de tijd van toen: 70 plussers - TE BEWAREN
-
Wout - Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
- Locatie: 50,90 N- 5,50 E
Keek gisteravond toevallig naar de uitzending Tour 2007 van Karl van Nieuwkerke is daar een stukje over Saint Julien. Mijn Saint Julien aan de D 25. Misschien heb ik met de man met de beret basque nog op de schoolbanken gezeten. Wie weet. Wat een toeval alweer. Tot vanavond Fikske.
Het denken mag zich nooit onderwerpen!
-
Fikske - Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
- Locatie: W-O 1970
Ik heb die uitzending ook gezien Wout en ik vroeg me vanmorgen, toen ik je bijdrage over Saint Julien las, ook af of dat niet hetzelfde Saint Julien zou kunnen zijn. Wat een toeval. Ik ben van plan om eind augustus naar Zuid-Franrijk te trekken met de caravan en wil toch wel eens weten of we niet in de buurt komen. Ga op Google Eart dat dorpje eens opzoeken.
Tot later.
Tot later.
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.
is de rijkste die er leeft.
-
Fikske - Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
- Locatie: W-O 1970
Ik heb gezocht en er zijn wel tien Sait-Julien's in Frankrijk maar volgens mij is het : Saint-Julien-sur-Garonne, Midi-Pyrénées, France dat je moet intikken op Google Eart.Wout schreef:Saint Julien.
... Enfin, pa vertelde dat Monsieur Pages gezegd had:
- dat Saint Julien gelegen was op 50 km. van Toulouse
- 20 km.van Cazère en dat een autobus de twee dagelijks verbond en in Cazère was er wekelijks een grote markt en vele winkels.
- de Spaanse grens in vogelvlucht slecht een 40 tal kilometers verwijderd was.
- Lourdes op +/- 80 kilometer van hier lag. Indrukwekkend voor mijn godvruchtige moeder. Daar moesten wij dan toch eens heen zei ze.
- deGaronne achter het huis stroomde
- dat de zon iedere middag vlak boven de Pic du Midi stond en dat ...
Ik deed dat omdat je sprak van de Garonne achter het huis.
En ja het is heel mooi te zien hoor. Probeer maar eens.
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.
is de rijkste die er leeft.
-
jadi - Lid geworden op: 25 mei 2006, 17:54
- Locatie: de boterstad
Hallojadi schreef:Le Fousseret is een gemeente in het Franse departement Haute-Garonne (regio Midi-Pyrénées) en telt 1434 inwoners (1999). De plaats maakt deel uit van het arrondissement Muret
En dan Wout...je maakt mij nieuwsgierig
't Is goed in eigen hart te kijken nog even voor het slapen gaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.
-
Fikske - Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
- Locatie: W-O 1970
Ja toch ik heb het gelezen Jadi maar ik was nu even gefocuseerd op Saint-Julien...omdat Wout van de TV uitzending Tour 2007 sprak.jadi schreef:Hallojadi schreef:Le Fousseret is een gemeente in het Franse departement Haute-Garonne (regio Midi-Pyrénées) en telt 1434 inwoners (1999). De plaats maakt deel uit van het arrondissement Muret
En dan Wout...je maakt mij nieuwsgierig![]()
dit niet gelezen mss kon je het daardoor ook al uitmaken
-
VictorinaVdP - Lid geworden op: 05 mei 2005, 14:58
- Locatie: Bastogne
Hallo maatjes allemaal
wout jong dat zijn nog al verhalen hoor en nog zo goed verteld ook, van mij mogen jullie zo verder doen hoor wan daar kan ik helemaal niet van meespreken dus ben ik helemaal tevreden met jullie epistels te lezen .
Ik kijk er ook naar uit maar zelf meer vertellen over den oorlog zit er voor mij niet in .
doorgaan mannen
Vic.
wout jong dat zijn nog al verhalen hoor en nog zo goed verteld ook, van mij mogen jullie zo verder doen hoor wan daar kan ik helemaal niet van meespreken dus ben ik helemaal tevreden met jullie epistels te lezen .
Ik kijk er ook naar uit maar zelf meer vertellen over den oorlog zit er voor mij niet in .
doorgaan mannen
Vic.
