Spinsels van Alterego
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen
Moeders voor Moeders
Ter inleiding:
Vorige maand,omstreeks half December,heeft het
de Koning behaagd om,voor het zoveelste jaar op rij,
enkele landgenoten te ridderen en/of te lauweren
met het 'Kruis in een of andere Orde'.
Niet dat we daar hoog mee oplopen,het zegt ons
in feite niets,ware het niet dat onder dat allegaartje
uitverkorenen zich telkens individuen bevinden waarvan
we ons in gemoede afvragen 'waaraan hebben die dat
verdiend'.
Waar ligt hun verdienste in hetgeen ze ten bate van
de gemeenschap hebben verricht?Bij de meesten mogen
we rustig stellen dat hun verdienste er voornamelijk in
bestond de eigen bankrekening zoveel mogelijk te doen
groeien.Tot heil van hun eigen ego!
We hoeven daarom niet op de Koning te schieten,hij
is in deze maar de pianist,hij voert uit wat zijn hof-
maarschalken hem in het oor fluisteren.
Ik vraag me af wie telkenjare die lijst maakt van te
lauweren mensen.Welke criteria ze daarbij gebruiken!
Als er één iemand is die het voor het volle pond
terecht verdient gelauwerd te worden,dan is het toch
wel Monique Verdickt,stichteres van de ongesubsidieerde
hulporganisatie Moeders voor Moeders te Borgerhout.
Grosso modo gezien houdt zij heel de noodlijdende
vrouwelijke bevolking van Antwerpen in leven!
Ik heb 27 jaar in Borgerhout gewoond,in de directe
nabijheid van de vzw.Moeders voor Moeders,ik heb het
zien ontstaan en zien uitgroeien,en ik weet bijgevolg
welke enorme inspanningen daar geleverd worden.
Daarom wil ik u hier graag laten kennismaken
met deze organisatie.
-------------------------------------------------------------
Rijke moeders helpen
arme moeders
Interview met Chris Stroobants-Van der Vee,
geschreven door Sofie Sfingapoulos.
Begin jaren '90 kreeg Monique Verdickt,voorzitster van
de Antwerpse vzw. Moeders voor Moeders,de vraag vanuit
haar omgeving of zij wat spullen kon missen.Monique heeft
immers 8 kinderen.Er was een gezin in de buurt komen
wonen,en deze mensen hadden het niet breed.Monique
heeft hen geholpen.
Het nieuws verspreidde zich snel,iedereen die iets kon missen
bracht de spullen naar Monique,omdat zij wel mensen
kende die er mee geholpen waren.Haar huis werd na enige
tijd te klein,dus ging ze op zoek naar een andere locatie.
In 1994 werd de vzw.Moeders voor Moeders opgericht.
De Moeders verdelen voeding,kleding,kinderbedjes,
kinderwagens,schoolgerief,speelgoed,toiletspullen,kuis-
producten,zwangerschapskledij....onder de mensen die
door de mazen van de sociale structuur zijn gevallen.
Rijkere moeders helpen arme moeders.
Over solidariteit gesproken.
Vrijwilligerswerk is anders niet vanzelfsprekend.Wie
actief is in een vereniging kent het fenomeen maar al te
goed:de voortdurende strijd en bekommernis om
geëngageerde mensen te vinden,die zich in hun vrije
tijd willen inzetten voor anderen.Mensen houden er niet
van zich langdurig te engageren,luidt het bij de specialisten.
Bij de Moeders is daar echter niets van te merken.
In onze vereniging zijn er ongeveer 120 vrijwilligers
actief.We moeten kunnen rekenen op de mensen die
zich geëngageerd hebben,al kan iemand maar een halve
dag per week komen.Maar de mensen moeten er dan
ook wel staan.De zaak moet blijven draaien,vooral op het
gebied van de voeding moet veel voorbereidend werk
gebeuren.Op Vrijdag en Maandag komen mensen die
alles voorbereiden,om Dinsdag te kunnen starten met de
voedselbedelingen.
De Moeders beschikken NIET over subsidies,ze gaan zelf
op zoek naar de nodige sponsoring,steun en financiele
middelen om hun vereniging draaiende te houden.
Ooit hebben ze wel één jaar subsidies aanvaard,maar de
aard van Moeders voor Moeders laat hen niet toe een
gelijkmatige spreiding van de gelden te plannen.Vermits
ze al jaren werken met eigen middelen,hebben ze besloten
zo verder te gaan.Geld geven ze hun "klanten" niet,maar
de ingeschreven gezinnen kunnen wel rekenen op aller-
hande materiele hulp.
De gezinnen die hier terechtkomen,hebben echt niet veel
om rond te komen.De meeste van onze "klanten" worden
naar ons doorverwezen door het OCMW.Zij hebben op
dat moment al een voorstudie gedaan van de families en
de situatie waarin ze zich bevinden.Zo weten wij aan de
hand van de papieren van het OCMW welke kosten en
inkomsten zij hebben.De criteria liggen heel hoog.
Mensen worden pas geholpen als ze per maand slechts
over 125 euro beschikken om van te leven.
Casus per casus wordt apart bekeken door de voorzitster.
Als er wordt beslist dat het gezin zich in een zodanig
precaire situatie bevindt dat het bijkomende hulp nodig
heeft,worden ze ingeschreven.Vanaf dan krijgt het
gezin elke week een uitgebreid voedselpakket,tweemaal
per jaar kleren voor de kinderen en een keer per maand
een pakket met verzorgings- en kuisproducten.In geval
van zwangerschap moet de moeder papieren binnenbrengen
van de dokter,en na bevalling krijgen de moeders de nodige
spullen mee,alsook een kinderwagen en een bedje.Dat is
niet alles,de werking van de Moeders is goed uitgebouwd.
De mama's kunnen hun baby twee keer per week een warm
badje geven in de Resto-Bébé,een lekker warme plaats waar
de kinderen 's middags ook een warme maaltijd kunnen eten.
Terwijl de moeders wachten op hun voedsel- of kledingpakket,
kunnen ze koffie,thee of soep krijgen en een boterham of
koffiekoek.
De voorzitster van Moeders voor Moeders helpt ook bij het
budgetbeheer van de "klanten" als zij daar om vragen.
Uiteraard hebben niet alle ingeschreven gezinnen zelf schuld
aan de armoedige situatie waarin ze zich bevinden.Iemand
die zwaar ziek wordt en niet beschikt over een goede ziekte-
of hospitalisatieverzekering jaagt zijn zuur verdiende
spaarcenten er snel door.Er wordt streng gewaakt over de
verhoudingen binnen de "klantengroep":het aantal allochtonen
maakt 40% uit van het totale aantal,het aantal autochtonen
60%,300 tot 350 gezinnen ontvangen bijkomende hulp van
de vzw.Ieder gezin verblijft legaal in ons land.
Het Antwerpse initiatief kan op veel bijval rekenen.Aan
uitbreiding naar andere steden denken de Moeders niet.In
andere steden bestaan er immers gelijkaardige initiatieven.
De Moeders gaan spreken over hun werking in scholen en
verenigingen,en wie wil kan een rondleiding krijgen in het
gebouw.
In September 2000 heeft de vereniging een vondelingen-
luik geplaatst.Een kind dat in het vondelingenluik wordt
geplaatst heeft wél een toekomst.Anders wordt de baby
achtergelaten in een vuilniszak of in een bos.Dan overlijdt
de baby,terwijl er nu voor gezorgd wordt.Het enige nadeel
is dat het kind zijn natuurlijke ouders nooit zal kunnen
opsporen.Het systeem is anoniem,wat bij adoptie niet het
geval is.
Het project Moeders voor Moeders is een nobel initiatief.
Hoewel de vrouwen beseffen dat de armoede de wereld
niet zal uitgeholpen worden,blijven ze ijveren voor een
beter bestaan voor diegenen die het minder breed hebben.
Ze hebben de indruk bij Moeders voor Moeders dat de
kloof tussen arm en rijk groter is geworden.Armoede zet
zich voort van generatie op generatie.De Moeders geven
de moed in elk geval niet op,er is nog veel werk te doen.
Een baken van solidariteit in een individualistische
samenleving.
Dank u!
Ter inleiding:
Vorige maand,omstreeks half December,heeft het
de Koning behaagd om,voor het zoveelste jaar op rij,
enkele landgenoten te ridderen en/of te lauweren
met het 'Kruis in een of andere Orde'.
Niet dat we daar hoog mee oplopen,het zegt ons
in feite niets,ware het niet dat onder dat allegaartje
uitverkorenen zich telkens individuen bevinden waarvan
we ons in gemoede afvragen 'waaraan hebben die dat
verdiend'.
Waar ligt hun verdienste in hetgeen ze ten bate van
de gemeenschap hebben verricht?Bij de meesten mogen
we rustig stellen dat hun verdienste er voornamelijk in
bestond de eigen bankrekening zoveel mogelijk te doen
groeien.Tot heil van hun eigen ego!
We hoeven daarom niet op de Koning te schieten,hij
is in deze maar de pianist,hij voert uit wat zijn hof-
maarschalken hem in het oor fluisteren.
Ik vraag me af wie telkenjare die lijst maakt van te
lauweren mensen.Welke criteria ze daarbij gebruiken!
Als er één iemand is die het voor het volle pond
terecht verdient gelauwerd te worden,dan is het toch
wel Monique Verdickt,stichteres van de ongesubsidieerde
hulporganisatie Moeders voor Moeders te Borgerhout.
Grosso modo gezien houdt zij heel de noodlijdende
vrouwelijke bevolking van Antwerpen in leven!
Ik heb 27 jaar in Borgerhout gewoond,in de directe
nabijheid van de vzw.Moeders voor Moeders,ik heb het
zien ontstaan en zien uitgroeien,en ik weet bijgevolg
welke enorme inspanningen daar geleverd worden.
Daarom wil ik u hier graag laten kennismaken
met deze organisatie.
-------------------------------------------------------------
Rijke moeders helpen
arme moeders
Interview met Chris Stroobants-Van der Vee,
geschreven door Sofie Sfingapoulos.
Begin jaren '90 kreeg Monique Verdickt,voorzitster van
de Antwerpse vzw. Moeders voor Moeders,de vraag vanuit
haar omgeving of zij wat spullen kon missen.Monique heeft
immers 8 kinderen.Er was een gezin in de buurt komen
wonen,en deze mensen hadden het niet breed.Monique
heeft hen geholpen.
Het nieuws verspreidde zich snel,iedereen die iets kon missen
bracht de spullen naar Monique,omdat zij wel mensen
kende die er mee geholpen waren.Haar huis werd na enige
tijd te klein,dus ging ze op zoek naar een andere locatie.
In 1994 werd de vzw.Moeders voor Moeders opgericht.
De Moeders verdelen voeding,kleding,kinderbedjes,
kinderwagens,schoolgerief,speelgoed,toiletspullen,kuis-
producten,zwangerschapskledij....onder de mensen die
door de mazen van de sociale structuur zijn gevallen.
Rijkere moeders helpen arme moeders.
Over solidariteit gesproken.
Vrijwilligerswerk is anders niet vanzelfsprekend.Wie
actief is in een vereniging kent het fenomeen maar al te
goed:de voortdurende strijd en bekommernis om
geëngageerde mensen te vinden,die zich in hun vrije
tijd willen inzetten voor anderen.Mensen houden er niet
van zich langdurig te engageren,luidt het bij de specialisten.
Bij de Moeders is daar echter niets van te merken.
In onze vereniging zijn er ongeveer 120 vrijwilligers
actief.We moeten kunnen rekenen op de mensen die
zich geëngageerd hebben,al kan iemand maar een halve
dag per week komen.Maar de mensen moeten er dan
ook wel staan.De zaak moet blijven draaien,vooral op het
gebied van de voeding moet veel voorbereidend werk
gebeuren.Op Vrijdag en Maandag komen mensen die
alles voorbereiden,om Dinsdag te kunnen starten met de
voedselbedelingen.
De Moeders beschikken NIET over subsidies,ze gaan zelf
op zoek naar de nodige sponsoring,steun en financiele
middelen om hun vereniging draaiende te houden.
Ooit hebben ze wel één jaar subsidies aanvaard,maar de
aard van Moeders voor Moeders laat hen niet toe een
gelijkmatige spreiding van de gelden te plannen.Vermits
ze al jaren werken met eigen middelen,hebben ze besloten
zo verder te gaan.Geld geven ze hun "klanten" niet,maar
de ingeschreven gezinnen kunnen wel rekenen op aller-
hande materiele hulp.
