lutim's spiegelkrassen
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Zo nutteloos voel ik me nu, vergeten,
misschien wel weggesmeten,
maar ook opgeraapt, en in je hand
ben ik eindeloos overmand
van eenzaamheid en onbegrensd
heb ik het leven en mezelf verwenst,
al wikkel je mij in jouw liefde
er is in mij niets meer dat begint,
omhuld ben ik van het weten
dat morgen even duister is als heden.
misschien wel weggesmeten,
maar ook opgeraapt, en in je hand
ben ik eindeloos overmand
van eenzaamheid en onbegrensd
heb ik het leven en mezelf verwenst,
al wikkel je mij in jouw liefde
er is in mij niets meer dat begint,
omhuld ben ik van het weten
dat morgen even duister is als heden.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
De tuin verwildert met onvermoeibare planten,
het huis brokkelt af tussen mijn handen,
ik ruim het puin wel op, doe het in zakken,
en laat savonds vroeg het rolluik zakken,
in mijn zetel zit ik langzaam oud te worden,
de teevee aan om de tijd te korten,
eens zal ik onder stof en steen begraven
en bedolven zijn, beroofd van al mijn liefde
voor jou, enkel voor jou .....
het huis brokkelt af tussen mijn handen,
ik ruim het puin wel op, doe het in zakken,
en laat savonds vroeg het rolluik zakken,
in mijn zetel zit ik langzaam oud te worden,
de teevee aan om de tijd te korten,
eens zal ik onder stof en steen begraven
en bedolven zijn, beroofd van al mijn liefde
voor jou, enkel voor jou .....
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Ik herhaal dit zonder jou, dit te drogen
gelegd zijn als een sierplant tijdelijk
in een bloemstuk bedoeld, tot het stof
alle vermoedens overdekt,
dit afwezig zijn in de uitbarsting
van de paasbloemen die uit de grond springen
onweerstaanbaar geworden tussen
de merels en de mussen,
deze lippen zullen niet meer kussen,
deze armen nooit meer de naaktheid dragen
naar het verboden bed,
deze mond niet ademloos nahijgen
als de dag opnieuw ontstaat met
aarzelend licht door de gordijnen, als
de zaadpluis van de krokus
zich zingend op de wind verspreidt.
gelegd zijn als een sierplant tijdelijk
in een bloemstuk bedoeld, tot het stof
alle vermoedens overdekt,
dit afwezig zijn in de uitbarsting
van de paasbloemen die uit de grond springen
onweerstaanbaar geworden tussen
de merels en de mussen,
deze lippen zullen niet meer kussen,
deze armen nooit meer de naaktheid dragen
naar het verboden bed,
deze mond niet ademloos nahijgen
als de dag opnieuw ontstaat met
aarzelend licht door de gordijnen, als
de zaadpluis van de krokus
zich zingend op de wind verspreidt.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
VEREDELD TE WORDEN
De waarde van iets dat geen zaad is
is niets, misschien mest,
in de aarde
groeit wat in de lente bovenkomt
en omarmd wordt door de groetende man
die in de langere dagen
groen wordt en zich opricht
met de plantschup in de hand,
en in de bliksem van het licht beseft
dat hij geworteld is en zich
in warmte deelt om meervoudig
en meer te zijn, gegroeid in de pijn,
en weet en weet dat hij moet blijven staan,
niet op de stenen wegen te lopen,
op de rotsige paden van de bergen,
hier in de aarde is hij geplant,
te worden een veredelde man en te doen
wat er is met takken vol vruchten
en geplukt te worden in het najaar,
voor alles doodgaat.
De waarde van iets dat geen zaad is
is niets, misschien mest,
in de aarde
groeit wat in de lente bovenkomt
en omarmd wordt door de groetende man
die in de langere dagen
groen wordt en zich opricht
met de plantschup in de hand,
en in de bliksem van het licht beseft
dat hij geworteld is en zich
in warmte deelt om meervoudig
en meer te zijn, gegroeid in de pijn,
en weet en weet dat hij moet blijven staan,
niet op de stenen wegen te lopen,
op de rotsige paden van de bergen,
hier in de aarde is hij geplant,
te worden een veredelde man en te doen
wat er is met takken vol vruchten
en geplukt te worden in het najaar,
voor alles doodgaat.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Onderbroken ritme van jou afscheid
die bijlslagend loopt door het bereidzijn,
slag van de bijl
in de schors van de boom,
de boom valt, de vogels
en het nest verpletterd, de aarde echter
onverschillig,
nauwelijks ingedrukt,
stoot de schouders omhoog,
het trotse hoofd, de lente uitgestrooid
in de wilde tuin is niet
te begaan, te ondergaan,
het vallen gebeurt, het groeien
en de haat van de bliksem, de ekster vliedt
in hemels die ontstaan, de nestvogels
schreeuwen als vermoord.