-
Wout - Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
- Locatie: 50,90 N- 5,50 E
Ik ben een grote fan van Google Earthen inderdaad voor mijn Saint Julien moet je Haute Garonne of ....s/Garonne intikken. Zo kon ik mijn memorie nog beter opfriissen en in verband brengen met mijn jeugdige belevenissen daar. Allemaal fel bedankt voor de belangstelling. Doet goed aan 't hart van een ouwe senior. ik wil zeker geen toogz........zijn in 't Seniorennet Café.
Het denken mag zich nooit onderwerpen!
-
Wout - Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
- Locatie: 50,90 N- 5,50 E
Saint Julien III
Het was al heel vroeg dag. Mijn vader en Monsieur Pages waren al druk bezig op het erf toen ik hen slaperig nog maar zeer curieus vervoegde. Ik moest alras van hut naar haar sprin gen om de operaties niet te veel te storen. De Meester en mijn pa waren druk bezig het ossenspan klaar te maken. En dat was geen eenvoudige klus. Een soort rechthoekig raam, vervaardigd uit een 20 tal centimeters dikke balken , misschien wel zwaarder , werd over de koppen van de beide ossen geschoven. Tussen de ossen werd de dissel van een kar of ossenwagen aan de haam bevestigd. Aan beide buitenkanten werd de kar nog eens met een ketting aan het juk van de ossen verbonden. De vracht op de kar bestond uit allerlei landbouwgerief en een soort ploeg. Monsieur Pages had een meterslange stok in zijn handen. Aan het uiteinde zat een kleine scherpe nagel. Ook een zak met proviand, brood, boter, kaas, een koffiekan, water en een fles pinard natuurlijk.
“Ha Maskaré! ha Béni!” riep Monsieur Pages en prikte met de scherpe punt in de ossen hun achterste. Het gespan zette zich in beweging.
Ha Maskaré en de os links in het gespan trok de kar naar links. Ha Béni naar rechts en rechtdoor. Ha Béni rechts de hoofdstraat op. Ha Maskaré links nu, de weg naar Lavelanette.
Tiens, zo ging dat? Zo snel als ik het hier neerpen ging het natuurlijk niet. De ossen sloften sleurend aan de kar voort. Zeer op hun gemak; hoezeer Monsieur Pages ook in hun gat prikte sneller ging het niet. Toch riep hij voortdurend en prikkend “Haha Béni, Maskaré”. Het was geen opwekkende gebeurtenis voor mijn jeugdig gemoed. Mijn vader kreeg al ras het commando en de stok in handen. Maar volgens Monsieur Pages klonken zijn bevelen niet overtuigend genoeg en moest ook de prikstok met meer overtuiging gehanteerd worden.
Monsieur Pages deed het nog eens voor. Er versschenen kleine bloedvlekjes op de ossenkonten. Sneller ging het alleszins niet. En trager kon haast niet. Maar wij vorderden.
Aan de wijngaard gekomen werden de kettingen aan de ploeg bevestigd. Het was de bedoeling dat de voren tussen de wijnranken geploegd werden. De meester toonde even hoe het moest. Ha! Maskaré, ha! beni en prikken en de ploeg diep genoeg maar niet te diep en recht om niet in de wijnstokken terecht te komen. Voilà, voilà ça va bieng !!! En Monsieur Pages wandelde weer naar huis ondertussen zijn snor in de juiste krul leggend. Dit zou niet mijn leukste dag worden. Dat had ik al vlug in de gaten. Vader zwoegde en zweette achter de ploeg . Na een tijdje had hij zijn hemd wijd open gezet en de klep van zijn pet in zijn nek gedraaid wegens de steeds maar heter wordende zon.
De spannendste momenten kwamen op het einde van de voor als rechtsomkeer gemaakt moest worden. Ha! Maskaré ha! Béni en het prikken ging hoe langer hoe overtuigender. Gotver de gotver, dat hoorde ik ook herhaaldelijk uit de mond van mijnen zwetende vader. Ha!Beni ha! Maskaré! Het leek wel of zij die bels met zijn voeten wilden rammelen.
