lutim's spiegelkrassen
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Ik ben gekomen lief met de merel
in de vuurdoorn hoor me
de hongerige monden van de jongen
steken boven het nest
en ik zing in de morgen in mei
zoals je nooit hebt gehoord
mijn hand op je schouder is licht
als de vleugel van een zijden duif
ik streel je met nabijheid
van zachtstromende rivieren
en pluk de bloemen van je slaap
om ze in een ruiker aan te bieden
bij het ontwaken,
op de keukentafel in een vaas.
in de vuurdoorn hoor me
de hongerige monden van de jongen
steken boven het nest
en ik zing in de morgen in mei
zoals je nooit hebt gehoord
mijn hand op je schouder is licht
als de vleugel van een zijden duif
ik streel je met nabijheid
van zachtstromende rivieren
en pluk de bloemen van je slaap
om ze in een ruiker aan te bieden
bij het ontwaken,
op de keukentafel in een vaas.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Met weldoende blikken omring ik jou
met vensters om uit te kijken
met land van smorgens vroeg
als de zon juist op is in de zomer
met dauw om blootsvoets te lopen
in het gras met een lint in het haar
met een dennebos aan het einde van de weg
om gearmd naar toe te wandelen
met verhalen rond het vuur met zoete
woorden om te proeven als perziken.
met vensters om uit te kijken
met land van smorgens vroeg
als de zon juist op is in de zomer
met dauw om blootsvoets te lopen
in het gras met een lint in het haar
met een dennebos aan het einde van de weg
om gearmd naar toe te wandelen
met verhalen rond het vuur met zoete
woorden om te proeven als perziken.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
De lente speelde door het stadsgeraas
en onverschillig woelden mensenbeelden,
plots zag ik jou in zonvlak van de straat,
ontroerd de vreugde wij verheelden.
De lente leende warm het schuchter woord,
de blijde groet naar de overzij wij zongen,
verblijd wij hebben hand in hand bekoord
een zomerlang ons juigend hart bedwongen.
en onverschillig woelden mensenbeelden,
plots zag ik jou in zonvlak van de straat,
ontroerd de vreugde wij verheelden.
De lente leende warm het schuchter woord,
de blijde groet naar de overzij wij zongen,
verblijd wij hebben hand in hand bekoord
een zomerlang ons juigend hart bedwongen.
-
Gast
[b
woorden
als woorden messen zouden zijn
zouden er hier al veel doden zijn
als woorden moesten zalvend zijn
zou men niet wenen van de pijn
als woorden dienen om te vechten
tweekamp, in een oorlog beslechten
als woorden vol van vrede zijn
zouden er geen messen nodig zijn
[/b]
woorden
als woorden messen zouden zijn
zouden er hier al veel doden zijn
als woorden moesten zalvend zijn
zou men niet wenen van de pijn
als woorden dienen om te vechten
tweekamp, in een oorlog beslechten
als woorden vol van vrede zijn
zouden er geen messen nodig zijn
[/b]
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Gedachten zijn in mijn hoofd,
duizend wensen in mijn hart,
niets heeft de vlam gedoofd
die mijn liefdesdromen tart,
zij slaan schoon en klaar omhoog
door het duisteren van de nacht,
brandend in de grauwe hemelboog
met nooit vermoede kracht,
omvat mijn denken in haar gloed
en heft boven lot en nood
de triomfante levensmoed
die sterker is dan jouw
niet-meer-willen-kennen.
duizend wensen in mijn hart,
niets heeft de vlam gedoofd
die mijn liefdesdromen tart,
zij slaan schoon en klaar omhoog
door het duisteren van de nacht,
brandend in de grauwe hemelboog
met nooit vermoede kracht,
omvat mijn denken in haar gloed
en heft boven lot en nood
de triomfante levensmoed
die sterker is dan jouw
niet-meer-willen-kennen.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Ik ben in al wat om mij henen staat
en open is en dacht dat ik niet was
tenzij stof slechts in de zonnestraat
het glinsteren van een regenplas.
Ik ben de liefde die geliefden dwingt
het delen van de aangesneden herinnering
het lied dat je zingt zonder mij in gedachte,
ik ben de bloem die bloeit in avondlicht
de klokkenzangen boven zomerland,
de vogel die jubelend de lucht inschicht
de warme berm die bloeit in wandelland,
ik ben het kind dat door het water plast
in diep geluk en plots bezinnend lacht,
ik ben de oude man die bukkend wast
zijn knobbelhanden en op jou wacht,
ik ben de stilte in een oude kerk
die vele eeuwen opgeborgen draagt
onder haar gewelf van vroom handenwerk
en die voortdurend aan het weten knaagt.
en open is en dacht dat ik niet was
tenzij stof slechts in de zonnestraat
het glinsteren van een regenplas.
