Samen dichten, samen schrijven...
-
tinneke 58 - Lid geworden op: 01 mar 2006, 08:34
- Locatie: antwerpen, ekeren
ook ik heb een hekel aan zinloos geweld,
maar wie niet ...
de gevolgen van een oorlog
kunnen we dagelijks (jammer genoeg)
zien en lezen in de media
zal dat ooit stoppen ?
ik denk,
zolang er mensen zijn zeker en vast niet
Kind van de oorlog
Hongerige monden
Grote bange ogen
Verwoestte stad
Ruïnes van huizen,
die er gisteren nog stonden
Een doordringende geur
van rottend vlees
Op de hoek van de straat
een wenend kind
Waarschijnlijk nu een wees
Naast elkaar geplante tenten
Vuil, vochtig en koud
Vooraan een stuk plastiek
Dat moet doorgaan voor deur
Binnen in de woonplaats
de familie samengepropt
De hongerige schreiende baby,
grootmoeder kwijlend
paars van de kou en stokoud
En ik sta recht,
na het laatavond journaal
Zet de verwarming alvast hoger,
zo is het s’ morgens warm en aangenaam
Ik ben verkouden
en drink nog een grog
Plots moet ik denken aan dat kind
aan het kind van de oorlog
Het kind zonder naam
Het kleine wezentje,
met grote bange ogen
Die tengere gedaante,
hulpeloos en nog zo klein
Er overvalt me een gevoel
van diepe schaamte
Schaamte om al mijn weelde
Schaamte,
om mens te zijn…

Tinneke
maar wie niet ...
de gevolgen van een oorlog
kunnen we dagelijks (jammer genoeg)
zien en lezen in de media
zal dat ooit stoppen ?
ik denk,
zolang er mensen zijn zeker en vast niet
Kind van de oorlog
Hongerige monden
Grote bange ogen
Verwoestte stad
Ruïnes van huizen,
die er gisteren nog stonden
Een doordringende geur
van rottend vlees
Op de hoek van de straat
een wenend kind
Waarschijnlijk nu een wees
Naast elkaar geplante tenten
Vuil, vochtig en koud
Vooraan een stuk plastiek
Dat moet doorgaan voor deur
Binnen in de woonplaats
de familie samengepropt
De hongerige schreiende baby,
grootmoeder kwijlend
paars van de kou en stokoud
En ik sta recht,
na het laatavond journaal
Zet de verwarming alvast hoger,
zo is het s’ morgens warm en aangenaam
Ik ben verkouden
en drink nog een grog
Plots moet ik denken aan dat kind
aan het kind van de oorlog
Het kind zonder naam
Het kleine wezentje,
met grote bange ogen
Die tengere gedaante,
hulpeloos en nog zo klein
Er overvalt me een gevoel
van diepe schaamte
Schaamte om al mijn weelde
Schaamte,
om mens te zijn…

Tinneke
Een dag niet geschreven is een dag zonder passie...
-
bo'ke - Lid geworden op: 28 apr 2007, 19:47

als ge van ze leven in de westhoek passeert
deur regen en noorderwinden
keert omme de tijd als g'alhier passeert
den oorlog ga je hier were vinden
ja, 't is den oorlog da je hier were vindt
en 't graf van duizend soldaten
altijd iemands vader altijd iemands kind
nu doodstil en godverlaten
laat de bomen nu maar zwijgen en dat 't gras niets vertelt
en de wind moet 't ook maar niet zingen
dat julder'n dood tot niets hè geteld
dat waren al te schrik'lijke dingen
Willem Vermandere
'zalig druk' heb ik het en ik geniet ervan
dus minder vrije tijd om te dichten en toch : ik geniet ervan
'zalig genieten'
.
dus minder vrije tijd om te dichten en toch : ik geniet ervan
'zalig genieten'
.
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Het heeft ook niets te maken met 11 november...alhoewel...we herdenken op 11 november de Wapenstilstand.