De gezinnen die hier terechtkomen,hebben echt niet veel
om rond te komen.De meeste van onze "klanten" worden
naar ons doorverwezen door het OCMW.Zij hebben op
dat moment al een voorstudie gedaan van de families en
de situatie waarin ze zich bevinden.Zo weten wij aan de
hand van de papieren van het OCMW welke kosten en
inkomsten zij hebben.De criteria liggen heel hoog.
Mensen worden pas geholpen als ze per maand slechts
over 125 euro beschikken om van te leven.
Casus per casus wordt apart bekeken door de voorzitster.
Als er wordt beslist dat het gezin zich in een zodanig
precaire situatie bevindt dat het bijkomende hulp nodig
heeft,worden ze ingeschreven.Vanaf dan krijgt het
gezin elke week een uitgebreid voedselpakket,tweemaal
per jaar kleren voor de kinderen en een keer per maand
een pakket met verzorgings- en kuisproducten.In geval
van zwangerschap moet de moeder papieren binnenbrengen
van de dokter,en na bevalling krijgen de moeders de nodige
spullen mee,alsook een kinderwagen en een bedje.Dat is
niet alles,de werking van de Moeders is goed uitgebouwd.
De mama's kunnen hun baby twee keer per week een warm
badje geven in de Resto-Bébé,een lekker warme plaats waar
de kinderen 's middags ook een warme maaltijd kunnen eten.
Terwijl de moeders wachten op hun voedsel- of kledingpakket,
kunnen ze koffie,thee of soep krijgen en een boterham of
koffiekoek.
De voorzitster van Moeders voor Moeders helpt ook bij het
budgetbeheer van de "klanten" als zij daar om vragen.
Uiteraard hebben niet alle ingeschreven gezinnen zelf schuld
aan de armoedige situatie waarin ze zich bevinden.Iemand
die zwaar ziek wordt en niet beschikt over een goede ziekte-
of hospitalisatieverzekering jaagt zijn zuur verdiende
spaarcenten er snel door.Er wordt streng gewaakt over de
verhoudingen binnen de "klantengroep":het aantal allochtonen
maakt 40% uit van het totale aantal,het aantal autochtonen
60%,300 tot 350 gezinnen ontvangen bijkomende hulp van
de vzw.Ieder gezin verblijft legaal in ons land.
Het Antwerpse initiatief kan op veel bijval rekenen.Aan
uitbreiding naar andere steden denken de Moeders niet.In
andere steden bestaan er immers gelijkaardige initiatieven.
De Moeders gaan spreken over hun werking in scholen en
verenigingen,en wie wil kan een rondleiding krijgen in het
gebouw.
In September 2000 heeft de vereniging een vondelingen-
luik geplaatst.Een kind dat in het vondelingenluik wordt
geplaatst heeft wél een toekomst.Anders wordt de baby
achtergelaten in een vuilniszak of in een bos.Dan overlijdt
de baby,terwijl er nu voor gezorgd wordt.Het enige nadeel
is dat het kind zijn natuurlijke ouders nooit zal kunnen
opsporen.Het systeem is anoniem,wat bij adoptie niet het
geval is.
Het project Moeders voor Moeders is een nobel initiatief.
Hoewel de vrouwen beseffen dat de armoede de wereld
niet zal uitgeholpen worden,blijven ze ijveren voor een
beter bestaan voor diegenen die het minder breed hebben.
Ze hebben de indruk bij Moeders voor Moeders dat de
kloof tussen arm en rijk groter is geworden.Armoede zet
zich voort van generatie op generatie.De Moeders geven
de moed in elk geval niet op,er is nog veel werk te doen.
Een baken van solidariteit in een individualistische
samenleving.
Dank u!
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen

Maskerade
Onder deze titel plaatst Pol Goossen in de hem toebedeelde
column een artikel in het maandblad Pasc@l,waarbij hij de
vrouwen aanmaant met "Dames blijf weg van de maskerade-
chirurg.Kom naar mij!".
Oei,oei,oei,Pol!
Nu betekent maskerade volgens van Dale "zich anders voor-
doen dan men in werkelijkheid is".
Onwillekeurig denken we dan bij onze Pol aan zijn alter ego
Frank Bomans in de soapserie "Thuis",dagelijks op VRT van
maandag tot vrijdag te zien.De kijker die het beeld van bon
vivant Frank Bomans uit "Thuis" met zich meedraagt,en Pol
daarmee vereenzelvigd,zien we niet direct geneigd aan zijn
uitnodiging gevolg te geven.
Aan vrouwen heeft Pol,alias Frank in "Thuis", nooit gebrek
gehad met Jenny,Simonneke,Leontine,Rosa,Veronique en
andere Julia's,en misschien vergeten we er nog enkele!
Want dààr in 'Thuis" doet hij zich anders voor dan hij in
werkelijkheid is,de ruwe bolster voor wie geen enkele vrouw
veilig is,die al zowat met de hele vrouwelijke cast een affaire
had,die vloekt en tiert,en graag met zijn broer Luc op de
vuist gaat!
Maar dat is fictie,want in het werkelijke leven is de op 22
October 1949 te Lier geboren oud-onderwijzer de zachtheid
zelve,zowat de tegenpool van Frank Bomans.
Met zijn partner,de actrice Annemarie Picard woont hij nu al
jaren samen te Antwerpen,meer bepaald in Wilrijk,en gaan
ze regelmatig joggen in het Middelheimpark of in het park
van Den Brandt dat vlak in de buurt ligt.
Beiden houden ze van de natuur,en Pol is dan ook al voor
verschillende goede doelen peter of ambassadeur.
Hopelijk blijft Pol die column in Pasc@l bestendigen,we
heten hem hierbij van harte welkom,en kijken met belang-
stelling uit naar wat hij ons nog weet te brengen.
Alterego

To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
herman1944 - Lid geworden op: 15 mar 2006, 22:47
- Locatie: wachtebeke
Wees aardig voor een ander...is een ander aardig voor jou
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen

René Magritte
De mythe over pijp en bolhoed
De Amerikaanse zanger Paul Simon(destijds beter bekend van het duo
met Art Garfunkel),zingt een lied,getiteld "René and Georgette with
their dog after the war",gebaseerd naar een foto uit 1944 waarop
kunstschilder René Magritte en zijn vrouw Georgette Berger staan
afgebeeld met hun hondje Jacky.
Het lied is een fabeltje,gefantaseerd.Er wordt o.a. in gezegd dat
René en Georgette dansten in hun hotelsuite,terwijl René nooit danste.
Wanneer Paul Simon dit lied op de scene ten gehore brengt,laat hij
zich omringen door twee figuranten met bolhoed,om zodoende het
Magritte-beeld te illustreren.
Nu schilderde Magritte wel eens bolhoeden,maar zelf droeg hij er
nooit een,wel een deukhoed,doch meestal liep hij blootshoofds.
Magritte met bolhoed is een mythe,die ontstaan is doordat een
fotograaf hem eens vroeg "Meneer Magritte,u schildert vaak bolhoeden,
wilt u voor mij eens met een bolhoed poseren?".Een volgende foto-
graaf wil natuurlijk ook zo'n foto maken,biografen zien die foto's en
doen het voorkomen alsof Magritte met bolhoed opstond en ging
slapen.Zo is een verhaaltje een eigen leven gaan leiden.
Hij was een man die persé niet wou opvallen,hij was van nature uit
een kalme bezadigde mens,zijn enige euvel bestond er in dat hij een
verwoed roker was,nooit een pijp,jamais,altijd sigaretten.
En toch,een van Magritte's bekendste werken is het schilderij met de
pijp,waaronder hij dan schreef "Ceci n'est pas une pipe" dus "dit is
geen pijp",en toch dacht ook iedereen dat hij pijproker was.Toen hij
daar eens op aangesproken werd zei hij,verwijzend naar het schilderij,
"Ach ja,die pijp.Daar is nu toch al genoeg over gezeurd.Probeer er maar
eens tabak in te stoppen,in die pijp van mij.Is ze echt,of niet?"
Magritte hield er van in zijn werken uit te pakken met gekke toestanden
of allerlei grappen.Dan zei hij "Ik schilder niet,ik gebruik voorwerpen
die mijn beelden weergeven.Ik ben geen kunstschilder die mooie kleuren
op doek zet,of iets voor het oog maakt.Ik breng het denken in beeld en
maak daardoor iets mysterieus".Magritte hield van droge humor.
Hij was een surrealist avant la lettre,in hart en ziel,eigenlijk schilderde hij
doodgewone dingen,maar meestal op geheimzinnige wijze,wat hij uitlegde
als "Ik schilder om de wereld een beetje beter te begrijpen.Mijn werken
zijn vaak geheimzinnig,maar de wereld is ook zo geheimzinnig".
Magritte was ook wat men zou kunnen noemen,een doemdenker,hij had
geen groot vertrouwen in de toekomst,wat volgens Georgette een van
de redenen was dat het gezin Magritte altijd kinderloos is gebleven.
"Het verleden lapte hij aan zijn laars,het verleden was voorbij,punt uit.
Ook de toekomst interesseerde hem niet,hij had zijn handen vol aan het
heden,wat de toekomst in petto hield,zouden we te zijner tijd wel zien"
zo vertelde Georgette in 1984(zelf 84 jaar dat moment),zeven jaar na het
overlijden van René,haar echtgenoot waarmee ze 45 jaar gehuwd was.
En ze vervolgt "Wij hebben het lastig gehad om de eindjes aan mekaar te
knopen,maar nooit miserie gekend.René heeft jarenlang bijverdiend als
ontwerper van behangselpapier bij Peeters-Lacroix,als reklametekenaar,
als modetekenaar,omdat wij van zijn schilderijen niet konden eten,maar
om nu te zeggen dat schraalhans keukenmeester was,neen we leefden
heel normaal,heel vrij ook.Sinds de jaren zestig is het grote geld gekomen
en dat heeft ons niet gelukkiger gemaakt.René werd er ongemakkelijk onder".
René Magritte,geboren in het Henegouwse Lessen op 21 November 1898,
is gestorven op 15 Augustus 1967 op 69-jarige leeftijd in zijn statige witte
villa aan de Mimosastraat 97 te Schaarbeek,tengevolge van een tumor in de
aalvleesklier.
Voordien was hij nooit ziek geweest,tenzij af en toe pijnlijke kuitkramp,
en ook was hij abnormaal vlug moe.
Hij zei zelf dat hij "moe geboren was"!
Méér over René Magritte kunt u vinden op Google.
Ik heb hier verhaald wat daar niet te lezen is.
Alterego

To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen

Dichter Jan Van Nijlen
Een onzer allergrootste dichters,gelauwerd met de Staatsprijs
voor Letterkunde in 1955 en de Constant Huygensprijs in 1963.
Maar tegelijkertijd misschien ook wel de meest godvergeten
dichter in dit land.
Geboren te Antwerpen,in de drukke Carnotstraat waar zijn
vader een effectenhandel had,op 10 November 1884,en
overleden te Ukkel op 14 Augustus 1965.
Hij was een tijdgenoot en grote vriend van Willem Elsschot.
Fons(De Ridder) en Jan groeiden samen op,en werden later
als grootmeesters van het woord erkend.Ze waren de
eerste Vlamingen die de Constant Huygensprijs wonnen,
Elsschot in 1955 en Van Nijlen in 1963.
Zijn vader wou hem in zijn effectenhandel opleiden,en Jan
kwam bij pa in dienst.Maar als lid van de 'garde civique',de
'burgerwacht',leerde hij in de kroegen de vrouwtjes kennen,
en met een er van trok hij naar Parijs.De ontluikende dichter
verkoos een bohemersleven in Parijs boven het geld van zijn
vader.
Niet voor lang,want zijn oom August Van Nijlen,die directeur
was van het katholieke dagblad La Métropole,ging zijn neef
in Parijs terughalen,hij wist dat Jan een vlotte pen had.
Alzo werd Jan Van Nijlen in de journalistiek voor de leeuwen
gegooid.Daarbij debuteerde hij als dichter in het Nederlands
onder de schuilnaam Jan Van Leenen,eerst in "Dietsche
Warande en Belfort",nadien ook in het door Jozef Muls opge-
richte "Vlaamsche Arbeid".
