Jure***
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen
Lieve Jure,
We respecteren jouw rustperiode maar weten dat je wel komt
lezen dus brengen wij jou vandaag, onze warme herfstgroetjes
en hopen je weldra hier terug te zien met prachtige nieuwe
gedichten ...
Liefs van Alter en Rankje (ook voor Lilian)
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
-
jure - Lid geworden op: 27 okt 2004, 11:28
Eerlijk, ik ben dankbaar dat zovelen mij blijven bezoeken. Maar ik heb nog niet de fut om iets behoorlijks te schrijven. Zelfs geen behoorlijke dank U wel.
Julien is er maar Jure vertoeft in een mistige sfeer, ondoorzichtbaar. Hij moet als het ware op de tast zijn weg zoeken en valt vaak over kleine dingen.
Het lijkt wel of Jure zich wil verstoppen en toch hints geven aan de zoekers opdat zij hem zouden vinden.
Iedere zin dat hij op papier zet vindt hij redicuul, waardeloos en niet de moeite om te posten.
Gelukkig voor hem kan hij nog wat teren op oude rommel die hij ooit schreef, maar zo blijft hij toch de band behouden met het forum dat hel dierbaar is.
Dat is het voorlopig. Ik lees jullie en ik lees jullie met genoegen, weet dat.
jure
Julien is er maar Jure vertoeft in een mistige sfeer, ondoorzichtbaar. Hij moet als het ware op de tast zijn weg zoeken en valt vaak over kleine dingen.
Het lijkt wel of Jure zich wil verstoppen en toch hints geven aan de zoekers opdat zij hem zouden vinden.
Iedere zin dat hij op papier zet vindt hij redicuul, waardeloos en niet de moeite om te posten.
Gelukkig voor hem kan hij nog wat teren op oude rommel die hij ooit schreef, maar zo blijft hij toch de band behouden met het forum dat hel dierbaar is.
Dat is het voorlopig. Ik lees jullie en ik lees jullie met genoegen, weet dat.
jure
Ik geef je geen hand. Ik wil je omhelzen.
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen
Beste vriend,
Heel blij je terug te zien zelfs zonder nieuw gedicht hoor !
Weten dat je komt lezen en geniet van wat wij allemaal in jouw
topic schrijven, is voor ons belangrijk ! Het bewijst dat je nog altijd
bij de 'bende' hoort
Neem je tijd...en als Jure en Julien zich teruggevonden zullen hebben,
dan gaan we hier weer heel bijzondere gedichten zien verschijnen...
Carpe diem en tot schrijfs !
Lieve groetjes van ons beiden voor jullie beiden
Alter en Rankje
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen
Jure,
Je gedicht 'De emmer van verdriet' staat op 14 Oktober
bij Poëzie van de dag en in het Prentenkabinet.
Vriendelijke groetjes van ons beiden,
Rankje en Alter
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
Gast

Beste jure,
Jouw tekst over 'De emmer van verdriet' staat hier blijkbaar op zijn plaats.
Ik kan alleen maar voor mezelf spreken natuurlijk,
maar wanneer ik hier iets kom schrijven is het niet om een woord van dank te krijgen.
Enkel een blijk van genegenheid en om te laten weten dat je niet vergeten wordt.
In de hoop dat de mist rondom jou verdwijnt, groetjes en tot ziens.
elleke
-
jure - Lid geworden op: 27 okt 2004, 11:28
Gemeen(te)(lijke)
Ik had vele vrienden gemaakt
Vreemden mensen
gaven me spontaan een hand
En wat zij mij vertelden
over de noden van ons land
Heeft me bijna diep geraakt
D’argumenten waren sterk
Iedereen had wel een oplossing
Een vernieuwd en veilig land
Zonder fout opnieuw bebossing
Het leek echt waar geen los zand
Maar ik hoorde weinig over werk
Ik dacht met hen iets te drinken
zij betalend als nieuwe vriend
Bleek dat ik mij grof vergiste
Zij waren hier niet van gediend
Eentje die door de tanden siste
was de prille vriendschap aan ‘t verdrinken
.