In Auschwitz bezocht ik ooit het concentratiekamp. De waanzin van de oorlog ten top. De groep waar ik bij was bezocht ook de gaskamers...zelf kon ik die stap niet zetten...Verschrikkelijk...
Robbe

In Auschwitz bezocht ik ooit het concentratiekamp. De waanzin van de oorlog ten top. De groep waar ik bij was bezocht ook de gaskamers...zelf kon ik die stap niet zetten...Verschrikkelijk...
Robbe

walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
denook - Lid geworden op: 20 aug 2006, 13:25
- Locatie: Vlaams-Brabant
Mijn bijdrage bij het 1-november gebeuren ging over een
jeugdherinnering: het jaarlijks terugkerende helpen met
de stootkar vol chrysanten.
Alterego heeft er een foto bijgeplaatst. De man op de foto
was ik natuurlijk niet - ik was misschien 10 jaar.
Voor 11 november heb ik ook een apart verhaal.
Bij ons (-in Opwijk-) wordt geen sint-Nicolaas gevierd,
doch wel Sint-Maarten, samen met de ganse streek rond
Aalst.
Sint-Maarten wordt dan weer gevierd op ... jawel 11 november.
Toen mijn zoon filip in de lagere school zat deed hij mee aan
een prijsvraag van een plaatselijke radio.
De vraag was: geef een mooi verschil tussen Sint-Nicolaas
en Sint-Maarten.
Hij won de eerste prijs met als antwoord: Sint-Maarten is
veel kleiner dan Sint-Nicolaas, doch hij, en niet Sint-Nicolaas
kan ons ieder jaar een school-verlofdag geven.
groeten in vriendschap - -denook- -
jeugdherinnering: het jaarlijks terugkerende helpen met
de stootkar vol chrysanten.
Alterego heeft er een foto bijgeplaatst. De man op de foto
was ik natuurlijk niet - ik was misschien 10 jaar.
Voor 11 november heb ik ook een apart verhaal.
Bij ons (-in Opwijk-) wordt geen sint-Nicolaas gevierd,
doch wel Sint-Maarten, samen met de ganse streek rond
Aalst.
Sint-Maarten wordt dan weer gevierd op ... jawel 11 november.
Toen mijn zoon filip in de lagere school zat deed hij mee aan
een prijsvraag van een plaatselijke radio.
De vraag was: geef een mooi verschil tussen Sint-Nicolaas
en Sint-Maarten.
Hij won de eerste prijs met als antwoord: Sint-Maarten is
veel kleiner dan Sint-Nicolaas, doch hij, en niet Sint-Nicolaas
kan ons ieder jaar een school-verlofdag geven.
groeten in vriendschap - -denook- -
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen

Zoals Tinneke schrijft in de inleiding van haar prachtig gedicht,
zolang er mensen zullen zijn, zal er spijtig genoeg oorlog blijven
bestaan!
Als men naar de Bijbel refereert, begint het met twee broers,
Caïn en Abel...... een strijd tot in de dood !
Bij broers en zusters begint het heel vroeg, met speelgoed, maar
soms vechten ze voor een erfenis, worden vijanden en zien elkaar
nooit meer!
Sommige "ouders" mishandelen en folteren hun kinderen en, veel
meer dan men denkt, vice-versa gebeurt het ook!
Twee mensen die ooit van elkaar hielden, kunnen tot op moord
gaan en voeren soms een echte oorlog voor hun bezittingen....
Rivaliteiten met ongelooflijke zwaar gevolgen ziet men ook op
school, sport en werk !
Buren kunnen tot alles in staat zijn voor iets dat begon als een
simpele betwisting of misverstand !
In de loop der geschiedenis volgt de ene oorlog de andere en de
arme leerlingen hebben soms moeilijk om al die data te onthouden.
Geld, macht, geloof, talen, rassen, enz.... zullen eeuwig mensen
doen vechten en spijtig genoeg kunnen wij heel weinig aan veranderen......
