cactusstekels
-
jancactus - Lid geworden op: 06 nov 2006, 10:41
- Locatie: meerhout
Herfst,
het is kil
windstil
ik ril
een oude straatridder graait krassend
bladeren voor zijn huis
voetje per voetje, naar het ritme van z'n zere rug
sigaretje uit de mond
spuugt een fluim en vloekt als een rochel
sigaretje in de mond
zo ruimt hij de dode overdaad van een weelderige zomer
één blaadje dwarrelt zieltogend neer achter zijn pijnlijk achterste
hij ziet het niet
gritselt schuifelend verder
en heel even sterf ik zachtjes mee
het is kil
windstil
ik ril
het is kil
windstil
ik ril
een oude straatridder graait krassend
bladeren voor zijn huis
voetje per voetje, naar het ritme van z'n zere rug
sigaretje uit de mond
spuugt een fluim en vloekt als een rochel
sigaretje in de mond
zo ruimt hij de dode overdaad van een weelderige zomer
één blaadje dwarrelt zieltogend neer achter zijn pijnlijk achterste
hij ziet het niet
gritselt schuifelend verder
en heel even sterf ik zachtjes mee
het is kil
windstil
ik ril
stekelig maar tof
-
GIVE - Lid geworden op: 17 mei 2005, 15:34
Hartelijk welkom op ons forum Jan cactus. Kom maar mee mijmeren bij de 'âmes douces' hier, de zachte zieltjes. In je eerste tekst heb je alvast je stekels ingetrokken. En ze kunnen zo mooi bloeien, die woestijnkindjes. Sommige slecht enkele uren en bij nacht dan nog. Ik herinner me nog als kind dat we 's nachts opstonden om ze -het gebeurde niet alle jaren- te zien bloeien, want 's morgens hingen die fraaie bloemen er al verwelkt bij. In afwachting van zulke bloeimomenten in je teksten, komen we kijken Jan. Die cactus voeg ik er wel bij als ge echt gaat steken. Veel groeten en tot lezens. Maak maar eens kennis met de anderen hier. Wij zijn geen echte dichters hoor, op enkele begenadigden na..maar we voelen ons hier 'dichter bijeen. En dat is fijn:
digitale vrienden om samen een virtueel glas te drinken. En niets dat moet: je mag hier noble inconnu blijven. Je mag er ook vrienden vinden. Op poëziezieforum zitten toffe mensen Jan.
digitale vrienden om samen een virtueel glas te drinken. En niets dat moet: je mag hier noble inconnu blijven. Je mag er ook vrienden vinden. Op poëziezieforum zitten toffe mensen Jan.
Er is zoveel om lief te hebben.
-
tinneke 58 - Lid geworden op: 01 mar 2006, 08:34
- Locatie: antwerpen, ekeren
goeie morgen,
ook ik heet je welkom op poëzie
blijf schrijven en wij komen lezen
Tinneke x
ook ik heet je welkom op poëzie
blijf schrijven en wij komen lezen
Tinneke x
Een dag niet geschreven is een dag zonder passie...
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
JanCactus, hartelijk welkom bij poëzie...
Ik dacht al...Mol...
Al filisoferend hebben we al eens een berg afgedaald...
filosoferend over poëzie en aanverwanten...
Ik hoop nog vele "schrijvelingskes" te lezen !
Groetjes
Robbe
Ik dacht al...Mol...
Al filisoferend hebben we al eens een berg afgedaald...
filosoferend over poëzie en aanverwanten...
Ik hoop nog vele "schrijvelingskes" te lezen !
Groetjes
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Morgenstern - Lid geworden op: 04 mei 2006, 13:15
- Locatie: Wachtebeke
Welkom Jan Cactus op deze pagina sluit mij aan bij de andere
doe zo verder
groetjes Morgenstern
-
jancactus - Lid geworden op: 06 nov 2006, 10:41
- Locatie: meerhout
Zomaar een gedacht
Eens vroeg de Nacht aan de Dag:” wat doe jij als ik er niet ben?”
De Dag antwoordde:” Ik sta op en verwarm de ganse wereld met mijn zonlicht, langzaam rood en dan zeer fel. Ik borrel op en stuur mijn zonnestralen over de wereld , laat de kinderen stoeien en de ouderen zich koesteren, in de armen van mijn warmte. Ik geniet van de drukte in de straten en van het grazend vee in de weidse velden. Overdadig sier ik mij met een overdaad van bruisend licht, tot ik mij ’s avonds moe en blijgezind te slapen leg op de ondergaande zon, want ik ben moe.”.