Maar oefening baart kunst en tegen een uur of negen ging het weliswaar niet sneller mar toch al wat vlotter. Het verpozen in de schaduw van een hoge heg aan beide einden van de wijngaard was een niet te schatten moment. Ik was moe van steeds maar achter mijn vaders’ hielen aan te lopen en besloot het verder maar op afstand en uit de zon mijn vader en zijn vrienden te volgen. Het lopen achter de ploeg was erg moeilijk omdat er zoveel dikke keien in de grond zaten die eens boven geploegd de dore steeds minder begaanbaar maakte. Mijn pa zwalpte er achteraan hortend en stotend tegen de keien. Rond de middag was de helft van de opdracht vervuld en keerden wij met het ossenspan en zonder kar en alaam naar huis terug. Demaing zou het weer verder gaan. Alleen, ik had andere plannen. Achter Beni en Maskaré aan lopen hoorde er niet meer bij.
De rest van de dag bracht ik, verhit en verbrand door de zon, in de koele omgeving van het huis door. Achter de stallen en loodsen ontdekte ik een omheinde ruimte met een aantal ganzen die bij mijn verschijning luid begonnen te kwaken en in mijn richting waggelden.
Daar voorbij helde de grond naar beneden toe en zo kwam ik aan de oever van de Garonne terecht. De bodem was bezaaid met grote keien en het glasheldere water stroomde langzaam verder. Veel water stroomde er niet door de bedding Aan vele dingen kon je merken dat de rivier niet lang geleden breder was geweest. Blootsvoets en voorzichtig, voetje voor voetje over de keien stappend zocht ik het water op. Koud was het en helder. Het reikte amper tot aan mijn knieën. Met mijn handen schepte ik het op en besproeide mijn vlaskop en mijn verhitte gezicht. Heerlijk was dat. Toch te koud om er zo maar in te blijven staan. Terug naar de oever. Op de droge warme keien zette ik mij neer. Een zuchtje wind streek over mijn gelaat .Achterwaarts schurkte ik wat hoger en legde mij neer in het groen van de berm……….en viel in slaap…..werd gewekt door het horen van mijn naam. Steeds luider en paniekeriger. Mijn moeder haar stem klonk erg klagelijk en scherp. “Allez nu” hoorde ik haar zeggen“ waar zit dien ezelskop nu weer. Het was hoogtijd om hen te overtuigen dat den ezelskop in de buurt was. Ons moeke uitte haar contenttement met een paar oorvijgen.
Later die dag hadden Monsieur en Madame Pages een ernstig meningsverschil met wederzijdse schrille Franse klanken van de Languedoc. Wij keken naar de grond en begrepen er niets van. Maar wij zouden snel achterhalen wat het onderwerp van de discusstie was.
“Demaing” besloot Monsieur Pages. Wij zouden het snel te weten kiomen.
Het was al heel vroeg dag. Mijn vader en Monsieur Pages waren al druk bezig op het erf toen ik hen slaperig nog maar zeer curieus vervoegde. Ik moest alras van hut naar haar sprin gen om de operaties niet te veel te storen. De Meester en mijn pa waren druk bezig het ossenspan klaar te maken. En dat was geen eenvoudige klus. Een soort rechthoekig raam, vervaardigd uit een 20 tal centimeters dikke balken , misschien wel zwaarder , werd over de koppen van de beide ossen geschoven. Tussen de ossen werd de dissel van een kar of ossenwagen aan de haam bevestigd. Aan beide buitenkanten werd de kar nog eens met een ketting aan het juk van de ossen verbonden. De vracht op de kar bestond uit allerlei landbouwgerief en een soort ploeg. Monsieur Pages had een meterslange stok in zijn handen. Aan het uiteinde zat een kleine scherpe nagel. Ook een zak met proviand, brood, boter, kaas, een koffiekan, water en een fles pinard natuurlijk.
“Ha Maskaré! ha Béni!” riep Monsieur Pages en prikte met de scherpe punt in de ossen hun achterste. Het gespan zette zich in beweging.
Ha Maskaré en de os links in het gespan trok de kar naar links. Ha Béni naar rechts en rechtdoor. Ha Béni rechts de hoofdstraat op. Ha Maskaré links nu, de weg naar Lavelanette.