En toch....... misschien zouden wij moeten proberen in de mate
van onze mogelijkheden, de kleine ruzies en gevechten te ver-
minderen.....Het is al een goed begin !!!
Hoop doet leven en geen woorden maar daden
mijn vader altijd!
Groetjes in vrede en vriendschap van ons beiden
Bosrankje
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Elk jaar na de bloemenhulde aan het standbeeld van de onbekende soldaat trekken de oud-strijders van Beringen traditiegetrouw naar het soldatenkapelleke op de Muizenheide. In 1914 sneuvelden hier 4 Belgische soldaten tijdens hevige gevechten met de Duitsers. Op de plaats waar de 4 soldaten een voorlopig graf hadden gevonden, liet moeder Schroyen een kapel bouwen. Dat had ze beloofd als haar zoon veilig en wel van het front zou weerkeren.
Aan het kruisje op het noodgraf van de gesneuvelde soldaten hing een gedicht, geschreven door onderwijzer Quintens. Zelfs de Duitsers verwijderden de tekst niet.
Sluimert zacht hier langs de straten.
Sluimert zacht in 't Beeringsch zand,
Gij heldhaftige soldaten,
Die hier vielt voor 't Vaderland.
Ver van d'uwen gingt gij sneven,
Ach, en d' uwen wenen licht,
Dat het hun niet is gegeven
't Graf te sieren waar gij ligt.
Maar 't zijn d'onzen al die vielen,
Wij, ook Belgen, komen thans
Biddend op uw graven knielen
En u bieden bloem en krans.
Sluimert zacht, gij vier soldaten
Die hier vielt, 't geweer in d' hand
Sluimert zacht hier langs de straten
God bewaar ons Belgenland.
Robbe

Aan het kruisje op het noodgraf van de gesneuvelde soldaten hing een gedicht, geschreven door onderwijzer Quintens. Zelfs de Duitsers verwijderden de tekst niet.
Sluimert zacht hier langs de straten.
Sluimert zacht in 't Beeringsch zand,
Gij heldhaftige soldaten,
Die hier vielt voor 't Vaderland.
Ver van d'uwen gingt gij sneven,
Ach, en d' uwen wenen licht,
Dat het hun niet is gegeven
't Graf te sieren waar gij ligt.
Maar 't zijn d'onzen al die vielen,
Wij, ook Belgen, komen thans
Biddend op uw graven knielen
En u bieden bloem en krans.
Sluimert zacht, gij vier soldaten
Die hier vielt, 't geweer in d' hand
Sluimert zacht hier langs de straten
God bewaar ons Belgenland.
Robbe

walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Meester Roosen en zuster Raphaël, de plichtsbewuste hoofden van de jongens- en meisjesschool van Beverlo, leerden hun leerlingen in 1915 volgend lied aan:
Vaderlands gebed
Zegen het land, o Heer,
De zee, het veld, de heuvel.
Dat Uwe hand al euvel
van Belgisch bodem keer.
Zegen het land, o Heer (bis)
Zegen het volk, o Heer,
Gebieder, burger, werker.
Maakt geest en armen sterker
en aller harten teer
Zegen het volk, o Heer (bis)
Zegen de Vorst, o Heer
Zijn doel, zijn daad, zijn pogen
zijn wijsheid en vermogen
en dat hij lang regeer
Zegen de Vorst, o Heer (bis)
Zegen ons leger, Heer,
daarginds op de slagvelden
Schenk moed aan onze helden
en breng ze spoedig weer
in hun familie, Heer (bis)
Schrijver van het lied vermeld mijn bron niet.
Robbe
Vaderlands gebed
Zegen het land, o Heer,
De zee, het veld, de heuvel.
Dat Uwe hand al euvel
van Belgisch bodem keer.
Zegen het land, o Heer (bis)
Zegen het volk, o Heer,
Gebieder, burger, werker.