In 1910 sloot hij eeuwige vriendschap met de aristocratische
essayist Jan Greshoff,en in 1911 trad hij in het huwelijk met
de lieftallige Griet Van Eeckhoven.Drie jaar later,in 1914,toen
de Duitsers ons land binnenvielen,vluchtte hij met zijn vrouw
naar Nederland,waar ze in Apeldoorn onderdak vonden bij de
moeder van Jan Greshoff.Van daaruit trokken ze verder naar
Den Haag,waar in 1916 hun eerste dochter Sofie geboren werd.
Hij was er ook getuige van het overlijden van schilder en beeld-
houwer Rik Wouters die op 33 jarige leeftijd heenging.
In 1919,het oorlogsgeweld was geluwd,stuurde vriend en
kunstschilder Jakob Smits een brief naar Minister van Justitie,
Emile Vandervelde,om de inmiddels 35-jarige Jan Van Nijlen
als vertaler in dienst te nemen.Zo werd Jan dan staatsambtenaar,
eerst als vertaler,nadien als directeur,met wetten,verordeningen
en Koninklijke Besluiten voor Het Staatsblad te vertalen.En omdat
hij zo knap was in calligrafisch schrift viel hem ook de eer te beurt
alles wat met het Koningshuis te maken had,bevallingen,huwelijken
en dynastieke overlijdens in het grote monarchenboek te calligraferen.
Om het gemak verhuisde hij van Antwerpen naar Brussel,eerst Vorst,
daarna defintief in Ukkel waar in 1921 zoon Karel geboren werd.
Van Nijlen maakte van zijn privéleven een ware puinhoop,naar
buiten toe was hij de bedeesde dichter,een en al beschaving,sobere
beminnelijkheid en mild begrip.Maar thuis gedroeg hij zich echt
onhandelbaar,zowel als echtgenoot en als vader.In momenten van
woede,en die waren nogal frekwent,verweet hij zijn gezin een blok
aan zijn been te zijn,die zijn literaire aspiraties belemmerden.Hij
specialiseerde zich full-time in onvrede,bij de minste woorden-
wisseling met zijn vrouw Griet zocht hij de kroeg op.En naarmate
hij troost zocht in de drank,stapelden de scénes zich op.In de kroeg
schreef hij zijn verzen,dronk er zijn 'geuze' en voelde er zich verlost
van de sociale,familiale en morele verplichtingen die hem zogezegd
hinderden.
Van zijn dochter Sofie kon hij nogal wat verdragen,maar zoon Karel
was voor hem meestal de kop van Jut.Vader en zoon konden het niet
met elkaar vinden.
Tijdens de tweede wereldoorlog was Karel bij het verzet aangesloten,
wat hem dramatisch zou opbreken.Een eerste maal werd hij door de
Gestapo gearresteerd in februari 1944,maar hij wist te ontsnappen in
het station van Leuven.Hij dook onder,maar kon zich niet bedwingen
binnen te blijven,op 2 April 1944 bezocht Jan Van Nijlen zijn zoon
Karel op diens geheime adres,en bezwoer hem zich gedeisd te houden,
maar Karel wilde niet luisteren.De Gestapo kwam hem op het spoor,
en de 23-jarige Karel,al gehuwd en vader van een zoontje,begon een
lijdensweg,eerst gevangenis van St-Gillis,daarna achtereenvolgens in
Breendonk,Buchenwald,Sangerhausen en het kamp van Ellrich dat
hij begin februari 1945 niet overleefde.
De moeder van Karel,die goedhartige Griet Van Eeckhoven smolt weg
van verdriet,en vader Jan Van Nijlen raakte verstrikt in een mengeling
van schuldgevoel,wroeging en pijn.
Kort daarop ging ambtenaar Jan Van Nijlen met pensioen.
In September 1963 stierf zijn vrouw Griet Van Eeckhoven,na 52 jaar
met Jan Van Nijlen getrouwd geweest te zijn,hem bemind en
verduurd te hebben.
Jan Van Nijlen bleef dan op 78-jarige leeftijd ontredderd alleen achter.
Na enkele maanden sukkelen op het lege appartement,vond zijn dochter
Sofie het geraadzaam hem te doen opnemen in een familiepension,waar
hij verder wegkwijnde.In Augustus 1965 moest hij dringend opgenomen
worden in het Brusselse Moliere-ziekenhuis met een acute buikvliesont-
steking.
Jan Van Nijlen overleed er op 14 Augustus 1965.
Hierna het grafschrift dat Jan Van Nijlen voor zichzelf reserveerde:
Hij was een stille,zeer bedeesde man,
die hield van bloemen,dieren en insekten.
totdat het warme gras zijn lichaam dekte:
't is nu gedaan met de heer Nijlen (van)
Hij was een mus op het maatschappelijk dak,
hij kon geen vrede met de mensen vinden,
en libertijnen en pastoorsgezinden
stak hij glimlachend in dezelfde zak
Hij zei adieu alvorens aan te komen
hij vond met moeite het persoonlijk nest,
voor zijn ultieme slaap.Zijn oude dromen
zijn,nu in gruis,een zeer behoorlijk mest.
Het is zeker niet zijn mooiste gedicht,ook niet het meest gelukte,maar
't typeert wel de zwaarmoedige kijk op zijn eigen leven.
Hij is in alle stilte heengegaan,totaal uitgeleefd.
Alterego
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen

Mileva Maric
Die gedurende 17 jaar de vrouw van Albert Einstein
was,hem drie kinderen schonk,maar in de biografieën
rond Einstein zo goed als doodgezwegen wordt.
Mileva Maric ziet het levenslicht op 19 December 1875 in het Servische stadje
Titel,waar de gemeenschap grotendeels bestaat uit een samenraapsel van ver-
schillend etnische oorsprong,zoals Bosniers,Hongaren,Montenegrijnen,en
ook Duitsers.Haar vader,alhoewel Servier zijnde,laat zich inlijven in het leger
van Frans V Ferdinand,aartshertog van Oostenrijk-Este.Haar moeder is een
zorgzame huisvrouw die Mileva ook nog een zusje Zorka en broertje Milóc
schenkt,ze is afkomstig uit een welgestelde Servische handelsfamilie.
De financiele middelen zijn dus voorhanden om de kinderen Maric toe te
laten verdere studies te doen,en zo zien we in 1896 Mileva in Zwitserland
aan de universiteit van Zurich verschijnen.De Zwitserse Hogeschool is op
dat moment de enige in Europa die vrouwen toestaat examens af te leggen!
Mileva is er klasgenote van o.a. Albert Einstein,geboren op 14 Maart 1879
in het Duitse Ulm en van Joodse afkomst.Met haar 21 jaar is Mileva de oudste
van de klas en Einstein met zijn 17 jaar de jongste.
Ze voelen zich al vlug tot elkaar aangetrokken,in tegenstelling tot Einstein
die met zijn rijzige gestalte en wollige krullebol het vrouwvolk niet ongelegen
laat(nu niet en in zijn latere leven ook niet),is Mileva helemaal geen schoon-
heid,terwijl ze ook hinkt als gevolg van een aangeboren heupletsel,waardoor
ze zich nogal schuw en teruggetrokken gedraagt.Hij,Albert Einstein,is een
levenslustige en geestige jongeman,die ook voortreffelijk viool speelt,en zich
ontfermt over Mileva,de verlegen Slavische.Het klikt voortreffelijk tussen die
twee.Het warrige en besluiteloze dromerstype Einstein wordt door de meer
gestructureerde Mileva op tijd en stond weer bij de les gehaald.Vriendschap
wordt al vlug liefde,Albert stuurt Mileva geregeld liefdesbrieven,waarin hij
ondermeer stelt dat Mileva zijn wetenschappelijke gelijke is,en dat zonder
haar bijstand zijn studie in een onbeslist stadium dreigt te blijven steken.
En dat is in werkelijkheid ook zo,Mileva was daar in Zurich verstandelijk
de meerdere van Einstein,ze had ook meer ijver,en ze heeft Albert meer
dan eens moeten helpen,misschien was dat wel hetgeen hem zo in haar
aantrok.Ze studeren af,behalen allebei hun diploma,en Einstein zegt over
Mileva "een schepsel dat mijn gelijke is,en dat net zo sterk en onafhankelijk
is als ikzef".Ze zijn onafscheidelijk en noemen zich Ein-Stein,Eén-Steen!
Op 6 Januari 1903 trouwen ze burgerlijk in Bern,want Albert is overtuigd
anti-godsdienstig.Voor Mileva Maric,nu mevrouw Einstein, die net een jaar
tevoren,in januari 1902 al reeds bevallen was van een dochtertje Lieserl,
betekent haar huwelijk meteen ook het begin van een reeks prangende
belevenissen.Bij hun huwelijk was van geen van beide de ouders aanwezig,
en de Einsteins zullen Mileva nooit aanvaarden,zijn moeder schrijft hem
ondermeer "Zij is alleen maar een boekenwurm,en nog voor je dertigste
is het een ouwe heks"!Het jonge paar laat zich daardoor niet intimideren,
ze betrekken een mansarde met ruim terras in de Archivstrasse,maar in de
zomer verhuizen ze naar de Kramgasse,de mooiste straat van Bern.
Op 14 Mei 1904 bevalt Mileva van haar zoon Hans-Albert,ondertussen is
Albert werkzaam als technisch assistent bij het Zwitserse patentbureau,en
had hij ook reeds de Zwitserse nationaliteit bekomen.In 1905 was hij druk
doende met zijn relativiteitstheorieën,hierin sterk gesteund en geholpen
door Mileva,zij is de spil van het gezin en de baken van Albert in zijn
wetenschappelijke onderzoekingen.Hoewel zelf een uitzonderlijk begaafde
fysica,cijfert zij zich onvoorwaardelijk weg om de steile opgang van haar man
in de glans te zetten.Nadat op 28 Juli 1910 hun tweede zoon Edward geboren
wordt,beginnen er zich stilaan barsten te vertonen in de Ein-Stein,Albert
kan de druk van het gezinsleven niet dragen.De gevoelige,zwijgzame vrouw
die Mileva is,krijgt voor haar steun en hulp bij Albert's werk daarvoor in het
gezin weinig of niets in ruil.Naarmate zijn uitstraling toeneemt groeien de
twee uit elkaar.
In 1914 vlak voor het begin van de eerste wereldoorlog,verhuisde het gezin
Einstein-Maric naar Berlijn,waarschijnlijk onder invloed van Albert's ouders.
Hun relatie verbeterde er niet door,deels doordat Mileva in Berlijn niet kon
aarden,en anderzijds doordat Einstein veel uithuizig was,waarbij hij meerdere
malen zijn vrouw bedroog,en tenslotte omdat hij zo goed als niet naar zijn
kinderen omzag.Hoe briljant hij als fysicus ook was,zo min was hij als vader
en als echtgenoot!Mileva verhuisde met de kinderen,en zonder Albert,terug
naar Zwitserland,hun huwelijk was voorbij en op 14 Februari 1919 voltrok
zich de officiele scheiding.Einstein die Mileva beloofde dat hij haar "op zijn
manier trouw zou blijven" stuurt met onregelmatige tussenpozen te weinig
geld voor het onderhoud der kinderen,waardoor ze dikwijls in verlegenheid
geraakt.Hun zoon Edward lijdt aan schizofrenie,overgeleverd aan steeds toe-
nemende aanvallen van helse pijn,waarbij hij alles wat hem onder handen valt
aan stukken slaat,wat Mileva naast de dokterskosten ook veel inzet kost.
Einstein laat het in Duitsland niet aan zijn hartje komen,op 2 Juni 1919 trouwt
hij er met zijn nicht Elsa Löwenthal(de achternaam van haar eerste man Max
Löwenthal - zelf noemt ze in feite Elsa Einstein).Toch keert Albert Einstein
zich niet volledig af van Mileva,want wanneer hem op 10 November 1922 in
Stockholm de Nobelprijs voor Natuurkunde wordt toegekend reist hij kort
daarop naar Zurich om Mileva de aan die Nobelprijs verbonden geldsom te
overhandigen,goed wetende dat het mede dank zij haar is dat hij die hoge onder-
scheiding bekwam.Een nobele geste waarmee hij het bewijs leverde van haar
aandeel in die wereldwijde erkenning.,zonder haar zou hij die Nobelprijs
Natuurkunde misschien nooit behaald hebben.Dat besefte hij wel.