Tiens, zo ging dat? Zo snel als ik het hier neerpen ging het natuurlijk niet. De ossen sloften sleurend aan de kar voort. Zeer op hun gemak; hoezeer Monsieur Pages ook in hun gat prikte sneller ging het niet. Toch riep hij voortdurend en prikkend “Haha Béni, Maskaré”. Het was geen opwekkende gebeurtenis voor mijn jeugdig gemoed. Mijn vader kreeg al ras het commando en de stok in handen. Maar volgens Monsieur Pages klonken zijn bevelen niet overtuigend genoeg en moest ook de prikstok met meer overtuiging gehanteerd worden.
Monsieur Pages deed het nog eens voor. Er versschenen kleine bloedvlekjes op de ossenkonten. Sneller ging het alleszins niet. En trager kon haast niet. Maar wij vorderden.
Aan de wijngaard gekomen werden de kettingen aan de ploeg bevestigd. Het was de bedoeling dat de voren tussen de wijnranken geploegd werden. De meester toonde even hoe het moest. Ha! Maskaré, ha! beni en prikken en de ploeg diep genoeg maar niet te diep en recht om niet in de wijnstokken terecht te komen. Voilà, voilà ça va bieng !!! En Monsieur Pages wandelde weer naar huis ondertussen zijn snor in de juiste krul leggend. Dit zou niet mijn leukste dag worden. Dat had ik al vlug in de gaten. Vader zwoegde en zweette achter de ploeg . Na een tijdje had hij zijn hemd wijd open gezet en de klep van zijn pet in zijn nek gedraaid wegens de steeds maar heter wordende zon.
De spannendste momenten kwamen op het einde van de voor als rechtsomkeer gemaakt moest worden. Ha! Maskaré ha! Béni en het prikken ging hoe langer hoe overtuigender. Gotver de gotver, dat hoorde ik ook herhaaldelijk uit de mond van mijnen zwetende vader. Ha!Beni ha! Maskaré! Het leek wel of zij die bels met zijn voeten wilden rammelen.
Maar oefening baart kunst en tegen een uur of negen ging het weliswaar niet sneller mar toch al wat vlotter. Het verpozen in de schaduw van een hoge heg aan beide einden van de wijngaard was een niet te schatten moment. Ik was moe van steeds maar achter mijn vaders’ hielen aan te lopen en besloot het verder maar op afstand en uit de zon mijn vader en zijn vrienden te volgen. Het lopen achter de ploeg was erg moeilijk omdat er zoveel dikke keien in de grond zaten die eens boven geploegd de dore steeds minder begaanbaar maakte. Mijn pa zwalpte er achteraan hortend en stotend tegen de keien. Rond de middag was de helft van de opdracht vervuld en keerden wij met het ossenspan en zonder kar en alaam naar huis terug. Demaing zou het weer verder gaan. Alleen, ik had andere plannen. Achter Beni en Maskaré aan lopen hoorde er niet meer bij.
De rest van de dag bracht ik, verhit en verbrand door de zon, in de koele omgeving van het huis door. Achter de stallen en loodsen ontdekte ik een omheinde ruimte met een aantal ganzen die bij mijn verschijning luid begonnen te kwaken en in mijn richting waggelden.
Daar voorbij helde de grond naar beneden toe en zo kwam ik aan de oever van de Garonne terecht. De bodem was bezaaid met grote keien en het glasheldere water stroomde langzaam verder. Veel water stroomde er niet door de bedding Aan vele dingen kon je merken dat de rivier niet lang geleden breder was geweest. Blootsvoets en voorzichtig, voetje voor voetje over de keien stappend zocht ik het water op. Koud was het en helder. Het reikte amper tot aan mijn knieën. Met mijn handen schepte ik het op en besproeide mijn vlaskop en mijn verhitte gezicht. Heerlijk was dat. Toch te koud om er zo maar in te blijven staan. Terug naar de oever. Op de droge warme keien zette ik mij neer. Een zuchtje wind streek over mijn gelaat .Achterwaarts schurkte ik wat hoger en legde mij neer in het groen van de berm……….en viel in slaap…..werd gewekt door het horen van mijn naam. Steeds luider en paniekeriger. Mijn moeder haar stem klonk erg klagelijk en scherp. “Allez nu” hoorde ik haar zeggen“ waar zit dien ezelskop nu weer. Het was hoogtijd om hen te overtuigen dat den ezelskop in de buurt was. Ons moeke uitte haar contenttement met een paar oorvijgen.
