"
Voor U die de bedoeling heeft om deze tijd samen met andere christenen te beleven, wens ik een vruchtbare vastentijd.
MARIA-Christina
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
Ik voel mij geborgen
in de riten van mijn kerk.
Zij nodigt mij uit
tot gebed en tot werk.
Want de liefde
zonder de werken is dood.
In deze veertig dagen
lenig ik graag mee de nood
van mensen,
die hier bij ons leven
of van anderen ver weg,
hetzij om het even.
Zolang er maar plaats is
voor bidden, vasten en delen;
ja hoor, dat helpt
want we zijn nog met velen.
MARIA-Christina
in de riten van mijn kerk.
Zij nodigt mij uit
tot gebed en tot werk.
Want de liefde
zonder de werken is dood.
In deze veertig dagen
lenig ik graag mee de nood
van mensen,
die hier bij ons leven
of van anderen ver weg,
hetzij om het even.
Zolang er maar plaats is
voor bidden, vasten en delen;
ja hoor, dat helpt
want we zijn nog met velen.
MARIA-Christina
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
AANBIDDING
In aanbidding
strek ik me uit
naar de hemel,
vol verlangen
om de bron
van mijn leven
te ontmoeten.
Ik ervaar het
in Alles
om me heen.
In de veelheid
van gezichten
herken ik de bron
en geniet intens.
Even raken onze
zielen elkaar,
om vervolgens
verder te gaan.
Tineke Ebing
DE ROOS
Als een roos die langzaam open komt
opent zich in mij de vaste grond
waarop ik rustig bouwen kan
De schoonheid komt langzaam
aan het Licht,
God van mijn verlangen
die Liefde is,
zichtbaar in elke bloem of mens
voorbij de grens
van niet meer weten,
vergeten
vormt zich een nieuwe horizon
De Bron wordt herkent
komt stralend aan het Licht
mijn zicht wordt ruimer
de weg breder
mijn hart opent zich totaal,
wil alles geven alles delen,
Die Liefde laat mensen ogen stralen
als sterretjes, diamanten
Hij wil ons verwarmen
omarmen,
koesteren keer op keer,
Zo op te bloeien
maakt me stil van vrede en geluk
die God in me zelf overmand!!
Tineke Ebing
EEN OPEN DEUR
Een open deur
doorgaan en niet weten
hoe je toekomst
er uit gaat zien,
vraagt moed
en vastberadenheid.
de Mens staat centraal
wordt geleid
door de Heilige Geest
die als een duif van vrede
met kracht in het hart
van de mens wil neerdalen,
om voor EEUWIG
aanwezig te zijn!!
Liefdevolle Vaderarmen
omringen het Kruis,
Zijn bescherming
mogen wij dagelijks voelen,
ontmoeting in je Hart
het Huis van je Ziel
vol Liefde gegeven
voor EEUWIG.!!!
Tineke Ebing
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
Goede morgen iedereen. Ria dank voor uw bezoek en het mooie plaatje.
Naar het schijnt krijgen we een stukje winter de volgende dagen. Wat is de natuur soms grillig. Vandaag breng ik nog enkele gedichten die U misschien wel mogen bekoren. MARIA-Christina
Wanneer
al de snaren
van m'n leven
gestemd
zullen zijn,
mijn meester
dan zal
bij elk
van uw
aanrakingen
de muziek
der liefde
weerklinken.
R.TAGORE
Naar het schijnt krijgen we een stukje winter de volgende dagen. Wat is de natuur soms grillig. Vandaag breng ik nog enkele gedichten die U misschien wel mogen bekoren. MARIA-Christina
Wanneer
al de snaren
van m'n leven
gestemd
zullen zijn,
mijn meester
dan zal
bij elk
van uw
aanrakingen
de muziek
der liefde
weerklinken.
R.TAGORE
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
Van Hiroshima tot Tokio heb ik geschreid
om u mijn broeder verwant in bloed en geest,
met Jezus mee, door Hem bemind, in Hem gewijd,
in Vlaanderen, Korea en Japan driëne orgelfeest.