Op 4 Augustus 1948 wisselt Mileva Maric in een Zwitsers ziekenhuis het
tijdelijke met het eeuwige,de kaars van de 72-jarige Servische is opgebrand,ze
sterft er versleten en door iedereen verlaten.
Haar leven met en naast Einstein wordt door biografen nauwelijks vernoemd,
hoewel zij altijd,van in hun studententijd reeds,de grote mentor is geweest in
het leven van de beroemde fysicus,die op zijn beurt overleed op 18 April 1955
te Princeton(U.S.A)
Alterego
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen


E = mc2
De relativiteitstheorie van Albert Einstein
E staat voor energie, m voor massa en c² voor de snelheid van het licht in het kwadraat. Heel simpel gesteld zegt deze vergelijking dat massa en energie gelijkwaardig zijn. Het zijn twee vormen van hetzelfde; energie is bevrijde materie, materie is potentiële energie. Omdat c² echt een gigantisch getal is, zegt de vergelijking in feite dat er een enorme hoeveelheid energie in elk materieel ding ligt besloten. Bijvoorbeeld, als u een volwassene met massa 60 kilogram bent, zal uw bescheiden lichaam niet minder dan 4,5 x1018 joules aan potentiële energie bevatten (E= 60 x (3 x108)2) dat is genoeg om te exploderen met de kracht van 30 zeer zware waterstofbommen.
Deze theorie van Einstein verklaart onder meer hoe straling werkt; een brok uranium kan onophoudelijk stromen hoogwaardige energie afgeven zonder als een ijsblokje weg te smelten doordat het heel efficiënt massa in energie kan omzetten. De formule kan tenslotte ook verklaren hoe sterren miljarden jaren kunnen branden zonder gebrek aan brandstof te krijgen.
Toen Einstein er vanuit ging dat niets sneller kon bewegen dan het licht, dus niets een snelheid groter dan de lichtsnelheid c kon hebben en hij dit koppelde aan de wet van behoud van energie, moest de conclusie zijn dat massa en energie equivalent waren. Hoe sneller een voorwerp beweegt, hoe groter zijn massa wordt. Beweegt het aan de lichtsnelheid, dan moet zijn massa oneindig worden of de energie om het voorwerp aan de lichtsnelheid te laten bewegen zal oneindig groot worden. Massa en energie zijn dus equivalent.
Bij snelheden veel lager dan de lichtsnelheid, snelheden van voorwerpen die we dagelijks rondom ons heen zien, is het effect van de massatoename te verwaarlozen. Bijvoorbeeld: een straalvliegtuig dat aan de grond een massa heeft van 100 ton, zal bij een snelheid van 1000 km/h nog geen tiende van een milligram zwaarder zijn. Bij de kleinste materiedeeltjes die we kunnen versnellen tot 99,9% van de lichtsnelheid nemen we waar dat ze 20 keer zwaarder zijn dan hetzelfde deeltje in rust.
Een gevolg van deze redenering, opgesteld in 1905 door Einstein, is dat we uit materie ook energie kunnen halen. Dit kon pas in 1930 direct bewezen worden. Bij het verbranden van steenkool wordt slechts een miljardste van de massa in energie omgezet. Bij kernsplijting in een kernreactor bedraagt deze waarde een duizendste. Bij kernfusie worden 5 duizendste van de oorspronkelijke massa omgezet in energie. Slechts bij één gekende reactie is er 100% rendement, namelijk die waarbij materie en antimaterie samenkomen. Dan wordt de massa volledig omgezet in energie, maar helaas kunnen we deze reactie nog niet gebruiken om ons te voorzien van energie.
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen

Edith Piaf
De kleine straatmus van Parijs
In la douce France van begin der 20ste eeuw,waar de echo rond het schandaal
Dreyfus nog nazindert,waar op dat moment president Raymond Poincaré in
de Derde Republiek de plak zwaait,wordt -zo vertelt de legende- tijdens een
barkoude winterdag op 19 December 1915 op 'n trottoir in volle Parijse straat
een meisje geboren,het is Edith Giovanna Gassion.Een toevallig passerende
politieagent vangt de boreling op in zijn wijde ruige wollen cape,want de ouders,
straatakrobaat Louis Gassion en derderangscabaretiere Lina Marsa,waren op z'n
minst gezegd verrast met die geboorte.Officieel volgens haar geboorteakte is ze
echter geboren in het Hopital Tenon te Parijs,maar niemand weet of dat niet
enkel voor de registratie zo verteld wordt.
Het kind werd eerst ondergebracht bij grootmoeder Aïcha,de Algerijnse
moeder van Lina Marsa,daarna bij haar andere grootmoeder die er in Bernay
een bordeel op nahield,de oorlog woedde volop,vader Louis Gassion moest
in dienst in het leger van generaal Joffre,en moeder Lina Marsa had onvoldoende
middelen van bestaan.
Toen ze 4 jaar was,we schrijven dan al 1919,werd het meisje zo goed als blind,
maar na een bedevaart naar de Heilige Theresia van het kind Jezus in Lisieux
genas ze op wonderbaarlijke wijze.Tot haar achtste verblijft de kleine Edith in
Bernay,haar ouders zijn ondertussen gescheiden,en haar vader meent dat ze oud
genoeg is om met hem op te treden bij zijn straatacteren,terwijl ze met de pet
centen rondhaalt leert ze enkele liedjes en zingt die ook.Het fréle wezentje dat
ze is,maakt alzo vrij jong kennis met de hardheid van het bohemersbestaan,met
meer honger dan eten.Het is voor de jonge Edith het begin van een turbulent
leven waarin vallen en opstaan een bepalende rol spelen,en waarbij het aantal
minnaars een lange waslijst vormt.
In 1932,ze is dan 17 jaar,leert ze haar eerste minnaar kennen,Louis Dupont,
waarvan ze al vlug zwanger geraakt en in 1933 bevalt ze van haar dochtertje
Marcelle.Nog geen twee jaar later sterft het kind aan de gevolgen van hersen-
vliesontsteking.Edith daardoor gedeprimeerd,doch gedreven om in 'n pover
bestaan te voorzien,dweilt zingend de straten van Belleville en Pigalle af en
wordt beste vriendjes met het canaille van boeven en pooiers.Louis Leplée
directeur van een cabaret op de Champs Elysées hoort haar zingen,en is er
zodanig door gecharmeerd dat hij haar onmiddelijk in dienst neemt.Hij geeft
haar de artiestennaam "la Môme Piaf" wat in het Parijse bargoens zoveel be-
tekent als "Straatmus-meisje".Met haar passionele stem weet de kleine
straatmus van 1m47,en haar single "Les Momes de la Cloche",al vlug de
mondaine wereld van 'Paris by Night' te veroveren.Maar in April 1936 wordt
Louis Leplée vermoord in zijn cabaret,de politie denkt de dader(s)te moeten
zoeken in de vriendenkring van 'de kleine straatmus',en zo haalt de 21-jarige
de voorpagina's van de kranten.Ze gaat evenwel vrijuit,er kan haar niets ten
laste gelegd worden.En vanaf 1937 wanneer ze haar pseudoniem "La Môme"
laat vallen,pas dan gaat ze voorgoed door het leven als de zangeres Edith Piaf.
Ze gaat een samenwerking aan met Marguerite Monnot,componiste en tekst-
schrijfster,die Edith Piaf tot aan haar dood zal blijven begeleiden.De bekendheid
van Piaf breidt zich alsmaar verder uit,Maurice Chevalier zorgt er voor dat ze
haar liedjes ook op de radio kan brengen,en onder cineast Jean Limur neemt ze
haar eerste film op,"La Garconne".Opnieuw is ze verliefd,ditmaal op de acteur
Meurisse,die haar door zijn rijkdom een weelderig luxe leventje biedt.In 1940
zijn ze beiden de hoofdvertolkers in "Le Bel Indifférent" een film waarvoor
Jean Cocteau het script schreef,en datzelfde jaar ook nog in de film van George
Lacombe "Montmartre sur scéne",welke leidde tot de breuk tussen Meurisse
en Piaf.Maar het leven maalt ook voor haar verder,ze maakt kennis met Henri
Contet,die voor haar een aantal van haar meest beroemde liedjes schrijft.De
tweede wereldoorlog is dan volop aan gang,in Parijs zijn ook de nazi's door die
passionele stem van de kleine straatmus Piaf gecharmeerd,waardoor ze in haar
bewegingsvrijheid door de Duitsers ongemoeid gelaten werd.Volgens eigen
zeggen was ze bij het verzet aangesloten,en ze hielp componist Michel Emmer
bij zijn ontsnapping uit Frankrijk,nam diens Joodse pianist Norbert Glanzberg
niet alleen in bescherming,ze werd er ook verliefd op.In de laatste oorlogs-
jaren zong ze samen met de jonge Yves Montand in de "Moulin Rouge",en
acteerde ze samen met hem in de film "Etoile" van Marcel Blistene.
Yves Montand wordt door Piaf gelanceerd,ze helpt hem om als debutant zijn
eerste stappen te zetten in het Franse varieté,wat een blijvende vriendschap
bij beiden tot gevolg heeft.
Wanneer in 1945 het oorlogsgeweld is geluwd,schrijft ze voor het eerst zelf
een lied,het nog altijd zeer bekende "La Vie en Rose".Het is Jacques Canetti,
die later ook Jacques Brel zal ontdekken die haar adviseert bij haar kleding,en
zo verschijnt ze verder op het toneel in een sobere zwarte jurk zonder franje,
als de nederige dienstbode van Zijne Majesteit de Zaal.Zo staat ze overal in
Europa op de bühne,en boekt overal grandiose suksessen,met haar liedjes die
het midden houden tussen 'n smartkreet en het sentimentele levenslied,met
de haar kenmerkende hartverscheurende stem vol vocale vibraties brengt ze
elk publiek,jong én oud,in vervoering.Haar liederen worden op fonoplaten
gezet met 'n geweldige verkoop,want iedereen wil Edith Piaf ook thuis in de
huiskamer kunnen beluisteren.Haar roem is ver buiten Frankrijk uitgedeind,
overal waar ze zich vertoont trekt ze massale aandacht.
In 1947,ze is dan 32 jaar en 'top of the bill',haar stem laat niemand onberoerd,
met een dimensie die menigeen koude rillingen bezorgt.Ze is de Maria Callas
van de muzikaal lager geschoolden.Zo gaat ze op tournee naar de U.S.A. met
de Compagnons de la Chanson,waarmede ze tevoren "Les trois Cloches" al had
opgenomen,maar ze werd daar in de States aanvankelijk niet erg bejubeld,wat
beterde toen ze enkele liedjes in het Engels zong.Ze leerde er wel vrienden
kennen,zoals filmdiva Marléne Dietrich en de bokser Marcel Cerdan.Met de
wereldkampioen middengewicht boksen 1948,Marcel Cerdan,kent Edith een
stormachtige maar korte liefdesaffaire,hij was haar ware grote liefde.Maar in
een vliegtuigongeluk boven de Azoren in 1949 sterft Marcel Cerdan.
Overmand door verdriet valt ze in een diepe depressie,geraakt alzo verslaafd
aan drank en drugs,maar vind toch de kracht als eerbetoon aan haar geliefde
het lied "L'hymne a l'amour" te schrijven.
Stilaan komt ze er in de loop van 1950 met de hulp van vrienden toch weer
door,opnieuw zet ze zich in om een jonge zanger te lanceren,het is Charles
Aznavour,de Frans-Armenier die haar secretaris en chauffeur is.Hij schrijft
voor haar o.a.de liedjes "Jezebel" en "Plus bleu que tes yeux".Maar ze kent
opnieuw ook moeilijke tijden,ze is betrokken bij twee auto-ongevallen,en
geraakt door de medicatie verslaafd aan morfinegebruik.De combinatie van
morfine met alcohol laat sporen na,haar gezondheid wordt broos,en ze krijgt
het zwaar doordat de aftakeling zich begint te manifesteren.De man waarmee
ze gehuwd is,Jacques Pills(what's in a name)is eveneens verslaafd aan de drank,
wat haar zeker niet helpt.Toch gaat ze voor een vijfde tournee naar Amerika,
met groot sukses want haar liedjes werden ook in het Engels vertaald.Terug
in Frankrijk,laat ze zich in 1952 opnemen in een kliniek om af te kicken,en zo
blijft ze een tijdje van de podiums weg.