Later die dag hadden Monsieur en Madame Pages een ernstig meningsverschil met wederzijdse schrille Franse klanken van de Languedoc. Wij keken naar de grond en begrepen er niets van. Maar wij zouden snel achterhalen wat het onderwerp van de discusstie was.
“Demaing” besloot Monsieur Pages. Wij zouden het snel te weten kiomen.
Het denken mag zich nooit onderwerpen!
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Hallo allemaal,
Wat er gebeurt is weet ik ook niet maar de berichten van webmaster@ seniorennet. verdwenen naar verwijderde items, 'n geluk dat ik daar eens ging kijken. En nu het relaas van mijn schoonvader,geboren in 1905. en zoals de meesten in dien tijd tot 12 jaar naar school geweest.
De twee eerste bladen ontbreken, dus begin ik op blz. 3
In Kortrijk trokken beide mannen er van onder, zwart als schouwvegers
van het stof. Even buiten de stad Kortrijk verlieten we den grooten steenweg en reden verder langs stille veldbanen over Heule, Moorsele,
Rollegemcapelle, Ledegem, Dadizele en Gheluwe waar we kwart voor tien uur 's avonds toekwamen. We stopten aan een kleine herberg op de Dadizeele steeenweg genaamd " het meiboomke"Daar was het nogal een spelleke, al de velos, pakken met kleding en voedingwaren werden afgeladen- want we hadden zoo maar met onze elven een 500 kg mede.
Ik ondergetekende trok mijn hesp boven alsook een brood om eens goed te dineren want onze beer begon soms te grollen daar het al verscheidene uren geleden was dat we nog geeten hadden, we trokken daarna nog even eens buiten om een luchtje te scheppen en de toestand te bespreken en alles was daar rustig. We dronken nog een goed glaasje bier en we begaven ons met 7 man op den zolder om te logeren op de zolderplanken, de vier overigen logeerden bij Mr Jules Leyns- vleeshandelaar- op het hooi in de schuur. Den eenen had wat beter geslapen dan de andere maar in alle geval, mij heeft het niet veel beloofd, de planken waren te hard, te ver van huis niet wetende wat het daar was en daarbij gedurig de scherven van de aubussen van het afweergeschut op het dak gelijk hagelstenen
Zondag 19 Mei
We stonden 's morgens op te 6 1/2 kleden ons aan, namen onzen maaltijd en gingen naar de hoogpmis te 9 uur We liepen daarna wat heen en weer als verloren schapen en alzoo liepen wij daar altijd op kennissen en geburen die ook gevlucht waren.
In den namiddag vond Theofiel Caesemans hun vluchtelingen terug uit den oorlog 1914-1918, de Familie Waignien- Bost!ijn, Meenenstraat 4 Gheluwe. We trokken daar met eenige mannen naartoe en werden er goed ontvangen; Adolf verlangde dat we naar (Becelare?) zouden vertrekken om er de hofstede van zijn schoonbroeder open te houden,
daar pachter Verbruggen naar Ploegsteert vertrokken was.
Madam Waignien hield voorlopig het hof open en we zouden daar samen met de opbrengst van de boerderij leven.
We vertrokken onmiddelijk naar de hofstede in Becelare, bij onze aankomst had pachter Verbruggen het hof overgelaten aan vier vluchtelingen uit de Kempen onder leiding van boer ( Joris?) ,
we bleven er nietemin en zoo waren we met zeventien, madam en de dochter bleven er ook den helen dag en nacht, we werkten samen, planten er tabak, boterden zelf en deden het werk op de hoeve .
We reden intussen naar Gheluwe per velo of auto om inlichtingen en daar hadden we een groote kamer om te logeren op matrassen en twee a drie koppels konden in beden slapen.
Volgende keer het vervolg, hopelijk komt het niet te langdradig over.
Wat er gebeurt is weet ik ook niet maar de berichten van webmaster@ seniorennet. verdwenen naar verwijderde items, 'n geluk dat ik daar eens ging kijken. En nu het relaas van mijn schoonvader,geboren in 1905. en zoals de meesten in dien tijd tot 12 jaar naar school geweest.
