--"Ons Dagboek"--
-
Bomi - Lid geworden op: 09 aug 2002, 20:54
- Locatie: Hasselt
-
-
-
( waar gebeurd verhaal )
Op de vlucht voor de oorlog.
Moeder komt naar buiten gelopen één hand tegen haar mond geklemd roepend “ Het is oorlog! O mijn God! O mijn God! Wat gaat er nu gebeuren? ‘ De mannen kwamen sneller naar huis dan normaal, het nieuws zorgde overal voor paniek.
Die avond werd er samen met de familie en buren overleg gepleegd, zo ging dat in die tijd. Buren wáren buren. We zouden vluchten zo ver mogelijk weg van de vijand. Koortsachtig werden de nodige voorbereidingen getroffen, de vrouwen zorgden voor alles wat het huishouden aanging, de mannen voor het transport. Mijn vader en één van de ooms hadden twee herenfietsen aan elkaar gesleuteld, op de twee buizen in ’t middenstuk lag een stevige houten plank die dienen moest om zoveel mogelijk bagage op te stapelen. Ieder in de groep had een fiets bij de hand volgeladen met huisgerief. Alleen mijn moeder en een van de buurvrouwen duwden elk een wandelwagentje met soms één soms twee kinderen in. De bodem onderin nog volgestouwd met dekens waar ik als één van de twee kleinste bovenop zat.
Het vertrek is me ontgaan, alleen weet ik dat we de ganse dag stapten duwden en trokken elkaar verder helpend waar nodig was. De grote wegen werden zoveel mogelijk gemeden ‘ te gevaarlijk vonden ze.’ Een paar nachten kregen we onderdak op een boerderij in de hooischuur. Slapen gebeurde met de kleren aan en een deken over je heen. Wat me het meest bijgebleven is zijn de vroege morgens . Opstaan en regelrecht iedereen naar de waterput, de mannen haalden de emmer naar boven en de wasbeurt kon beginnen. Mannen in bloot bovenlijf de bretellen hingen over de broek omlaag, kinderen spetterden en maakten ook toen plezier. Her rare is dat er me van eten niets is bijgebleven, maakten de vrouwen het zelf, kochten ze het op de boerderij of kregen we het? Ik weet het niet meer.
Stappen en lopen dat was het enige wat telde, om de weg zo kort mogelijk te houden liepen we dwars door de weiden om zo het volgende dorp te bereiken. Uit de groep achter ons werd luid geroepen en gefoeterd, een van de buurvrouwen had in een koeienvla getrapt! De mannen hadden plezier en grinnikten, de vrouwen probeerden met een handenvol gras de schade te herstellen. Die kleine tegenslag was snel vergeten toen even later de sirene in de verte bomalarm gaf. Iedereen sleepte de fietsen onder een boom en ging schuilen in een greppel tot het alarm afgeblazen werd. Op één van die schuilpartijen vlogen mijn neef en ik snel in een gracht, te laat merkten we dat er water in stond. Resultaat een uitbrander van de twee mama’s. Droge kleren gezocht en weer verder.
Hoe ver we al waren weet ik niet maar het was wel zo dat er vluchtelingen ons voorbij kwamen uit de andere richting. Informatie werd uitgewisseld toch trokken we verder. Mijn grootmoeder had haar been bezeerd was denkelijk ook doodmoe kon haast niet meer stappen. Geen probleem besloten de mannen, waar eerst de meeste bagage gelegen had op die dubbele fiets werd plaats gemaakt, zo dat ze er kon zitten, gesteund door de hoop bagage. Voor de mannen een extra last. Het grote probleem was dat telkens er bomalarm was de bomma er niet al te zacht vanaf werd gehaald en aan de kant gedeponeerd. Jaren later werd er thuis door de kinderen nog mee gelachen: ‘Alarm bomma in de gracht! ‘ Je riskeerde wel een oorvijg want ook dat hoorde bij die tijd.
Méér en meer mensen kwamen ons uit de andere richting tegemoet, we hoorden dan voor de eerste keer dat de Duitsers zich vóór ons bevonden en dat we bijna aan de Franse grens zaten. Het was in een klein dorp, één grote straat en een paar zijstraatjes. Na overleg werd er beslist dat we bij de pastorij zouden aanbellen, de pastoor trok een bedenkelijk gezicht bij het aanhoren van ons verhaal maar was dadelijk bereid ons te helpen. Hij vergezelde ons naar een kleine feestzaal de enige die de parochie rijk was. Op de scène liet hij door een paar inwoners uit het dorp stro uitspreiden daar konden we de nacht doorbrengen. Er werd geplaagd dat er beslist ratten in het stro zaten wat ons kinderen wel waar leek je hoorde alleen geritsel. Stadskinderen weten niet dat stro altijd ritselt en kraakt.