die bijlslagend loopt door het bereidzijn,
slag van de bijl
in de schors van de boom,
de boom valt, de vogels
en het nest verpletterd, de aarde echter
onverschillig,
nauwelijks ingedrukt,
stoot de schouders omhoog,
het trotse hoofd, de lente uitgestrooid
in de wilde tuin is niet
te begaan, te ondergaan,
het vallen gebeurt, het groeien
en de haat van de bliksem, de ekster vliedt
in hemels die ontstaan, de nestvogels
schreeuwen als vermoord.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Zon op mijn huid,
als een kikker in een propere sloot
en het is nog uren
voor de nacht,
het is nog groen
in het warme water
en geen besef van wat gebeurt,
van later,
het is niet slecht
slechts een kikker te zijn
met een denkding
niet groter dan een knikker,
ik kan alles doen
wat ik wil, eten en zwemmen,
soms ook doe ik niets
en lig ik stil,
ik strek mijn poten uit
en drijf,
het is alsof ik in het riet
niet meer te bedreigen ben,
meer weet ik niet.
als een kikker in een propere sloot
en het is nog uren
voor de nacht,
het is nog groen
in het warme water
en geen besef van wat gebeurt,
van later,
het is niet slecht
slechts een kikker te zijn
met een denkding
niet groter dan een knikker,
ik kan alles doen
wat ik wil, eten en zwemmen,
soms ook doe ik niets
en lig ik stil,
ik strek mijn poten uit
en drijf,
het is alsof ik in het riet
niet meer te bedreigen ben,
meer weet ik niet.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Worden de vogel in de haag,
de weg en het einde
en te gaan en ogendicht
de traan weerhouden
die mij brandt,
gescheurd gezicht,
adem van mijn verdriet om jou,
de laatste regel in een gedicht,
het punt te worden
van jou afscheid,
de grendel die mijn leven sloot.
de weg en het einde
en te gaan en ogendicht
de traan weerhouden
die mij brandt,
gescheurd gezicht,
adem van mijn verdriet om jou,
de laatste regel in een gedicht,
het punt te worden
van jou afscheid,
de grendel die mijn leven sloot.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Worden is niet mogelijk
wat ik wenste te zijn,
verheven boven de dagen
en de loop van de tijd,
een glansvol noorderlicht
dat rond het hoofd
van mijn zoeteke schijnt
of ook van de tedere maan
boven het bos waarin
we met de vogels leven
tot de avond tot we samen
hand in hand wandelen gaan.
wat ik wenste te zijn,
verheven boven de dagen
en de loop van de tijd,
een glansvol noorderlicht
dat rond het hoofd
van mijn zoeteke schijnt
of ook van de tedere maan
boven het bos waarin
we met de vogels leven
tot de avond tot we samen
hand in hand wandelen gaan.
Laatst gewijzigd door lutim op 01 apr 2007, 09:13, 1 keer totaal gewijzigd.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Niet meer het uitvloeien
over de bodem van bestaan
niet meer mogelijk de naakte vrouw
en het hijgend in haar
tenonder gaan,
onvruchtbaar en alleen
op een dorre heide staan, uitgesloten
zelfs uit de wind
die het machtige zaad
over de velden spreidt,
jeneverbes met doornen,
als de tijd zo lang en zonder ooit
het vlees te prikken van het paar
in het belegen nest
van de haas,
zonder ooit nog ooit
te schreeuwen zelfs,
zelfs met vuile kraaien niet
of met gillende konijnen
in de stalen klem.
over de bodem van bestaan
niet meer mogelijk de naakte vrouw
en het hijgend in haar
tenonder gaan,
onvruchtbaar en alleen
op een dorre heide staan, uitgesloten
zelfs uit de wind
die het machtige zaad
over de velden spreidt,
jeneverbes met doornen,
als de tijd zo lang en zonder ooit
het vlees te prikken van het paar
in het belegen nest
van de haas,
zonder ooit nog ooit
te schreeuwen zelfs,
zelfs met vuile kraaien niet
of met gillende konijnen
in de stalen klem.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Het schreien is hoorbaar
stiller geworden, het verdriet
is een natte zakdoek voor het vuur
te drogen gelegd,
weggenomen uit mijn denken
niet meer te bezichtigen,
maak ik mezelf maar wijs,
ik probeer het zoveelste gezicht
zonder bitterheid en roep
de lieve afwezige aan om inzicht
en verstaan.
stiller geworden, het verdriet
is een natte zakdoek voor het vuur
te drogen gelegd,
weggenomen uit mijn denken
niet meer te bezichtigen,
maak ik mezelf maar wijs,
ik probeer het zoveelste gezicht
zonder bitterheid en roep
de lieve afwezige aan om inzicht
en verstaan.