Terstond heb ik de vriendschap verbroken
Beter geen dan van dat soort
Mijn pa had me gewaarschuwd
Dat zo iemand je de grond in boort
Mijn nood aan vrienden is geluwd
Mijn naïef geloof werd bruut doorbroken
Ik had vele vrienden gemaakt
Vreemden mensen
gaven me spontaan een hand
En wat zij mij vertelden
over de noden van ons land
Heeft me bijna diep geraakt
D’argumenten waren sterk
Iedereen had wel een oplossing
Een vernieuwd en veilig land
Zonder fout opnieuw bebossing
Het leek echt waar geen los zand
Maar ik hoorde weinig over werk
Ik dacht met hen iets te drinken
zij betalend als nieuwe vriend
Bleek dat ik mij grof vergiste
Zij waren hier niet van gediend
Eentje die door de tanden siste
was de prille vriendschap aan ‘t verdrinken
.
Terstond heb ik de vriendschap verbroken
Beter geen dan van dat soort
Mijn pa had me gewaarschuwd
Dat zo iemand je de grond in boort
Mijn nood aan vrienden is geluwd
Mijn naïef geloof werd bruut doorbroken
Ik geef je geen hand. Ik wil je omhelzen.
-
schrijfster - Lid geworden op: 26 sep 2008, 16:16
- Locatie: nijmegen
Jure,
poosje hier blijven hangen en veel moois gelezen!
Ondanks dat het moeilijk gaat,
toch weer een gedicht hier te lezen.
Neem je rust, we vergeten je niet enne.......
ook ik heb hier voorlopig nog genoeg te lezen!!
Sterkte groetjes
Schrijfster/Loes
poosje hier blijven hangen en veel moois gelezen!
Ondanks dat het moeilijk gaat,
toch weer een gedicht hier te lezen.
Neem je rust, we vergeten je niet enne.......
ook ik heb hier voorlopig nog genoeg te lezen!!
Sterkte groetjes
Schrijfster/Loes
Tonen wat je hebt,is niet laten zien wie je bent.
-
jure - Lid geworden op: 27 okt 2004, 11:28
Kozowski Jan, Janus eigenlijk.
Hij vergeleek zich niet met Augustinus, die was zuiver in zijn denken. Hij kon enkel de Drievuldigheid niet vatten. De jongeling die het zeewater in een kuiltje deed gaf hem ook geen antwoord. Enkel nog meer verwarring.
Nadat hij gecontroleerd had of de autogordel niet uit de wagen hing zwierde hij het portier dicht en sloot de wagen door op het "knopje" te duwen.
Hij deed zijn vest aan en sloot de bovenste knoop van zijn overhemd.
Onbewust zuchtte hij. De verveling was na al die jaren in hem geslopen en temperde het enthousiasme dat hij had in het begin van zijn carrière.
Het maakte hem eigenlijk niet veel uit of de klant over ging tot een bestelling of niet. De wetenschap dat ook andere fabrikanten even goede producten maakten, maakten hem wat apathisch.
Hij duwde de winkeldeur open met de rechterhand een beetje onhandig eigenlijk en droeg zijn lederen aktentas in de linker, en een doosje met stalen onder de linkerarm.
Achter de receptie stond een dame die in haast niets verschilde van de honderden anderen. Goed gekleed, gekapt, een vriendelijk gezicht, totdat zij zag dat hij een vertegenwoordiger was.
Vriendelijk zei hij goedemorgen en snoof haar parfum tezelfdertijd.
Aldi potje, dacht hij grinnikend.
"Goedemorgen mevrouw, ik ben Jan Kozowski" snel voegde hij er aan toe :" Vergeet de familienaam maar, het is een tongbreker".
Zij knikte flauw glimlachend en duwde op de parlefoon.
"Peter, ene mijnheer Jan Kozo..en nog iets staat aan de receptie". Toen zij hoorde dat Jan verwacht werd deed zij teken dat hij haar mocht volgen, de trap op. Het was zeker haar eigen fout om voorop te lopen en zo een groot deel van haar overigens lange benen te laten zien aan Jan.
Waarschijnlijk wist ze het wel maar liet zij het zich welgevallen.