Met duizend kraanvogels wiekt gij naar de zon.
ik draag uw witte urne door de katedraal.
Uw asse rust in Nagatsuka. Gij leeft met Wie ’t begon
en nooit meer eindigt uw veeltaald verhaal.
Wij zullen samen nooit vergeten mens te zijn
geweest in tijd en groei, met zachte lach
om zoveel goed en schoon, om vragen en om pijn.
Wij zullen samen eeuwig leven. Nacht en dag
bestaan niet meer. Alleen het licht zal zijn
en Goddelijk geluk. Hoelang ik nog verlangen mag ?
Herman Boon pr.
Osaka Kansai 1 augustus 2001
Met al wat ik ben, al wat ik heb, al wat ik kan,
wil ik Jezus – Christus volgen, zijn Paasmysterie in.
Roep me, Vader, zend me, God, mijn Heer.
De Liefde van Christus stuwt mij
tot overgave aan U, in gave aan mensen.
Dank U voor dit Leven. Dank U voor uw Liefde.
Herman Boon pr.
De dag van de begrafenis …
Twee warme armen dragen uw gelaat
in zweetdoek nagelaten langs de weg
van kruis naar heerlijkheid. Uw doodsgewaad
ligt opgeplooid. Waar is mijn Heer gelegd ?
Gij licht uw godlijk aangezicht in mij.
Gij weeft mijn wezen, tijd en eeuwigheid,
de schering en de inslag, uw getouwgetij,
uw ware beeld, Veronicus, mijn eigenheid.
Zal ik uw troostdoek worden voor wie treurt
en niet van U en uw verzoening weet ?
Gij steekt uw armen nu ik op mijn beurt,
ontkleed van vastheid, in uw voetstap treed.
Hebt Gij mij voor uw Paasfeest vrijgekeurd ?
Mijn lijkwaad wordt hemels bruiloftskleed.
Herman Boon pr.
Goede Week in april 2001
Herman Boon, een edel mens en priester, temidden van mensen.
Hij is veel te vroeg van ons heengegaan. Zijn gedichten, preken en teksten blijven bij ons. Ze sterken ons, helpen ons leven, hopen en verlangen. In deze vastentijd een mooie bezinning, vind ik.
Hiermee verwijs ik naar het blog van Jef De Cuyper
http://blog.seniorennet.be/hermanboonpr/ Dank u wel Jef,
M.Chr.
om u mijn broeder verwant in bloed en geest,
met Jezus mee, door Hem bemind, in Hem gewijd,
in Vlaanderen, Korea en Japan driëne orgelfeest.
Met duizend kraanvogels wiekt gij naar de zon.
ik draag uw witte urne door de katedraal.
Uw asse rust in Nagatsuka. Gij leeft met Wie ’t begon
en nooit meer eindigt uw veeltaald verhaal.
Wij zullen samen nooit vergeten mens te zijn
geweest in tijd en groei, met zachte lach
om zoveel goed en schoon, om vragen en om pijn.
Wij zullen samen eeuwig leven. Nacht en dag
bestaan niet meer. Alleen het licht zal zijn
en Goddelijk geluk. Hoelang ik nog verlangen mag ?
Herman Boon pr.
Osaka Kansai 1 augustus 2001
Met al wat ik ben, al wat ik heb, al wat ik kan,
wil ik Jezus – Christus volgen, zijn Paasmysterie in.
Roep me, Vader, zend me, God, mijn Heer.
De Liefde van Christus stuwt mij
tot overgave aan U, in gave aan mensen.
Dank U voor dit Leven. Dank U voor uw Liefde.
Herman Boon pr.
De dag van de begrafenis …
Twee warme armen dragen uw gelaat
in zweetdoek nagelaten langs de weg
van kruis naar heerlijkheid. Uw doodsgewaad
ligt opgeplooid. Waar is mijn Heer gelegd ?
Gij licht uw godlijk aangezicht in mij.