Toen vroeg de Dag aan de Nacht:”Wat doe jij als ik slaap?”
De Nacht antwoordde:”Als ik waak is alles stil. Alles dompel ik onder in mijn donkere nevels, en niets roert nog, niets beweegt… . Ik mag niet genieten, ik mag niet stoeien, ik moet waken over een dorre, slapende wereld. Dan word ik droef en ween een dauw in ’t gras.”. Meer kon de Nacht niet uitbrengen, zo was hij verstrikt in tranen.
De Dag had medelijden en beloofde:”Morgen schitter ik in je tranen en vlecht hen tot een parelsnoer voor jou. Ik hoop je pijn zo te verlichten.”. Dat deed de Dag en ‘s avonds schonk hij die aan de Nacht.
De Nacht was blij en drapeerde het als een lichtende halo rond zijn maan. Hij genoot van de schoonheid en werd zo melancholisch dat hij een nieuwe dauw plengde over de slapende wereld.
Eens vroeg de Nacht aan de Dag:” wat doe jij als ik er niet ben?”
De Dag antwoordde:” Ik sta op en verwarm de ganse wereld met mijn zonlicht, langzaam rood en dan zeer fel. Ik borrel op en stuur mijn zonnestralen over de wereld , laat de kinderen stoeien en de ouderen zich koesteren, in de armen van mijn warmte. Ik geniet van de drukte in de straten en van het grazend vee in de weidse velden. Overdadig sier ik mij met een overdaad van bruisend licht, tot ik mij ’s avonds moe en blijgezind te slapen leg op de ondergaande zon, want ik ben moe.”.
Toen vroeg de Dag aan de Nacht:”Wat doe jij als ik slaap?”
De Nacht antwoordde:”Als ik waak is alles stil. Alles dompel ik onder in mijn donkere nevels, en niets roert nog, niets beweegt… . Ik mag niet genieten, ik mag niet stoeien, ik moet waken over een dorre, slapende wereld. Dan word ik droef en ween een dauw in ’t gras.”. Meer kon de Nacht niet uitbrengen, zo was hij verstrikt in tranen.
De Dag had medelijden en beloofde:”Morgen schitter ik in je tranen en vlecht hen tot een parelsnoer voor jou. Ik hoop je pijn zo te verlichten.”. Dat deed de Dag en ‘s avonds schonk hij die aan de Nacht.
De Nacht was blij en drapeerde het als een lichtende halo rond zijn maan. Hij genoot van de schoonheid en werd zo melancholisch dat hij een nieuwe dauw plengde over de slapende wereld.
stekelig maar tof
-
Bibi - Lid geworden op: 02 mar 2005, 20:47
- Locatie: Brasschaat
JANCACTUS ... ik heb je nog niet begroet hier op het poëzieforum .... ... maar je weet waar ik druk mee was hé
Wat ik hier gelezen heb van jou ...
Nog veel schrijfgenot hier op het forum
xxx *BiBi*
Wat ik hier gelezen heb van jou ...
Nog veel schrijfgenot hier op het forum
xxx *BiBi*
Zoals één zonnestraal een bloem doet opengaan kan een vriendelijk woord een gezicht doen stralen.
-
jancactus - Lid geworden op: 06 nov 2006, 10:41
- Locatie: meerhout
Mijn Vader
Paps, jij ligt hier stil ineengedoken,
als een verdorde foetus, Aan mijn vader,
haast roerloos weggestopt, verkrampt in deze grote sofa,
uitgeteld na een druk visite, uitgeput…
jouw verschrompelde handen toegevouwen onder je kin,
adem je zacht, onregelmatig.
Hoe moeilijk je toch herstelt…
En toch, jij bent mijn grote held!
Jouw trotse fierheid van vroegere jaren
heeft je jammerlijk herleid tot een knokig skelet.
Jouw wilde, gekrulde, weerbarstige haardos
ruilde in voor een kale kop met oudersdomsvlekken,
op enkele weerbarstige grijze pieken na,
die je nog dagelijks kamt, met zorg zoals je vroeger deed.
De vele jaren hebben je eerloos geveld…
En toch, jij bent mijn grote held!
Zeventachtig jaren in het leven, ’t is haast een godsgeschenk;
maar ook de duivel gaf jou een harteloze wenk;
geplaagd door reuma, haast dement
is jouw stoere zelfstandigheid nu slechts een hulpeloos zoeken,
naar de liefkozende hand van ons mams.