Midden in de nacht was er bomalarm, de koster die vlakbij woonde kwam ons halen en bracht ons naar een schuilkelder, koud met dekens omgeslagen zaten we op elkaar gepakt in het donker. Mijn vader zat op een lage bank op elke knie een kind, mijn broer en ikzelf, zijn sterke armen om ons heen. Boven onze hoofden hoorden we de kogels fluiten en doffere slagen van granaten. Angst was voelbaar, allesoverheersend. Eén van de dorpelingen bad in ’t Frans, wij in ’t Vlaams. Dat heeft zo geduurd tot het begon te klaren en het alarm werd afgeblazen. Iedereen opgelucht naar buiten, alleen mijn vader kon zich niet bewegen, zijn benen weigerden dienst. Door het lange zitten in dezelfde houding was zijn bloedsomloop gestremd. Een van de ooms en mijn grootvader hebben hem naar buiten gedragen op zijn rug in ’t vochtige gras gelegd. Hoe lang ze zijn benen gewreven en geplooid hebben weet ik niet maar na een tijdje was hij weer klaar om te lopen. De dorpelingen gaven ons iets te eten en er werd ons aangeraden rechtsomkeer te maken. Eén van hen stond via radio in contact met het geheime leger en bevestigde dat de Duitsers onze kant opkwamen.
Van de terugtocht herinner ik me niets. Raar maar waar, iedereen was moe denkelijk heb ik veel geslapen. We waren net één week op weg geweest. Dichter bij huis is een van de buren op zijn fiets gesprongen en vooruit gereden om de toestand thuis te verkennen. De man bracht het nieuws dat onze straat vol stond met geparkeerde legervoertuigen die blijkbaar uit een andere richting Hasselt binnen getrokken waren. Dat beeld van die colonne zie ik nog altijd, hoef er mijn ogen niet eens voor te sluiten.
Nadien begon de tijd van verduisteren, ( bevel is bevel ) ramen en deuren beplakt met donker papier en oude dekens zodra het begon te schemeren. Nog later het schuilen in onze kelder, omgebouwd als slaapruimte de plafonds verstevigd met treinbiels. Het keldergat was afgesloten om maar geen licht door te laten. Een kleine anekdote, onze buren die zelf geen kelder hadden kwamen bij bomalarm bij ons schuilen in de kelder. Op een nacht stond plots de buurman in z’n ondergoed bij ons in de kelder met zijn broek over zijn arm geslagen. Mijn vader vroeg waar zijn vrouw was, hij had haar gewoon vergeten! Dat was angst hebben!
Het werd een tijd van rantsoenering, zegeltjes en kopen in ’t zwart tegen woekerprijzen. In ons kleine tuintje was geen bloemetje te vinden, aardappelen en groenten des te meer. Eén keer in de week een vleesmaaltijd, brood en pap van afgeroomde melk.
Honger had je niet, je wist niet beter, toch hebben we het overleefd.
Bomi
( 2003 )
-
-
( waar gebeurd verhaal )
Op de vlucht voor de oorlog.
Moeder komt naar buiten gelopen één hand tegen haar mond geklemd roepend “ Het is oorlog! O mijn God! O mijn God! Wat gaat er nu gebeuren? ‘ De mannen kwamen sneller naar huis dan normaal, het nieuws zorgde overal voor paniek.
Die avond werd er samen met de familie en buren overleg gepleegd, zo ging dat in die tijd. Buren wáren buren. We zouden vluchten zo ver mogelijk weg van de vijand. Koortsachtig werden de nodige voorbereidingen getroffen, de vrouwen zorgden voor alles wat het huishouden aanging, de mannen voor het transport. Mijn vader en één van de ooms hadden twee herenfietsen aan elkaar gesleuteld, op de twee buizen in ’t middenstuk lag een stevige houten plank die dienen moest om zoveel mogelijk bagage op te stapelen. Ieder in de groep had een fiets bij de hand volgeladen met huisgerief. Alleen mijn moeder en een van de buurvrouwen duwden elk een wandelwagentje met soms één soms twee kinderen in. De bodem onderin nog volgestouwd met dekens waar ik als één van de twee kleinste bovenop zat.
Het vertrek is me ontgaan, alleen weet ik dat we de ganse dag stapten duwden en trokken elkaar verder helpend waar nodig was. De grote wegen werden zoveel mogelijk gemeden ‘ te gevaarlijk vonden ze.’ Een paar nachten kregen we onderdak op een boerderij in de hooischuur. Slapen gebeurde met de kleren aan en een deken over je heen. Wat me het meest bijgebleven is zijn de vroege morgens . Opstaan en regelrecht iedereen naar de waterput, de mannen haalden de emmer naar boven en de wasbeurt kon beginnen. Mannen in bloot bovenlijf de bretellen hingen over de broek omlaag, kinderen spetterden en maakten ook toen plezier. Her rare is dat er me van eten niets is bijgebleven, maakten de vrouwen het zelf, kochten ze het op de boerderij of kregen we het? Ik weet het niet meer.
Stappen en lopen dat was het enige wat telde, om de weg zo kort mogelijk te houden liepen we dwars door de weiden om zo het volgende dorp te bereiken. Uit de groep achter ons werd luid geroepen en gefoeterd, een van de buurvrouwen had in een koeienvla getrapt! De mannen hadden plezier en grinnikten, de vrouwen probeerden met een handenvol gras de schade te herstellen. Die kleine tegenslag was snel vergeten toen even later de sirene in de verte bomalarm gaf. Iedereen sleepte de fietsen onder een boom en ging schuilen in een greppel tot het alarm afgeblazen werd. Op één van die schuilpartijen vlogen mijn neef en ik snel in een gracht, te laat merkten we dat er water in stond. Resultaat een uitbrander van de twee mama’s. Droge kleren gezocht en weer verder.