Maakt geest en armen sterker
en aller harten teer
Zegen het volk, o Heer (bis)
Zegen de Vorst, o Heer
Zijn doel, zijn daad, zijn pogen
zijn wijsheid en vermogen
en dat hij lang regeer
Zegen de Vorst, o Heer (bis)
Zegen ons leger, Heer,
daarginds op de slagvelden
Schenk moed aan onze helden
en breng ze spoedig weer
in hun familie, Heer (bis)
Schrijver van het lied vermeld mijn bron niet.
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen

Beste vrienden,
Voor de zoveelste keer kom ik weer terug met de
klaprozen, maar ik heb nog gisteren iets gevonden
op Google ( Mijmeringen van een zekere Jef Vermeire)
en ik vond het wel interessant :
Nergens in ons land zijn de klaprozen, de papaverbloemen, zo dieprood,
zo bloedrood, als in de Westhoek, vooral langsheen de IJzer, waar eens
een groot stuk van "den grooten oorlog" zich heeft afgespeeld.
Vriend en vijand zijn die bloedrode bloemen opgevallen.
We vinden ze terug bij Erich Maria Remarque in zijn meesterlijk
anti-oorlogsboek “Im Westen nichts Neues”.
Het bloed dat op het slagveld wordt vergoten is "rot wie Klatschmohne
in Flandern". Ook in “Der Weg zurück”, een vervolg op zijn eerste boek,
gebruikte Remarque het beeld van de bloedrode papavers.
Dat beeld liet die vredesbode niet los.
Maar ook anderen hangen vast aan het beeld van de bloedrode papavers
als zinnebeeld van het bloed van honderdduizenden jongeren die aan het
Vlaamse front sneuvelden.
De Duitse journalist Karlheinz Pieroth, die zelf
als zeventienjarige in 1941 naar het Russisch front werd gestuurd, schreef een aangrijpend artikel over de frontstreek.
Hij fotografeerde daarbij onder meer de papavers en schreef:
"der Klatschmohn auf den Feldern der flanderischen Ebenen
wurde zum Symbol für den sinnlosen Tod der hier über 500.000
blühende junge Leben auslöschte".
In de wereld van het British Commenwealth gelden de poppies nog steeds als het herdenkingssymbool voor de doden van de Eerste Wereldoorlog.
Wanneer op 11 november de Engelse herdenkingsplechtigheid in Londen
doorgaat, o.m. in aanwezigheid van de koningin, regent het op het einde
papieren ‘poppies’: rode papieren bloemekens met een zwart hart.
Voor hen komt dit symbool uit het prachtige gedicht van Dr. John Mac Grae:
"In Flanders Fields". Mac Grae was een Canadese luitenant kolonel-geneesheer.
Hij was op 30 november 1872 geboren te Guelph in Ontario en stierf
op 28 januari 1918 in het Frans-Vlaamse kuststadje Wimereux.
Hij was dan 46 jaar oud. Zijn gedicht schreef hij op 3 mei 1915, in een Rode-kruis-
hulppost van Boezinge bij Ieper, aan de oever van de Ieperlee, nabij het nu nog bestaande 'Essex Farm Cemetary'.
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses row on row
That mark our place; and in the sky
The larks still bravely singing, fly
Scare heart amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow
Loved and were loved. and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold in high.
If you break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies blow
In Flanders fields.
Dat gedicht werd talloze keren vertaald. Ook in het Nederlands bestaan er verschillende versies, o.m. een van Bert Decorte, die het dichts aansluit bij de oorspronkelijke Engelse tekst :
In Vlaanderens velden staan papavers rood
tussen de kruisen, root aan root,
die merken onze plaats; en in de lucht
reppen leeuweriken, luid zingend nog, hun vlucht,
maar in 't geschut beneden klinkt hun lied verloren.
Wij zijn de doden. Pas is de dag voorbij
dat wij leefden, sneefden, zagen de dageraad gloren,
beminden, werden bemind, en nu, nu liggen wij
in Vlaanderens voren.