Ik ben de liefde die geliefden dwingt
het delen van de aangesneden herinnering
het lied dat je zingt zonder mij in gedachte,
ik ben de bloem die bloeit in avondlicht
de klokkenzangen boven zomerland,
de vogel die jubelend de lucht inschicht
de warme berm die bloeit in wandelland,
ik ben het kind dat door het water plast
in diep geluk en plots bezinnend lacht,
ik ben de oude man die bukkend wast
zijn knobbelhanden en op jou wacht,
ik ben de stilte in een oude kerk
die vele eeuwen opgeborgen draagt
onder haar gewelf van vroom handenwerk
en die voortdurend aan het weten knaagt.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Voor alle mamma's
Weer lacht een kind in spiegel van uw bloed
en plots vloeit uw vlakte met bomen doorleefd
een beek stoeit bloemendans door uw dromen
dakrand vol vogels kroonzingt boven een stoet
en in u breken muren open aan het doorzicht
op de blauwe zee waar gij aan het strand
de schepen plant die door uw aderen zullen
varen om uit alle winden te vergaren.
Gij zendt uw handen in de tuin van ommelanden
de bloembladen te kleven aan de kelken,
het puin te ruimen en de nagelaten kranten,
de klokken te luiden en de dijken te versterken,
uw voeten op de steenwegen te toetsen
de ondergrondse lente aan de wortelen van
de jaren, de bladeren in potten te stoppen,
de plassen te poetsen en de maan op te klaren.
En menigvuldig verzamelt gij de dagen in
korven beramend hun nut vreugde en zorgen
om morgen een kind uw adem te laten en
glimlachend uw leven voor zijn blijzijn te geven.
Weer lacht een kind in spiegel van uw bloed
en plots vloeit uw vlakte met bomen doorleefd
een beek stoeit bloemendans door uw dromen
dakrand vol vogels kroonzingt boven een stoet
en in u breken muren open aan het doorzicht
op de blauwe zee waar gij aan het strand
de schepen plant die door uw aderen zullen
varen om uit alle winden te vergaren.
Gij zendt uw handen in de tuin van ommelanden
de bloembladen te kleven aan de kelken,
het puin te ruimen en de nagelaten kranten,
de klokken te luiden en de dijken te versterken,
uw voeten op de steenwegen te toetsen
de ondergrondse lente aan de wortelen van
de jaren, de bladeren in potten te stoppen,
de plassen te poetsen en de maan op te klaren.
En menigvuldig verzamelt gij de dagen in
korven beramend hun nut vreugde en zorgen
om morgen een kind uw adem te laten en
glimlachend uw leven voor zijn blijzijn te geven.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Ik geef gedichten en beelden
zonder het minste respons,
dat kan ik doen tot ik
minder weeg dan een ons,
het is alsof ik niet meer besta,
over mij heen wordt er gepraat
over jan en piet en klaas
over hilde die naar china gaat,
over jou wordt gezwegen,
te droevig hoe je me verliet helaas,
je bent niet meer hier aanwezig,
in mijn ogen nog een waas,
in een weldra reeds vergeten
is ze van me weggegaan,
maar in mij is ze gebleven,
in het verdriet wil ik terug naast je staan.
zonder het minste respons,
dat kan ik doen tot ik
minder weeg dan een ons,
het is alsof ik niet meer besta,
over mij heen wordt er gepraat
over jan en piet en klaas
over hilde die naar china gaat,
over jou wordt gezwegen,
te droevig hoe je me verliet helaas,
je bent niet meer hier aanwezig,
in mijn ogen nog een waas,
in een weldra reeds vergeten
is ze van me weggegaan,
maar in mij is ze gebleven,
in het verdriet wil ik terug naast je staan.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Hoe mooi is plotseling de tuin
na twee natte dagen
en hoe ik om je schrei nog altijd,
belachelijk zeg ik bij mezelf,
het leven gaat verder en ik loop
in de nietmeer te bereiken weg,
ik kan nauwelijks tot aan de deur gaan
om gedag te zeggen,
dan zet ik me neer in jou
en probeer te spreken van de forsythia
de narcissen al uitgebloeid
de kerria en de merel,
maar je doet mijn ogen toe
met tranen en ik zie alleen nog
schemering boven de daken
de wolk en de avond.
na twee natte dagen
en hoe ik om je schrei nog altijd,
belachelijk zeg ik bij mezelf,
het leven gaat verder en ik loop
in de nietmeer te bereiken weg,
ik kan nauwelijks tot aan de deur gaan
om gedag te zeggen,
dan zet ik me neer in jou
en probeer te spreken van de forsythia
de narcissen al uitgebloeid
de kerria en de merel,
maar je doet mijn ogen toe
met tranen en ik zie alleen nog
schemering boven de daken
de wolk en de avond.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Voor een eeuwigheid
van enkele jaren heb ik dit geschreven,
en te herlezen,
tot het vergaan ook van het papier
en van de gedachte,
tot de kromming van ht licht
terugkeert bij het ontstaan,
tot het zwijgen alles is
wat ooit heeft bestaan,
tot in het nu
alle tijd is die ooit is geweest,
tot het mogelijk is
dat een dode dit leest
of wie nog niet geboren is.
van enkele jaren heb ik dit geschreven,
en te herlezen,
tot het vergaan ook van het papier
en van de gedachte,
tot de kromming van ht licht
terugkeert bij het ontstaan,
tot het zwijgen alles is
wat ooit heeft bestaan,
tot in het nu
alle tijd is die ooit is geweest,
tot het mogelijk is
dat een dode dit leest
of wie nog niet geboren is.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Het meiliedje
niet gezongen
mensen die niet
met mij zijn jong geweest,
geen mei in mij,
ik lig gewrongen
in oneigen tijd,
geen omgeving
raak ik aan,
gedwongen ben ik
om opzij te gaan,
ik isoleer
met prikkeldraad
nabijheid,
raak me niet
met naakte vingers aan.
niet gezongen
mensen die niet
met mij zijn jong geweest,
geen mei in mij,
ik lig gewrongen
in oneigen tijd,
geen omgeving
raak ik aan,
gedwongen ben ik
om opzij te gaan,
ik isoleer
met prikkeldraad
nabijheid,
raak me niet
met naakte vingers aan.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Indien dit wordt uigewist, wat blijft er over
van het papier waarop ik werd geschreven ?
van de indruk van het woord ?
Is dit in ultra-violet te registreren ? als een
tijdelijk verleden ? te vermoeden in
de resterende warmte ?
Is dit tasten met doornen in het nest van de vogel ?
is waar de vlucht van de vogel is geweest de lucht
verandert en de massa van het niet-meer-zijn ?
Doet het pijn de vogel op te jagen ?
waarom zijn de vragen zo onuitwijkelijk gesteld
als het dichtslaan van een deur ?
van het papier waarop ik werd geschreven ?
van de indruk van het woord ?
Is dit in ultra-violet te registreren ? als een
tijdelijk verleden ? te vermoeden in
de resterende warmte ?
Is dit tasten met doornen in het nest van de vogel ?
is waar de vlucht van de vogel is geweest de lucht
verandert en de massa van het niet-meer-zijn ?
Doet het pijn de vogel op te jagen ?
waarom zijn de vragen zo onuitwijkelijk gesteld
als het dichtslaan van een deur ?
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Als je me hebt weggedacht zal het te laat zijn
om de tranen te storten en misschien vergeef
ik je nooit al zend ik mijn verdriet
in jouw denken, zo is een bittere vriend,
ik verf mijn grijze haren niet en mijn baard
laat ik staan, als je me ziet ga ik weg,
ik trek een lijkwade op waarachter ik huil,
je kunt me niet meer troosten,
ik ben een eenzaat geworden en heb
het gevecht om jou verloren,
het dwong me in het vergeten en drukte
mijn hoop in de aarde.
om de tranen te storten en misschien vergeef
ik je nooit al zend ik mijn verdriet
in jouw denken, zo is een bittere vriend,
ik verf mijn grijze haren niet en mijn baard
laat ik staan, als je me ziet ga ik weg,
ik trek een lijkwade op waarachter ik huil,
je kunt me niet meer troosten,
ik ben een eenzaat geworden en heb
het gevecht om jou verloren,
het dwong me in het vergeten en drukte
mijn hoop in de aarde.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Mijn emoties zijn opgegraven afgekrabt
te bleken gelegd mijn herinneringen
tussen de gedachten teruggevonden
met windels en vlaggen opgesierd
electronisch bewogen een lichaam
met armen en benen bevolen
arme minnaar die de straten afzoekt
om een huis van wonen weer te vinden
aan vrienden te tonen na te laten
beweeg niet zo berust in heden
en verleden dat alleen in jou bestaat
teveel heb je niet bemind.
te bleken gelegd mijn herinneringen
tussen de gedachten teruggevonden
met windels en vlaggen opgesierd
electronisch bewogen een lichaam
met armen en benen bevolen
arme minnaar die de straten afzoekt
om een huis van wonen weer te vinden
aan vrienden te tonen na te laten
beweeg niet zo berust in heden
en verleden dat alleen in jou bestaat
teveel heb je niet bemind.
-
lutim - Lid geworden op: 08 mar 2006, 13:54
Handen geven op afstand
en het herinneren niet aanraken,
onmachtig om wat ook te beheersen,
de pijn niet en het verloren zijn,
niet mijn rode ogen laten zien,
achter een donkere zonnebril
lijk ik iedereen,
maar kun je me niet vermoeden,
niet spreken over haar
die zonder weerkeer mogelijk
mij niet meer wil kennen, mijn stem
zou breken in een traan.
en het herinneren niet aanraken,
onmachtig om wat ook te beheersen,
de pijn niet en het verloren zijn,
niet mijn rode ogen laten zien,
achter een donkere zonnebril
lijk ik iedereen,
maar kun je me niet vermoeden,
niet spreken over haar
die zonder weerkeer mogelijk
mij niet meer wil kennen, mijn stem
zou breken in een traan.