De twee eerste bladen ontbreken, dus begin ik op blz. 3
In Kortrijk trokken beide mannen er van onder, zwart als schouwvegers
van het stof. Even buiten de stad Kortrijk verlieten we den grooten steenweg en reden verder langs stille veldbanen over Heule, Moorsele,
Rollegemcapelle, Ledegem, Dadizele en Gheluwe waar we kwart voor tien uur 's avonds toekwamen. We stopten aan een kleine herberg op de Dadizeele steeenweg genaamd " het meiboomke"Daar was het nogal een spelleke, al de velos, pakken met kleding en voedingwaren werden afgeladen- want we hadden zoo maar met onze elven een 500 kg mede.
Ik ondergetekende trok mijn hesp boven alsook een brood om eens goed te dineren want onze beer begon soms te grollen daar het al verscheidene uren geleden was dat we nog geeten hadden, we trokken daarna nog even eens buiten om een luchtje te scheppen en de toestand te bespreken en alles was daar rustig. We dronken nog een goed glaasje bier en we begaven ons met 7 man op den zolder om te logeren op de zolderplanken, de vier overigen logeerden bij Mr Jules Leyns- vleeshandelaar- op het hooi in de schuur. Den eenen had wat beter geslapen dan de andere maar in alle geval, mij heeft het niet veel beloofd, de planken waren te hard, te ver van huis niet wetende wat het daar was en daarbij gedurig de scherven van de aubussen van het afweergeschut op het dak gelijk hagelstenen
Zondag 19 Mei
We stonden 's morgens op te 6 1/2 kleden ons aan, namen onzen maaltijd en gingen naar de hoogpmis te 9 uur We liepen daarna wat heen en weer als verloren schapen en alzoo liepen wij daar altijd op kennissen en geburen die ook gevlucht waren.
In den namiddag vond Theofiel Caesemans hun vluchtelingen terug uit den oorlog 1914-1918, de Familie Waignien- Bost!ijn, Meenenstraat 4 Gheluwe. We trokken daar met eenige mannen naartoe en werden er goed ontvangen; Adolf verlangde dat we naar (Becelare?) zouden vertrekken om er de hofstede van zijn schoonbroeder open te houden,
daar pachter Verbruggen naar Ploegsteert vertrokken was.
Madam Waignien hield voorlopig het hof open en we zouden daar samen met de opbrengst van de boerderij leven.
We vertrokken onmiddelijk naar de hofstede in Becelare, bij onze aankomst had pachter Verbruggen het hof overgelaten aan vier vluchtelingen uit de Kempen onder leiding van boer ( Joris?) ,
we bleven er nietemin en zoo waren we met zeventien, madam en de dochter bleven er ook den helen dag en nacht, we werkten samen, planten er tabak, boterden zelf en deden het werk op de hoeve .
We reden intussen naar Gheluwe per velo of auto om inlichtingen en daar hadden we een groote kamer om te logeren op matrassen en twee a drie koppels konden in beden slapen.
Volgende keer het vervolg, hopelijk komt het niet te langdradig over.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
Wout - Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
- Locatie: 50,90 N- 5,50 E
Mooi verhaal jeronimo. Daaraan kan jemerken dat je niet lang naar school moet geweest zijn om je belevenissen neer te schrijven. Alleen het feit al dat je schoonvader een dagboek bijhield bewijst dat hij een erudiet man was. Mijn vader geboren in 1898 had niet veel school gelopen en werkte vanaf zijn veertiende in de kolenmijnen van Luik.
Daar leerde hij niet alleen Waals frans, maar ook werken en met paarden omgaan in de mijn. Hij werkte in de mijn tot zijn 34 jaar toen hij gekwetst raakte. Helaas is het zware werk in de mijn op zo'n jeugdeige leeftijd hem ook fataal geworden en overleed hij aan stoflongkanker op een paar dagen voor zijn zestigste verjaardag.
Daar leerde hij niet alleen Waals frans, maar ook werken en met paarden omgaan in de mijn. Hij werkte in de mijn tot zijn 34 jaar toen hij gekwetst raakte. Helaas is het zware werk in de mijn op zo'n jeugdeige leeftijd hem ook fataal geworden en overleed hij aan stoflongkanker op een paar dagen voor zijn zestigste verjaardag.