Hoe ver we al waren weet ik niet maar het was wel zo dat er vluchtelingen ons voorbij kwamen uit de andere richting. Informatie werd uitgewisseld toch trokken we verder. Mijn grootmoeder had haar been bezeerd was denkelijk ook doodmoe kon haast niet meer stappen. Geen probleem besloten de mannen, waar eerst de meeste bagage gelegen had op die dubbele fiets werd plaats gemaakt, zo dat ze er kon zitten, gesteund door de hoop bagage. Voor de mannen een extra last. Het grote probleem was dat telkens er bomalarm was de bomma er niet al te zacht vanaf werd gehaald en aan de kant gedeponeerd. Jaren later werd er thuis door de kinderen nog mee gelachen: ‘Alarm bomma in de gracht! ‘ Je riskeerde wel een oorvijg want ook dat hoorde bij die tijd.
Méér en meer mensen kwamen ons uit de andere richting tegemoet, we hoorden dan voor de eerste keer dat de Duitsers zich vóór ons bevonden en dat we bijna aan de Franse grens zaten. Het was in een klein dorp, één grote straat en een paar zijstraatjes. Na overleg werd er beslist dat we bij de pastorij zouden aanbellen, de pastoor trok een bedenkelijk gezicht bij het aanhoren van ons verhaal maar was dadelijk bereid ons te helpen. Hij vergezelde ons naar een kleine feestzaal de enige die de parochie rijk was. Op de scène liet hij door een paar inwoners uit het dorp stro uitspreiden daar konden we de nacht doorbrengen. Er werd geplaagd dat er beslist ratten in het stro zaten wat ons kinderen wel waar leek je hoorde alleen geritsel. Stadskinderen weten niet dat stro altijd ritselt en kraakt.
Midden in de nacht was er bomalarm, de koster die vlakbij woonde kwam ons halen en bracht ons naar een schuilkelder, koud met dekens omgeslagen zaten we op elkaar gepakt in het donker. Mijn vader zat op een lage bank op elke knie een kind, mijn broer en ikzelf, zijn sterke armen om ons heen. Boven onze hoofden hoorden we de kogels fluiten en doffere slagen van granaten. Angst was voelbaar, allesoverheersend. Eén van de dorpelingen bad in ’t Frans, wij in ’t Vlaams. Dat heeft zo geduurd tot het begon te klaren en het alarm werd afgeblazen. Iedereen opgelucht naar buiten, alleen mijn vader kon zich niet bewegen, zijn benen weigerden dienst. Door het lange zitten in dezelfde houding was zijn bloedsomloop gestremd. Een van de ooms en mijn grootvader hebben hem naar buiten gedragen op zijn rug in ’t vochtige gras gelegd. Hoe lang ze zijn benen gewreven en geplooid hebben weet ik niet maar na een tijdje was hij weer klaar om te lopen. De dorpelingen gaven ons iets te eten en er werd ons aangeraden rechtsomkeer te maken. Eén van hen stond via radio in contact met het geheime leger en bevestigde dat de Duitsers onze kant opkwamen.
Van de terugtocht herinner ik me niets. Raar maar waar, iedereen was moe denkelijk heb ik veel geslapen. We waren net één week op weg geweest. Dichter bij huis is een van de buren op zijn fiets gesprongen en vooruit gereden om de toestand thuis te verkennen. De man bracht het nieuws dat onze straat vol stond met geparkeerde legervoertuigen die blijkbaar uit een andere richting Hasselt binnen getrokken waren. Dat beeld van die colonne zie ik nog altijd, hoef er mijn ogen niet eens voor te sluiten.
Nadien begon de tijd van verduisteren, ( bevel is bevel ) ramen en deuren beplakt met donker papier en oude dekens zodra het begon te schemeren. Nog later het schuilen in onze kelder, omgebouwd als slaapruimte de plafonds verstevigd met treinbiels. Het keldergat was afgesloten om maar geen licht door te laten. Een kleine anekdote, onze buren die zelf geen kelder hadden kwamen bij bomalarm bij ons schuilen in de kelder. Op een nacht stond plots de buurman in z’n ondergoed bij ons in de kelder met zijn broek over zijn arm geslagen. Mijn vader vroeg waar zijn vrouw was, hij had haar gewoon vergeten! Dat was angst hebben!
Het werd een tijd van rantsoenering, zegeltjes en kopen in ’t zwart tegen woekerprijzen. In ons kleine tuintje was geen bloemetje te vinden, aardappelen en groenten des te meer. Eén keer in de week een vleesmaaltijd, brood en pap van afgeroomde melk.
Honger had je niet, je wist niet beter, toch hebben we het overleefd.
Bomi
( 2003 )
Dankbaar met het verleden, je blik open voor het heden!
-
ria - Lid geworden op: 09 sep 2004, 13:19
- Locatie: waar het goed is om wonen...
De dagen rijgen zich aaneen,
gaan open en toe,
een nieuwe week, even nog
en het is zomer.
Zomer, halfweg dit jaar,
zolang de dagen lengen is er hoop
en daarna, als er elke dag een
seconde minder tikt?
Een seconde minder, dat wel
maar tevens een seconde dichter
bij de dood, mijn dood.
Neen, beangstig U niet!
Staat er niet geschreven;
"Waak en bid, want ge kent dag noch uur."
Van kindsaf heeft die gedachte
mij bezig gehouden,
natuurlijk niet constant, maar wel regelmatig.
Mijn moeder, die een blije vrouw was,
heeft mij dat geleerd,
niet in woorden maar in daden.
Als kind, adolescente en zelfs als jonge moeder
kon deze gedachte mij angst aanjagen,
maar stilaan heeft die angst mij verlaten
om plaats te maken voor een zekerheid.
Een mens kent dag noch uur,
en dat is maar goed ook,
maar...eens ruilen we allemaal het heden
voor een nieuw leven,
zijn wij er klaar voor,
ben ik er klaar voor?
Als ik zelf mag oordelen,
is er nog heel wat werk aan de winkel,
ik zal nog veel moeten 'loslaten'
zal dat loslaten geleidelijk verlopen,
op plots, Hij weet het.
Ik hoop dat Hij mij nog tijd geeft,
om te doen, wat volgens mij
nog moet gedaan worden.
Verder laat ik het aan Hem over!
Hij, die met ieder van ons
en elke dag, over de wereld gaat.
een ochtendbezinning,
ria
15.06.09
gaan open en toe,
een nieuwe week, even nog
en het is zomer.
Zomer, halfweg dit jaar,
zolang de dagen lengen is er hoop
en daarna, als er elke dag een
seconde minder tikt?
Een seconde minder, dat wel
maar tevens een seconde dichter
bij de dood, mijn dood.
Neen, beangstig U niet!
Staat er niet geschreven;
"Waak en bid, want ge kent dag noch uur."
Van kindsaf heeft die gedachte
mij bezig gehouden,
natuurlijk niet constant, maar wel regelmatig.
Mijn moeder, die een blije vrouw was,
heeft mij dat geleerd,
niet in woorden maar in daden.
Als kind, adolescente en zelfs als jonge moeder
kon deze gedachte mij angst aanjagen,
maar stilaan heeft die angst mij verlaten
om plaats te maken voor een zekerheid.
Een mens kent dag noch uur,
en dat is maar goed ook,
maar...eens ruilen we allemaal het heden
voor een nieuw leven,
zijn wij er klaar voor,
ben ik er klaar voor?
Als ik zelf mag oordelen,
is er nog heel wat werk aan de winkel,
ik zal nog veel moeten 'loslaten'
zal dat loslaten geleidelijk verlopen,
op plots, Hij weet het.
Ik hoop dat Hij mij nog tijd geeft,
om te doen, wat volgens mij
nog moet gedaan worden.
Verder laat ik het aan Hem over!
Hij, die met ieder van ons
en elke dag, over de wereld gaat.
een ochtendbezinning,
ria
15.06.09
Onder uw bescherming, o Moeder van God en ook onze moeder.
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Na ettelijke regendagen was er in de voormiddag een twijfelende zon.
Ik trok mijn stoute schoenen aan, in dit geval mijn rubberen laarzen, op zoek naar mijn dagvlinders. De weide, waar in de lente de oranjetipjes van pinksterbloem naar pinksterbloem fladderden is nu ingenomen door bruine zandoogjes en op de bladeren van de braamstruiken pronken de mooiogende dikkopjes. Ik heb hun voelsprietjes goed bekeken om niet in affronten te vallen, als ik ze straks promoveer tot "vlindertje van de dag" in mijn topic. Geel...ik heb er zelfs mijn leesbril voor opgezet.
Terwijl ik mijn digitaaltje scherp stel landt er een dazerik op mijn hand. Eerst neem ik de foto om dan die dwazerik te verjagen, te laat natuurlijk... Een jeukende witte "broebel" is het gevolg.
Het brengt me terug naar mijn kinderjaren, een prikje van een insect werd verzorgd door de algenezende "moedertjeszalf".
Nostalgisch keer ik huiswaarts, waar moeders rozen in de bloei staan.
Robbe
Ik trok mijn stoute schoenen aan, in dit geval mijn rubberen laarzen, op zoek naar mijn dagvlinders. De weide, waar in de lente de oranjetipjes van pinksterbloem naar pinksterbloem fladderden is nu ingenomen door bruine zandoogjes en op de bladeren van de braamstruiken pronken de mooiogende dikkopjes. Ik heb hun voelsprietjes goed bekeken om niet in affronten te vallen, als ik ze straks promoveer tot "vlindertje van de dag" in mijn topic. Geel...ik heb er zelfs mijn leesbril voor opgezet.
Terwijl ik mijn digitaaltje scherp stel landt er een dazerik op mijn hand. Eerst neem ik de foto om dan die dwazerik te verjagen, te laat natuurlijk... Een jeukende witte "broebel" is het gevolg.
Het brengt me terug naar mijn kinderjaren, een prikje van een insect werd verzorgd door de algenezende "moedertjeszalf".
Nostalgisch keer ik huiswaarts, waar moeders rozen in de bloei staan.
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
ria - Lid geworden op: 09 sep 2004, 13:19
- Locatie: waar het goed is om wonen...
als tierelantijntjes hangen ze in mijn gedachten,
frivool slingerend en genietend,
grinnikend en ...afwachtend.
afwachtend, op wie, op wat?
de tierelantijntjes weten het (nog) niet,
maar ze hebben een klein vermoeden.
...en ik, ik heb binnenpretjes...
zojuist gebankierd - online - dat moet ook gebeuren,
zeker als er niet al teveel opstaat, moet er
zorgvuldig mee omgesprongen worden.
wat minder binnenpretjes, als ik denk
aan wat nog allemaal moet betaald worden.
soms wel eens gevaarlijk, als de ene bankiert
en de andere de centen uit de muur haalt.
enfin, tot nu toe zijn er geen potten gebroken,
hopen dat dit zo blijft.
Neen, wij gooien niet met serviezen,
zelfs niet met de alleroudsten,
die bewaar ik als een kleinood,
het trouwservies van mijn ouders,
en nog wat schotels en schalen van
mijn schoonouders.
maar of onze kinderen daar ook allemaal
zin in zullen hebben, is een ander paar mouwen.
de petatjes wachten en de rest ook,
want manlief moet straks weer gaan vergaderen,
dus met spoed en goede moed. Tot later...
mvg.
ria
frivool slingerend en genietend,
grinnikend en ...afwachtend.
afwachtend, op wie, op wat?
de tierelantijntjes weten het (nog) niet,
maar ze hebben een klein vermoeden.
...en ik, ik heb binnenpretjes...
zojuist gebankierd - online - dat moet ook gebeuren,
zeker als er niet al teveel opstaat, moet er
zorgvuldig mee omgesprongen worden.
wat minder binnenpretjes, als ik denk
aan wat nog allemaal moet betaald worden.
soms wel eens gevaarlijk, als de ene bankiert
en de andere de centen uit de muur haalt.
enfin, tot nu toe zijn er geen potten gebroken,
hopen dat dit zo blijft.
Neen, wij gooien niet met serviezen,
zelfs niet met de alleroudsten,
die bewaar ik als een kleinood,
het trouwservies van mijn ouders,
en nog wat schotels en schalen van
mijn schoonouders.
maar of onze kinderen daar ook allemaal
zin in zullen hebben, is een ander paar mouwen.
de petatjes wachten en de rest ook,
want manlief moet straks weer gaan vergaderen,
dus met spoed en goede moed. Tot later...
mvg.
ria
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Ik buig het hoofd
teneergedrukt
Poëzie uit het
verband gerukt
Alweer een zielsgenoot
die met de noorderzon vertrekt
De kroon ontbloot
gebrek aan respect
Als ik moet gaan
vertoon begrip
Ik kan niet overleven
op een zinkend schip
Robbe
teneergedrukt
Poëzie uit het
verband gerukt
Alweer een zielsgenoot
die met de noorderzon vertrekt
De kroon ontbloot
gebrek aan respect
Als ik moet gaan
vertoon begrip
Ik kan niet overleven
op een zinkend schip
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
denook - Lid geworden op: 20 aug 2006, 13:25
- Locatie: Vlaams-Brabant
Abraham Darby,
De vele tuinliefhebbers en kenners hier zullen lachen met denook, waar
komt die nu nog mee aandraven! En toch vertel ik het.
Gisteren was ik door omstandigheden op bezoek bij een neef van mij, ge-
boren in hetzelfde goede jaar 1937.
Voor ik, nu bijna drie jaar geleden, verhuisde naar Asse, woonden we op
minder dan twee kilometers van elkaar, gemeten in vogelvlucht.
En toch - vraag me niet waarom, ik weet het niet - was ik nooit bij hem
op bezoek geweest. En nu, zoals gezegd door omstandigheden, belde
ik aan.
"Gilbert zit in zijn tuin" zei tant Jeanne (-laatste 'e' niet uitspreken-).
Tant Jeanne is geen tante, gewoon een aangetrouwde nicht, doch ieder-
een noemt haar 'tant jeanne'; vraag weer niet waarom, ik weet het niet.
Ik zocht Gilbert op in 'zijn' tuin en daar viel ik van de ene verbazing in de
andere; bloemen, planten en struiken, vijvertjes, fruit en groenten, alles
verdeeld over hoekjes en percelen, omzoomd door weer ander moois.
Gilbert genoot van mijn bewonderende aandacht en zijn ogen straalden
toen hij mijn honger naar kennis kon stillen.
Zo zag ik grote aarden potten, gevuld met een mengeling van aarde,
mest en verhakseld goed. Daar werden stekken in geplant om later in de
tuin te worden bijgezet.
En nog zoveel meer; zelfs ria zou er misschien nog verwonderd hebben
bijgestaan ... denk ik toch, want van ria's tuin hebben we ook het laatste
nog niet gezien.
Er was ook een enorme variëteit aan rozen, in potten geplant en op stok,
zodat de bloemen op neushoogte hingen.
Daar zag ik dan de wonderbaarlijke 'Abraham Darby' roos. Ze was de
minst mooiste van alle rozen eromheen; maar wat een geur !!!
Steek je neus in de roos en je ruikt een parfum die niet te beschrijven is.
'Kozzen' Gilbert en tant Jeann(e), ik spring zeker nog eens binnen.
De rondleiding en de conversatie waren niet af, en ook ...
ik wil 'Abraham Darby' nog eens ruiken.
denook
De vele tuinliefhebbers en kenners hier zullen lachen met denook, waar
komt die nu nog mee aandraven! En toch vertel ik het.
Gisteren was ik door omstandigheden op bezoek bij een neef van mij, ge-
boren in hetzelfde goede jaar 1937.
Voor ik, nu bijna drie jaar geleden, verhuisde naar Asse, woonden we op
minder dan twee kilometers van elkaar, gemeten in vogelvlucht.
En toch - vraag me niet waarom, ik weet het niet - was ik nooit bij hem
op bezoek geweest. En nu, zoals gezegd door omstandigheden, belde
ik aan.
"Gilbert zit in zijn tuin" zei tant Jeanne (-laatste 'e' niet uitspreken-).
Tant Jeanne is geen tante, gewoon een aangetrouwde nicht, doch ieder-
een noemt haar 'tant jeanne'; vraag weer niet waarom, ik weet het niet.
Ik zocht Gilbert op in 'zijn' tuin en daar viel ik van de ene verbazing in de
andere; bloemen, planten en struiken, vijvertjes, fruit en groenten, alles
verdeeld over hoekjes en percelen, omzoomd door weer ander moois.
Gilbert genoot van mijn bewonderende aandacht en zijn ogen straalden
toen hij mijn honger naar kennis kon stillen.
Zo zag ik grote aarden potten, gevuld met een mengeling van aarde,
mest en verhakseld goed. Daar werden stekken in geplant om later in de
tuin te worden bijgezet.
En nog zoveel meer; zelfs ria zou er misschien nog verwonderd hebben
bijgestaan ... denk ik toch, want van ria's tuin hebben we ook het laatste
nog niet gezien.
Er was ook een enorme variëteit aan rozen, in potten geplant en op stok,
zodat de bloemen op neushoogte hingen.
Daar zag ik dan de wonderbaarlijke 'Abraham Darby' roos. Ze was de
minst mooiste van alle rozen eromheen; maar wat een geur !!!
Steek je neus in de roos en je ruikt een parfum die niet te beschrijven is.
'Kozzen' Gilbert en tant Jeann(e), ik spring zeker nog eens binnen.
De rondleiding en de conversatie waren niet af, en ook ...
ik wil 'Abraham Darby' nog eens ruiken.
denook
-
denook - Lid geworden op: 20 aug 2006, 13:25
- Locatie: Vlaams-Brabant
Arch'educ
Zes minuten stappen tot het station van Asse; deed dit reeds zo menig
keer, omdat ik graag reis met de trein.
Tijdens het weekend, tien minuten sporen tot Brussel; op geen enkele
andere manier gaat het vlugger en rustiger.
Al stappend komt men langs een oud statig gebouw.
Langs de gevel hangen twee smalle vlaggen, vertikaal opgespannen, met
'Arch'educ' er mooi op uitgeschreven.
Ik stond er nooit bij stil, want als ik naar het station ga zit ik in gedachten
al op de trein, en bij het terugkeren wordt er reeds ingezoomd op 'thuis'.
Tot ik een paar maand geleden een mooi verzorgde folder in de bus
kreeg, over ... jawel, Arch'educ:
'driemaandelijks magazine - jaargang 2 -
nummer 4 - april, mei, juni 2009
LENTE 2009.'
Het was zo mooi uitgegeven, met aangepaste kleuren ook, dat ik wou
verder lezen.
En nu weet ik wat 'Arch'educ' betekent:
het is de Volkshogeschool Halle-Vilvoorde (-zonder Brussel-), vzw.
Bij het voorwoord van de Algemeen Directeur merkte ik dat de man een
oud-leerling van mij was; zo bleef ik nog wat doorlezen: cursussen,
workshops, projecten, lezingen, ...
Het was een uittesten waard en ik schreef me in voor:
'Leren kijken naar beeldende kunst'.
Zes woensdagavonden les van 19:45 tot 21:45; en later een toetsen van
de opgedane kennis met een bezoek aan het KMSK in Brussel.
Het wedervaren bij de lessen en het museumbezoek kunnen het onder-
werp uitmaken van een volgend dagboekfragment hier.
denook
Zes minuten stappen tot het station van Asse; deed dit reeds zo menig
keer, omdat ik graag reis met de trein.
Tijdens het weekend, tien minuten sporen tot Brussel; op geen enkele
andere manier gaat het vlugger en rustiger.
Al stappend komt men langs een oud statig gebouw.
Langs de gevel hangen twee smalle vlaggen, vertikaal opgespannen, met
'Arch'educ' er mooi op uitgeschreven.
Ik stond er nooit bij stil, want als ik naar het station ga zit ik in gedachten
al op de trein, en bij het terugkeren wordt er reeds ingezoomd op 'thuis'.
Tot ik een paar maand geleden een mooi verzorgde folder in de bus
kreeg, over ... jawel, Arch'educ:
'driemaandelijks magazine - jaargang 2 -
nummer 4 - april, mei, juni 2009
LENTE 2009.'
Het was zo mooi uitgegeven, met aangepaste kleuren ook, dat ik wou
verder lezen.
En nu weet ik wat 'Arch'educ' betekent:
het is de Volkshogeschool Halle-Vilvoorde (-zonder Brussel-), vzw.
Bij het voorwoord van de Algemeen Directeur merkte ik dat de man een
oud-leerling van mij was; zo bleef ik nog wat doorlezen: cursussen,
workshops, projecten, lezingen, ...
Het was een uittesten waard en ik schreef me in voor:
'Leren kijken naar beeldende kunst'.
Zes woensdagavonden les van 19:45 tot 21:45; en later een toetsen van
de opgedane kennis met een bezoek aan het KMSK in Brussel.
Het wedervaren bij de lessen en het museumbezoek kunnen het onder-
werp uitmaken van een volgend dagboekfragment hier.
denook
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen
Doolhof
Dwarrelend
in de kronkelende paden
van je geheugen
als in een doolhof.......
Gezichten
met bange ogen,
volgen elkaar op
in duizelingwekkende snelheid.
Je probeert die te stoppen,
wil een naam erop kleven
maar vergeefs.....
het lukt je niet !
Voor de zoveelste keer
stel je mij vragen.....
altijd dezelfde.
Ik probeer
geduldig te blijven en....
herhaal..... herhaal.....
wetende dat het geen zin heeft.
Straks,
als ik terug thuis ben,
ga je mij weer
meermaals opbellen
en ik zal herhalen en herhalen,
tot mijn geduld op is !
Een beetje boos,
zal ik ons gesprek inkorten...
Daarna, weer dat schuldgevoel,
maar mijn geduld was op ....
En als je mij,
nog even terugbelt
vóór het slapengaan
heb je weer alles vergeten...
'k voel me beter.
Ik wou je niet pijn doen,
mammie.......
'k hou zo veel van jou !
Bosrankje
Augustus 2007
Twee jaar geleden geschreven... en nu ?
Dwarrelend
in de kronkelende paden
van je geheugen
als in een doolhof.......
Gezichten
met bange ogen,
volgen elkaar op
in duizelingwekkende snelheid.
Je probeert die te stoppen,
wil een naam erop kleven
maar vergeefs.....
het lukt je niet !
Voor de zoveelste keer
stel je mij vragen.....
altijd dezelfde.
Ik probeer
geduldig te blijven en....
herhaal..... herhaal.....
wetende dat het geen zin heeft.
Straks,
als ik terug thuis ben,
ga je mij weer
meermaals opbellen
en ik zal herhalen en herhalen,
tot mijn geduld op is !
Een beetje boos,
zal ik ons gesprek inkorten...
Daarna, weer dat schuldgevoel,
maar mijn geduld was op ....
En als je mij,
nog even terugbelt
vóór het slapengaan
heb je weer alles vergeten...
'k voel me beter.
Ik wou je niet pijn doen,
mammie.......
'k hou zo veel van jou !
Bosrankje
Augustus 2007
Twee jaar geleden geschreven... en nu ?
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Hemelsblauw
zo begon de dag
slechts enkele witte wolkjes dreven aan het uitspansel
als witte zeilen op een zee van azuur.
Maar naarmate de uren verstreken kwamen er kapers op de kust
en weldra was de hemel grauw.
Het water van de Zwarte Beek kabbelde als vanouds.
Westwaarts. Via de Demer naar de Schelde.
Ik ontdek een nieuw vlindertje. Het koevinkje fladdert in het gras en zet zich neer op een lange spriet. Het posseert gewillig. Net zoals een kever op het blad van de zwarte els. Geel met zwarte vlekken. Een gevlekte smalboktor volgens mijn natuurgids.
Mijn paadje langs de beek is bijna dichtgegroeid. Ik waan me even in het regenwoud. Vanmorgen in de krant las ik nog iets over het regenwoud.
Gedoemd om te verdwijnen. 2035 wordt vooropgesteld. Verontrustend.
Even later ontwaar ik nog een mooi vlindertje op een netelblad. Wit met zwarte vlekken. Het blijft roerloos zitten. Vlindertje van de dag. Als ik zijn naam gevonden heb...
mvg
Robbe
zo begon de dag
slechts enkele witte wolkjes dreven aan het uitspansel
als witte zeilen op een zee van azuur.
Maar naarmate de uren verstreken kwamen er kapers op de kust
en weldra was de hemel grauw.
Het water van de Zwarte Beek kabbelde als vanouds.
Westwaarts. Via de Demer naar de Schelde.
Ik ontdek een nieuw vlindertje. Het koevinkje fladdert in het gras en zet zich neer op een lange spriet. Het posseert gewillig. Net zoals een kever op het blad van de zwarte els. Geel met zwarte vlekken. Een gevlekte smalboktor volgens mijn natuurgids.
Mijn paadje langs de beek is bijna dichtgegroeid. Ik waan me even in het regenwoud. Vanmorgen in de krant las ik nog iets over het regenwoud.
Gedoemd om te verdwijnen. 2035 wordt vooropgesteld. Verontrustend.
Even later ontwaar ik nog een mooi vlindertje op een netelblad. Wit met zwarte vlekken. Het blijft roerloos zitten. Vlindertje van de dag. Als ik zijn naam gevonden heb...
mvg
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Niet VTM kleurt mijn dag
dat doe ik zelf wel
en dat kan wel eens buiten de lijntjes zijn
dat bepaal ik zelf
de zon bepaalt mijn ochtend
ze roept me naar
de natuur
de weide ruikt heerlijk
naar versgemaaid hooi
een aroma vol herinneringen
ik groet de bomen
de bloemen
de vlinders
zoals Marc eertijds
de dingen
ochtendklanken van het vogelenkoor
mijn mp3 speler
ik groet mijn tuin
en pluk frambozen
heerlijk
Robbe
dat doe ik zelf wel
en dat kan wel eens buiten de lijntjes zijn
dat bepaal ik zelf
de zon bepaalt mijn ochtend
ze roept me naar
de natuur
de weide ruikt heerlijk
naar versgemaaid hooi
een aroma vol herinneringen
ik groet de bomen
de bloemen
de vlinders
zoals Marc eertijds
de dingen
ochtendklanken van het vogelenkoor
mijn mp3 speler
ik groet mijn tuin
en pluk frambozen
heerlijk
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
ria - Lid geworden op: 09 sep 2004, 13:19
- Locatie: waar het goed is om wonen...
De eerste uitgebloeide rozen
zijn nu teruggesnoeid,
even nog en ze verjongen zich.
Kon dat bij een mens ook maar,
een versleten gewricht,
knip, knip,
en het groeit terug aan.
Dwaasheid, natuurlijk,
ik ben al blij dat de grijze cellen
het voorlopig nog niet laten afweten,
alhoewel, namen, namen?
Cijfers in alle maten en getallen,
geen problemen,
maar hoe heet dat kleine bloempje ook weer?
O, ja,
VERGEET-MIJ-NIET!
ria
zijn nu teruggesnoeid,
even nog en ze verjongen zich.
Kon dat bij een mens ook maar,
een versleten gewricht,
knip, knip,
en het groeit terug aan.
Dwaasheid, natuurlijk,
ik ben al blij dat de grijze cellen
het voorlopig nog niet laten afweten,
alhoewel, namen, namen?
Cijfers in alle maten en getallen,
geen problemen,
maar hoe heet dat kleine bloempje ook weer?
O, ja,
VERGEET-MIJ-NIET!
ria
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen
Je bloemen hangen in flarden en trillen... trillen....
Waarom heb je het opgegeven ?
De kracht en de schoonheid van de jonge bloesems
die je omringen laten je nog meer voelen dat je het
niet meer aankan !
Je was zo mooi, twee maanden geleden....
met je roze huid, bijna doorschijnend, wel een beetje
teer en schuw...
En nu... op de eerste zomerdag, ben je aan het afsterven...
Het doet me pijn !
Put je krachten zo diep mogelijk uit de grond... je moet
erin geloven !
Kijk naar de zon, achter de wolken... haar warme streling
wil je helpen... aanvaard haar zoenen en groei...
Waarom vecht je niet ? Je bladeren verschrompelen, worden
bruin en vallen een per een op de lauwe stenen...
Nu moet ik gaan slapen en wie weet hoe je morgen eruit ziet ?
Ik wil blijven hopen dat je nog even wil pronken en bewijzen
dat je gelooft in het leven.... mijn lieve roze clematis...
Zo vroeg al uitgebloeid ?
Bosrankje/Clematis
Waarom heb je het opgegeven ?
De kracht en de schoonheid van de jonge bloesems
die je omringen laten je nog meer voelen dat je het
niet meer aankan !
Je was zo mooi, twee maanden geleden....
met je roze huid, bijna doorschijnend, wel een beetje
teer en schuw...
En nu... op de eerste zomerdag, ben je aan het afsterven...
Het doet me pijn !
Put je krachten zo diep mogelijk uit de grond... je moet
erin geloven !
Kijk naar de zon, achter de wolken... haar warme streling
wil je helpen... aanvaard haar zoenen en groei...
Waarom vecht je niet ? Je bladeren verschrompelen, worden
bruin en vallen een per een op de lauwe stenen...
Nu moet ik gaan slapen en wie weet hoe je morgen eruit ziet ?
Ik wil blijven hopen dat je nog even wil pronken en bewijzen
dat je gelooft in het leven.... mijn lieve roze clematis...
Zo vroeg al uitgebloeid ?
Bosrankje/Clematis
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....