Gij weeft mijn wezen, tijd en eeuwigheid,
de schering en de inslag, uw getouwgetij,
uw ware beeld, Veronicus, mijn eigenheid.
Zal ik uw troostdoek worden voor wie treurt
en niet van U en uw verzoening weet ?
Gij steekt uw armen nu ik op mijn beurt,
ontkleed van vastheid, in uw voetstap treed.
Hebt Gij mij voor uw Paasfeest vrijgekeurd ?
Mijn lijkwaad wordt hemels bruiloftskleed.
Herman Boon pr.
Goede Week in april 2001
Herman Boon, een edel mens en priester, temidden van mensen.
Hij is veel te vroeg van ons heengegaan. Zijn gedichten, preken en teksten blijven bij ons. Ze sterken ons, helpen ons leven, hopen en verlangen. In deze vastentijd een mooie bezinning, vind ik.
Hiermee verwijs ik naar het blog van Jef De Cuyper
http://blog.seniorennet.be/hermanboonpr/ Dank u wel Jef,
M.Chr.
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35

Met U zijn er geen verten meer en alles is nabij.
Des levens aanvang glinstert weer,
geen gisteren en geen morgen meer,
geen tijd meer en geen uren,
geen grenzen en geen muren;
en alle angst voorbij,
verlost van schaduw en van schijn,
wordt pijn en smart tot vreugd verheven!
Hoe kan het zoo eenvoudig zijn!
Hoe kan het leven Hemel zijn,
met U, o kern van alle leven!
Felix Timmermans
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35

Heer laat mij in uw grote wereld
een simpel veldbloemeke zijn.
(auteur onbekend)
Met deze lentegroet neem ik voorlopig afscheid.
Ik wens U een aangenaam weekend. MARIA-Christina
-
visje70 - Lid geworden op: 17 mar 2006, 00:52
- Locatie: Aalter
maria-christina,
dank voor de mooie gedichten !
dat van felix timmermans vind ik oh zo mooi ...
een warme groet van visje
oh ja ,een simpel veldbloemeke....ja!
dank voor alles maria-christina ! ik wens je ook een héél fijn weekend !
lieve groetjes van visje

dank voor de mooie gedichten !
dat van felix timmermans vind ik oh zo mooi ...
een warme groet van visje
oh ja ,een simpel veldbloemeke....ja!
dank voor alles maria-christina ! ik wens je ook een héél fijn weekend !
lieve groetjes van visje

-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
Wanneer in deze dagen
de winternatuur lente moet worden,
aarzelend traag, bij teveel regen en nog de te koude zon.
Wanneer de krokussen de boodschap
over de nieuwe tijd woordeloos brengen
Wanneer we in deze dagen hier samenkomen,
dan is het om elkaar woorden van herdenken,
over onrecht en toch hopen toe te spreken.
Woorden over Jezus die doorheen lijden en dood ging,
onwrikbaar trouw aan Zijn opgave.
Vandaag staan we stil bij het kruis,
geen einde in Zijn leven,
maar de weg naar verheerlijking en verrijzenis.
Vandaag staan we stil bij het kruis,
ondanks alles toch nog dat ellendige kruis in het leven van velen.
Het kruis in je leven,
het kruis in het leven van zoveel mensen,
volkeren, landen, rassen,
het kruis in het leven van Jezus.
St.Anna
de winternatuur lente moet worden,
aarzelend traag, bij teveel regen en nog de te koude zon.
Wanneer de krokussen de boodschap
over de nieuwe tijd woordeloos brengen
Wanneer we in deze dagen hier samenkomen,
dan is het om elkaar woorden van herdenken,
over onrecht en toch hopen toe te spreken.
Woorden over Jezus die doorheen lijden en dood ging,
onwrikbaar trouw aan Zijn opgave.
Vandaag staan we stil bij het kruis,
geen einde in Zijn leven,
maar de weg naar verheerlijking en verrijzenis.
Vandaag staan we stil bij het kruis,
ondanks alles toch nog dat ellendige kruis in het leven van velen.