Het denken mag zich nooit onderwerpen!
-
Fikske - Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
- Locatie: W-O 1970
Prachtige verhalen mannen! Ik geniet er van.
Doe zo maar verder Jeronimo, en schrijf het maar zoals het er staat, in de oude spelling (zoo met twee oo's etc.) tof is dat.
Het is zoals Wout zegt; je moet niet lang naar school geweest zijn om je belevenissen neer te schrijven...
Vele jongens van onze leeftijd hebben nooit de kans gehad om lang te studeren maar zijn daarom niet minder slim. Integendeel.
Wij moeten soms wel eens naar de juiste woorden zoeken om iets op een aangename en leesbare manier over te brengen maar daar zijn woordenboeken voor, hé? Ook leer ik graag nieuwe dingen en woorden bij.
Kijk, het woord 'erudiet' dat Wout zojuist gebruikte heb ik moeten opzoeken.
Ik schaam me daar niet voor want ik ben ook maar tot mijn 8ste studiejaar naar school geweest en was 13 jaar en half toen ik ging werken.
Ach die verhalen van je zijn goud waard Wout. En om te voorkomen dat ze gewist zouden worden en we ze niet meer kunnen lezen maak ik dagelijks een kopie van elke nieuwe pagina van 'ons forum'.
Bedankt. We volgen verder de spannende afleveringen van jullie vertelsels.
Doe zo maar verder Jeronimo, en schrijf het maar zoals het er staat, in de oude spelling (zoo met twee oo's etc.) tof is dat.
Het is zoals Wout zegt; je moet niet lang naar school geweest zijn om je belevenissen neer te schrijven...
Vele jongens van onze leeftijd hebben nooit de kans gehad om lang te studeren maar zijn daarom niet minder slim. Integendeel.
Wij moeten soms wel eens naar de juiste woorden zoeken om iets op een aangename en leesbare manier over te brengen maar daar zijn woordenboeken voor, hé? Ook leer ik graag nieuwe dingen en woorden bij.
Kijk, het woord 'erudiet' dat Wout zojuist gebruikte heb ik moeten opzoeken.
Ik schaam me daar niet voor want ik ben ook maar tot mijn 8ste studiejaar naar school geweest en was 13 jaar en half toen ik ging werken.
Ach die verhalen van je zijn goud waard Wout. En om te voorkomen dat ze gewist zouden worden en we ze niet meer kunnen lezen maak ik dagelijks een kopie van elke nieuwe pagina van 'ons forum'.
Bedankt. We volgen verder de spannende afleveringen van jullie vertelsels.
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.
is de rijkste die er leeft.
-
jadi - Lid geworden op: 25 mei 2006, 17:54
- Locatie: de boterstad
Fikske schreef:Ja toch ik heb het gelezen Jadi maar ik was nu even gefocuseerd op Saint-Julien...omdat Wout van de TV uitzending Tour 2007 sprak.jadi schreef:Hallojadi schreef:Le Fousseret is een gemeente in het Franse departement Haute-Garonne (regio Midi-Pyrénées) en telt 1434 inwoners (1999). De plaats maakt deel uit van het arrondissement Muret
En dan Wout...je maakt mij nieuwsgierig![]()
dit niet gelezen mss kon je het daardoor ook al uitmaken
Snif, snif... Krijg ik nu strafpunten?
't Is goed in eigen hart te kijken nog even voor het slapen gaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.
-
jadi - Lid geworden op: 25 mei 2006, 17:54
- Locatie: de boterstad
Jeronimo die namen Kortijk,Moorslede,Heule noem maar op klinkt me zo bekend in mijn oren.Mijn roots liggen namelijk in Izegem,dus is dit allemaal maar een boogscheut van waar mijn wieg stond.Ik denk zelfs dat "de meiboom"nog bestaat,maar ben wel niet 100% procent zeker.
Ik heb tot mijn 21j naar school geweest en je mag gerust weten,dat ook ik nog heel dikwijls de woordenboek vast heb.
Vroeger kregen de mensen de kans niet om te studeren,en er zaten daar dikwijls heel slimme mensen tussen.Wat ik heel jammer vind,dat ze niet dezelfde kansen kregen,als rijkeluis kinderen die soms de dom waren om de straat te plaveien.