Pas in 1955 kan het publiek haar weer begroeten bij een optreden in het ver-
maarde "Olympia" in Parijs,het jaar daarop krijgt ze een primeur in New York,
waar ze als eerste kleinkunst-zangeres optreed in "Carnegie Hall".Ondertussen
gingen er van het nummer "Les trois Cloches" wat ze samenzingt met de groep
Les Compagnons de la Chanson,méér dan 1 miljoen platen over de toonbank!
Tegelijkertijd wordt ze razend populair met de hit "Mylord" die de Griekse
componist Georges Moustaki voor haar schreef,een populariteit die zo moge-
lijk nog overstegen wordt door de hymne die aan haar turbulente leven gewijd
is,het aangrijpende "Non,je ne regrette rien".Door Charles Dumont alshetware
op haar lijf geschreven,en door Michel Vaucaire op passende muziek gezet.
Haar grootste erkenning krijgt ze evenwel in 1961 met de "Grand prix du disque
de l'Academie Charles-Cros" voor haar bijdrage aan de Franse muziek.In het
Parijse "Olympia" brengt ze nog een reeks concerten,maar haar gezondheid gaat
fel achteruit,tijdens één van die concerten geraakt ze in coma.Terug hersteld,
voor zover het de vroege lichamelijke aftakeling toelaat,trouwt ze in 1962 op
47-jarige leeftijd met de 26-jarige Frans-Griekse zanger Theophanis Lamboukas,
beter gekend onder de naam Theo Sarapo(verongelukt met de auto te Limoges
op 28 Augustus 1970).Samen schreven ze het lied "A quoi ça sert l'amour ?",
wat ze samen ook zongen.(wat kan beluisterd en bekeken worden op YouTube).
In 1963 dan schrijft Edith Piaf haar laatste lied,het is "L'homme de Berlin",en
datzelfde jaar sterft ze op 9 Oktober 1963,amper 48 jaar,
tengevolge van een inwendige bloeding in Grasse aan de Azurenkust.
Haar grote vriend,Jean Cocteau werd binnen enkele uren na het vernemen
van het nieuws door een hartaanval getroffen en stierf.
Edith Piaf ligt begraven op de bekende begraafplaats Pére Lachaise in Parijs.
Haar begrafenis trok honderdduizenden mensen naar de straten van Parijs,en
de ceremonie werd geblokkeerd door méér dan veertigduizend droeve fans.
Haar vriend Charles Aznavour,die zij in het chanson gelanceerd had,en waarmee
ze op tournee trok door Europa en de Verenigde Staten,zei dat "de begrafenis
van Edith Piaf het enige moment was na de tweede wereldoorlog dat het hele
verkeer in Parijs stil lag".
Het spreekt méér dan boekdelen over het feit hoezeer die kleine Parijse
straatmus geliefd was!Toen,en ook nu nog altijd!
Alterego

Edith Piaf en Marcel Cerdan
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen
Lang...,heel lang..,véél te lang....
Telkens ik naast je ziekbed sta,
anderhalf jaar nu al,er van bewust
dat je nooit meer beter worden zal,
besef ik pas hoelang 'lang' kan zijn
Eindeloos lang,zonder uitzicht
of hoop op enige beterschap in
je lichaam,verlamde ledematen,
gedoemd tot stille bedlegerigheid
Gevangene van je eigen lichaam,
totaal afhankelijk van anderen,
vernederend en beangstigend om
dit lijdzaam te moeten ondergaan
Voor altijd,heel je verdere leven,
tijd heeft voor jou geen betekenis
meer,uren en dagen kruipen in dat
zelfde monotone ritme traag voorbij
Onbewust ook van enig buitenleven.
Leven...,welke bepaling houdt dat
nog in voor jou?Je 'leeft' niet meer,
wat valt er voor jou nog te 'beleven'
Je bent nog in leven méér niet,je kan
je niet meer 'uitleven'.Zolang er leven is,
is er hoop,zegt men.Maar die hoop is
reeds lang in het hopeloze vervlogen
Omgeslagen in het jammerlijke besef
van de spijtige realiteit,de werkelijkheid
die ons in alle nuchterheid gebiedt te
aanvaarden dat dit is voor altijd.
Opgedragen aan Liske
Alterego
Als leven alleen nog ademen is.......
Als leven alleen ademen is,
dan leef je nog...
neen, je wordt geleefd !
Gevangen in je eigen lichaam
niet in staat te bewegen
noch te spreken...
Een grootste foltering !
Je ogen volgen de schimmen
die rond je bed staan
Je blik is zo wazig...
Waar is de actieve,
creatieve vrouw gebleven ?
De bezige bij...
Het vlijtige Liesje...
De bezorgde moeder,
de lieve "moeke" die altijd
voor iedereen klaarstond ?
Bijna twee jaar nu,
dat je vecht voor je leven
maar de strijd is hopeloos,
de ziekte is je te sterk !
Onmacht en opstand,
dat is wat je dierbaren voelen
maar wat voel je ?
niemand kan het zeggen !
Alles heeft een reden
maar wat is de zin van je lijden ?
Ik begrijp niets meer,
ik geloof niets meer !
Het is ontzettend wreed !
Bosrankje
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen

Lode Zielens
Antwerpens St-Andrieskwartier
"De parochie van miserie"
Wat voor Brussel de Marollenwijk met het Vossenplein is,dat is voor
Antwerpen het Sint-Andrieskwartier,de Vierde Wijk,de Parochie van
Miserie, de Luizenmarkt en de Rode Burcht,het zijn allemaal namen die
één en dezelfde wijk aanduiden.
Het kwartier van volkse figuren,Mie Citroen en Zotte Rik,Zatte Nel en
Rosse Wannes,maar we vinden er ook de roots terug van ondermeer
Hendrik Conscience,Lode Zielens en Domien Sleeckx,drie literaire
grootheden geboren in één en hetzelfde nederige Pompstraatje.
Over het Sint-Andrieskwartier was in het begin van vorige eeuw,en
daarvoor ook trouwens, weinig goeds te vertellen.De bewoners waren
doorgaans zeer arm,leefden als mieren op een hoopje en werden vaker
getrakteerd op ziekte dan op eten,en Magere Hein was er vaste klant.
De vierde wijk draagt niet voor niets de bijnaam 'parochie van miserie'
met zich mee,door St-Andriezenaar John Wilms in zijn succesboek zo
kenschetsend en waarheidsgetrouw beschreven.
Sint-Andrieskerk,deze onafgewerkte parochiekerk werd opgedragen
aan de apostel Andreus en was een deel van het Augustijnenklooster,
dat hier gebouwd werd in de 16de eeuw,en door de Fransen vernietigd
in het begin van de 19de eeuw.
Op 13 oktober 1609 trad de befaamde schilder Pieter Paulus Rubens
hier in het huwelijk met zijn eerste vrouw Isabella Brant.
Ook Christoffel Plantijn en zijn schoonzoon Jan Moretus leefden er in wat
nu het Plantijn-Moretusmuseum is.Het pand met de drukkerij is gelegen
aan de Vrijdagmarkt in Antwerpen. Het was in de zestiende eeuw de
boekdrukkerij Plantijn,gesticht door Christoffel Plantijn. Na zijn dood
werd de drukkerij overgenomen door zijn schoonzoon Jan I Moretus.
De drukkerij deed ook dienst als ontmoetingsplaats voor geleerden en
humanisten als Justus Lipsius en Simon Stevin.
In 1876 verkocht Edward Moretus de drukkerij met volledige inboedel
aan de stad Antwerpen.Een jaar later,in 1877, kon het publiek het
woonhuis en de drukkerij bezoeken.Vlak voor het museum bevindt zich
de Vrijdagmarkt,het plein is ontworpen door de 16e eeuwse stadsbouwer
Gilbert Van Schoonbeke voor de verkoop van tweede-handskledij.
De traditie van de wekelijkse woensdag- en vrijdagmarkt gaat heden ten
dage nog door voor de verkoop van gedragen klederen en afgedankte of
door deurwaarders aangeslagen meubelen en inboedels,en is erg in trek
bij het publiek.Het is een stukje van de Antwerpse folklore dat reeds
bestaat sedert 1549.
De geschiedenis van Sint-Andries staat in schril contrast met het actuele
beeld van de wijk.Nu is het één van de populairste buurtjes in de stad
waar het rustig wonen is op wandelafstand van Schelde en Kathedraal.
Tegenwoordig wonen er iets meer dan 5.000 mensen in het
Sint-Andrieskwartier.In de jaren twintig van vorige eeuw waren dat
er nog ruim 30.000.Toen woonden de armste stedelingen er samen in
onooglijke steegjes en binnenpleintjes,de mensen hingen er aan elkaar,
iedereen kende iedereen,en vooral in de zomer leefde men er meer op
straat dan binnenshuis,in die ongezonde krotten met 'n tekort aan lucht.
Eén waterpomp en enkele 'toiletten' in openlucht voor tientallen gezinnen
waren daarbij geen uitzondering.De meeste van die steegjes zijn al lang
verdwenen.De Calooisgang in de Ridderstraat en het Paardenpoortje in
de Willem Lepelstraat zijn enkele van de overgebleven achterbuurtjes uit
deze periode.
In boeken en verhalen wordt meestal een romantisch beeld opgehangen
van deze buurt anno 1900.De werkelijkheid was anders.
In de verdwenen Bijlengang aan de Bredestraat woonden 16 gezinnen in
evenveel piepkleine huisjes. Samen 92 mensen.Toch was het niet allemaal
kommer en kwel in de parochie van miserie.Er werd ook plezier gemaakt.
Van de danszalen,die in het begin van vorige eeuw verspreid waren over
Antwerpen,lagen er nogal wat in het Sint-Andries-kwartier.
Dansen deed men bij 'Boere Trien' en 'Lies van den Bult',en in café's als de
'Schapenkop' of de 'Spiegelpoort',werd vaak het weekloon opgesoupeerd
en getracht de dagelijkse miserie door middel van de drank te verdringen.
In Vlaanderen Vlaams
Midden die armoedige buurt in de 'parochie van miserie' werd in de lente
van het eerste jaar na de eeuwwisseling op 13 Juni 1901 in de Antwerpse
Pompstraat Lode Zielens geboren,als zoon van Franciscus Josephus Zielens
en Maria Theresia Bens,die het jaar tevoren op 13 Oktober 1900 elkaar het
jawoord hadden gegeven.Na Lode volgden nog twee meisjes,met Maria
geboren op 9 November 1902 en Josephina die op 14 September 1904 het
levenslicht mocht aanschouwen.Het gezin Zielens woonde er boven een
groentewinkeltje en kampte er met een schrijnend plaatstekort,wat vooral
daar,in de primaire behuizing van die tijd,geen uitzondering was.
Vader Frans Zielens was diamantslijper,en moeder Maria slaagde er toch
altijd in om het gezin van de broodnodige behoeften te voorzien.
Ook wat betreft de sociale en culturele opvoeding van hun kinderen lukt
het de ouders inzoverre dat mogelijk is.Voor Lode,als jonge knaap nogal
introvert en met een wankele gezondheid,zijn lezen en schrijven de
geliefkoosde bezigheden.Turend over de stroom die door Antwerpen
vloeit,in gedachten verzonken bij wonderlijke avonturen en verre reizen,
want de Schelde is een open poort op de wijde wereld.En vader wijst hem
met trots de huizen aan in de Pompstraat waar Hendrik Conscience en
Domien Sleeckx ooit woonden,wat bij Lode het verlangen scherpt om de
boeken van zijn vermaarde straatgenoten te lezen.
Tegen zijn grootmoeder,'Mieke Boom',de moeder van zijn moeder
en nog armer dan de anderen,zegt hij op nog zeer jeugdige leeftijd
"Grootmoe,zal ik u eens wat zeggen?Ik zal later boeken schrijven.Ik ben
nu al aan een boek begonnen.Maar het zal lang duren,als het gedrukt is
kunt gij het lezen.Er zal over u inkomen,en over vader en moeder,over
ons allemaal."