Jan was trouwens geen lelijke vijftiger. Hij had een natuurlijke bruine tint, licht grijzend haar, zo'n een meter vijfenzeventig groot en schouders die leken getraind te zijn. Maar dat kon ook het vestje zijn.
In de hall lag overal bordeaux rood tapijt. Hij hoorde noch zijn stappen, noch de hakken van de receptioniste. Dan kwam een man uit een kantoor, Peter, het kon haast niet anders en wenkte naar hem. "Kom maar door" zei hij, "hier is mijn kantoor". Jan draaide zich om om de dame te bedanken maar die was reeds verdwenen. Ook goed, dacht hij. Straks ga ik buiten zonder groet. Hij lachte wat bij die gedachte.
Mijnheer Peter bood hem een stoel aan en vroeg "koffie , thee, fris?". Voor Jan kon antwoorden was de receptioniste al daar met een dienblad met twee kannetjes, twee kopjes en twee glazen. En een fles fruitsap, zonder toegevoegde suiker.
Ah, daarom was je plots weg, dacht hij. Snel en adequaat, wel wel.
"Zo mijnheer Jan, tot straks" Wel verdorie, nu zet zij me voor blok en moet ik wel goededag zeggen als ik wegga, stelde hij innerlijk vast. Een gladde aal.Hij vroeg zich snel af hoe een vrouwtjes aal wel kon heten. Dat ging hij toch eens opzoeken, verzekerde hij zich.
Hij vergeleek zich niet met Augustinus, die was zuiver in zijn denken. Hij kon enkel de Drievuldigheid niet vatten. De jongeling die het zeewater in een kuiltje deed gaf hem ook geen antwoord. Enkel nog meer verwarring.
Nadat hij gecontroleerd had of de autogordel niet uit de wagen hing zwierde hij het portier dicht en sloot de wagen door op het "knopje" te duwen.
Hij deed zijn vest aan en sloot de bovenste knoop van zijn overhemd.
Onbewust zuchtte hij. De verveling was na al die jaren in hem geslopen en temperde het enthousiasme dat hij had in het begin van zijn carrière.
Het maakte hem eigenlijk niet veel uit of de klant over ging tot een bestelling of niet. De wetenschap dat ook andere fabrikanten even goede producten maakten, maakten hem wat apathisch.
Hij duwde de winkeldeur open met de rechterhand een beetje onhandig eigenlijk en droeg zijn lederen aktentas in de linker, en een doosje met stalen onder de linkerarm.
Achter de receptie stond een dame die in haast niets verschilde van de honderden anderen. Goed gekleed, gekapt, een vriendelijk gezicht, totdat zij zag dat hij een vertegenwoordiger was.
Vriendelijk zei hij goedemorgen en snoof haar parfum tezelfdertijd.
Aldi potje, dacht hij grinnikend.
"Goedemorgen mevrouw, ik ben Jan Kozowski" snel voegde hij er aan toe :" Vergeet de familienaam maar, het is een tongbreker".
Zij knikte flauw glimlachend en duwde op de parlefoon.
"Peter, ene mijnheer Jan Kozo..en nog iets staat aan de receptie". Toen zij hoorde dat Jan verwacht werd deed zij teken dat hij haar mocht volgen, de trap op. Het was zeker haar eigen fout om voorop te lopen en zo een groot deel van haar overigens lange benen te laten zien aan Jan.
Waarschijnlijk wist ze het wel maar liet zij het zich welgevallen.
Jan was trouwens geen lelijke vijftiger. Hij had een natuurlijke bruine tint, licht grijzend haar, zo'n een meter vijfenzeventig groot en schouders die leken getraind te zijn. Maar dat kon ook het vestje zijn.
In de hall lag overal bordeaux rood tapijt. Hij hoorde noch zijn stappen, noch de hakken van de receptioniste. Dan kwam een man uit een kantoor, Peter, het kon haast niet anders en wenkte naar hem. "Kom maar door" zei hij, "hier is mijn kantoor". Jan draaide zich om om de dame te bedanken maar die was reeds verdwenen. Ook goed, dacht hij. Straks ga ik buiten zonder groet. Hij lachte wat bij die gedachte.