Ik heb tot mijn 21j naar school geweest en je mag gerust weten,dat ook ik nog heel dikwijls de woordenboek vast heb.
Vroeger kregen de mensen de kans niet om te studeren,en er zaten daar dikwijls heel slimme mensen tussen.Wat ik heel jammer vind,dat ze niet dezelfde kansen kregen,als rijkeluis kinderen die soms de dom waren om de straat te plaveien.
't Is goed in eigen hart te kijken nog even voor het slapen gaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.
Of ik van dageraad tot avond geen enkel hart heb zeer gedaan.
-
VictorinaVdP - Lid geworden op: 05 mei 2005, 14:58
- Locatie: Bastogne
Hallo maatjes allemaal.
Fijne verhalen zijn dat toch allemaal.
Ik heb ook maar tot ik ongeveer 14 jaar was naar school geweest juist zoals mijn man alleen ben ik te lui om een woordenboek terhand te nemen en schrijf het maar zoals het komt(lach) dat is niet mooi van mij he
Mijn man daarentegen zit er standvastig in te blaren maar medunkt dat hij hier toch niet veel op papier zet.
weten jullie dat ik bij het verhaal van Wout medelijden had met zijn pa maar ook met de ossen.
Dat is net zoals de stieren in Spanje die worden er ook maar moedwillig pijn gedaan maar komen er niet levend vanaf
Daar heb ik 1 keer gaan naar kijken en daarna NOOIT meer dat hoort er misschien bij maar voor mij hoeft het niet.
En mannen vertel maar verder ik geniet ervan
Victorina
Fijne verhalen zijn dat toch allemaal.
Ik heb ook maar tot ik ongeveer 14 jaar was naar school geweest juist zoals mijn man alleen ben ik te lui om een woordenboek terhand te nemen en schrijf het maar zoals het komt(lach) dat is niet mooi van mij he
Mijn man daarentegen zit er standvastig in te blaren maar medunkt dat hij hier toch niet veel op papier zet.
weten jullie dat ik bij het verhaal van Wout medelijden had met zijn pa maar ook met de ossen.
Dat is net zoals de stieren in Spanje die worden er ook maar moedwillig pijn gedaan maar komen er niet levend vanaf
Daar heb ik 1 keer gaan naar kijken en daarna NOOIT meer dat hoort er misschien bij maar voor mij hoeft het niet.
En mannen vertel maar verder ik geniet ervan
Victorina
-
Fikske - Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
- Locatie: W-O 1970
Dank u wel juf Jadi.
Mag ik je dan deemoedige om een gunst smeken?
Normaal kregen de jongens die braaf hun ‘zonden’ hadden bekend en gebiecht, een kus van de juffrouw en mochten ze een bank vooruit komen zitten. Geld dat hier ook?
Maar alle gekheid daar gelaten, we amuseren ons toch, hé?
Het is net als Wout zegt; we kunnen niet alleen genieten van het lezen maar ook van het vertellen zelf.
Ik heb ook nog wel een paar verhaaltjes klaar maar wacht nog wat om ze te plaatsen want ik vind het zonde om dat verhaal van Wout en die avonturen van Jeronimo zijn schoonvader nu al te onderbreken met verhalen die niks met de vlucht van mei 1940 te maken hebben
Tot binnenkort allemaal.
Mag ik je dan deemoedige om een gunst smeken?
Normaal kregen de jongens die braaf hun ‘zonden’ hadden bekend en gebiecht, een kus van de juffrouw en mochten ze een bank vooruit komen zitten. Geld dat hier ook?
Maar alle gekheid daar gelaten, we amuseren ons toch, hé?
Het is net als Wout zegt; we kunnen niet alleen genieten van het lezen maar ook van het vertellen zelf.
Ik heb ook nog wel een paar verhaaltjes klaar maar wacht nog wat om ze te plaatsen want ik vind het zonde om dat verhaal van Wout en die avonturen van Jeronimo zijn schoonvader nu al te onderbreken met verhalen die niks met de vlucht van mei 1940 te maken hebben
Tot binnenkort allemaal.
Wie tevreden is met wat hij heeft,
is de rijkste die er leeft.
is de rijkste die er leeft.