Ach, je bent een karikatuur, een stervend blad,
en geen gezonde nestor, zoals je jezelf voorgenomen had…
En toch, jij bent mijn grote held!
Je ligt te herstellen in die grote zetel;
ondanks jouw flair van vergane dagen,
ben je nu helaas door ouderdom verslagen.
Jij bent niet meer die grote grootsheid die je was…
Ik ween diep van binnen en streel zacht jouw aangezicht,
zoals jij mij troostend aaide; ik, als kind…
Toch, paps, jij blijft mijn held, mijn grootste vriend!
Paps, jij ligt hier stil ineengedoken,
als een verdorde foetus, Aan mijn vader,
haast roerloos weggestopt, verkrampt in deze grote sofa,
uitgeteld na een druk visite, uitgeput…
jouw verschrompelde handen toegevouwen onder je kin,
adem je zacht, onregelmatig.
Hoe moeilijk je toch herstelt…
En toch, jij bent mijn grote held!
Jouw trotse fierheid van vroegere jaren
heeft je jammerlijk herleid tot een knokig skelet.
Jouw wilde, gekrulde, weerbarstige haardos
ruilde in voor een kale kop met oudersdomsvlekken,
op enkele weerbarstige grijze pieken na,
die je nog dagelijks kamt, met zorg zoals je vroeger deed.
De vele jaren hebben je eerloos geveld…
En toch, jij bent mijn grote held!
Zeventachtig jaren in het leven, ’t is haast een godsgeschenk;
maar ook de duivel gaf jou een harteloze wenk;
geplaagd door reuma, haast dement
is jouw stoere zelfstandigheid nu slechts een hulpeloos zoeken,
naar de liefkozende hand van ons mams.
Ach, je bent een karikatuur, een stervend blad,
en geen gezonde nestor, zoals je jezelf voorgenomen had…
En toch, jij bent mijn grote held!
Je ligt te herstellen in die grote zetel;
ondanks jouw flair van vergane dagen,
ben je nu helaas door ouderdom verslagen.
Jij bent niet meer die grote grootsheid die je was…
Ik ween diep van binnen en streel zacht jouw aangezicht,
zoals jij mij troostend aaide; ik, als kind…
Toch, paps, jij blijft mijn held, mijn grootste vriend!
stekelig maar tof
-
jancactus - Lid geworden op: 06 nov 2006, 10:41
- Locatie: meerhout
Bespiegelingen
Ik weet nu wat alleen zijn is
Ver weg van de bewoonde werelddelen
Verlaten door de menselijke geur
Vroeger noemde ik zoiets stank…
Ik dacht niet aan wat eenzaam was
Zo afgezonderd en eenzijdig leven van wat drukte schenkt
Het zweven… afgewezen door planeten
In een eindeloos heelal… Zwart en zwart
Nu gaat mijn licht op als mijn sterf-uur nadert
En ik de hand mis van wie mijn naaste was…
Ik ween zacht en de wereld verkleurt
In de rillende glans van mijn zoute tranen…
Dof en stil
Ik zieltoog… maar mijn hoofd vertikt het te sterven
Zonder de hulp van hem of haar die ik vriend noemen kan.
Zo krepeer ik … eenzaam … zonder steun … .
Hetgeen mijn krachten ooit verspilden aan geile onbezonnenheid,
Beboet ik nu voor mijn vroegere onzinnigheid,
En ik kwijn, eerloos, zonder steun van wie ik bemin…
Als een beest… eenzaam en verlaten
In een stille krocht…
Ik weet nu wat alleen zijn is
Ver weg van de bewoonde werelddelen
Verlaten door de menselijke geur
Vroeger noemde ik zoiets stank…
Ik dacht niet aan wat eenzaam was
Zo afgezonderd en eenzijdig leven van wat drukte schenkt
Het zweven… afgewezen door planeten
In een eindeloos heelal… Zwart en zwart
Nu gaat mijn licht op als mijn sterf-uur nadert
En ik de hand mis van wie mijn naaste was…
Ik ween zacht en de wereld verkleurt
In de rillende glans van mijn zoute tranen…
Dof en stil
Ik zieltoog… maar mijn hoofd vertikt het te sterven
Zonder de hulp van hem of haar die ik vriend noemen kan.
Zo krepeer ik … eenzaam … zonder steun … .
Hetgeen mijn krachten ooit verspilden aan geile onbezonnenheid,
Beboet ik nu voor mijn vroegere onzinnigheid,
En ik kwijn, eerloos, zonder steun van wie ik bemin…
Als een beest… eenzaam en verlaten
In een stille krocht…
stekelig maar tof