Vader Frans Zielens die door zelfstudie met enige muziekkennis begaafd
was,en ook zong op het oksaal van de St-Andrieskerk,betreurt het nog dat
hij van zijn vader nooit naar het conservatorium mocht gaan,omdat Peter
Benoit daar directeur was,en die werd een "baarlijke duivel" genoemd.
Toch componeerde Frans muziekstukken,dikwijls op teksten van zijn broer
Louis,stichtte zang- en harmoniegezelschappen,zoals "Vlaandrens Kerlen"
die iedere zondag bijeenkwamen,met vrouw en kinderen,in de herberg
"De Vlaamsche Leeuw" aan de Pompstraat.Hetgeen Lode er toe bewoog
om vele jaren later,in 1937 zijn vader te typeren,namelijk in het verhaal
'Polka voor piston',de piston voorgesteld als het instrument van de armen.
Nadat hij op 17-jarige leeftijd zijn diploma van paswerker behaalde aan de
Technische Lagere Hoofdschool op de Paardenmarkt,stichtte hij met enkele
vrienden 'De Hamer',een krantje met beperkte oplage,waarvan Lode zowat
de duivel doet al was.Hij leverde sonetten en proza bij de vleet,maar ook
kritische beschouwingen over literatuur,muziek,schilderijen,beeldhouw-
kunst,voordrachten,tot zelfs sportverslagen toe.Zo wordt hij begin 1917
herhaaldelijk opgemerkt in activistische kringen,door zijn eerste publieke
optredens om de Vlaamse rechten inzake cultuur te vrijwaren,samengebald
onder de leuze "In Vlaanderen Vlaams!"Hij maakt daardoor ook kennis
met o.a. Herman Van den Reeck,atheneumstudent en lid van de 'Vlaamsche
Bond' die samen met de 'Vlaamsch Aktivistischen Schoolbond' van Zielens
ijvert voor het vrije Vlaamsche Vlaanderen,met de eis van een onmiddellijke
vernederlandsing van alle instellingen voor lager en middelbaar onderwijs,
waarbij ze konden rekenen op massale bijval en steun van talrijke schrijvers,
dichters,professoren,leraars en studenten.
Staatsgevaarlijk
HermanVan den Reeck (Borgerhout 21 April 1901 - Antwerpen 12 Juli 1920)
was de grote bezieler,en leek onstuitbaar in zijn streven,samen met Geert
Pijnenburg (alias Peer Grub,Turnhout 23 Aug. 1897 - Kapellen 12 Juli 1980)
gaf hij het extreem activistische blad 'Staatsgevaarlijk' uit.
En waaraan ook Viktor J.Brunclair( Antwerpen 18 Oktober 1898 - Lagelund
concentratiekamp 21 November 1944),Gaston Burssens(Dendermonde 18
Februari 1896 - Antwerpen 29 Januari 1965),en Fernand Berckelaers
(alias Michel Seuphor,Antwerpen 10 Maart 1901 -Parijs 12 Februari 1999)
meewerkten,allen behorend tot de vriendenkring van dichteres Alice Nahon,
(Antwerpen 16 Augustus 1896 - Antwerpen 21 Mei 1933).Ook de latere
Antwerpse burgemeester Lode Craeybeckx,(Antwerpen 24 November
1897 - Antwerpen 25 Juli 1976) samen met o.a.de dichter René De Clercq,
(Deerlijk 4 November 1877 - St.Maartensdijk,NL,12 Juni 1932)behoorden
tot de meest vooraanstaande Vlaamsche Activisten.
Op 11 Juli 1920 vond te Borgerhout een massaal door ruim 30.000 Vlamingen
bijgewoonde verboden Guldensporen-viering plaats,na de manifestatie begaf
een groot aantal van hen zich naar het centrum van Antwerpen.Daar kwam het
tot schermutselingen met de politie die trachtte de vlaggen af te pakken,Herman
Van den Reeck bevond zich in de voorhoede van de optocht,en volgens Michel
Seuphor die er als ooggetuige bijliep gebeurde het als volgt:"De groep was
al enkele politiekordons gepasseerd en had de Antwerpse Grote Markt bereikt,
Uit het commissariaat op de benedenverdieping van het Stadhuis kwamen
agenten met getrokken sabels tevoorschijn,iedereen vluchtte weg.Een kleine
groep werd tegen de Brabofontein gedrukt,waarbij enkele meisjes een vaandel
verdedigden tegen vier agenten.Van den Reeck liep hen ter hulp,en terwijl
rondom hem agenten hun sabel gebruikten,werd hij neergeschoten waarbij
een kogel beide longen doorboorde.Hij werd door de ordediensten
brutaal weggesleept,en pas na driekwart-uur in het politiebureau gelegen te
hebben werd hij naar het ziekenhuis overgebracht,echter niet voordat de levens-
gevaarlijk gekwetste Van den Reeck onder dwang een schuldbekentenis had
ondertekend.De volgende dag bezweek hij aan zijn verwondingen."
Volgens sommige bronnen was het duidelijk dat Van den Reeck door zijn
hardnekkige tomeloze en verregaande inzet voor de Vlaamsche zaak,op de
zwarte lijst stond,en hij bijgevolg helemaal niet toevallig het slachtoffer werd
van het politiegeweld.Met andere woorden,hij was "staatsgevaarlijk".
De publieke opinie was in elk geval hevig geschokt en verontwaardigd,in het
parlement werden vragen gesteld,en de rouwstoet werd op 17 Juli een
indrukwekkende manifestatie,bijgewoond door Flaminganten van uiteen-
lopende strekkingen die hem beschouwden als een martelaar voor de Vlaamse
zaak.In 1966 werd hij bijgezet op de Antwerpse begraafplaats Schoonselhof
naast Hendrik Conscience,die zoveel jaren vroeger zich ook reeds ten volle had
ingezet voor de vernederlandsing van Vlaanderen.
De Volksgazet
Lode Zielens was vanzelfsprekend ook diep geschokt door de gebeurtenissen,
en de gewelddadige dood van zijn vriend Herman Van den Reeck was direct de
aanleiding tot het stopzetten van zijn strijdbare Vlaamse engagement.
Met des te meer ijver toonde hij zijn literaire ambities,en toen Pol de Mont,
(Wambeek 15 April 1857 - Berlijn 29 Juni 1931)hoofdredacteur werd van
het Antwerpse Vlaams Nationalistische dagblad 'De Schelde' stuurde hij hem
enkele bijdragen.Onder een meisjesnaam zond Zielens een gedicht in dat Pol
zodanig trof dat hij de auteur op de redactie ontbood.Nochtans was de Mont,
die voorheen leraar was op het Kon.Atheneum te Antwerpen al wel een en
ander gewoon.Op de vraag van Pol "waarom de dichteres niet zelf was komen
opdagen" gaf Lode Zielens als antwoord "ik ben haar vrijer",en de Mont zou
nooit geweten hebben dat de begaafde teergevoelige dichteres niet bestond!
Omdat hij van zijn poëzie en prozawerk niet leven kon,gaat Zielens handen-
arbeid verrichten,eerst op Bell Telephone Mfg.Company en daarna aan de
Antwerpse Haven als havenarbeider,waar hij toevallig de schrijver Frans
Verschoren,(St.Kath.Waver 5 Maart 1874 - Westmalle 5 December 1951)
leert kennen,een onderwijzer die ook nog Felix Timmermans,(Lier 5 Juli
1886 - Lier 24 Januari 1947)onder zijn leerlingen heeft gehad.Verschoren,
en met hem ook zijn vrouw,waren bijzonder opgetogen over de schrijfkunst
van Zielens,waarbij ze de geschriften ook te lezen gaven aan Herman Teirlinck,
(St.Jans-Molenbeek 24 Februari 1879 - Beersel-Lot 4 Februari 1967)die er al
even enthousiast over was,en Verschoren stuurde daarop een verhaal door naar
zijn Nederlandse vriend Herman Robbers(1868-1937),de grootmeester toen
van de burgerlijke romanschrijvers.Het verhaal werd door Robbers geplaatst
in 'Elsevier's Geillustreerd Maandschrift',wat voor Zielens het begin van een
voorspoedige literaire carriere en een levenslange vriendschap met Verschoren
en Robbers betekende.Verschoren haalde Zielens ook weg van de haven,want
die arbeid was voor Lode met zijn tengere lichaam en wankele gezondheid
duidelijk te zwaar,hij bezorgde hem een kantoorbaan bij een bevriende firma.
Maar hoe goed Lode Zielens ook met de taal overweg kon,in het cijferwerk
was hij minder briljant,wat Verschoren deed informeren bij Emmanuel De
Bom,(Antwerpen 9 November 1868 - Kalmthout 14 April 1953)of er in de
stasbibliotheken geen plaats vacant was,hetgeen niet het geval was.Emmanuel
De Bom was hoofdbibliothecaris aan de Antwerpse Stadsbibliotheken,oprichter
van het Museum voor Vlaamse Letterkunde wat later het Archief en Museum
voor het Vlaamse Cultuurleven werd,of het AMVC-Letterenhuis waar Alterego
en Bosrankje hun informatie vandaan halen.Wel zorgde De Bom er voor via
zijn relaties dat Lode Zielens kon beginnen als eindredacteur bij het Antwerpse
Socialistische dagblad 'De Volksgazet'.Willem Eekelers,(Berg 2 September 1883
- Brussel 18 Mei 1954)directeur-hoofdredacteur van 'De Volksgazet',die ook
schepen en burgemeester was te Antwerpen,volksvertegenwoordiger en zelfs
Minister van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid in 1939,nam Zielens
graag in zijn redactieteam op.In de zomer van 1924 krijgt hij zijn grote kans wat
culturele bijdragen betreft,hij neemt eerst twee weken lang,later defintief,
De Bom's kroniek Kunst en Leven over.
Het duistere bloed
En op 18 November 1924 treedt hij in het huwelijk met Louise (Wiske)
Ceulemans,(16 Mei 1901-15 Augustus 1984)en het jonge paar vestigt zich in
Borgerhout.Daar wordt op 29 Oktober 1925 hun zoontje Herman Frans Zielens
geboren,maar in September 1926 verhuist het jonge gezinnetje al naar een
nieuwbouw in Wilrijk,de kleine Herman sukkelt wat met de gezondheid,terwijl
op de krant het drukke werk voor Zielens alsmaar toeneemt.Alhoewel dat
beroep van journalist hem als gegoten zit,toch gaat zijn voorkeur op cultureel
vlak nog altijd uit naar het prozawerk.Hij blijft verhalen schrijven,ook houdt hij
hoe langer hoe meer voordrachten,moet al eens naar Amsterdam voor een
radiocauserie,en hij leidt ook concerten in.Rijk wordt hij er niet van want de
medische zorgen voor Herman slorpen veel geld op,komt daarbij nog dat zijn
vrouw Wiske,die ook met de gezondheid sukkelt, op de tram haar geldbeugel
verliest met 750 fr in.In December 1927 verschijnt Zielens eerste boek,onder
de titel 'Het Jonge leven',het is een bundeling van zes reeds eerder geschreven
prachtige verhalen,en de ontvangst van het boek is in alle kringen eensluidend
positief.Hij behaalt er de Provinciale prijs van de Provincie Antwerpen mee,
wat met een gift van 1.000 frank gepaard gaat.Een tweede boek 'Robert zonder
Bertrand' verschijnt in 1929,stillistisch toont Zielens zich hier weer van zijn beste
zijde,al haalt dit nieuwe boek niet het niveau van het eerste.De oorzaak ligt
volgens hem bij de reden dat het journalistieke werk hem van zijn literaire werk
weghoudt,toch wil Lode Zielens voor zichzelf én voor zijn vrienden de belofte
inlossen en bewijzen dat hij nog veel meer in zijn mars had dan enkele novellen-
bundels.Zijn derde boek,de roman 'Het duistere bloed',verschijnt in April1930,
het is geschreven op vrije ogenblikken op de redactie,en thuis dikwijls midden in
de nacht,het boek wordt uitgegeven bij Elsevier(Nl)en dat is voor een Vlaams
auteur nog altijd een hele referentie.Van bij het begin was er veel vraag naar de
roman,die krachtens zijn thema,zijn onbevangen toon en zijn openhartigheid
omtrent het seksuele aspect,wat zonder enige vulgariteit benoemd wordt,
volgens velen een nieuwe dimensie inluidde in de Vlaamse literatuur.