Mijnheer Peter bood hem een stoel aan en vroeg "koffie , thee, fris?". Voor Jan kon antwoorden was de receptioniste al daar met een dienblad met twee kannetjes, twee kopjes en twee glazen. En een fles fruitsap, zonder toegevoegde suiker.
Ah, daarom was je plots weg, dacht hij. Snel en adequaat, wel wel.
"Zo mijnheer Jan, tot straks" Wel verdorie, nu zet zij me voor blok en moet ik wel goededag zeggen als ik wegga, stelde hij innerlijk vast. Een gladde aal.Hij vroeg zich snel af hoe een vrouwtjes aal wel kon heten. Dat ging hij toch eens opzoeken, verzekerde hij zich.
Laatst gewijzigd door jure op 02 dec 2017, 06:31, 1 keer totaal gewijzigd.
Ik geef je geen hand. Ik wil je omhelzen.
-
jure - Lid geworden op: 27 okt 2004, 11:28
Hij of zo
Hoe hij de wereld ziet, weet men niet.
Hij loopt voorbij een spiegel.
Die reflectie zegt hem niets.
Wat hij zelf ervaart, als hij onbedaart,
alles op z'n plaats weer legt.
en voorbij loopt aan een fiets.
Toch is er de tover, nieuwe pullover
met felle bonte kleuren.
En de zachtheid van kasjmier.
Die streelt hij dan, de kleine man,
droomt dan wazig weg,
men ziet d'expressie van plezier.
Als hij de wereld kent, zichzelf herkent
dat weet men echt nog niet.
Nog is de afgrond meters diep.
Dat hij kind is, gewoon een kind is
dat weet ik dan weer wel.
Dat gisteren plots, Jure riep.
Hoe hij de wereld ziet, weet men niet.
Hij loopt voorbij een spiegel.
Die reflectie zegt hem niets.
Wat hij zelf ervaart, als hij onbedaart,
alles op z'n plaats weer legt.
en voorbij loopt aan een fiets.
Toch is er de tover, nieuwe pullover
met felle bonte kleuren.
En de zachtheid van kasjmier.
Die streelt hij dan, de kleine man,
droomt dan wazig weg,
men ziet d'expressie van plezier.
Als hij de wereld kent, zichzelf herkent
dat weet men echt nog niet.
Nog is de afgrond meters diep.
Dat hij kind is, gewoon een kind is
dat weet ik dan weer wel.
Dat gisteren plots, Jure riep.
Ik geef je geen hand. Ik wil je omhelzen.
-
jure - Lid geworden op: 27 okt 2004, 11:28
Maar toch is het waar
Als de wind, ‘s nachts, de bomen wiegt
en hun takken plagend tegen de ramen slaan
Willen kinderen nerveus, angstig
maar vol verwachting slapen gaan
Als een paard, ‘s nachts, door koude briest
maar toch trots en dapper het ruige weer trotseert
Wordt het zeker bereden door
hem die door ieder kind wordt vereert
Zie de man, zwart, zachtjes zingend
en zijn hart vol vreugde zwellend, bijna uitpuilt
De pakjes door hem geladen nakijkt
waardoor hij geen enkel kindje uitsluit
Zie de Sint, hijgend, door ouderdom
toch nog lachen en praten tegen zijn knecht
Dan weet je met zekerheid
Sinterklaas en Zwarte Pïet bestaan echt
Als de wind, ‘s nachts, de bomen wiegt
en hun takken plagend tegen de ramen slaan
Willen kinderen nerveus, angstig
maar vol verwachting slapen gaan
Als een paard, ‘s nachts, door koude briest
maar toch trots en dapper het ruige weer trotseert
Wordt het zeker bereden door
hem die door ieder kind wordt vereert
Zie de man, zwart, zachtjes zingend
en zijn hart vol vreugde zwellend, bijna uitpuilt
De pakjes door hem geladen nakijkt
waardoor hij geen enkel kindje uitsluit
Zie de Sint, hijgend, door ouderdom
toch nog lachen en praten tegen zijn knecht
Dan weet je met zekerheid
Sinterklaas en Zwarte Pïet bestaan echt
Ik geef je geen hand. Ik wil je omhelzen.