Het kruis in je leven,
het kruis in het leven van zoveel mensen,
volkeren, landen, rassen,
het kruis in het leven van Jezus.
St.Anna
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
O Hoofd vol bloed en wonden,
bedekt met smaad en hoon,
o hoofd zo wreed geschonden,
uw kroon een doornenkroon,
o hoofd eens schoon en heerlijk
en stralend als de dag,
hoe lijdt Gij nu zo deerlijk!
Ik groet U vol ontzag.
O Hoofd zo hoog verheven,
o goddelijk gelaat,
waar werelden voor beven,
hoe bitter is uw smaad!
Gij, eens in 't licht gedragen,
door engelen omstuwd,
wie heeft U zo geslagen,
gelasterd en gespuwd?
O Hoofd vol bloed en wonden
met smaad gedekt en hoon,
o godd'lijk Hoofd omwonden
met scherpe doornenkroon!
O Gij, die and're kronen
en glorie waardig zijt:
Ik wil mijn hart U tonen,
dat met U medelijdt.
Mijn God, die zonder klagen
het zwaarste hebt doorstaan:
Al wat Gij hadt te dragen,
wie heeft het U gedaan!
Wee mij, die voor de zonden
het hoogste goed verliet!
O, om uw bloed en wonden
verstoot mij, zondaar, niet
Lied voor Goede Vrijdag

" Ik wil mijn hart U tonen, dat met U medelijdt. "
Een Goede Week en een Zalig Paasfeest,
MARIA- Christina
bedekt met smaad en hoon,
o hoofd zo wreed geschonden,
uw kroon een doornenkroon,
o hoofd eens schoon en heerlijk
en stralend als de dag,
hoe lijdt Gij nu zo deerlijk!
Ik groet U vol ontzag.
O Hoofd zo hoog verheven,
o goddelijk gelaat,
waar werelden voor beven,
hoe bitter is uw smaad!
Gij, eens in 't licht gedragen,
door engelen omstuwd,
wie heeft U zo geslagen,
gelasterd en gespuwd?
O Hoofd vol bloed en wonden
met smaad gedekt en hoon,
o godd'lijk Hoofd omwonden
met scherpe doornenkroon!
O Gij, die and're kronen
en glorie waardig zijt:
Ik wil mijn hart U tonen,
dat met U medelijdt.
Mijn God, die zonder klagen
het zwaarste hebt doorstaan:
Al wat Gij hadt te dragen,
wie heeft het U gedaan!
Wee mij, die voor de zonden
het hoogste goed verliet!
O, om uw bloed en wonden
verstoot mij, zondaar, niet
Lied voor Goede Vrijdag

" Ik wil mijn hart U tonen, dat met U medelijdt. "
Een Goede Week en een Zalig Paasfeest,
MARIA- Christina
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
JEZUS STIERF VOOR ONS, LATEN WIJ VOOR HEM LEVEN.
ZALIG PAASFEEST voor U en allen die U dierbaar zijn,

Ik wens U heerlijke lentedagen,
MARIA-Christina
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
Dank U wel lieve vrienden voor uw bezoeken en wensen.
Van de mooie lentedagen heb ik genoten door er eens extra op uit te trekken.
Vergeef me dat ik zo laat op uw wensen antwoord.
Laat ik het goed maken met dit mooie gedicht van Gezelle.
Dit liedje, gezongen door Will Ferdi, speelt de laatste dagen dikwijls door mijn hoofd.
Het schrijverke
O Krinklende winklende waterding
met ‘t zwarte kabotseken aan,
wat zien ik toch geren uw kopke flink
al schrijven op ‘t waterke gaan!
Gij leeft en gij roert en gij loopt zo snel,
al zie ‘k u noch arrem noch been;
gij wendt en gij weet uwen weg zo wel,
al zie ‘k u geen ooge, geen één.
Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?
Verklaar het en zeg het mij, toe!
Wat zijt gij toch, blinkende knopke fijn,
dat nimmer van schrijven zijt moe?
Gij loopt over ‘t spegelend water klaar,
en ‘t water niet meer en verroert
dan of het een gladdige windtje waar,
dat stille over ‘t waterke voert.
O Schrijverkes, schrijverkes, zegt mij dan, -
met twintigen zijt gij en meer,
en is er geen een die ‘t mij zeggen kan: -
Wat schrijft en wat schrijft gij zo zeer?
Gij schrijft, en ‘t en staat in het water niet,
gij schrijft, en ‘t is uit en ‘t is weg;
geen christen en weet er wat dat bediedt:
och, schrijverke, zeg het mij, zeg!
Zijn ‘t visselkes daar ge van schrijven moet?
Zijn ‘t kruidekes daar ge van schrijft?
Zijn ‘t keikes of bladtjes of blomkes zoet,
of ‘t water, waarop dat ge drijft?
Zijn ‘t vogelkes, kwietlende klachtgepiep,
of is ‘et het blauwe gewelf,
dat onder en boven u blinkt, zoo diep,
of is het u, schrijverken zelf?
En ‘t krinklende winklende waterding,
met ‘t zwarte kapoteken aan,
het stelde en het rechtte zijne oorkes flink,
en ‘t bleef daar een stondeke staan:
"Wij schrijven," zoo sprak het, "al krinklen af
het gene onze Meester, weleer,
ons makend en leerend, te schrijven gaf,
één lesse, niet min nochte meer;
wij schrijven, en kunt gij die lesse toch
niet lezen, en zijt gij zo bot?
Wij schrijven, herschrijven en schrijven nog,
den heiligen Name van God!"
Guido Gezelle
Van de mooie lentedagen heb ik genoten door er eens extra op uit te trekken.
Vergeef me dat ik zo laat op uw wensen antwoord.
Laat ik het goed maken met dit mooie gedicht van Gezelle.
Dit liedje, gezongen door Will Ferdi, speelt de laatste dagen dikwijls door mijn hoofd.
Het schrijverke
O Krinklende winklende waterding
met ‘t zwarte kabotseken aan,
wat zien ik toch geren uw kopke flink
al schrijven op ‘t waterke gaan!
Gij leeft en gij roert en gij loopt zo snel,
al zie ‘k u noch arrem noch been;
gij wendt en gij weet uwen weg zo wel,
al zie ‘k u geen ooge, geen één.
Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?
Verklaar het en zeg het mij, toe!
Wat zijt gij toch, blinkende knopke fijn,
dat nimmer van schrijven zijt moe?
Gij loopt over ‘t spegelend water klaar,
en ‘t water niet meer en verroert
dan of het een gladdige windtje waar,
dat stille over ‘t waterke voert.
O Schrijverkes, schrijverkes, zegt mij dan, -
met twintigen zijt gij en meer,
en is er geen een die ‘t mij zeggen kan: -
Wat schrijft en wat schrijft gij zo zeer?
Gij schrijft, en ‘t en staat in het water niet,
gij schrijft, en ‘t is uit en ‘t is weg;
geen christen en weet er wat dat bediedt:
och, schrijverke, zeg het mij, zeg!
Zijn ‘t visselkes daar ge van schrijven moet?
Zijn ‘t kruidekes daar ge van schrijft?
Zijn ‘t keikes of bladtjes of blomkes zoet,
of ‘t water, waarop dat ge drijft?
Zijn ‘t vogelkes, kwietlende klachtgepiep,
of is ‘et het blauwe gewelf,
dat onder en boven u blinkt, zoo diep,
of is het u, schrijverken zelf?
En ‘t krinklende winklende waterding,
met ‘t zwarte kapoteken aan,
het stelde en het rechtte zijne oorkes flink,
en ‘t bleef daar een stondeke staan:
"Wij schrijven," zoo sprak het, "al krinklen af
het gene onze Meester, weleer,
ons makend en leerend, te schrijven gaf,
één lesse, niet min nochte meer;
wij schrijven, en kunt gij die lesse toch
niet lezen, en zijt gij zo bot?
Wij schrijven, herschrijven en schrijven nog,
den heiligen Name van God!"
Guido Gezelle
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
‘s Avonds zie ‘k de sterren geren,
die daar zitten, hooge en fijn,
als ik, moe van ‘t lastig weren
onder ‘s arbeids leed en pijn,
eenen oogslag naar omhooge
buiten ‘s werelds enden sla,
en mij eens den hemel tooge
nog, aleer ik slapen ga.
Al de lieden rusten neerstig:
hier en daar nog een die tiert,
en de blijdschap van het geerstig
hommelzap te late viert.
Duister is ‘t alom en doovig,
niet en zegt mij de aarde meer:
nu is ‘t dat ik mij geloovig
opwaards naar den hemel keer.
Vaart mij wel dan, slaapt in vreden,
g' hebt mij lang genoeg geplaagd,
wereld, met uw' lastigheden:
neen, ge ‘n zult, eer ‘t morgen daagt,
mij geen banden meer doen dragen;
vrij eens wilt het herte mijn
rijdend op den hemelwagen,
rustend in de sterren zijn!
Guido Gezelle
die daar zitten, hooge en fijn,
als ik, moe van ‘t lastig weren
onder ‘s arbeids leed en pijn,
eenen oogslag naar omhooge
buiten ‘s werelds enden sla,
en mij eens den hemel tooge
nog, aleer ik slapen ga.
Al de lieden rusten neerstig:
hier en daar nog een die tiert,
en de blijdschap van het geerstig
hommelzap te late viert.
Duister is ‘t alom en doovig,
niet en zegt mij de aarde meer:
nu is ‘t dat ik mij geloovig
opwaards naar den hemel keer.
Vaart mij wel dan, slaapt in vreden,
g' hebt mij lang genoeg geplaagd,
wereld, met uw' lastigheden:
neen, ge ‘n zult, eer ‘t morgen daagt,
mij geen banden meer doen dragen;
vrij eens wilt het herte mijn
rijdend op den hemelwagen,
rustend in de sterren zijn!
Guido Gezelle
De Tien Geboden, zijn geen verboden,
maar wegwijzers!
maar wegwijzers!
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
‘k Zat bij nen boom te lezen,
al in mijnen brevier;
de zunne kwam gerezen,
gelijk een kole vier;
de blijde vogels dronken
de dreupels van den mei,
de morgenperelen blonken
en brandden in de wei,
lijk vier:
'k zat bij nen boom te lezen,
al in mijnen brevier!
Guido Gezelle
De Tien Geboden, zijn geen verboden,
maar wegwijzers!
maar wegwijzers!
-
Maria-Christina - Lid geworden op: 17 sep 2006, 21:35
Mijn hert is als een blomgewas
dat, opengaande of toegeloken
de stralen van de zonne vangt
of kwijnt en pijnt en hangt gebroken!
Mijn hert gelijkt het jeugdig groen;
dat asemt in den dauw des morgens
maar zwakt, des avonds, moe geleefd,
vol stof, vol weemoeds en vol zorgen.
Guido Gezelle
Lieve bezoekers en vrienden ik hoop dat U genoten hebt van deze
gedichten van Gezelle. Een volgende keer laat ik een andere dichter
aan het woord.
Geniet nog van de mooie en zonnige lentedagen, dat ga ik ook doen.
MARIA-Christina
dat, opengaande of toegeloken
de stralen van de zonne vangt
of kwijnt en pijnt en hangt gebroken!
Mijn hert gelijkt het jeugdig groen;
dat asemt in den dauw des morgens
maar zwakt, des avonds, moe geleefd,
vol stof, vol weemoeds en vol zorgen.
Guido Gezelle
Lieve bezoekers en vrienden ik hoop dat U genoten hebt van deze
gedichten van Gezelle. Een volgende keer laat ik een andere dichter
aan het woord.
Geniet nog van de mooie en zonnige lentedagen, dat ga ik ook doen.
MARIA-Christina
De Tien Geboden, zijn geen verboden,
maar wegwijzers!
maar wegwijzers!