De recenties waren zeer lovend,en vanwege de Belgische regering ontvangt hij
in Juni 1930 een reisbeurs ter waarde van 6.000 frank,daarmede reist hij met
Wiske het hele zuiden van Frankrijk af,en hij ontvangt ten tweede male de Prijs
van de Provincie Antwerpen,met ditmaal 3.000 frank,zijnde de hoogste som
die de provincie ooit aan 'n auteur gaf.Toen Camille Huysmans,
(Bilzen 26 Mei 1871 - Antwerpen 25 Februari 1968)op auditie was bij Koning
Albert I hoorde hij van de vorst dat die het boek ook las.Koninklijke
belangstelling dus voor 'Het duistere bloed'.Einde 1930 wordt Zielens
bestuurslid van de Vlaamsche Vereniging voor Letterkundigen,en andere
uitgeverijen komen hem smeken om manuscripten,maar hij blijft trouw aan
Elsevier.Wanneer hij voor de krant een week naar Lissabon moet,kan hij niet
gaan,want thuis is zijn vrouw Wiske bewusteloos gevallen als gevolg van
een buikvliesontsteking.Gelukkig hoeft ze niet geopereerd te worden,al wordt
er over getwijfeld,maar zoontje Herman is ook ziek,hij heeft al voor de tweede
maal die winter een bronchitis.Van schrijven komt voor Lode Zielens daardoor
niet veel in huis,vermits hij in het huishouden moet inspringen.Dokters geven de
raad de kleine Herman voor een periode van zeven á acht maanden naar een
kolonie in Wenduine te sturen,hetgeen dan ook gebeurt.Op 15 Mei 1931
verhuizen ze naar een appartement met centrale verwarming op de Meir te
Antwerpen.Op die Meir van toen was net de bouw van de 'Boerentoren'
voltooid,en op de De Keyserlei was men sedert 1929 bezig aan het grootste
hotel van Belgie,het Century-Hotel.En tussen 1930 en 1933 werden er twee
tunnels gegraven onder de Schelde,de "Konijnenpijp" aan de Oude Leeuwenrui
en de voetgangerstunnel op de Oever in het St-Andrieskwartier.En toch was er
de crisis,zelfs in de haven,het aantal werklozen vertienvoudigde op zeer korte
tijd,en sociale opvang met werklozensteun was er nauwelijks,met de miserie
ditmaal niet alleen in 'de parochie van miserie'.Het was algemeen,in alle
arbeidssectoren.
Moeder waarom leven wij?
De in 1929 opgerichte Vereniging ter bevordering van het Vlaamse Boekwezen,
organiseerde in November 1932 voor de eerste maal de Vlaamse Boekenbeurs
in de Stadsfeestzaal op de Meir.Dat jaar heeft Lode Zielens een nieuw omvangrijk
werk klaar van zo'n vierhonderd getypte vellen papier,en eind November wordt
het bij Elsevier uitgegeven,hij is er zelf zeer opgetogen over,getuige zijn woorden
"Het is met fierheid,en vreugde vooral,dat ik het boek vastnam".Het is dan ook
een meesterwerk,dat ondanks de crisis toch vlotjes zijn weg vindt naar duizenden
Vlaamse gezinnen,zeker doordat de situering van het thema zo herkenbaar blijkt
voor een grote klasse van de bevolking.Het spreekt de mensen aan,het is des
volks.Het verhaal speelt zich af in Antwerpen,aan de haven en de fabrieken,maar
ook in het uitgaansleven van die tijd,verwijst ook even naar de oorlog 1914-18.
*Netje komt uit een gezin van vier kinderen,Albert,Louise,Mariette en Netje,
moeder hield niet van haar,maar met vader,die jammer genoeg vroeg gestorven
is,had ze een goede band.Haar gezicht stond als kind vol littekens van de pokken,
en al vrij jong moet ze aan het werk in de fabriek.Het lijkt of ze gedoemd is om
eeuwig te lijden,want haar huwelijk wordt ook al vlug een flop.
Haar zuster Mariette voelt zich in alles steeds de betere van haar jongere zusje.
Ze neemt het niet zo nauw met de zeden,en verdient als hoer veel geld,ze
schaamt er zich zelfs niet voor Louis,de man van Netje,in haar netten te strikken,
want het pleziert Mariette wanneer ze iets of iemand van haar zus kan afpakken.
Mariette wordt zwanger,en Louis die in haar slechts 'n vluchtige relatie zag,die
vooral om de sexuele driften draaide,komt slechts wanneer hij er lust toe heeft.
Wanneer Netje met Karel een andere man leert kennen,brandt Mariette van
jaloezie.De moeder komt ook alleen te staan,en moet bij haar dochters gaan
bedelen,'n vernedering die ze met gramschap en jaloezie tracht te onderdrukken.
Karel was Netje's jeugdliefde en hij heeft veel respect voor haar,ze voelen zich
samen heel gelukkig.De zussen groeien steeds verder uit elkaar,en dan is er nog
het gekibbel,het getouwtrek en het geflikflooi van de moeders,zowel deze van
Louis als deze van Netje en Mariette.En dan zijn er nog de kinderen die in dat
proletarisch kleinburgerlijk milieu opgroeien,maar zich daarvan met vallen en
opstaan trachten los te wrikken* Niks wereldvreemds eigenlijk dus.
Ziedaar in een notedop 'n summiere beschrijving van dit quasi eenvoudige
volkse thema,waaraan Lode Zielens in "Moeder waarom leven wij",toch
volgens magistrale receptuur herkenbaar gestalte weet te geven.
Marnix Gijsen(alias Jan Albert Goris,Antw.20 Oktober 1899 - Lubbeek 29
September 1984) looft het poëtisch hoge gehalte en het allure van het boek,
de gevoelswarmte die de roman doorademt,en die de schrijver toelaat de
grofste werkelijkheid kuis te benaderen met de romantische vaardigheid waar-
mede het verhaal uitdeint.Gijsen voelt zich als katholiek zeer door het werk
getroffen,hij merkt er eerbied voor het leven in,erbarmen over ellende,en een
grote milde drang naar rechtvaardigheid.Een recensie die tellen kan!
Het boek zou enkele jaren later,in 1934 trouwens ook verdiend bekroond
worden met de Staatsprijs voor Letterkunde,waaraan 10.000 fr verbonden.
Maar op privé vlak gaat het Lode Zielens minder voor de wind.De kleine
Herman sukkelt nog steeds met luchtwegeninfecties,en zelf wordt Lode ook
ziek,waarbij hij bloed watert en bang is voor de afloop.Maar het bleek van
tijdelijke duur te zijn zonder ernstige gevolgen.Herman's gezondheid stelt
andere prioriteiten,en zo gaan Wiske en Herman voor enkele maanden naar
Mariakerke.Gelukkig voor Lode heeft hij veel werk op de krant,en kan hij
het gemisgevoel aan vrouw en kind enigzins matigen.Hij bezoekt ondermeer
de jonge dichteres Alice Nahon op haar ziekbed,enkele weken voor haar dood.
En waarover hij zegt:"Ik heb in de laatste dagen Alice Nahon bezocht,die zeer
krank is...en die,naar ik meen,den winter niet meer haalt.Zij kwijnt geheel
weg,en wat is dat treurig zóó te moeten gaan.Zijzelf is haar dat einde nog niet
bewust.Ik praat zeer opgewekt met haar en dat doet haar goed.En mij een
genoegen dat ik haar op deze wijze nog van dienst kan zijn"
Alice Nahon sterft na een pijnlijke doodstrijd op 21 Mei 1933,zesendertig jaar
jong!Zij werd onder enorme belangstelling begraven.
De gele roos
Bijna gelijktijdig met de openingsplechtigheden van de Scheldetunnels op 10
September,en de opening van het Sportpaleis op 1 Oktober 1933,verschijnt
in de Herfst van dat jaar alweer een nieuwe roman van Zielens,met name
"De Gele Roos",een vertelling met slechts twee hoofdfiguren,en als thema
de tolerantiegebied-overschrijdende aantrekkingskracht tussen broer en zus.
Daarmede diept hij alweer een recht uit het leven gegrepen onderwerp uit,
een stramien dat zich ontwikkelt volgens de reflecties van het zielenleven der
personages.De roman straalt sentimentele gevoelens uit,waarbij het zinnelijke
plaats moet ruimen voor het hartsgevoel.Weer een boek dat gretig zijn weg
vindt naar de lezer.Op zondag 11 Maart 1934 valt de schrijver,naar aanleiding
van de Staatsprijs voor Letterkunde,een luisterrijke hulde te beurt op het
Antwerpse Stadhuis,in aanwezigheid van vrouw,kind,ouders,en tal van collega
prominenten.Burgemeester Camille Huysmans verwijst met een herinnering
aan de Pompstraat en het geboortehuis van Conscience,naar het grote literaire
talent dat "de parochie van miserie" ook nu met Lode Zielens voortbracht.
Voor het welzijn van de kleine Herman,wiens gezondheid nog steeds zorgen
baart,kijkt Zielens uit naar een woonst in bosrijk natuurgebied.In Mei vinden
ze een stuk heidegrond in Kapellenbos,vijf á zesduizend vierkante meter aan
5 frank de meter,voor een totaalprijs van 20.000 frank.Het is een buitenkans.
Er wordt een huisje op gebouwd dat eind Augustus al klaar is,'n buitenverblijf
wat als naam "De Gele Roos" meekrijgt.De vaste woonst blijft nog in de stad,
waar ze op 25 Mei 1935 verhuizen van de Meir naar de Carnotstraat 102(waar
ook Alice Nahon in haar laatste levensjaren woonde boven cinema Rubens).
Met Wiske's gezondheid gaat het ondertussen ook niet zo best,ze heeft asthma,
en dat baart Zielens uiteraard zorgen op privévlak.Beroepsmatig houdt vooral
de opkomst van het nazisme in Duitsland hem bezig,zeker toen Hitler in Maart
1935 de herbewapening van Duitsland aankondigde,en in September de anti-
joodse Neurenberger nazi-wetten invoerde.Lode Zielens is er zeer diep door
geschokt.Tussen alle drukte door kan hij niet nalaten aan een volgend boek te
schrijven,"Nu begint het leven",waar hij de moeizame her-integratie beschrijft
van teruggekeerde soldaten na de eerste wereldoorlog,die na hun vreselijke
frontervaring er van overtuigd waren dat voor hen 'het leven pas nu zou gaan
beginnen'.Een boek waarover Zielens later zelf heel ontevreden is,het is naar
zijn gevoel te onvolledig.Maar er zijn andere zorgen,er is oorlogsdreiging op
komst,in Spanje luiden de Spaanse generaals Franco en Mola op 17 Juli 1936
de burgeroorlog in,terwijl Mussolini reeds op 3 Oktober 1935 het Afrikaanse
Abessinië(Keizerrijk Ethiopië) was binnengevallen,en Hitler het verdrag van
Versailles aan zijn laars lapt.
De dag van morgen
Een nieuw boek van Zielens ziet het levenslicht,"De dag van morgen",een
roman die handelt over de spanningen in een mislukt huwelijk,de mens als
slachtoffer van het noodlot,en de drang naar een betere wereld van vrijheid,
vrede en geluk.En Zielens krijgt hiermede het predikaat toebedeeld van een
der beste romanciers en een der meest begenadigde schrijvers van zijn tijd te
zijn.Men zegt :"Zielens is een artiest,het kunstenaarschap zit hem in merg en
been".Doch constant leefde Zielens in 1939 in angst,zelfs het vele werk en
de talrijke voordrachten die hij gaf,konden zijn gedachten niet van de oorlogs-
dreiging weghouden.En passant werd hij door Koning Leopold 3 tot Ridder
in de Kroonorde verheven,terwijl in September 1939 de mobilisatie toch wel
iedereen duidelijk maakt dat er groot onheil op komst is.Op 10 Mei 1940 is
het dan zo ver,Duitse troepen vallen het on-inneembare geachte fort van
Eben-Emael aan,waarmee het Derde Rijk aan een grootscheeps offensief
begint.Op 28 Mei,vier uur in de morgen,legt het Belgische leger de wapens
neer,en geeft zich onvoorwaardelijk over,de regering was eerder al op 19
Mei het land ontvlucht naar Engeland.De redactie van De Volksgazet wil niet
werken onder de censuur van de Duitse bezetter en sluit haar deuren.Net als
vele duizenden landgenoten slaat ook het gezin Zielens op de vlucht,via Parijs
en Bordeaux komen ze in Toulouse terecht,waar ze drie maanden verblijven.
