mijmeringen
-
gustilpe - Lid geworden op: 04 okt 2007, 20:52
- Locatie: vlaams brabant
met dank aan Nele, Ria, Bo, Ferry, dat jullie kwamen lezen over mijn driekoningentocht.
met dank aan Bo, Ria, Bosrankje, Hilde, Robbe voor jullie medeleven in het verdriet om Tristan
na de uitvaart van Tristan hier een tekst waarin heel wat emoties voorkomen
DE UITNODIGING
Oriah Mountain Dreamer
Het interesseert me niet wat voor werk je hebt.
Ik wil weten waar je naar hunkert,
Ik wil weten of je durft te dromen van de vervulling
van het verlangen van het hart.
Het interesseert me niet hoe oud je bent.
Ik wil weten of je voor gek durft te staan uit liefde,
voor je dromen, voor het avontuur van in leven zijn.
Het interesseert me niet welke planeten
in conjunctie staan met jouw maan
Ik wil weten of je tot de kern van je verdriet bent doorgedrongen,
of
je opener bent geworden door het verraad van het leven,
of
dat je jelevenslust hebt verloren en bent afgesloten
uit angst voor nog meer pijn.
Ik wil weten of je met vreugde kunt omgaan
de mijne of die van jezelf, of je kunt dansen
van uitzinnigheid en verrukking tot in je vingertoppen
en tenen kunt voelen tintelen, zonder ons te waarschuwen
voorzichtig of reëel te zijn,
of rekening te houden met de beperkingen
die we als mens hebben.
Het interesseert me niet of het verhaal
dat je me vertelt waar is.
Ik wil weten of je een ander kunt teleurstellen
om trouw te zijn aan jezelf.
Of je de beschuldiging van verraad kunt verdragen
zonder verraad te plegen aan jezelf.
Ik wil weten of je ontrouw,
en daarom betrouwbaar kunt zijn.
Ik wil weten of je schoonheid kunt zien,
ook al is het niet mooi,
elke dag weer,
en of je je eigen leven kunt laten ontstaan
vanuit dit simpele gegeven.
Ik wil weten of je je mislukking kunt aanvaarden,
die van jezelf en ook de mijne,
en toch aan de rand van het meer kunt staan
en "ja" te brullen naar de volle maan.
Het interesseert me niet te weten waar je woont
en hoeveel geld je hebt.
Ik wil weten of je kunt opstaan na een nacht
van verdriet, wanhoop, vermoeid en
gesloopt tot op het bot,
en datgene kunt doen voor de kinderen wat nodig is.
Het interesseert me niet wie je kent,
of hoe je tot hier gekomen bent.
Ik wil weten of je met mij midden
in het vuur wilt staan,
zonder terug te deinzen.
Het interreert me niet waar of wat of met wie
je hebt gestudeerd.
Ik wil weten wat jou staande houdt, van binnenuit,
wanneer al het andere wegvalt.
Ik wil weten of je alleen met jezelf kunt zijn en of
je op eenzame momenten werkelijk op je
eigen gezelschap gesteld bent.
met dank aan Bo, Ria, Bosrankje, Hilde, Robbe voor jullie medeleven in het verdriet om Tristan
na de uitvaart van Tristan hier een tekst waarin heel wat emoties voorkomen
DE UITNODIGING
Oriah Mountain Dreamer
Het interesseert me niet wat voor werk je hebt.
Ik wil weten waar je naar hunkert,
Ik wil weten of je durft te dromen van de vervulling
van het verlangen van het hart.
Het interesseert me niet hoe oud je bent.
Ik wil weten of je voor gek durft te staan uit liefde,
voor je dromen, voor het avontuur van in leven zijn.
Het interesseert me niet welke planeten
in conjunctie staan met jouw maan
Ik wil weten of je tot de kern van je verdriet bent doorgedrongen,
of
je opener bent geworden door het verraad van het leven,
of
dat je jelevenslust hebt verloren en bent afgesloten
uit angst voor nog meer pijn.
Ik wil weten of je met vreugde kunt omgaan
de mijne of die van jezelf, of je kunt dansen
van uitzinnigheid en verrukking tot in je vingertoppen
en tenen kunt voelen tintelen, zonder ons te waarschuwen
voorzichtig of reëel te zijn,
of rekening te houden met de beperkingen
die we als mens hebben.
Het interesseert me niet of het verhaal
dat je me vertelt waar is.
Ik wil weten of je een ander kunt teleurstellen
om trouw te zijn aan jezelf.
Of je de beschuldiging van verraad kunt verdragen
zonder verraad te plegen aan jezelf.
Ik wil weten of je ontrouw,
en daarom betrouwbaar kunt zijn.
Ik wil weten of je schoonheid kunt zien,
ook al is het niet mooi,
elke dag weer,
en of je je eigen leven kunt laten ontstaan
vanuit dit simpele gegeven.
Ik wil weten of je je mislukking kunt aanvaarden,
die van jezelf en ook de mijne,
en toch aan de rand van het meer kunt staan
en "ja" te brullen naar de volle maan.
Het interesseert me niet te weten waar je woont
en hoeveel geld je hebt.
Ik wil weten of je kunt opstaan na een nacht
van verdriet, wanhoop, vermoeid en
gesloopt tot op het bot,
en datgene kunt doen voor de kinderen wat nodig is.
Het interesseert me niet wie je kent,
of hoe je tot hier gekomen bent.
Ik wil weten of je met mij midden
in het vuur wilt staan,
zonder terug te deinzen.
Het interreert me niet waar of wat of met wie
je hebt gestudeerd.
Ik wil weten wat jou staande houdt, van binnenuit,
wanneer al het andere wegvalt.
Ik wil weten of je alleen met jezelf kunt zijn en of
je op eenzame momenten werkelijk op je
eigen gezelschap gesteld bent.
vriendschap is het kostbaarste geschenk!
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen

Beste Gustilpe,
Wat een diepzinnige tekst vol waarheid en wijsheid. De levens-
filosofie van de oude Indianen rust op de natuur, op de echte
waarden van het bestaan, de zuiverheid van de Ziel, in één woord :
op EENVOUD !
Bedankt Gustilpe en lieve groetjes in vrede en vriendschap
van ons beiden
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
-
sunset - Lid geworden op: 26 mar 2007, 11:42
- Locatie: Eindhoven, Nederland
Ook ik las voelend die rakende, stilmakende tekst.
Dank je voor het delen.
strelend zacht
teder lief beroeren zinnen
huid als was het zacht fluweel
warmen lijven stillen dorst
en ‘t verlangen diep van binnen
liefdevol beroeren zinnen
wandelen ogen sterrenpracht
warmen nachten stokken adem
heilig stil in ons beminnen.
**********
sunset 11-01-2008
**********
Ik wens je een rustige prettige vrijdag.
Groetjes, sunset
Dank je voor het delen.
strelend zacht
teder lief beroeren zinnen
huid als was het zacht fluweel
warmen lijven stillen dorst
en ‘t verlangen diep van binnen
liefdevol beroeren zinnen
wandelen ogen sterrenpracht
warmen nachten stokken adem
heilig stil in ons beminnen.
**********
sunset 11-01-2008
**********
Ik wens je een rustige prettige vrijdag.
Groetjes, sunset
Ik denk niet, ik voel. Want ik prefereer het hart boven het verstand.
-
ria - Lid geworden op: 09 sep 2004, 13:19
- Locatie: waar het goed is om wonen...
Gustilpe, mag ik jou, mag ik jullie
ondanks het verdriet om het afscheid
toch een rustig weekend toewensen.
Het leven is een wisseling
van blije en droeve momenten,
maar zolang we beminnen
en bemind worden,
komt het weer goed.
Dank ook voor die heel mooie tekst
die je hier neerschreef.
Lieve groeten,
ria
ondanks het verdriet om het afscheid
toch een rustig weekend toewensen.
Het leven is een wisseling
van blije en droeve momenten,
maar zolang we beminnen
en bemind worden,
komt het weer goed.
Dank ook voor die heel mooie tekst
die je hier neerschreef.
Lieve groeten,
ria
Onder uw bescherming, o Moeder van God en ook onze moeder.
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen

Lieve Gustilpe,
Na je vriendelijk bezoek wil ik je ook even dag komen zeggen !
'k Ben blij dat je hetzelfde denkt als ik over de sprookjes
Sweet dreams en tot ziens....
Lieve groetjes in vrede en vriendschap van Alter en Rankje
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
-
gustilpe - Lid geworden op: 04 okt 2007, 20:52
- Locatie: vlaams brabant
Bosrankje,
bedankt voor je commentaar en beeld over mijn tekst: 'de uitnodiging' en het mooie sprookjesbeeld, het doet altijd deugd je terug op mijn topic te vinden.
Aan Sunset, bedankt voor het mooie tedere gedicht: "Strelend zacht"
Ria, je schreef: 'het leven is een wisseling van blije en droeve momenten" zo voel ik het dezer dagen aan, bedankt!
lieve Bo, je maakt altijd tijd om te groeten, te luisteren, moed in te spreken, raad te geven enz hartelijk bedankt!
In 2004 verscheen bij het Davidsfonds het boek: “Op Trot voor God” over 20 uitzonderlijke Vlaamse missionarissen.
Over één ervan wil ik graag vertellen als dat mag. Maar in verscheidene afleveringen, het is mijn kozijn Raoul D’haene.
Raoul is een Salesiaan van Don Bosco. Hij vertrok op zevenentwintigjarige leeftijd naar Ecuador. Als enige van tien kandidaten bleef hij over om naar het onherbergzame Amazonegebied te trekken.
Je bent geschikt voor Quito, de hoofdstad zeiden zijn oversten, daar kan je Frans doceren, maar dat wilde Raoul helemaal niet, hij droomde van het binnenland, de brousse. Hij had al gelezen over het amazonegebied met zijn wilde Shuars.
Na een lange zwerftocht kwam hij aan in Macas, de hoofdstad van Morona Santiago, het Salesiaans vicariaat. De volgende dag trok hij per muilezel begeleid door twee blanke Ecuadorianen het volle oerwoud in. Geen wegen of paden meer te bespeuren, pure wildernis. Zijn eerste missiepost werd Mendez, de inlanders hier waren hoofdzakelijk blanken, gelukszoekers, soms echte gangsters, uitschot.
Mendez was een mini-oase met houten hutten, een kerk en een schooltje. Raoul bleef er vier jaar.
Alles was nieuw voor Raoul, het woudleven, logies, de proviand, de omgangsregels, de fauna en natuurlijk de risico’s. De Indianen toonden respect voor zijn oufit, (nog de soutane) en strenge levenswijze. Zijn levensregel werd: kijken, luisteren, zwijgen. Het waren lange dagen met studie, zorgen en karweien.
Later kreeg hij andere posten, allemaal in het oerwoud van het Amazonebekken.
Geleidelijk aan werden zijn contacten met de Shuar-Indianen frequenter en intenser.
Hier en daar kreeg hij te maken met lang geïsoleerd levende, opgeschrikte dorpelingen die bij zijn verschijning nog erg primitief en impulsief reageerden, niet zelden met pijl pal op hem gericht: wie ben je? Wat doe je hier? Wegwezen.
Jacupi ligt op de Peruaanse grens. Daar hangen altijd militairen rond. Zij zijn er de baas. Op zekere dag knalden ze koelbloedig een sjamaan neer, ze hakten hem in moten, die ze, in drie zakken geperst, de stroom in keilden. Dat was in 1964. Raoul stapte meteen naar de luitenant en protesteerde. Deze had zijn excuus al klaar: “Mijn mannen moesten hem arresteren, maar de dorpelingen hebben hem gedood”. “Dat is een grove leugen” zei Raoul “hij werd vermoord door de soldaten in zijn hut. Kom kijken, ik toon je het bloed, er zijn getuigen”. De luitenant zweeg.
Raoul alarmeerde Quito. Maar ook daar hadden de autoriteiten hun antwoord klaar: “we weten alles al. Onze soldaten moesten die man arresteren, maar het is uit de hand gelopen”. “Ze vermoordden hem” hield Raoul vol, maar de man antwoordde: “Och padre, de hele grensstreek draagt terecht de naam van ’de groene hel’ het is er zeer gevaarlijk. Daar kan altijd van alles gebeuren. Dus sturen we daar onze gestrafte militairen naartoe”.
Naar een grensgebied stuur je geen gestraften maar alleen de allerbesten repliceerde Raoul.
De onschuld van Raouls parochianen werd uiteindelijk erkend. Er kwam beterschap, een poosje toch.
Eens doodden blanke militairen onschuldige Achuars. Onmiddellijk diende Raoul klacht in en werd de advocaat van zijn mensen. Raoul kreeg een seintje van de bisschop: “Padre Raoul, wees toch voorzichtig. Ze kunnen zich wreken, je doden, kalm aan toch. Zijn antwoord was: “Ik moest Monseigneur, laat ons spreken voor wie niet meer spreken kan.
Zo groeiide zijn faam en hij verwierf gezag, gehoor, respect en vertrouwen. Niet dat de Shuars heiligen zijn zegt hij. Hij ziet er nu zowat dwars doorheen. Het zijn gepatenteerde leugenaars, nijdigaards, vrouwenlopers veelal, die zelf een afstraffing met geweld niet schuwen. Ze vergeven nooit en vergeten niets. Maar ze zijn zeer gastvrij. Liefst met hun lievelingsdrank "chicha". Dit is een gisting van maniok die gekookt en geknabbeld wordt en dan in een kalabas weer uitgespuwd wordt en tot gisting gebracht. Het zijn de vrouwen en de meisjes die kauwen en weer uitspuwen. De grootste brokken worden bewaard voor als er bezoek komt. Dan wordt de drank gul aangeboden en gaat van mond tot mond. Weigeren is uit den boze. Raoul zegt: "lekker is het niet maar het went"
wordt vervolgd…
bedankt voor je commentaar en beeld over mijn tekst: 'de uitnodiging' en het mooie sprookjesbeeld, het doet altijd deugd je terug op mijn topic te vinden.
Aan Sunset, bedankt voor het mooie tedere gedicht: "Strelend zacht"
Ria, je schreef: 'het leven is een wisseling van blije en droeve momenten" zo voel ik het dezer dagen aan, bedankt!
lieve Bo, je maakt altijd tijd om te groeten, te luisteren, moed in te spreken, raad te geven enz hartelijk bedankt!
In 2004 verscheen bij het Davidsfonds het boek: “Op Trot voor God” over 20 uitzonderlijke Vlaamse missionarissen.
Over één ervan wil ik graag vertellen als dat mag. Maar in verscheidene afleveringen, het is mijn kozijn Raoul D’haene.
Raoul is een Salesiaan van Don Bosco. Hij vertrok op zevenentwintigjarige leeftijd naar Ecuador. Als enige van tien kandidaten bleef hij over om naar het onherbergzame Amazonegebied te trekken.
Je bent geschikt voor Quito, de hoofdstad zeiden zijn oversten, daar kan je Frans doceren, maar dat wilde Raoul helemaal niet, hij droomde van het binnenland, de brousse. Hij had al gelezen over het amazonegebied met zijn wilde Shuars.
Na een lange zwerftocht kwam hij aan in Macas, de hoofdstad van Morona Santiago, het Salesiaans vicariaat. De volgende dag trok hij per muilezel begeleid door twee blanke Ecuadorianen het volle oerwoud in. Geen wegen of paden meer te bespeuren, pure wildernis. Zijn eerste missiepost werd Mendez, de inlanders hier waren hoofdzakelijk blanken, gelukszoekers, soms echte gangsters, uitschot.
Mendez was een mini-oase met houten hutten, een kerk en een schooltje. Raoul bleef er vier jaar.
Alles was nieuw voor Raoul, het woudleven, logies, de proviand, de omgangsregels, de fauna en natuurlijk de risico’s. De Indianen toonden respect voor zijn oufit, (nog de soutane) en strenge levenswijze. Zijn levensregel werd: kijken, luisteren, zwijgen. Het waren lange dagen met studie, zorgen en karweien.
Later kreeg hij andere posten, allemaal in het oerwoud van het Amazonebekken.
Geleidelijk aan werden zijn contacten met de Shuar-Indianen frequenter en intenser.
Hier en daar kreeg hij te maken met lang geïsoleerd levende, opgeschrikte dorpelingen die bij zijn verschijning nog erg primitief en impulsief reageerden, niet zelden met pijl pal op hem gericht: wie ben je? Wat doe je hier? Wegwezen.
Jacupi ligt op de Peruaanse grens. Daar hangen altijd militairen rond. Zij zijn er de baas. Op zekere dag knalden ze koelbloedig een sjamaan neer, ze hakten hem in moten, die ze, in drie zakken geperst, de stroom in keilden. Dat was in 1964. Raoul stapte meteen naar de luitenant en protesteerde. Deze had zijn excuus al klaar: “Mijn mannen moesten hem arresteren, maar de dorpelingen hebben hem gedood”. “Dat is een grove leugen” zei Raoul “hij werd vermoord door de soldaten in zijn hut. Kom kijken, ik toon je het bloed, er zijn getuigen”. De luitenant zweeg.
Raoul alarmeerde Quito. Maar ook daar hadden de autoriteiten hun antwoord klaar: “we weten alles al. Onze soldaten moesten die man arresteren, maar het is uit de hand gelopen”. “Ze vermoordden hem” hield Raoul vol, maar de man antwoordde: “Och padre, de hele grensstreek draagt terecht de naam van ’de groene hel’ het is er zeer gevaarlijk. Daar kan altijd van alles gebeuren. Dus sturen we daar onze gestrafte militairen naartoe”.
Naar een grensgebied stuur je geen gestraften maar alleen de allerbesten repliceerde Raoul.
De onschuld van Raouls parochianen werd uiteindelijk erkend. Er kwam beterschap, een poosje toch.
Eens doodden blanke militairen onschuldige Achuars. Onmiddellijk diende Raoul klacht in en werd de advocaat van zijn mensen. Raoul kreeg een seintje van de bisschop: “Padre Raoul, wees toch voorzichtig. Ze kunnen zich wreken, je doden, kalm aan toch. Zijn antwoord was: “Ik moest Monseigneur, laat ons spreken voor wie niet meer spreken kan.
Zo groeiide zijn faam en hij verwierf gezag, gehoor, respect en vertrouwen. Niet dat de Shuars heiligen zijn zegt hij. Hij ziet er nu zowat dwars doorheen. Het zijn gepatenteerde leugenaars, nijdigaards, vrouwenlopers veelal, die zelf een afstraffing met geweld niet schuwen. Ze vergeven nooit en vergeten niets. Maar ze zijn zeer gastvrij. Liefst met hun lievelingsdrank "chicha". Dit is een gisting van maniok die gekookt en geknabbeld wordt en dan in een kalabas weer uitgespuwd wordt en tot gisting gebracht. Het zijn de vrouwen en de meisjes die kauwen en weer uitspuwen. De grootste brokken worden bewaard voor als er bezoek komt. Dan wordt de drank gul aangeboden en gaat van mond tot mond. Weigeren is uit den boze. Raoul zegt: "lekker is het niet maar het went"
wordt vervolgd…
vriendschap is het kostbaarste geschenk!
-
gustilpe - Lid geworden op: 04 okt 2007, 20:52
- Locatie: vlaams brabant
vervolg...
De Shuar-indianen leven in de oostelijke Andes van Ecuador en Peru, de Spanjaarden noemden hen “Jivaro” dat is een scheldnaam dat bosmens of wilde betekent. Deze naam danken ze eigenlijk aan hun koppensnellerij. Men verwijderde uit de hoofden van verslagen vijanden de schedelbeenderen en via een speciaal droogproces werd de oorspronkelijke grootte tot een derde teruggebracht. De bezitters ervan eigenden zich bovennatuurlijke krachten toe. Raoul verzett zich tegen die scheldnaam. Ik heb hem meermaals horen zeggen: het verschil tussen zogenaamd beschaafden en wilden is dat mijn Shuars diep in hun binnenste nog onbedorven zijn, de blanken kennen amper de indiaan, of denken dat ze het weten maar meestal zijn ze fout.
Hun godsdienst eist, dat elk overlijden moet beboet worden door andermans dood, vandaar komt de koppensnellerij eigenlijk.
De Shuars houden van tatoeëringen, daar willen ze iets mee duidelijk maken vb een getatoeerde vrouw, afhankelijk van¨waar en hoe de tatoeage zich bevindt, kan willen zeggen aan haar man, er is geen eten, ga op jacht, de man keert zich om en gaat.
Maar nu was de pater daar en hij voerde kleding in, onbewust bracht hij daar een communicatiestoornis teweeg.
Raoul heeft dat toen begrepen, In elke cultuur, in elke mens zijn er bepaalde waarden aanwezig, waarden die reeds christendom zijn, want voor hem was er de sjamaan.
Sjamaan is volgens Raoul, geen tovenaar, een tovenaar is een kwakzalver . De sjamaan kan inlanders bevrijden van zijn angsten, spanningen en problemen, ze zijn ook concrete helers.
Een indiaan wordt beter behandeld door één sjamaan dan door tien gediplomeerde artsen in een door hen nooit te bereiken stad. Een sjamaan is een meester in de kennis van planten, ze stellen vaak juiste diagnoses.
Raoul zegt: “mijn Shuars boeien mij elke dag meer en meer.
Hij heeft moeten leren overleven, onderwijzen, evangeliseren, helen. Hij had geen enkel medische opleiding. Op een dag kwam een jongen naar hem toe met zijn oor in zijn hand, per ongeluk had hij dit oor afgehakt door zijn machete. Raoul nam het oor, ontsmette het en ook de plaats waar het oor voorheen stond, hij naaide eigenhandig het oor aan. Twee weken later bezocht de jongen de pater opnieuw, het oor was aangegroeid en de jongen hoorde beter dan voorheen zei hij.
Het verhaal deed spoedig de ronde en Raoul werd de grote genezer.
Op een dag werd met een klein vliegtuigje een 15-jarig meisje naar de missiepost gebracht, ze had zware gangreen, ze was al in drie hospitalen geweest, er was niets aan te doen zei men, ze was de dochter van een grote sjamaan, ook hij kon haar niet genezen. Toen het meisje aankwam liepen de indianen van haar weg omdat ze zo stonk door de gangreen. Raoul nam haar op de schouders en trok naar de missiepost waar hij gelukkig die week verbleef. In de hospitalen wou men een arm en een been amputeren. Hier kan men leven met één been vertelde ons Raoul maar een indiaan zonder been dat kan niet. Hij verzorgde de wonde verscheidene malen per dag. Toen de week om was, waren de wonden al veel beter, het werd tijd om naar zijn broussedorpen terug te keren, hij zette het meisje op zijn schouders en trok weg door de brousse naar het eerste dorp zowat vier uur stappen, daar liet hij het meisje achter bij een familie waar hij iemand opgeleid had om te verplegen. Hij legde met geduld uit hoe de verpleging moest verlopen. Dat meisje is genezen, heeft haar arm en been kunnen houden.
Haar vader, de grote sjamaan, kreeg ontzag voor Raoul en was enorm dankbaar.
Ik heb het niet gekund, ze was in drie hospitalen zonder succes en de pater heeft haar kunnen genezen. Zo een verhaal doet natuurlijk de ronde, zo groeide Raoul’s faam als genezer. De Sjamaan maakte voor hem een sterke kano om hem te bedanken.
Wordt vervolgd…
De Shuar-indianen leven in de oostelijke Andes van Ecuador en Peru, de Spanjaarden noemden hen “Jivaro” dat is een scheldnaam dat bosmens of wilde betekent. Deze naam danken ze eigenlijk aan hun koppensnellerij. Men verwijderde uit de hoofden van verslagen vijanden de schedelbeenderen en via een speciaal droogproces werd de oorspronkelijke grootte tot een derde teruggebracht. De bezitters ervan eigenden zich bovennatuurlijke krachten toe. Raoul verzett zich tegen die scheldnaam. Ik heb hem meermaals horen zeggen: het verschil tussen zogenaamd beschaafden en wilden is dat mijn Shuars diep in hun binnenste nog onbedorven zijn, de blanken kennen amper de indiaan, of denken dat ze het weten maar meestal zijn ze fout.
Hun godsdienst eist, dat elk overlijden moet beboet worden door andermans dood, vandaar komt de koppensnellerij eigenlijk.
De Shuars houden van tatoeëringen, daar willen ze iets mee duidelijk maken vb een getatoeerde vrouw, afhankelijk van¨waar en hoe de tatoeage zich bevindt, kan willen zeggen aan haar man, er is geen eten, ga op jacht, de man keert zich om en gaat.
Maar nu was de pater daar en hij voerde kleding in, onbewust bracht hij daar een communicatiestoornis teweeg.
Raoul heeft dat toen begrepen, In elke cultuur, in elke mens zijn er bepaalde waarden aanwezig, waarden die reeds christendom zijn, want voor hem was er de sjamaan.
Sjamaan is volgens Raoul, geen tovenaar, een tovenaar is een kwakzalver . De sjamaan kan inlanders bevrijden van zijn angsten, spanningen en problemen, ze zijn ook concrete helers.
Een indiaan wordt beter behandeld door één sjamaan dan door tien gediplomeerde artsen in een door hen nooit te bereiken stad. Een sjamaan is een meester in de kennis van planten, ze stellen vaak juiste diagnoses.
Raoul zegt: “mijn Shuars boeien mij elke dag meer en meer.
Hij heeft moeten leren overleven, onderwijzen, evangeliseren, helen. Hij had geen enkel medische opleiding. Op een dag kwam een jongen naar hem toe met zijn oor in zijn hand, per ongeluk had hij dit oor afgehakt door zijn machete. Raoul nam het oor, ontsmette het en ook de plaats waar het oor voorheen stond, hij naaide eigenhandig het oor aan. Twee weken later bezocht de jongen de pater opnieuw, het oor was aangegroeid en de jongen hoorde beter dan voorheen zei hij.
Het verhaal deed spoedig de ronde en Raoul werd de grote genezer.
Op een dag werd met een klein vliegtuigje een 15-jarig meisje naar de missiepost gebracht, ze had zware gangreen, ze was al in drie hospitalen geweest, er was niets aan te doen zei men, ze was de dochter van een grote sjamaan, ook hij kon haar niet genezen. Toen het meisje aankwam liepen de indianen van haar weg omdat ze zo stonk door de gangreen. Raoul nam haar op de schouders en trok naar de missiepost waar hij gelukkig die week verbleef. In de hospitalen wou men een arm en een been amputeren. Hier kan men leven met één been vertelde ons Raoul maar een indiaan zonder been dat kan niet. Hij verzorgde de wonde verscheidene malen per dag. Toen de week om was, waren de wonden al veel beter, het werd tijd om naar zijn broussedorpen terug te keren, hij zette het meisje op zijn schouders en trok weg door de brousse naar het eerste dorp zowat vier uur stappen, daar liet hij het meisje achter bij een familie waar hij iemand opgeleid had om te verplegen. Hij legde met geduld uit hoe de verpleging moest verlopen. Dat meisje is genezen, heeft haar arm en been kunnen houden.
Haar vader, de grote sjamaan, kreeg ontzag voor Raoul en was enorm dankbaar.
Ik heb het niet gekund, ze was in drie hospitalen zonder succes en de pater heeft haar kunnen genezen. Zo een verhaal doet natuurlijk de ronde, zo groeide Raoul’s faam als genezer. De Sjamaan maakte voor hem een sterke kano om hem te bedanken.
Wordt vervolgd…
Laatst gewijzigd door gustilpe op 15 jan 2008, 14:26, 1 keer totaal gewijzigd.
vriendschap is het kostbaarste geschenk!
-
gustilpe - Lid geworden op: 04 okt 2007, 20:52
- Locatie: vlaams brabant
...vervolg
Ik vertelde daarnet dat het meisje aankwam per vliegtuigje, zo’n vliegtuigtrip in het regenwoud is een riskante onderneming, even riskant als een kanotocht in de rivieren van het regenwoud. Een vlieghaven betekent een niet verhard pleintje dat telkens weer moet vrijgemaakt worden van gewassen. Ook het hoge Andesgebergte is verraderlijk, er hangt meestal mist en je weet nooit op voorhand of het vliegtuigje komt of niet, soms is het dagen wachten. Jaren geleden zou Raoul hulp krijgen van een jonge confrater, hij is echter nooit aangekomen, zijn vliegtuig vloog tegen de hoge bergen en storttte neer. Raoul heeft er altijd alleen voor gestaan.
Raoul leefde zoals zijn indianen, een bamboehut onder een plafond van palmbladeren, daarin stond een klein taboeretje als tafel en een houten kist als enige stoel. Een matras op de grond onder een meestal gescheurd muskietennet. Maar honger had hij niet, er was altijd vlees en vis. Verder leefde hij op yuca, bananen en chicha die hij met liters slurpte uit een kalebas. Hij zegt: “een eigen akker bezat ik nooit, ik kreeg alles van mijn parochianen. De Indianen lopen al lang niet meer bloot, ze jagen met blaaspijpen en vuurwapens.
“Ascetisch leven als een eremiet deert mij amper, ik kan bestaan op lucht en dauw”, zegt Raoul.
Zijn dorpsbezoeken doet hij te voet of per kano. Wij bepalen afstanden in km, Hij bepaalt afstanden in zoveel uren stappen, altijd blootsvoets, zijn voetzolen zijn met de jaren leder geworden. Een toernee duurt drie weken, de vierde week is hij op de missiepost. Honderden km afleggen in de jungle, in helse hitte in een constante wolk van insecten. Dat doet hij samen met twee indianen, ze spreken geen woord altijd nauw oplettend voor de gevaren van het oerwoud. Zo stond hij plots eens voor een jaguar, Raoul heeft altijd een lans bij zich, hij richtte zijn lans op het dier, jij of ik, riep hij, de groete kat droop af. Gevreesd zijn ook de talrijke giftige slangen, hij heeft ooit gelopen voor zijn leven voor een jamonga een zeer gevreesde slang. Raoul heeft talrijke slangenbeten uitgezogen bij zichzelf en anderen, het is de beste manier om het gif te verwijderen, zegt hij, beter dan serum. Na het uitzuigen at hij citroen, door het veelvuldig zuur van citroenen waren zijn tanden voortijdig uitgevallen. Maar het gevaarlijkste waarmee in het oerwoud dient rekening te houden is de zwarte weduwe. Van de zusters van Pittem kreeg Raoul ‘het zwarte steentje’, dat steentje zuigt alle gif op, is dit fantasie of suggestie, in elk geval helpt dit steentje.
In de dorpen wordt Raoul altijd zeer gastvrij onthaald met tromgeroffel en dans. Hij noteert steeds wie sedert zijn laatste komst geboren of gestorven is, hij geneest zieken zoveel hij kan. Er zijn geen scholen in de broussedorpen maar Raoul heeft ervoor gezorgd dat een leraar via radio onderwijs geeft. Vraag mij niet hoe dat gaat, ik weet het niet, wat ik wel weet is dat er geen elektriciteit is in de dorpen.
Raoul heeft een goede engelbewaarder, zegt hij, hoe dikwijls is zijn kano in de kolkende rivieren niet omgeslaan en is hij meegesleurd geweest, telkens kwam hij er nog goed van af, eees dacht hij dat zijn uur geslagen was, hij werd gered door een Shuar, wat er dan door zijn hoofd ging was: niemand zal de sleutel vinden van de medicijnkast want dat had hij bij zich.
Een ander probleem zijn de aardbevingen waarmee Ecuador vaak te maken heeft.
De laatste jaren heeft Raoul een meisje bij zich, ze is nu 9 jaar. Op een keer bracht de moeder het kind bij hem, ze was toen 4 jaar en woog 6 kg, ze kon niet lopen of praten, ze kroop op handen en voeten, de moeder zei dat ze het kind in de rivier wou werpen. Raoul heeft zich over het meisje ontfermd, hij heeft haar in zijn hut opgenomen en haar verzorgd, ze had diarree en ontstoken ogen en was eigenlijk helemaal ziek. Hij heeft haar leren lopen en spreken, de ganse gemeenschap van het dorp hielp mee.
wordt vervolgd...
Ik vertelde daarnet dat het meisje aankwam per vliegtuigje, zo’n vliegtuigtrip in het regenwoud is een riskante onderneming, even riskant als een kanotocht in de rivieren van het regenwoud. Een vlieghaven betekent een niet verhard pleintje dat telkens weer moet vrijgemaakt worden van gewassen. Ook het hoge Andesgebergte is verraderlijk, er hangt meestal mist en je weet nooit op voorhand of het vliegtuigje komt of niet, soms is het dagen wachten. Jaren geleden zou Raoul hulp krijgen van een jonge confrater, hij is echter nooit aangekomen, zijn vliegtuig vloog tegen de hoge bergen en storttte neer. Raoul heeft er altijd alleen voor gestaan.
Raoul leefde zoals zijn indianen, een bamboehut onder een plafond van palmbladeren, daarin stond een klein taboeretje als tafel en een houten kist als enige stoel. Een matras op de grond onder een meestal gescheurd muskietennet. Maar honger had hij niet, er was altijd vlees en vis. Verder leefde hij op yuca, bananen en chicha die hij met liters slurpte uit een kalebas. Hij zegt: “een eigen akker bezat ik nooit, ik kreeg alles van mijn parochianen. De Indianen lopen al lang niet meer bloot, ze jagen met blaaspijpen en vuurwapens.
“Ascetisch leven als een eremiet deert mij amper, ik kan bestaan op lucht en dauw”, zegt Raoul.
Zijn dorpsbezoeken doet hij te voet of per kano. Wij bepalen afstanden in km, Hij bepaalt afstanden in zoveel uren stappen, altijd blootsvoets, zijn voetzolen zijn met de jaren leder geworden. Een toernee duurt drie weken, de vierde week is hij op de missiepost. Honderden km afleggen in de jungle, in helse hitte in een constante wolk van insecten. Dat doet hij samen met twee indianen, ze spreken geen woord altijd nauw oplettend voor de gevaren van het oerwoud. Zo stond hij plots eens voor een jaguar, Raoul heeft altijd een lans bij zich, hij richtte zijn lans op het dier, jij of ik, riep hij, de groete kat droop af. Gevreesd zijn ook de talrijke giftige slangen, hij heeft ooit gelopen voor zijn leven voor een jamonga een zeer gevreesde slang. Raoul heeft talrijke slangenbeten uitgezogen bij zichzelf en anderen, het is de beste manier om het gif te verwijderen, zegt hij, beter dan serum. Na het uitzuigen at hij citroen, door het veelvuldig zuur van citroenen waren zijn tanden voortijdig uitgevallen. Maar het gevaarlijkste waarmee in het oerwoud dient rekening te houden is de zwarte weduwe. Van de zusters van Pittem kreeg Raoul ‘het zwarte steentje’, dat steentje zuigt alle gif op, is dit fantasie of suggestie, in elk geval helpt dit steentje.
In de dorpen wordt Raoul altijd zeer gastvrij onthaald met tromgeroffel en dans. Hij noteert steeds wie sedert zijn laatste komst geboren of gestorven is, hij geneest zieken zoveel hij kan. Er zijn geen scholen in de broussedorpen maar Raoul heeft ervoor gezorgd dat een leraar via radio onderwijs geeft. Vraag mij niet hoe dat gaat, ik weet het niet, wat ik wel weet is dat er geen elektriciteit is in de dorpen.
Raoul heeft een goede engelbewaarder, zegt hij, hoe dikwijls is zijn kano in de kolkende rivieren niet omgeslaan en is hij meegesleurd geweest, telkens kwam hij er nog goed van af, eees dacht hij dat zijn uur geslagen was, hij werd gered door een Shuar, wat er dan door zijn hoofd ging was: niemand zal de sleutel vinden van de medicijnkast want dat had hij bij zich.
Een ander probleem zijn de aardbevingen waarmee Ecuador vaak te maken heeft.
De laatste jaren heeft Raoul een meisje bij zich, ze is nu 9 jaar. Op een keer bracht de moeder het kind bij hem, ze was toen 4 jaar en woog 6 kg, ze kon niet lopen of praten, ze kroop op handen en voeten, de moeder zei dat ze het kind in de rivier wou werpen. Raoul heeft zich over het meisje ontfermd, hij heeft haar in zijn hut opgenomen en haar verzorgd, ze had diarree en ontstoken ogen en was eigenlijk helemaal ziek. Hij heeft haar leren lopen en spreken, de ganse gemeenschap van het dorp hielp mee.
wordt vervolgd...
vriendschap is het kostbaarste geschenk!
-
gustilpe - Lid geworden op: 04 okt 2007, 20:52
- Locatie: vlaams brabant
vervolg...
Elke zondag organiseert Raoul sport voor de kinderen en jongeren, ze kennen geen tv, om 10u vieren ze samen de mis, de kerk zit altijd stampvol, ze komen van ver, sommigen moeten er vijf uur voor stappen. Concubinaat, promiscuïteit en ontrouw dat is courant, Raoul moet niet veel huwelijken inzegenen. Voor begrafenissen geeft hij hen de keuze, ofwel in hun eigen dorp of in de missiepost, maar hij raadt wel aan het in eigen dorp te doen, want met een lijk sleuren door de wildernis is te moeilijk, als hij dan zijn dorpen bezoekt zegent hij de grond.
Voor zware ziekten is Quito de enige oplossing maar dat betekent vliegtuig en daarvoor hebben de mensen geen geld. De meesten blijven dus in hun dorp en worden verzorgd door de pater. Raoul wil daarop geen uitzondering zijn , hij richt zich zo goed mogelijk naar dit rudimenair bestaan en wil ook tussen zijn mensen sterven en begraven worden.
Elke keer Raoul op vakantie komt bezoekt hij familie en vrienden, telkens krijgt hij bedel- en zakgeld die hij zeer voorzichtig besteedt, hij vertrekt gewoonlijk met een hele resem medicijnen uit het Tropisch Instituut. Met een balpen, of een zeldzaam stukje fruit zijn zijn Indianen nog zeer gelukkig. Ooit stuurde Quito Raoul een mandje appelen, met een zevejarige jongen deelde hij een appel, het ontroerde hem enorm dat deze jongen die halve appel nog middendoor brak en een vierde aan zijn zusje gaf.
Raoul droomt vaak. Hij droomt dat hij studiebeurzen krijgt voor de meestbegaafden, zodat ze middelbare studies kunnen aanvangen, of misschien universiteit, dit is hem al ooit gebeurd, een jongen studeerde voor arts en is teruggekeerd uit Quito na zijn studies.
Hij droomt van Vlaanderen, van zijn Bissegem en zijn zo dierbaar dialect overspekt met Shuar-woorden, van zijn familie en vrienden, van een lekker biertje.
Als hij in Vlaanderen is droomt hij van zijn Shuars, die mensen spreken elkaar aan, wie ben je? Waar vandaan kom je? Wat kom je hier doen? In Vlaanderen lopen mensen elkaar voorbij zonder te groeten.
Elke keer Raoul hier met vakantie was mochten wij hem ontvangen, een blij weerzien, onze kinderen waren er ook steeds, evenals onze beste vrienden. Zijn verhalen zinderen nog na, je verveelde je nooit met Raoul, en steeds hoor ik nog zijn bulderende lach. Raoul had zich helemaal geïncultureerd met lang haar en lange baard.
Zijn mensen gaven hem de naam “ETSA” dit is de naam van de zonnekoning, ze droegen hem op handen, ze maakten voor hem een (ik weet niet hoe je dat noemt) bandje voor rond zijn hoofd met de naam “etsa”, dit droeg hij steeds, ook in België op vakantie.
In februari 1996 ontving Raoul in hoofdstad Quito van onze Belgische ambassadeur het ereteken van Ridder in de Kroonorde, verleend door de koning om zijn vele jaren missie bij de Shuarindianen van het Amazongebied.
Enkele jaren geleden werd Raoul getroffen door kanker, hij werd geöpereerd in Cuenca en kreeg chemo, zijn lange haren en lange baard vielen uit, ik zag een foto van hem, dit was Raoul niet meer. Zijn lijdensweg heeft enkele jaren geduurd, en nog steeds klonk op zijn ziekbed zijn bulderende lach. De laatste weken werd hij terug naar de missiepost gebracht, hij werd bijgestaan door ‘Greta’ een Vlaamse dame die werkte op de ambassade, de laatste week was een van zusters naar Ecuador afgereisd om bij hem aanwezig te zijn, hij klaagde nooit.
Raoul stierf op 30 juni 2007.
wordt vervolgd…
Elke zondag organiseert Raoul sport voor de kinderen en jongeren, ze kennen geen tv, om 10u vieren ze samen de mis, de kerk zit altijd stampvol, ze komen van ver, sommigen moeten er vijf uur voor stappen. Concubinaat, promiscuïteit en ontrouw dat is courant, Raoul moet niet veel huwelijken inzegenen. Voor begrafenissen geeft hij hen de keuze, ofwel in hun eigen dorp of in de missiepost, maar hij raadt wel aan het in eigen dorp te doen, want met een lijk sleuren door de wildernis is te moeilijk, als hij dan zijn dorpen bezoekt zegent hij de grond.
Voor zware ziekten is Quito de enige oplossing maar dat betekent vliegtuig en daarvoor hebben de mensen geen geld. De meesten blijven dus in hun dorp en worden verzorgd door de pater. Raoul wil daarop geen uitzondering zijn , hij richt zich zo goed mogelijk naar dit rudimenair bestaan en wil ook tussen zijn mensen sterven en begraven worden.
Elke keer Raoul op vakantie komt bezoekt hij familie en vrienden, telkens krijgt hij bedel- en zakgeld die hij zeer voorzichtig besteedt, hij vertrekt gewoonlijk met een hele resem medicijnen uit het Tropisch Instituut. Met een balpen, of een zeldzaam stukje fruit zijn zijn Indianen nog zeer gelukkig. Ooit stuurde Quito Raoul een mandje appelen, met een zevejarige jongen deelde hij een appel, het ontroerde hem enorm dat deze jongen die halve appel nog middendoor brak en een vierde aan zijn zusje gaf.
Raoul droomt vaak. Hij droomt dat hij studiebeurzen krijgt voor de meestbegaafden, zodat ze middelbare studies kunnen aanvangen, of misschien universiteit, dit is hem al ooit gebeurd, een jongen studeerde voor arts en is teruggekeerd uit Quito na zijn studies.
Hij droomt van Vlaanderen, van zijn Bissegem en zijn zo dierbaar dialect overspekt met Shuar-woorden, van zijn familie en vrienden, van een lekker biertje.
Als hij in Vlaanderen is droomt hij van zijn Shuars, die mensen spreken elkaar aan, wie ben je? Waar vandaan kom je? Wat kom je hier doen? In Vlaanderen lopen mensen elkaar voorbij zonder te groeten.
Elke keer Raoul hier met vakantie was mochten wij hem ontvangen, een blij weerzien, onze kinderen waren er ook steeds, evenals onze beste vrienden. Zijn verhalen zinderen nog na, je verveelde je nooit met Raoul, en steeds hoor ik nog zijn bulderende lach. Raoul had zich helemaal geïncultureerd met lang haar en lange baard.
Zijn mensen gaven hem de naam “ETSA” dit is de naam van de zonnekoning, ze droegen hem op handen, ze maakten voor hem een (ik weet niet hoe je dat noemt) bandje voor rond zijn hoofd met de naam “etsa”, dit droeg hij steeds, ook in België op vakantie.
In februari 1996 ontving Raoul in hoofdstad Quito van onze Belgische ambassadeur het ereteken van Ridder in de Kroonorde, verleend door de koning om zijn vele jaren missie bij de Shuarindianen van het Amazongebied.
Enkele jaren geleden werd Raoul getroffen door kanker, hij werd geöpereerd in Cuenca en kreeg chemo, zijn lange haren en lange baard vielen uit, ik zag een foto van hem, dit was Raoul niet meer. Zijn lijdensweg heeft enkele jaren geduurd, en nog steeds klonk op zijn ziekbed zijn bulderende lach. De laatste weken werd hij terug naar de missiepost gebracht, hij werd bijgestaan door ‘Greta’ een Vlaamse dame die werkte op de ambassade, de laatste week was een van zusters naar Ecuador afgereisd om bij hem aanwezig te zijn, hij klaagde nooit.
Raoul stierf op 30 juni 2007.
wordt vervolgd…
Laatst gewijzigd door gustilpe op 15 jan 2008, 14:25, 1 keer totaal gewijzigd.
vriendschap is het kostbaarste geschenk!
-
gustilpe - Lid geworden op: 04 okt 2007, 20:52
- Locatie: vlaams brabant

De uitvaartplechtigheid had plaats in de Kathedraal van Macas en werd voorgegaan door de bisschop, de grote kathedraal was te klein, zijn Chuars kwamen van heel ver om hun padre uitgeleide te doen, ze hadden veel verdriet.
Raoul werd bijgezet in de crypte.
Zijn laatste wens werd niet vervuld, Raoul wou in zijn brousse tussen zijn mensen begraven worden.
Op 14 juli werd een nadienst voor Raoul gehouden te Bissegem, ons geboortedorp.
55 jaar lang groeide zijn baard mee met de lianen van het Amazonewoud
Raoul - ETSA- met de Zon op het hoofd,
de Zon naar het hart van de Shuar, vooruit van Bissegemnaar tot meer Shuar dan de Shuar.
Enkele uitspraken van Raoul:
"Authenticiteit zien verloren gaan doet mij pijn"
"Priester-missionaris zijn: is werken voor ons Heer, de Groten Baas, is Hem bij de mensen brengen".
"We zijn te veel bezig met het materialisme, laat ons meer naar Boven kijken dat is niet stuk te krijgen..."
"Ze noemen me 'Etsa' waarom?
"Laat ons spreken voor wie niet meer spreken kan!"
"ik krijg alles van mijn parochianen"
ascetisch leven als een schamele eremiet deert mij amper"
"een eigen akker bezat ik nooit"
"mijn Shuars boeien mij elke dag meer"
i"k spreek hun taal en leef als zij"
"ik voel mij best als zwerver"
"ze zeggen dat ik altijd blij en opgeruimd ben"
"Dit is mijn thuis, van hieruit verhuis ik hemelwaarts"
Papa Bosco en mama Rosa:
"De pater is dood. We gaan allemaal dood.
Wie gaat er ons nu genezen?"
Raoul werd vereremerkt met "Pro Pontifice" door de Paus
dit eremerk wordt heel uitzonderlijk aan een priester toegekend
nog enkele opmerkelijke uitspraken:
"ik vertrok om te onderwijzen, want daarvoor was ik als blanke gevormd. Helaas, ik had te veel antwoorden in mijn hoofd die ik snel weer moest vergeten"
"ik moest van hen de woordjes leren om uit het evangelie te kunnen voorlezen. Die arme stakkers van Shars moesten mij bijstaan met hun wijsheid om mij te helpen zeggen wat Christus hun zeggen wilde"
"ik moest leren aanvaarden dat ik iemand was die er voor hen ook niet had kunnen zijn, iemand die niet had hoeven te komen, iemand die geen afscheid hoefde te nemen"
"ik moest ontdekken, hoe zij met het evangelie in hun handen mijn leermeesters werden. Hun christengemeenschap kwam tot bloei, zo anders dan ik het had gedroomd"
"ik werd missionaris om een kerk te planten om te mogen zien hoe dit volk van U 't gaat maken, hoe het de toekomst scheppen gaat. Dank U dat ik bij hen mijn tent mocht spannen"
Einde!
Dit was mijn kozijn !!!
groetjes,
gustilpe
Laatst gewijzigd door gustilpe op 16 jan 2008, 08:48, 1 keer totaal gewijzigd.
vriendschap is het kostbaarste geschenk!
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen
Gustilpe,
Wij hebben met veel aandacht het verhaal over
je neef gelezen,het heeft ons geboeid en bewondering
doen opbrengen voor die man.
Je mag best trots zijn op zo'n neef!
Vlaanderen zendt zijn zonen uit,en Raoul is daar een toonbeeld van.
Heel zijn leven doorgebracht in dienstbaarheid,diepgelovig
als een pionier van de kerk,zichzelf wegcijferend tot meerdere
eer en glorie van God,met diepchristelijke overtuiging.
Hij koos er zelf voor,om niet zoals gij en ik het "normale" leven
te leiden,om een hard bestaan te trotseren temidden de brousse,
gelukkig met "zijn" indianen.
Zo'n man verdient terecht geprezen en geëerd te worden.
Groetjes in vrede en vriendschap,
Bosrankje en Alterego
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
sunset - Lid geworden op: 26 mar 2007, 11:42
- Locatie: Eindhoven, Nederland
'k Heb me wat tijd genomen om hier even bij te lezen. En natuurlijk ook om je te bedanken voor het lovende dat je bij mij achterliet.
Je bent natuurlijk altijd welkom op mijn eigen website waar zo'kleine achtduizend gedichten van mijn hand op staan *glimlacht*.
eens zal ik moeten zwijgen
---------------------***---------------------
wanneer lettergrepen een uitweg vinden
zijn zij als kleine geschenken van ‘t leven
een muziek waarvan de tonen
soms zo weinig bij elkaar passen als dit
---------------------***---------------------
want ik heb mijn haar wit zien worden
in ’t vergrijzen van droefheid die mij begeleidde
als monotone toon die nooit eindigt
en hij verdwijnt niet
wanneer ik, onverrichter zake, ga
de mond stilleg en mij zo zet
dat er geen licht valt op ons
en in het enerlei wie er schuldig is
iets vormt zich
al het niet gedane dat in woorden blijft
voor de tijd wanneer mijn naam niet meer verschijnt
en stilte spreekt – al zal ‘k zo ver niet komen
want ik zal eerder klaar zijn.
sunset 15-01-2008
Groetjes en nog een heel prettige dag, sunset
Je bent natuurlijk altijd welkom op mijn eigen website waar zo'kleine achtduizend gedichten van mijn hand op staan *glimlacht*.
eens zal ik moeten zwijgen
---------------------***---------------------
wanneer lettergrepen een uitweg vinden
zijn zij als kleine geschenken van ‘t leven
een muziek waarvan de tonen
soms zo weinig bij elkaar passen als dit
---------------------***---------------------
want ik heb mijn haar wit zien worden
in ’t vergrijzen van droefheid die mij begeleidde
als monotone toon die nooit eindigt
en hij verdwijnt niet
wanneer ik, onverrichter zake, ga
de mond stilleg en mij zo zet
dat er geen licht valt op ons
en in het enerlei wie er schuldig is
iets vormt zich
al het niet gedane dat in woorden blijft
voor de tijd wanneer mijn naam niet meer verschijnt
en stilte spreekt – al zal ‘k zo ver niet komen
want ik zal eerder klaar zijn.
sunset 15-01-2008
Groetjes en nog een heel prettige dag, sunset
Ik denk niet, ik voel. Want ik prefereer het hart boven het verstand.