Zet onze strijd met de vijand voort;
begevend reiken onze handen u de toorts;
het is uw taak ze hoog te dragen.
Beschaamt gij 't vertrouwen in ons, de gevelden,
dan slapen wij niet, ofschoon papavers blaken
in Vlaanderens velden.
Onze grote dichter Anton Van Wilderode, schrijversnaam van E.H. Cyriel Coupé, maakte op basis van de tekst van Dr. Mac Grae een ode aan hen die "streden voor dat schoon land waarvan zij zonen waren", aan onze Vlaamse doden :
In Flanders Fields staan de papavers rood
onder het zwart gelid der houten kruisen.
De leeuwerik vliegt tegen vuur en dood
gevederd in de hemel van Diksmuide
en zaait zijn lied tussen schrapnels en schroot.
Wij zijn de doden thans. maar kortgeleden
nog levenden die liefhadden en streden
voor dat schoon land waarvan wij zonen waren.
Nu liggen wij allen in Vlaanderens aarde
In Flanders fields!
In Flanders Fields staan de papavers rood
tegen de grijze schilden van de zerken.
De wind waait als een boom boven het groot
landschap tussen Langemark en Klerken
dat zich beschermt gelijk een moederschoot.
Wij zijn de doden thans. Maar kort geleden
nog levenden met leuzen en gebeden
voor dat schoon land waarvan wij zonen waren.
Nu liggen wij voorgoed in Vlaanderens aarde,
In Flanders Fields!
In Flanders Fields staan de papavers rood
als roest gespat over verminkte graven.
De blauwvoet met zijn zuivre vleugels stoot
tegen de hiëroglyfen van de namen,
die regen leest de zwarte letters bloot.
Wij zijn de doden thans. Maar kortgeleden
nog levenden almachtig aangetreden
voor dat schoon land waarvan wij zonen waren.
Nu liggen wij doodstil in Vlaanderens aarde,
in Flanders Fields!
Prettige dag en lieve groetjes in VREDE en
VRIENDSCHAP van ons beiden
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
-
jancactus - Lid geworden op: 06 nov 2006, 10:41
- Locatie: meerhout
Bezoek aan concentratiekamp Fort Breendonk
“Vrede is de naam voor de periode tussen twee oorlogen”
Mijmeringen 1
stapvoets stug
en schrille stemmen
gefnuikt in het bars gemoed
met kringenogen leeg en diep
stapt een dwergenstoet voorbij
als een gekraakte rug
bitter knarsen tanden
op ethers van verzuchting
spieren knakken
bruine handen
vruchten van arbeidssleet
bladeren gloeiig stekend af
scherpe vloeken
rake schoppen
porren mensenleed vooruit
als nukkig vee
dronken wakers
vloeken en tieren
schieten stalen lopen leeg
op wat niet meer beweegt
dolle honden
blaffen bijtend
op commando van de baas
die lacht en brult
op het ongewild verdriet
bar gehijg van winterwinden
spant de vezels in elk lijf
waterstroom uit donderkoppen
weekt de lompen tot een huid
zonneschichten pikken spichtig
ruggekluwen rottend vlees
droge kloven bijten
onmeedogend dorre happen uit de lip
en zij, de vormelozen
vervloeken god en kloten
voor een kom koolsoep
en een kropvol schimmelbrood
zwetig zwoegend
koortsig en verfrommeld
spotprent voor magere hein
werken zich de dwergen door de tijd
tellen dagen
snikken maandenlang
hopen jaren op verlossing
tot het onverwacht eind
dat geregeld ongelegen
zijn bezoek brengt aan dit kamp
de verlossing uit het kreperen
het laatste greintje eergevoel
afschilt van de wrakken
uit onbegrip en pijn
waar is nu de trots
blij te mogen lachen
en mee te mogen streven
naar het nieuwe groots concept
de verlossing uit de crisis
de progressie van de tijd
arbeid maakt vrij
de slogan van onze grote leider
in “mein Kampf”
Mijmeringen 2
een brakke stroom van schrille stemmen
scheurt de sonore stilte in mijn koude cel
aufstehen und mitkommen
schopt mijn lome afgepeigerde vlees
tot laatste energie
de zon maakt blind
maar in een glimp zie ik mijn maats
verstard in zwijgend handenwrijven
als een wapperend flard
ik poseer met holle uitgebrande ogen
voor een vredesduif
en haar geweer
een rij soldaten als ik het goed zie
en dood
het wachten op genadeschot
zonder laatste sigaret
mijn lust tot leven is verlept
ik vraag een priester en een troostend kruis
hij hangt aan de paal naast mij
fluistert hij zacht
ziek en uitgedoofd
scherpe kreten en bevelen
doen mij ontwaken uit mijn droom
mijn stoomhoofd bons---t
de eerste kogel treft mijn mond als een knagende zoen
een verwarrende sensatie koud en heet
ik spuug twee tanden en een keelgat en
ik snik of hik
een tweede spijkert mijn hersens aan de houten paal
en perst mij lachend
op het bord “men slacht een ploert”
“Judenfreund”
mijn naamkaart voor de eeuwen
ik voel plots niks
ik zak doorheen mijn obstakel
in de koele warmte van een lichte nacht
als in een donzige bloemkelk
en fluister heel zacht dank je
magisch mooi en toch vertrapt
denk ik
of ik nu herboren word?
jancactus
“Vrede is de naam voor de periode tussen twee oorlogen”
Mijmeringen 1
stapvoets stug
en schrille stemmen
gefnuikt in het bars gemoed
met kringenogen leeg en diep
stapt een dwergenstoet voorbij
als een gekraakte rug
bitter knarsen tanden
op ethers van verzuchting
spieren knakken
bruine handen
vruchten van arbeidssleet
bladeren gloeiig stekend af
scherpe vloeken
rake schoppen
porren mensenleed vooruit
als nukkig vee
dronken wakers
vloeken en tieren
schieten stalen lopen leeg
op wat niet meer beweegt
dolle honden
blaffen bijtend
op commando van de baas
die lacht en brult
op het ongewild verdriet
bar gehijg van winterwinden
spant de vezels in elk lijf
waterstroom uit donderkoppen
weekt de lompen tot een huid
zonneschichten pikken spichtig
ruggekluwen rottend vlees
droge kloven bijten
onmeedogend dorre happen uit de lip
en zij, de vormelozen
vervloeken god en kloten
voor een kom koolsoep
en een kropvol schimmelbrood
zwetig zwoegend
koortsig en verfrommeld
spotprent voor magere hein
werken zich de dwergen door de tijd
tellen dagen
snikken maandenlang
hopen jaren op verlossing
tot het onverwacht eind
dat geregeld ongelegen
zijn bezoek brengt aan dit kamp
de verlossing uit het kreperen
het laatste greintje eergevoel
afschilt van de wrakken
uit onbegrip en pijn
waar is nu de trots
blij te mogen lachen
en mee te mogen streven
naar het nieuwe groots concept
de verlossing uit de crisis
de progressie van de tijd
arbeid maakt vrij
de slogan van onze grote leider
in “mein Kampf”
Mijmeringen 2
een brakke stroom van schrille stemmen
scheurt de sonore stilte in mijn koude cel
aufstehen und mitkommen
schopt mijn lome afgepeigerde vlees
tot laatste energie
de zon maakt blind
maar in een glimp zie ik mijn maats
verstard in zwijgend handenwrijven
als een wapperend flard
ik poseer met holle uitgebrande ogen
voor een vredesduif
en haar geweer
een rij soldaten als ik het goed zie
en dood
het wachten op genadeschot
zonder laatste sigaret
mijn lust tot leven is verlept
ik vraag een priester en een troostend kruis
hij hangt aan de paal naast mij
fluistert hij zacht
ziek en uitgedoofd
scherpe kreten en bevelen
doen mij ontwaken uit mijn droom
mijn stoomhoofd bons---t
de eerste kogel treft mijn mond als een knagende zoen
een verwarrende sensatie koud en heet
ik spuug twee tanden en een keelgat en
ik snik of hik
een tweede spijkert mijn hersens aan de houten paal
en perst mij lachend
op het bord “men slacht een ploert”
“Judenfreund”
mijn naamkaart voor de eeuwen
ik voel plots niks
ik zak doorheen mijn obstakel
in de koele warmte van een lichte nacht
als in een donzige bloemkelk
en fluister heel zacht dank je
magisch mooi en toch vertrapt
denk ik
of ik nu herboren word?
jancactus
stekelig maar tof
-
ria - Lid geworden op: 09 sep 2004, 13:19
- Locatie: waar het goed is om wonen...
Uit: “Zeg mij waar die bloemen zijn” geschreven door Gaston Durnez
“Beelden uit de eerste wereldoorlog in Vlaanderen”
Het leed van de krijgsgevangene en van zijn gezin was een thema dat de volksziel diep beroerde.
Velen waren dan ook met het drama van de naar Duitsland weggevoerde soldaten geconfronteerd.
De liedjes over krijgsgevangenen riepen de scheiding van vrouw en kinderen op in aandoenlijk naïeve woorden.
“Een brief uit ’t kamp” verhaalt over een gevangen soldaat die snakt naar een brief van zijn vrouw en nieuws over zijn dochtertje:
Vrouwken, ik zien nog altijd
Dien dag dat ik u moest verlaten,
Voor mij is dat al een g’heel eeuwigheid,
Dat ‘k vertrokken ben met de soldaten.
Ons kind die was nog zoo klein,
Dienen dag en zal ik toch nooit vergeten,
Z’heeft zoo dikwijls op mijnen schoot gezeten.
Zij moet nu groot geworden zijn.
Want zoo te leven in d’onzekerheid
Ondermijnd de gezondheid.
In vrede leven is plezant,
En mogen gaan langs alle kant.
Dat de volkeren malkander verstaan,
Dat ieder naar zijn huis kan gaan.
Een anekdote:
Ik ben geboren eind 1939 en was dus een baby van een half jaar toen de oorlog uitbrak.
Mijn ouders woonden niet ver van de plaats waar een bunker was van de Duitsers.
Soms kwamen jonge soldaten een kruik water halen bij mijn moeder.
Als ze alleen waren kwamen ze naar het babytje kijken en een enkele liet foto’s zien van zijn eigen kinderen of van zijn vrouw.
Ze deden dan een praatje met mijn moeder.
Maar kwam er een tweede soldaat aan, dan verstarde zij en spraken op norse en barse toon,
ze vertrouwden elkaar niet.
En ze mochten ook geen menselijk gelaat tonen.
Volgende dagen vertel ik meer;
Over mijn moeder als baby op de vlucht – tijdens de eerste wereldoorlog.
En over een vergeten groep soldaten – uit verscheidene grote oorlogen
De zwarten uit de Franse kolonies in Afrika, ze werden opgevoerd als kanonnenvlees,
letterlijk en figuurlijk.
ria
“Beelden uit de eerste wereldoorlog in Vlaanderen”
Het leed van de krijgsgevangene en van zijn gezin was een thema dat de volksziel diep beroerde.
Velen waren dan ook met het drama van de naar Duitsland weggevoerde soldaten geconfronteerd.
De liedjes over krijgsgevangenen riepen de scheiding van vrouw en kinderen op in aandoenlijk naïeve woorden.
“Een brief uit ’t kamp” verhaalt over een gevangen soldaat die snakt naar een brief van zijn vrouw en nieuws over zijn dochtertje:
Vrouwken, ik zien nog altijd
Dien dag dat ik u moest verlaten,
Voor mij is dat al een g’heel eeuwigheid,
Dat ‘k vertrokken ben met de soldaten.
Ons kind die was nog zoo klein,
Dienen dag en zal ik toch nooit vergeten,
Z’heeft zoo dikwijls op mijnen schoot gezeten.
Zij moet nu groot geworden zijn.
Want zoo te leven in d’onzekerheid
Ondermijnd de gezondheid.
In vrede leven is plezant,
En mogen gaan langs alle kant.
Dat de volkeren malkander verstaan,
Dat ieder naar zijn huis kan gaan.
Een anekdote:
Ik ben geboren eind 1939 en was dus een baby van een half jaar toen de oorlog uitbrak.
Mijn ouders woonden niet ver van de plaats waar een bunker was van de Duitsers.
Soms kwamen jonge soldaten een kruik water halen bij mijn moeder.
Als ze alleen waren kwamen ze naar het babytje kijken en een enkele liet foto’s zien van zijn eigen kinderen of van zijn vrouw.
Ze deden dan een praatje met mijn moeder.
Maar kwam er een tweede soldaat aan, dan verstarde zij en spraken op norse en barse toon,
ze vertrouwden elkaar niet.
En ze mochten ook geen menselijk gelaat tonen.
Volgende dagen vertel ik meer;
Over mijn moeder als baby op de vlucht – tijdens de eerste wereldoorlog.
En over een vergeten groep soldaten – uit verscheidene grote oorlogen
De zwarten uit de Franse kolonies in Afrika, ze werden opgevoerd als kanonnenvlees,
letterlijk en figuurlijk.
ria
Onder uw bescherming, o Moeder van God en ook onze moeder.
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen
Beste vrienden van het PoëzieForum,
neem eens de moeite om op Google
het volgende in te tikken;
'Jef Vermeiren - Mijmeringen'
Ge neemt dan het eerste uit hetgeen
u aangeboden wordt.
Wat we daar te lezen krijgen omtrent
de oorlog 14-18 overstijgt elke verbeelding!
Doen!
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen
Wat maakt het uit?
Wat maakt het uit? Je benen verliezen?
De mensen zijn eens zo attent.
En jij moet maar doen of het went
Dat zij, voor ze dansen of jagen gaan,
Een omelet met spek achter hun kiezen slaan.
Wat maakt het uit? Het gemis van je zicht?
Het werk voor de blinden is hoogst excellent.
En de mensen zijn eens zo attent
Als jij idolaat van ‘vroeger’ praat,
Je gezicht gekeerd naar het licht.
Wat maakt het uit? Die hang naar het graf?
Vergeet toch en vreet, zuip je ziek en wees blij.
Geen mens die zal zeggen: ‘Hij heeft ze niet op een rij.’
Men kent jou – ‘Een held!’ ‘Een goede soldaat!’
Dus denk niet dat iemand er één reet om gaf.
(Siegfried Sassoon)
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
-
hilde m - Lid geworden op: 19 feb 2007, 07:49
- Locatie: puurs 2870
Ik ben een "na-oorlogskind".
Een kind uit een "bevoorrechte generatie".
Voor het eerst in de geschiedenis,
was er hier in onze "contreien",
de laatste vijftig jaar, geen oorlog meer.
Al de "gruwel" van oorlogen,
ken ik gelukkig maar van verhalen.
We mogen ons gelukkig achten,
dat we nu en hier geboren zijn.
Hilde m.
Een kind uit een "bevoorrechte generatie".
Voor het eerst in de geschiedenis,
was er hier in onze "contreien",
de laatste vijftig jaar, geen oorlog meer.
Al de "gruwel" van oorlogen,
ken ik gelukkig maar van verhalen.
We mogen ons gelukkig achten,
dat we nu en hier geboren zijn.
Hilde m.
zeg niet het glas is halfleeg, zeg het is nog halfvol.