Uiteindelijk zakken ze toch weer terug af naar Antwerpen,maar Zielens zit
zonder werk als gevolg van de sluiting van Volksgazet,en wie niet werkte liep
het risico door de nazi's op transport naar Duitsland te worden gezet.Een
heikele situatie,die pas uitgeklaard wordt wanneer hij een baantje krijgt in het
Museum van de Vlaamsche Letterkunde(AMVC).Het is een bediendenstatuut,
dat slechts met 1.000 fr per maand gehonoreerd wordt,terwijl de Duitsers
tot tweemaal toe proberen om hem uit die job te verjagen,wegens zijn al te
duidelijk verzet tegenover de bezetter.Ondertussen werkt hij ook naarstig
aan enkele nieuwe boeken,hij kan niet stilzitten,de drang om zich in proza uit
te leven is hem te machtig.Hij heeft meerdere manuscripten klaarliggen om
te verzenden naar de uitgeverij,maar wegens de oorlog zit daar weinig schot
in,het is niet bepaald de meest geschikte tijd om boeken te verkopen.
Wanneer op 4 September 1944 de Belgische Brigade Piron triomfantelijk de
hoofdstad komt bevrijden,en nog voor de eerste bevrijdings-tank Antwerpen
binnenrolde hebben redacteurs,zetters,drukkers van De Volksgazet al weer
hun werk hervat.Ook Lode Zielens,want de krant wacht op hem.Op die
bewuste 4 September 1944 om 19u26 rolt De Volksgazet als eerste vrije
krant in het vrije Belgie van de persen in de Somersstraat.Zielens schrijft er
van 18 tot 26 September een reeks over het concentratiekamp Breendonk,
hetgeen later in brochurevorm zal uitgegeven worden.
In November 1944 begint Lode Zielens aan een reeks stukjes voor de radio.
Die fatale V-bom
De euforie om de bevrijding werd in Antwerpen al snel getemperd doordat
de Duitsers tot en met 8 Mei 1945,met vooral als doelwit de haven,de stad
bleven bombarderen met hun gevreesde V1 en V2 bommen.In Antwerpen
vielen 616 V1 en 598 V2 bommen,bijna drieduizend mensen verloren er het
leven door.
De laatste dagen van November 1944 was Lode Zielens niet in zijn gewone
doen,gespannen en zenuwachtig liep hij rond met een naar voorgevoel.Die
morgen van 28 November 1944 had hij eigenlijk weinig zin om uit bed te
komen,en met tegengoesting vertrok hij naar de redactie.Te voet want het
was maar enkele straten verder,hooguit 10 minuten gaan.Via Pelikaanstraat
en Mercatorstraat kwam hij aan de hoek van de Simonsstraat en de Plantin-
Moretuslei,het was 9u45,een V-bom sloeg in,het was de eerste die dag,er
waren 11 slachtoffers,waaronder Lode Zielens.In het ziekenhuis noteerde
Dr Moorthamers dat de schrijver stervend werd binnengebracht en stierf
tengevolge overvloedig bloedverlies vanwege een afgerukte linkervoet en
linkerarm.
Lode Zielens,de redacteur met de langste staat van dienst op de krant,22
jaar,de schrijver die volk en Koning met zijn romans wist te boeien,die
alom geliefd en geprezen werd,Ridder in de Kroonorde en winnaar van de
Staatsprijs voor Letterkunde,hij lag daar nu,levenloos,opgebaard in de
lokalen van 'zijn' Volksgazet.Al wat naam had in de wereld van Letteren en
Kunst,maar ook duizenden gewone volkse lieden waarvoor hij in de eerste
plaats zijn romans schreef,kwamen hem een laatste eer bewijzen.
Louise(Wiske)kreeg rouwbetuigingen uit binnen en buitenland,en uit de
hoogste en de laagste regionen der bevolking.
In de grafrede kon Camille Huysmans zijn ontroering nauwelijks verbergen,
wanneer hij zijn vriend en schrijver heel treffend typeerde.
Op 28 November 1948 werd onder politieke en literaire belangstelling een
gedenkplaat onthuld aan de voorgevel van Zielens geboortehuis in de Pomp-
straat,in de "parochie van miserie".
Op zaterdag 24 Juni 1951 werd het beeld van beeldhouwer Paul Van
Esbroeck,een voorstelling van Netje uit "Moeder waarom leven wij",onder
ruime belangstelling plechtig onthuld op de plek waar Zielens om het leven
kwam.Ondertussen is het beeld verplaatst naar de St-Andriesstraat dicht
bij het geboortehuis van de auteur.Louise(Wiske) Ceulemans overleed te
Antwerpen op 15 Augustus 1984 in de leeftijd van 83 jaar.Van zoon Herman,
geboren 29 Oktober 1925,heb ik geen nadere gegevens meer gevonden.
Werken:
Schoolkolonie (1920)
Het jonge leven (1927)
Robert, zonder Bertrand! (1929)
Het duistere bloed (1930)
De roep (1931)
Moeder, waarom leven wij? (1932)
De gele roos (1933)
Nu begint het leven (1935)
Polka voor Piston (1937)
De dag van morgen (1938)
Op een namiddag in september (1940)
Lees en vergeet (1941)
Te laat voor muziek (1941)
Opsomer (1942)
Het Heerke (1942)
Herinneringen van toen... (1942 en 1943)
Terug tot de bron (1944)
Alles wordt betaald (1945)
Menschen als wij... (1946)
Met heel veel genoegen heb ik deze schets over het leven van Lode Zielens geschreven.Temeer om het schandalige feit dat er op Google
nauwelijks enkele lijnen aan hem gewijd zijn.
Dat heeft mijn boosheid opgewekt,daarom ben ik er aan begonnen.
Een schrijver naar mijn hart,die terecht een plaats in de eregalerij
der Vlaamse Letterkunde verdient,en mag beschouwd worden als een der
allergrootsten uit onze literatuur.
Alterego
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen
Voor jou,
CREDO
Elk moment van geluk
hou ik vast,
verberg 't in mijn koffertje,
mijn schatkistje....
Verzamel mijn herinneringen,
mijn leven met jou,
mijn dromen die ineens
werkelijkheid werden....
Sprookjes bestaan niet
en dromen zijn bedrog,
maar voor mij is niets minder waar
want met jou is alles begonnen...
Jij hebt mij wakker gekust,
naar mij geluisterd,
mij zo met tederheid omringd
en zo lief gehad....
Tijd en leeftijd
beduiden helemaal niets
Ik leef intens en bemin je
als een heel jonge vrouw...
Mijn credo zou ik willen zingen
voor de hele wereld,
luidkeels om hoop te geven
aan allen die twijfelen...
Als liefde naar je wenkt,
aarzel niet, volg je hart
wees sterk , zeker en trots
Durf naar je lief gaan...
Zelfs is het pijnlijk
en je hart huilt en bloedt
en je twijfelt in je toekomst,
volg je weg, zonder vrees...
Als ik maar een week,
een uur of zelfs enkele minuten
met jou zou mogen leven,
zou ik alles ervoor geven...
Bosrankje
CREDO
Elk moment van geluk
hou ik vast,
verberg 't in mijn koffertje,
mijn schatkistje....
Verzamel mijn herinneringen,
mijn leven met jou,
mijn dromen die ineens
werkelijkheid werden....
Sprookjes bestaan niet
en dromen zijn bedrog,
maar voor mij is niets minder waar
want met jou is alles begonnen...
Jij hebt mij wakker gekust,
naar mij geluisterd,
mij zo met tederheid omringd
en zo lief gehad....
Tijd en leeftijd
beduiden helemaal niets
Ik leef intens en bemin je
als een heel jonge vrouw...
Mijn credo zou ik willen zingen
voor de hele wereld,
luidkeels om hoop te geven
aan allen die twijfelen...
Als liefde naar je wenkt,
aarzel niet, volg je hart
wees sterk , zeker en trots
Durf naar je lief gaan...
Zelfs is het pijnlijk
en je hart huilt en bloedt
en je twijfelt in je toekomst,
volg je weg, zonder vrees...
Als ik maar een week,
een uur of zelfs enkele minuten
met jou zou mogen leven,
zou ik alles ervoor geven...
Bosrankje
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
-
ria - Lid geworden op: 09 sep 2004, 13:19
- Locatie: waar het goed is om wonen...
Lang...,heel lang..,véél te lang....
Zo diep, ontroerend, verdrietig,
bekommerd, opstandig ook,
maar vooral vol liefde,
zoals wij Alter
hebben mogen leren kennen.
We leven met Lieske
en met jullie mee
ria
Zo diep, ontroerend, verdrietig,
bekommerd, opstandig ook,
maar vooral vol liefde,
zoals wij Alter
hebben mogen leren kennen.
We leven met Lieske
en met jullie mee
ria
Onder uw bescherming, o Moeder van God en ook onze moeder.
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen
Ria,
Bedankt voor je bezoek aan mijn topic,en
voor je begripvol gemeend medevoelen met
wat ik in "Lang...,heel lang...,véél te lang"
in verband met Liske's situatie heb willen
uitdrukken.
En wat Bosrankje schreef met "Als leven
alleen nog ademen is" sluit daar op aan,het
is eveneens aan de uitzichtloze toestand van
Liske gewijd.
Ik weet,de overige lezers hier zullen zich
afvragen wie Liske nu eigenlijk is.Ik zal het
even verduidelijken,alhoewel het niet zo
eenvoudig is.
Liske(Alice)is de vrouw waarmede ik tot voor
een vijftal jaar samen was,gedurende 25 jaar,
we zijn uit elkaar gegaan maar toch bleven we
vriendschappelijk met elkaar omgaan.
Op 19 Maart 2006,ik zat naar de koers Milaan-
San Remo te kijken,kreeg ik telefoon van haar
met de melding dat ze zich niet goed voelde,ze
had hoofdpijn en draainissen.Ik ben er direct
naartoe gegaan,ze had 21 bloeddruk en 'k heb
dan de dokter laten komen('t was zaterdag,dus
de wachtdienst).De dokter gaf haar een injectie
om de bloeddruk te laten dalen,en het advies om
met haar naar het ziekenhuis te gaan.
Dat laatste wou ze niet,'t zou zo wel beteren zei
ze,de bloeddruk daalde inderdaad en ze viel in
slaap op de sofa.
Rond middernacht werd ze wakker,maar de
bloeddruk was weer terug tot 20 gestegen,en
na lang aandringen stemde ze er dan toch in
toe dat ik de ambulance belde om haar naar
't ziekenhuis te brengen,'t was dan al 3 uur in
de morgen.
Toen ik haar op zondag in 't ziekenhuis ging
bezoeken lag ze gewoon op 'n kamer,en er waren
nog geen noemenswaardige onderzoeken geweest.
Pas op donderdag,wanneer ze naar een ander
ziekenhuis was gebracht bracht de scanner aan het
licht dat ze op twee plaatsen een bloeding in de
hersenen had.
Omdat het te delicaat was om in één keer beide
bloedingen te stelpen,is ze tweemaal geopereerd.
Met als gevolg,totaal verlamd,enkel haar rechterarm
kan ze nog bewegen,en spreken lukt haar moeizaam.
En dan zeggen de dokters "de operatie is geslaagd",
zulke uitspraak doet mij in opstand komen!
Ze is dan 7 weken in slaap gehouden op intensive,
en in totaal verbleef ze 11 maanden in 't ziekenhuis,
waar ik haar practisch elke dag bezocht.
Omdat haar toestand niet gunstig evolueerde,eerder
stabiel bleef,en er bedden moesten vrijkomen in het
ziekenhuis,werd besloten haar onder te brengen in
een rust en verzorgingstehuis.
Daar bezoek ik haar 2 a 3 keer in de week,maar sinds
meer dan een maand ligt ze nu alweer op intensive in
het ziekenhuis waar ze naartoe gebracht werd met een
longontsteking,en om de zoveel tijd krijgt ze een aanval
van epilepsie.
Zo,dat is waar het om gaat omtrent Liske,en al woon ik
sedert November 2006 nu samen met Bosrankje,dat
neemt niet weg dat Liske's toestand mij niet onberoerd
laat.
Alterego
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht