de tijd van toen 70+ /TE BEWAREN
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Niet te vroeg victorie kraaien mennekes.
Spijtig Swakke maar die is is niet.
Het was een topic gestart door jeronimo
en toen in topic gezet door Tilly
En toch denk ik dat het nog ergens te voorschijn komt.
Er zitten hier aan de top echte computerkrakken.
Spijtig Swakke maar die is is niet.
Het was een topic gestart door jeronimo
en toen in topic gezet door Tilly
En toch denk ik dat het nog ergens te voorschijn komt.
Er zitten hier aan de top echte computerkrakken.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
amadee
Goeiedag,
Goeiedag Jeronimo, het is een uitstekend idee uw herinneringen te bundelen. Het is onbegrijpelijk dat dat niet zou kunnen omdat iemand, - een daartoe "bevoegde instantie" een 6 maanden geleden, heel uw (maq ik ondertussen zeggen "onze") babbelhoek over vroeger, onherroepelijk heeft verloren gedaan. Hetgeen toen pas was geschreven blijkt verdwenen. "Het is nu welletjes geweest ik vind dat het te veel word, weg ermee". Dat kàn toch echt niet. Hebt gij "sorry" horen zeggen? Hallo, hallo, monitoren!!
Maar ja, computers kunnen alles (maar de bedienaars niet) en het komt uiteindelijk misschien wel in orde.
Ondertussen heb ik al wel eens gedacht, om zulke dingen te vermijden, Is het mogelijk, om de stukjes die men schrijft, te copieren of te downloaden, zodat men ze ergens apaart kan bijhouden zonder dat een ijverige bevoegde instantie er nog bij kan. Of zou het mogelijk of veiliger kunnen zijn, wanneer we een blog maken??
Hoe dan ook.. en de boer hij ploegde voort. Ik ben niet uitgepraat. Ik heb noch wel wat te vertellen. Van toen.
Sorry, monitoren of welk instantie dan ook, die ik hiermee op zijn/haar tenen heb getrapt, maar er moest me iets van de lever.
Dag allemaal.
----------------
Instanties zijn altijd bevoegd
Goeiedag Jeronimo, het is een uitstekend idee uw herinneringen te bundelen. Het is onbegrijpelijk dat dat niet zou kunnen omdat iemand, - een daartoe "bevoegde instantie" een 6 maanden geleden, heel uw (maq ik ondertussen zeggen "onze") babbelhoek over vroeger, onherroepelijk heeft verloren gedaan. Hetgeen toen pas was geschreven blijkt verdwenen. "Het is nu welletjes geweest ik vind dat het te veel word, weg ermee". Dat kàn toch echt niet. Hebt gij "sorry" horen zeggen? Hallo, hallo, monitoren!!
Maar ja, computers kunnen alles (maar de bedienaars niet) en het komt uiteindelijk misschien wel in orde.
Ondertussen heb ik al wel eens gedacht, om zulke dingen te vermijden, Is het mogelijk, om de stukjes die men schrijft, te copieren of te downloaden, zodat men ze ergens apaart kan bijhouden zonder dat een ijverige bevoegde instantie er nog bij kan. Of zou het mogelijk of veiliger kunnen zijn, wanneer we een blog maken??
Hoe dan ook.. en de boer hij ploegde voort. Ik ben niet uitgepraat. Ik heb noch wel wat te vertellen. Van toen.
Sorry, monitoren of welk instantie dan ook, die ik hiermee op zijn/haar tenen heb getrapt, maar er moest me iets van de lever.
Dag allemaal.
----------------
Instanties zijn altijd bevoegd
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
amadee,
Zal zoveel mogelijk opgeslagen bijdragen op onze nieuwe topic
trachten te plaatsen
van toen 70+
Onze eerste schoolreis, In 1946 was er nog geen sprake van schoolreizen maar meester Stany, overgekomen van ergens in het verre Limburg, had zo van die moderne opvattingen. Zo moesten we meer in zijne groten hof werken dan in de klas, een boekentas hadden we niet nodig want huiswerk stond niet in zijn agenda, hij zou van ons, de enkelen die overgebleven waren in het 7e en het 8e studiejaar echte zelfstandige mannen maken. Ja we gingen zelfs naar de markt met kersen en krieken die we daags ervoor geplukt hadden. Dan was er de berekening hoeveel we te samen en ieder afzonderlijk verdiend hadden, Spijtig genoeg moesten we alles tot op de laatste centiem afgeven maar als dank voor onze noeste arbeid zouden we een schoolreis maken. In die tijd gingen de uitstapjes per vrachtauto volgestouwd met fruitkisten, comfortabel was het niet maar zo geraakten we toch wat verder dan onze dorpsgrenzen, neen we zouden het anders doen, met de tram naar Bergen.(Mons) Met een pakje boterhammen en ons kruikske stonden we bewuste morgen op de koer, het begon met een voettocht van 2 km naar de dichts bijgelegen halte . Van St Martens Lennik naar Leerbeek was maar enkele haltes, dan moesten we overstappen op de stoomtram tot Edingen. .Nu begon het al wat moeilijker te worden de eerste tram die aankwam was zo volgeladen dat we er niet meer bij konden, dan maar wachten op de volgende. Ja, nu moesten we mee alhoewel deze ook volzet was, wij werden verdeeld op verschillende wagons en wij weg naar het onbekende, het was reeds middag toen wij er eindelijk waren. Van de verschillende bezienswaardigheden is me een ding bijgebleven, ergens tegen een muur aangeplakt stond er een metalen aapje met een blinkend kopje, iedereen die er langs kwam moest toch eens zijn kopje aaien. Ondertussen hadden we ons boterhammekes en ons kruikje al aangesproken en zij die centen meegekregen hadden mochten zich een ijsje kopen. Om de drukte van de werkuren voor te zijn , hebben we dan rond drie uur, in omgekeerde volgorde de terugweg aangepakt. Geloof het of niet , het is me altijd bijgebleven en gans het dorp sprak erover, paas nekie, met kinderen op reis gaan, das toch nie gepermiteerd!!!!_________________
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
Zal zoveel mogelijk opgeslagen bijdragen op onze nieuwe topic
trachten te plaatsen
van toen 70+
Onze eerste schoolreis, In 1946 was er nog geen sprake van schoolreizen maar meester Stany, overgekomen van ergens in het verre Limburg, had zo van die moderne opvattingen. Zo moesten we meer in zijne groten hof werken dan in de klas, een boekentas hadden we niet nodig want huiswerk stond niet in zijn agenda, hij zou van ons, de enkelen die overgebleven waren in het 7e en het 8e studiejaar echte zelfstandige mannen maken. Ja we gingen zelfs naar de markt met kersen en krieken die we daags ervoor geplukt hadden. Dan was er de berekening hoeveel we te samen en ieder afzonderlijk verdiend hadden, Spijtig genoeg moesten we alles tot op de laatste centiem afgeven maar als dank voor onze noeste arbeid zouden we een schoolreis maken. In die tijd gingen de uitstapjes per vrachtauto volgestouwd met fruitkisten, comfortabel was het niet maar zo geraakten we toch wat verder dan onze dorpsgrenzen, neen we zouden het anders doen, met de tram naar Bergen.(Mons) Met een pakje boterhammen en ons kruikske stonden we bewuste morgen op de koer, het begon met een voettocht van 2 km naar de dichts bijgelegen halte . Van St Martens Lennik naar Leerbeek was maar enkele haltes, dan moesten we overstappen op de stoomtram tot Edingen. .Nu begon het al wat moeilijker te worden de eerste tram die aankwam was zo volgeladen dat we er niet meer bij konden, dan maar wachten op de volgende. Ja, nu moesten we mee alhoewel deze ook volzet was, wij werden verdeeld op verschillende wagons en wij weg naar het onbekende, het was reeds middag toen wij er eindelijk waren. Van de verschillende bezienswaardigheden is me een ding bijgebleven, ergens tegen een muur aangeplakt stond er een metalen aapje met een blinkend kopje, iedereen die er langs kwam moest toch eens zijn kopje aaien. Ondertussen hadden we ons boterhammekes en ons kruikje al aangesproken en zij die centen meegekregen hadden mochten zich een ijsje kopen. Om de drukte van de werkuren voor te zijn , hebben we dan rond drie uur, in omgekeerde volgorde de terugweg aangepakt. Geloof het of niet , het is me altijd bijgebleven en gans het dorp sprak erover, paas nekie, met kinderen op reis gaan, das toch nie gepermiteerd!!!!_________________
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
SDW - Lid geworden op: 24 dec 2004, 11:42
- Locatie: ANTWERPEN- BELGIE
Ik vermoed dat de vroeger geschreven verhalen nog wel ergens terug te vinden zijn.
een EXPERT in Brussel vertelde mij dat hij a&l mijn berichten sedert het openen van mijn PC terug kon beschikbaar maken !!!
een EXPERT in Brussel vertelde mij dat hij a&l mijn berichten sedert het openen van mijn PC terug kon beschikbaar maken !!!
Wens de LUCHTVAART te bevorderen
om de VREDE en VRIENDSCHAP te ontwikkelen tussen de ganse MENSHEID
zonder onderscheid van RAS,NATIONALITEIT of RELIGIE
om de VREDE en VRIENDSCHAP te ontwikkelen tussen de ganse MENSHEID
zonder onderscheid van RAS,NATIONALITEIT of RELIGIE
-
amadee
Goeiedag,
Hallo, iedereen terug op post. In de hoop dat het opgetekende verleden terug kan opgespit worden.
Ondertussen rakel ik nog wat bijeen van wat ik kan opspitten uit mijn jonge jaren.
Ik had nog een hoop oorlogsberichten, maar haak eerst in bij de schoolreizen van Jeronimo.
In Sint-Edward bij de broeders maakten we al een schoolreis in de lagere school in de jaren 30. Ik kan me één reis herinneren en dat was naar de grotten van Han, het is ook de enige die ik me herinner, omdat ik daar een foto van heb. Ik denk dat er nog wel een schoolreis was, misschien wel naar de Leeuw van Waterlo, dat is alleszins één van de klassiekers voor schoolreizen. Het enige dat ik me nog van schoolreizen uit die tijd herinner is dat het een gelegenheid was ons eerste sigaretje te roken. Dat was een soort traditie, soms met kwade gevolgen. De broeders lieten dat oogluikend toe. Slecht punt. Die reizen gebeurden met een autobus.
Tijdens den oorlog waren er geen schoolreizen. En toch. De jaarlijkse bedevaart naar Rustoord in de maand mei ging gewoon voort. Met een bestelde lange tram ging heel de school op bedevaart naar een kerkske of een kapel op Rustoord. Rustoord was een gehucht van Kapellen, denk ik, we moesten met de tram geen 10 km rijden tot aan Hoogboom op de Kapelsesteenweg, en van daar gingen te voet, al bedevaartend naar dat Kerkske. Daar dan ter plaatse werd er nog wat gebeden of zo, veel zal het niet te betekenen hebben gehad, ik weet er niets meer van. En dan werden we losgelaten. Dat was het startschot voor cowboy-en-indiaan te spelen. Wat dat precies inhoud daar kan ik allen van zeggen dat men er veel verbeelding voor nodig had, én een revolver. Sommigen hadden een echte (speelgoed-)revolver, en daarvan waren er met echte papieren paffertjes, dat maakte lawaai en rookte ook een beetje. Die paffertjes stonden op een opgerold dun bandje, en er waren revolvertjes waarbij dat rolletje bij elke schot verschoof voor een volgend schot, echt automatische revolvers. De meesten hadden maar een prutsrevolver, en ik had zelfs dat niet maar deed het met 2 stukjes hout bij elkaar gebonden. Maar het schoot allemaal, ge moest er wel "pang" bij roepen. Dat lukt zelfs met de uitgestrekte wijsvinger van de rechterhand, duim omhoog voor de trekker. Met een revolver kon ik niet thuiskomen, mijn vader was daar allergisch voor, een proppenschietertje van elastiek dat kon nog juist.
Tussen Rustoord en Brasschaat (Vriesdonk) lag een destijds uitgestrekt gebied, in onze ogen toen een soort woestijn met zandheuvels, hier den daar een dennenbosje en rododendrons waar men zich achter kan verbergen.
Tegen de middag werd verzamelen geblazen aan een cafétje waar veel banken stonden; de mondvoorraad werd aangesproken en in het cafétje kon men een lemonatje (sudrans) bekomen.
De bedevaart van 1942 (of 43?) kan ik me wel goed herinneren, omdat we verzeild geraakten tussen een bataljon Oostfrontvrijwilligers die daar op oefening waren. Ze lagen links en rechts op hunnen buik en schoten met blinde kogels naar een denkbeeldige vijand. Ongeveer zoals wijzelf ook aan het doen waren. Een broeder kwam zeggen dat we misschien best iets verderop konden spelen. We deden dat dan maar, wij konden er met onze revolvertjes toch niet tegen op.
Dag, tot fleus.
---------------------
ik wou hier nog iets zeggen, maar ik ben het ondertussen vergeten.
Hallo, iedereen terug op post. In de hoop dat het opgetekende verleden terug kan opgespit worden.
Ondertussen rakel ik nog wat bijeen van wat ik kan opspitten uit mijn jonge jaren.
Ik had nog een hoop oorlogsberichten, maar haak eerst in bij de schoolreizen van Jeronimo.
In Sint-Edward bij de broeders maakten we al een schoolreis in de lagere school in de jaren 30. Ik kan me één reis herinneren en dat was naar de grotten van Han, het is ook de enige die ik me herinner, omdat ik daar een foto van heb. Ik denk dat er nog wel een schoolreis was, misschien wel naar de Leeuw van Waterlo, dat is alleszins één van de klassiekers voor schoolreizen. Het enige dat ik me nog van schoolreizen uit die tijd herinner is dat het een gelegenheid was ons eerste sigaretje te roken. Dat was een soort traditie, soms met kwade gevolgen. De broeders lieten dat oogluikend toe. Slecht punt. Die reizen gebeurden met een autobus.
Tijdens den oorlog waren er geen schoolreizen. En toch. De jaarlijkse bedevaart naar Rustoord in de maand mei ging gewoon voort. Met een bestelde lange tram ging heel de school op bedevaart naar een kerkske of een kapel op Rustoord. Rustoord was een gehucht van Kapellen, denk ik, we moesten met de tram geen 10 km rijden tot aan Hoogboom op de Kapelsesteenweg, en van daar gingen te voet, al bedevaartend naar dat Kerkske. Daar dan ter plaatse werd er nog wat gebeden of zo, veel zal het niet te betekenen hebben gehad, ik weet er niets meer van. En dan werden we losgelaten. Dat was het startschot voor cowboy-en-indiaan te spelen. Wat dat precies inhoud daar kan ik allen van zeggen dat men er veel verbeelding voor nodig had, én een revolver. Sommigen hadden een echte (speelgoed-)revolver, en daarvan waren er met echte papieren paffertjes, dat maakte lawaai en rookte ook een beetje. Die paffertjes stonden op een opgerold dun bandje, en er waren revolvertjes waarbij dat rolletje bij elke schot verschoof voor een volgend schot, echt automatische revolvers. De meesten hadden maar een prutsrevolver, en ik had zelfs dat niet maar deed het met 2 stukjes hout bij elkaar gebonden. Maar het schoot allemaal, ge moest er wel "pang" bij roepen. Dat lukt zelfs met de uitgestrekte wijsvinger van de rechterhand, duim omhoog voor de trekker. Met een revolver kon ik niet thuiskomen, mijn vader was daar allergisch voor, een proppenschietertje van elastiek dat kon nog juist.
Tussen Rustoord en Brasschaat (Vriesdonk) lag een destijds uitgestrekt gebied, in onze ogen toen een soort woestijn met zandheuvels, hier den daar een dennenbosje en rododendrons waar men zich achter kan verbergen.
Tegen de middag werd verzamelen geblazen aan een cafétje waar veel banken stonden; de mondvoorraad werd aangesproken en in het cafétje kon men een lemonatje (sudrans) bekomen.
De bedevaart van 1942 (of 43?) kan ik me wel goed herinneren, omdat we verzeild geraakten tussen een bataljon Oostfrontvrijwilligers die daar op oefening waren. Ze lagen links en rechts op hunnen buik en schoten met blinde kogels naar een denkbeeldige vijand. Ongeveer zoals wijzelf ook aan het doen waren. Een broeder kwam zeggen dat we misschien best iets verderop konden spelen. We deden dat dan maar, wij konden er met onze revolvertjes toch niet tegen op.
Dag, tot fleus.
---------------------
ik wou hier nog iets zeggen, maar ik ben het ondertussen vergeten.
-
amadee
Goeiedag,
4 September 1944. De engelsen (of amerikanen) stonden op het punt Antwerpen binnen te vallen, toen er werd gebeld bij mijn nonkel. Die woonde in de Jan van Ryswycklaan, de inkom van Antwerpen. Mijn nonkel kwam van zijn appartementje op de tweede verdieping naar beneden, en daar stond een duitse soldaat aan de deur. Die gaf onmiddelijk zijn geweer en vroeg om binnen de engelsen te mogen afwachtgen om zich over te geven. Mijn nonkel zag dat wel zitten, nam de man naar boven, en zette hem voor het raam, van waaruit hij even later inderdaad de engelsen zag binnenkomen. Mijn nonkel wachtte nog rustig een lange tijd de gebeurtenissen af voordat hij de duitser ging aangeven (of brengen). De engelsen waren er echt niet blij mee; want met een krijgsgevangene hadden ze op dat moment alleen maar last bovenop al het andere. Ze moesten die man ergens veilig onderbrengen en hem nog eten geven ook.
Ja, dat is ook oorlog, zo'n dingen gebeuren ook.
Mijn nonkel werkte op "den Bel" (Bell Telephone company). Hij was bij een weerstandgroepje van den Bel, zonder wapens, gewoon een administratieve job.
Tot morgen (2 2-morro)
----------------------------
En de boer, hij ploegde voort.
4 September 1944. De engelsen (of amerikanen) stonden op het punt Antwerpen binnen te vallen, toen er werd gebeld bij mijn nonkel. Die woonde in de Jan van Ryswycklaan, de inkom van Antwerpen. Mijn nonkel kwam van zijn appartementje op de tweede verdieping naar beneden, en daar stond een duitse soldaat aan de deur. Die gaf onmiddelijk zijn geweer en vroeg om binnen de engelsen te mogen afwachtgen om zich over te geven. Mijn nonkel zag dat wel zitten, nam de man naar boven, en zette hem voor het raam, van waaruit hij even later inderdaad de engelsen zag binnenkomen. Mijn nonkel wachtte nog rustig een lange tijd de gebeurtenissen af voordat hij de duitser ging aangeven (of brengen). De engelsen waren er echt niet blij mee; want met een krijgsgevangene hadden ze op dat moment alleen maar last bovenop al het andere. Ze moesten die man ergens veilig onderbrengen en hem nog eten geven ook.
Ja, dat is ook oorlog, zo'n dingen gebeuren ook.
Mijn nonkel werkte op "den Bel" (Bell Telephone company). Hij was bij een weerstandgroepje van den Bel, zonder wapens, gewoon een administratieve job.
Tot morgen (2 2-morro)
----------------------------
En de boer, hij ploegde voort.
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Voor velen die in een stad woonden was er wel een groot verschil
van leerstof en dicipline.
1940, eerste studiejaar.!
Van bij zuster Alfonsa naar de grote school was wel een grote sprong,
Gelukkig had ik twee oudere broers die mij wel zouden verdedigen.
Ik zie hem nog vooraan in de klas staan, ne grote struise vent met een stem
precies of hij altijd kwaad was. Ja, meester “Jors”, iedereen beefde als hij zijn mond opendeed maar eigenlijk was hij nog zó gene kwaaie, het eerste werk was het uitdelen van schoolbenodigdheden.! ! te beginnen met een echte lei met zo’n houten kader rond en natuurlijk nen touche(griffel) een pennestok met pen een gom en carjon.
Dit alles werd veilig opgeborgen in ons pennendoos, sommigen hadden zo’n tweedekker,deze plooiden open en er was plaats voor kleurpotloden. Sommigen hadden ook reeds een scherper maar wanneer de potloodpunt afgebroken was stond de meester wel klaar met zijn zakmes. De gom kreeg een speciaal plaatsje in de doos.
Maar het bijzonderste van al; onze boeken, een gewoon - en schoonschrift en natuurlijk onze leesboek. Daar het al oorlog was en het goed papier schaars, hadden we zo’n papier met wratten van gekapt stro, wanneer deze juist op de weg van de te vormen letter stond bleef de pen haperen met gevolg een inktvlek en een slecht punt voor orde en netheid. Onze leesboek, zo’n soort prentjesboek met links de afbeelding en rechts de tekst. Ik weet nog goed toen ik na een paar dagen thuiskwam en fier de eerste bladzijde kon lezen, of toch bijna, de” hen noemde ik kiek en de laatste zin
“oom in de boot” kon ik er ook niet uitkrijgen, met de vinger aanwijzend zei ik
“ daar zit hem zie”. En dan was er ook nog onze “lat” waar in koeien van letters opstond” doe zoals de bij, doe zoals de mier, spaar! Gesponsord door A S L K
In die leesboek stonden er veel verhaaltjes en ook wel sommen. Ik dook zowat achter mijn “voorzitter” om toch maar niet hoeven naar het bord te komen, meester Jors had de kwade reputatie van iemand bij de oren te pakken en wanneer de som eindigde op nul en het was fout dan mocht ge u aan een bloedneus verwachten, nul, ge zijd ne snul en ondertussen duwde hij u er met de neus op.
De” vossen botj” een eerste klas vagebond, of was het maar een deugniet in alle geval moest de dokter komen, zijn oor hing er niet helemaal meer aan en …bloeden.!!!
In alle geval hij heeft ons leren lezen en schrijven., dat schrijven was maar met hanenpoten, spijtig is dat niet verbeterd en kan ik soms mijn gekriebel zelf niet lezen.
Onze leesboek; in het midden stonden en versjes waaronder: Bim bam beiren, Willem mag geen eieren, wat mag hij dan, spek in de pan , o gij lekker man.
Derde en vierde studiejaar of de overkant van de gang werd gegeven door meester
“ Jang”, broer, broer van meester Jors. ’t Schijnt was hij meer zat dan nuchter, in alle geval heb ik hem dikwijls met zijn kop op zijn lessenaar zien liggen.
Wat we er geleerd hebben weet ik niet meer behalve onze catechismus , als”brave” jongens??? moesten we de vragen met een sterretje van buiten leren,
Onze rekenboek, ik heb nooit geweten waarom hij zó dik was, het deel algebra en stelkunde hebben we zelf niet aangeraakt, n’geluk want rekenen was niet mijn vak.
In onze leesboek stonden veel verhalen waaronder,” maak de koorden nat”, dit verhaal vertelde hoe het standbeeld van Brabo rechtgetrokken werd, toen de koorden op springen stonden en de omstanders dreigden te verpletteren riep er iemand, maak de koorden nat, deze begonnen te krimpen en het standbeeld en het volk werd gered.
Ook nog een passage uit Ernest Claas’ boek Wannes Raps.herinner mij nog het volgende;
Uren zat hij daar kop voorover gebogen tot hij zich opeens oprichte en zei; ‘k zal veu aa e schoen kernantje vangen en me de kermes kraagde vaaif cens.
Volgende keer het 5e en 6 e studiejaar en de derde graad het 7e en 8 e studiejaar.
vervolg volgt
van leerstof en dicipline.
1940, eerste studiejaar.!
Van bij zuster Alfonsa naar de grote school was wel een grote sprong,
Gelukkig had ik twee oudere broers die mij wel zouden verdedigen.
Ik zie hem nog vooraan in de klas staan, ne grote struise vent met een stem
precies of hij altijd kwaad was. Ja, meester “Jors”, iedereen beefde als hij zijn mond opendeed maar eigenlijk was hij nog zó gene kwaaie, het eerste werk was het uitdelen van schoolbenodigdheden.! ! te beginnen met een echte lei met zo’n houten kader rond en natuurlijk nen touche(griffel) een pennestok met pen een gom en carjon.
Dit alles werd veilig opgeborgen in ons pennendoos, sommigen hadden zo’n tweedekker,deze plooiden open en er was plaats voor kleurpotloden. Sommigen hadden ook reeds een scherper maar wanneer de potloodpunt afgebroken was stond de meester wel klaar met zijn zakmes. De gom kreeg een speciaal plaatsje in de doos.
Maar het bijzonderste van al; onze boeken, een gewoon - en schoonschrift en natuurlijk onze leesboek. Daar het al oorlog was en het goed papier schaars, hadden we zo’n papier met wratten van gekapt stro, wanneer deze juist op de weg van de te vormen letter stond bleef de pen haperen met gevolg een inktvlek en een slecht punt voor orde en netheid. Onze leesboek, zo’n soort prentjesboek met links de afbeelding en rechts de tekst. Ik weet nog goed toen ik na een paar dagen thuiskwam en fier de eerste bladzijde kon lezen, of toch bijna, de” hen noemde ik kiek en de laatste zin
“oom in de boot” kon ik er ook niet uitkrijgen, met de vinger aanwijzend zei ik
“ daar zit hem zie”. En dan was er ook nog onze “lat” waar in koeien van letters opstond” doe zoals de bij, doe zoals de mier, spaar! Gesponsord door A S L K
In die leesboek stonden er veel verhaaltjes en ook wel sommen. Ik dook zowat achter mijn “voorzitter” om toch maar niet hoeven naar het bord te komen, meester Jors had de kwade reputatie van iemand bij de oren te pakken en wanneer de som eindigde op nul en het was fout dan mocht ge u aan een bloedneus verwachten, nul, ge zijd ne snul en ondertussen duwde hij u er met de neus op.
De” vossen botj” een eerste klas vagebond, of was het maar een deugniet in alle geval moest de dokter komen, zijn oor hing er niet helemaal meer aan en …bloeden.!!!
In alle geval hij heeft ons leren lezen en schrijven., dat schrijven was maar met hanenpoten, spijtig is dat niet verbeterd en kan ik soms mijn gekriebel zelf niet lezen.
Onze leesboek; in het midden stonden en versjes waaronder: Bim bam beiren, Willem mag geen eieren, wat mag hij dan, spek in de pan , o gij lekker man.
Derde en vierde studiejaar of de overkant van de gang werd gegeven door meester
“ Jang”, broer, broer van meester Jors. ’t Schijnt was hij meer zat dan nuchter, in alle geval heb ik hem dikwijls met zijn kop op zijn lessenaar zien liggen.
Wat we er geleerd hebben weet ik niet meer behalve onze catechismus , als”brave” jongens??? moesten we de vragen met een sterretje van buiten leren,
Onze rekenboek, ik heb nooit geweten waarom hij zó dik was, het deel algebra en stelkunde hebben we zelf niet aangeraakt, n’geluk want rekenen was niet mijn vak.
In onze leesboek stonden veel verhalen waaronder,” maak de koorden nat”, dit verhaal vertelde hoe het standbeeld van Brabo rechtgetrokken werd, toen de koorden op springen stonden en de omstanders dreigden te verpletteren riep er iemand, maak de koorden nat, deze begonnen te krimpen en het standbeeld en het volk werd gered.
Ook nog een passage uit Ernest Claas’ boek Wannes Raps.herinner mij nog het volgende;
Uren zat hij daar kop voorover gebogen tot hij zich opeens oprichte en zei; ‘k zal veu aa e schoen kernantje vangen en me de kermes kraagde vaaif cens.
Volgende keer het 5e en 6 e studiejaar en de derde graad het 7e en 8 e studiejaar.
vervolg volgt
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
Fokke - Lid geworden op: 05 aug 2004, 11:09
- Locatie: Noorderkempen
Jeronimo, ik peins dat wij hetzelfde leesboek hadden, dat van "Maak die koorden nat!" en van Wannes Raps! Ik zat in Asper in 't school!jeronimo schreef:Voor velen die in een stad woonden was er wel een groot verschil
van leerstof en dicipline.
1940, eerste studiejaar.!
Van bij zuster Alfonsa naar de grote school was wel een grote sprong,
Gelukkig had ik twee oudere broers die mij wel zouden verdedigen.
Ik zie hem nog vooraan in de klas staan, ne grote struise vent met een stem
precies of hij altijd kwaad was. Ja, meester “Jors”, iedereen beefde als hij zijn mond opendeed maar eigenlijk was hij nog zó gene kwaaie, het eerste werk was het uitdelen van schoolbenodigdheden.! ! te beginnen met een echte lei met zo’n houten kader rond en natuurlijk nen touche(griffel) een pennestok met pen een gom en carjon.
Dit alles werd veilig opgeborgen in ons pennendoos, sommigen hadden zo’n tweedekker,deze plooiden open en er was plaats voor kleurpotloden. Sommigen hadden ook reeds een scherper maar wanneer de potloodpunt afgebroken was stond de meester wel klaar met zijn zakmes. De gom kreeg een speciaal plaatsje in de doos.
Maar het bijzonderste van al; onze boeken, een gewoon - en schoonschrift en natuurlijk onze leesboek. Daar het al oorlog was en het goed papier schaars, hadden we zo’n papier met wratten van gekapt stro, wanneer deze juist op de weg van de te vormen letter stond bleef de pen haperen met gevolg een inktvlek en een slecht punt voor orde en netheid. Onze leesboek, zo’n soort prentjesboek met links de afbeelding en rechts de tekst. Ik weet nog goed toen ik na een paar dagen thuiskwam en fier de eerste bladzijde kon lezen, of toch bijna, de” hen noemde ik kiek en de laatste zin
“oom in de boot” kon ik er ook niet uitkrijgen, met de vinger aanwijzend zei ik
“ daar zit hem zie”. En dan was er ook nog onze “lat” waar in koeien van letters opstond” doe zoals de bij, doe zoals de mier, spaar! Gesponsord door A S L K
In die leesboek stonden er veel verhaaltjes en ook wel sommen. Ik dook zowat achter mijn “voorzitter” om toch maar niet hoeven naar het bord te komen, meester Jors had de kwade reputatie van iemand bij de oren te pakken en wanneer de som eindigde op nul en het was fout dan mocht ge u aan een bloedneus verwachten, nul, ge zijd ne snul en ondertussen duwde hij u er met de neus op.
De” vossen botj” een eerste klas vagebond, of was het maar een deugniet in alle geval moest de dokter komen, zijn oor hing er niet helemaal meer aan en …bloeden.!!!
In alle geval hij heeft ons leren lezen en schrijven., dat schrijven was maar met hanenpoten, spijtig is dat niet verbeterd en kan ik soms mijn gekriebel zelf niet lezen.
Onze leesboek; in het midden stonden en versjes waaronder: Bim bam beiren, Willem mag geen eieren, wat mag hij dan, spek in de pan , o gij lekker man.
Derde en vierde studiejaar of de overkant van de gang werd gegeven door meester
“ Jang”, broer, broer van meester Jors. ’t Schijnt was hij meer zat dan nuchter, in alle geval heb ik hem dikwijls met zijn kop op zijn lessenaar zien liggen.
Wat we er geleerd hebben weet ik niet meer behalve onze catechismus , als”brave” jongens??? moesten we de vragen met een sterretje van buiten leren,
Onze rekenboek, ik heb nooit geweten waarom hij zó dik was, het deel algebra en stelkunde hebben we zelf niet aangeraakt, n’geluk want rekenen was niet mijn vak.
In onze leesboek stonden veel verhalen waaronder,” maak de koorden nat”, dit verhaal vertelde hoe het standbeeld van Brabo rechtgetrokken werd, toen de koorden op springen stonden en de omstanders dreigden te verpletteren riep er iemand, maak de koorden nat, deze begonnen te krimpen en het standbeeld en het volk werd gered.
Ook nog een passage uit Ernest Claas’ boek Wannes Raps.herinner mij nog het volgende;
Uren zat hij daar kop voorover gebogen tot hij zich opeens oprichte en zei; ‘k zal veu aa e schoen kernantje vangen en me de kermes kraagde vaaif cens.
Volgende keer het 5e en 6 e studiejaar en de derde graad het 7e en 8 e studiejaar.
vervolg volgt
Weet dan dat uw stem door niemand wordt aanhoord zolang ge stamelend bidt en bedelt bij de poort!
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Mennekes, mennekes. !!!!!
Goed nieuws.!!!!!
Ik heb een bericht gekregen dat onze Pascal het onmogelijke ging
doen om onze topic ergens in de "catacomben" te gaan zoeken.
Dus voorlopig geen oude vertellingen meer.
Goed nieuws.!!!!!
Ik heb een bericht gekregen dat onze Pascal het onmogelijke ging
doen om onze topic ergens in de "catacomben" te gaan zoeken.
Dus voorlopig geen oude vertellingen meer.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Bedankt Tilly en Pascal, en allen die er aan mee geholpen hebben.
Vele van onze nieuwe lezers kunnen weer eens in het verleden duiken.
Ja' 't was ne schone tijd maar niemand van de jongere mensen zouden die tijd willen beleven, volgens de generaties na ons, woonden en leefden wij in mensonwaardige omstandigheden.
Vele van onze nieuwe lezers kunnen weer eens in het verleden duiken.
Ja' 't was ne schone tijd maar niemand van de jongere mensen zouden die tijd willen beleven, volgens de generaties na ons, woonden en leefden wij in mensonwaardige omstandigheden.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
SDW - Lid geworden op: 24 dec 2004, 11:42
- Locatie: ANTWERPEN- BELGIE
Na de LEI en de GRIFFEL herinner ik mij ook nog het papier met strooi in en de inkpot in de bank en de knarsende pen, heb hier nog ergens een oud schrift van die periode ergens in een kartonne doos zitten.
Zal die eens moeten openmaken en mogelijk komen er dan ook nog enkele intresante verhalen hier uit de PC gekropen
Zal die eens moeten openmaken en mogelijk komen er dan ook nog enkele intresante verhalen hier uit de PC gekropen
Wens de LUCHTVAART te bevorderen
om de VREDE en VRIENDSCHAP te ontwikkelen tussen de ganse MENSHEID
zonder onderscheid van RAS,NATIONALITEIT of RELIGIE
om de VREDE en VRIENDSCHAP te ontwikkelen tussen de ganse MENSHEID
zonder onderscheid van RAS,NATIONALITEIT of RELIGIE
-
amadee
Goeiedag,
Van de luwte ga ik gebruik maken om nog wat oorlogsherinneringen op te halen.
Merksem beging oktober 1944. Na een maand op het front, Antwerpen was bevrijd, wij in Merksem aan de overkant van het Albertkanaal zaten nog bij de duitsers. De bevrijding zat er eindelijk aan te komen, en 3 of 4 oktober was het zo ver. Het waren hectische dagen.
Ik weet niet of we moesten binnen blijven, waarschijnlijk wel, dat gaat zo bij een overgave, want veel werd er eigenlijk niet gevochten. Het was een geharrewar, iedereen kwam op straat, wij gingen op de bredabaan uitkijken waar die engelsen bleven. Er werd nog een eenzame duitser op de fiets neergeschoten door 2 verzetslieden, met assistentie van een belangstellend publiek. Het liep allemaal wat dooreen. Ik weet niet meer wat er eigenlijk eerst was, wat daarna. In alle geval, ik zag de eerste bevijders te voet ik een lang rijtje de bredabaan binnen stappen. Men zei dat het canadezen waren, het konden voor mij evengoed engelsen of schotten zijn geweest, om het even, wij kenden het verschil niet. Ze werden natuurlijk uitbundig verwelkomd. Later kwamen de echte legers, en daar staken de amerikanen boven uit, zowel met hun kledij, hun helm, hun uitrusting en hun nonchalante jovialiteit.
Dit gezegd zijnde ga ik eerst een stukske eten. En dit opzenden voordat ik weer eens op de verkeerde knop druk.
Tot seffes.
Van de luwte ga ik gebruik maken om nog wat oorlogsherinneringen op te halen.
Merksem beging oktober 1944. Na een maand op het front, Antwerpen was bevrijd, wij in Merksem aan de overkant van het Albertkanaal zaten nog bij de duitsers. De bevrijding zat er eindelijk aan te komen, en 3 of 4 oktober was het zo ver. Het waren hectische dagen.
Ik weet niet of we moesten binnen blijven, waarschijnlijk wel, dat gaat zo bij een overgave, want veel werd er eigenlijk niet gevochten. Het was een geharrewar, iedereen kwam op straat, wij gingen op de bredabaan uitkijken waar die engelsen bleven. Er werd nog een eenzame duitser op de fiets neergeschoten door 2 verzetslieden, met assistentie van een belangstellend publiek. Het liep allemaal wat dooreen. Ik weet niet meer wat er eigenlijk eerst was, wat daarna. In alle geval, ik zag de eerste bevijders te voet ik een lang rijtje de bredabaan binnen stappen. Men zei dat het canadezen waren, het konden voor mij evengoed engelsen of schotten zijn geweest, om het even, wij kenden het verschil niet. Ze werden natuurlijk uitbundig verwelkomd. Later kwamen de echte legers, en daar staken de amerikanen boven uit, zowel met hun kledij, hun helm, hun uitrusting en hun nonchalante jovialiteit.
Dit gezegd zijnde ga ik eerst een stukske eten. En dit opzenden voordat ik weer eens op de verkeerde knop druk.
Tot seffes.
-
amadee
Goeiendag,
Ik denk dat nog vooraleer de engelsen ons kwamen bevrijden het plunderen begon. Van de duitsers moesten ze geen schrik meer hebben, men kon niet langer wachten, want wie eerst was kon de beste dingen pakken.
Driemolekens-havermout en voornamelijk de Boerenbond waren de beste bronnen waar iets te halen viel. Ze hadden allebei al eens bezoek gehad van plunderaars, maar die werden in hun bezigheden gehinderd door duitse soldaten. Dat nog wel op verzoek van het Rode Kruis en het burgercomité. Die waren bezorgd om de voedselvoorziening van de gekwetsten in het overvolle hospitaal, en ook voor die van alle burgers. De enige manier om nog aan voedsel te geraken waren de Merksemse voedingsbedrijven. Gelukkig waren er nogal wat. De aanwezige duitse soldaten waren de enigen die er voor konden zorgen dat die bedrijven niet geplunderd werden.
En zo kwam het dat het met de hulp van de vijand het Rode Kruis en Winterhulp zo goed en zo kwaad als mogelijk voor een redelijke ravitaillering kon zorgen. Onder bescherming van de duitsers werden onder meer in de magazijnen van de Boerenbond door het Rode Kruis alles leeggehaald wat eetbaar was om het onder de bevolking te verdelen. De duitsers zelf namen niets mee, alleen de sterke drank, daar moest men afblijven, die namen de Fritsen zelf mee. Eén van die duitsers had ook deelgenomen aan het plunderen. Hij werd op een of ander manier gestraft, men vertelde dat hij geëxecuteerd werd, maar dat weet ik niet. Dit verhaal heb ik vernomen uit verschillende bronnen van geloofwaardige mensen die het konden vertellen. Trouwens is het anders niet te verklaren hoe dat een ganse bevolking een maand lang aan eten kan geraken, zij dat het weinig was. Ik herinner met nog dat ik in de polder aardappelen ging rapen in een gerooid stuk land niet ver van het fort, dat ik in onze straat stond aan te schuiven bij de beenhouwer voor een beetje vlees, spek dacht ik, dat allemaal terwijl granten boven onze hoofden floten. Ik weet nog dat de meeste soja-koeken, die Winterhulp uitdeelde van binnen vol zaten met witte wormpjes, en dat we toch blij waren dat we die koeken konden opeten, nadat we de wormpjes hadden verwijderd. Onze eigen voorraad, wat havermout, wat bloem en een kilo harde soldatenkoeken, was onder ons zessen genoeg voor 2 dagen. En voor de rest weet ik ook niet hoe het onze ouders het gelukt is, ons zonder overdreven honger doorte krijgen.
Maar nut terug naar de plunderaars. Die konden niet wachten tot de engelsen er waren. Den Boerenbond werd totaal leeggehaald. De plunderaars kwamen van alle kanten. Ze liepen om de anderen voor te zijn. Ze graaiden, ze sleurden, ze klommen, ze vochten, ze klopten kisten open, het moet daar een verschrikkelijk tafereel zijn geweest, allerlei dingen die het Rode Kruis nog niet had meegenomen, zoals azijn in flessen, dozen met lucifers, suikers en siroop en papieren, en noem maar op, het lag er allemaal verspreid, uit de verpakking gevallen. Mensen klommen er op, stapels dozen en kisten, ze vielen naar beneden, er vielen naar 't schijnt 2 doden, omdat ze een stapel kisten op zich kregen, een smerige boel, waarop mensen vochten om iets - gelijk wat -te hebben. Ik weet het ook maar alleen van horen vertellen, maar ik zag ze door onze straat komen, de stoet van plunderaars die onze straat hadden uitgekozen om hun buit naar huis te slepen. Onwaarschijnlijk.
Ik zag iemand met een doos azijnflessen, twee mensen die een bad droegen met een vloeistof in (ik meende olie!!!), een grote doos met een stuk of honderd lucifersdoosjes, iemand had een doos met opneemvodden bemachtigd, iemand had een bad gepikt en dat volgeladen met van die ijzerwollen schuurproppen, koperpoets, enz.enz.
Morgen nog wat van bij de bevrijding.
Slaap wel.
----------------
Och ja... BESTE ZOMERWENSEN AAN ALLEN
Ik denk dat nog vooraleer de engelsen ons kwamen bevrijden het plunderen begon. Van de duitsers moesten ze geen schrik meer hebben, men kon niet langer wachten, want wie eerst was kon de beste dingen pakken.
Driemolekens-havermout en voornamelijk de Boerenbond waren de beste bronnen waar iets te halen viel. Ze hadden allebei al eens bezoek gehad van plunderaars, maar die werden in hun bezigheden gehinderd door duitse soldaten. Dat nog wel op verzoek van het Rode Kruis en het burgercomité. Die waren bezorgd om de voedselvoorziening van de gekwetsten in het overvolle hospitaal, en ook voor die van alle burgers. De enige manier om nog aan voedsel te geraken waren de Merksemse voedingsbedrijven. Gelukkig waren er nogal wat. De aanwezige duitse soldaten waren de enigen die er voor konden zorgen dat die bedrijven niet geplunderd werden.
En zo kwam het dat het met de hulp van de vijand het Rode Kruis en Winterhulp zo goed en zo kwaad als mogelijk voor een redelijke ravitaillering kon zorgen. Onder bescherming van de duitsers werden onder meer in de magazijnen van de Boerenbond door het Rode Kruis alles leeggehaald wat eetbaar was om het onder de bevolking te verdelen. De duitsers zelf namen niets mee, alleen de sterke drank, daar moest men afblijven, die namen de Fritsen zelf mee. Eén van die duitsers had ook deelgenomen aan het plunderen. Hij werd op een of ander manier gestraft, men vertelde dat hij geëxecuteerd werd, maar dat weet ik niet. Dit verhaal heb ik vernomen uit verschillende bronnen van geloofwaardige mensen die het konden vertellen. Trouwens is het anders niet te verklaren hoe dat een ganse bevolking een maand lang aan eten kan geraken, zij dat het weinig was. Ik herinner met nog dat ik in de polder aardappelen ging rapen in een gerooid stuk land niet ver van het fort, dat ik in onze straat stond aan te schuiven bij de beenhouwer voor een beetje vlees, spek dacht ik, dat allemaal terwijl granten boven onze hoofden floten. Ik weet nog dat de meeste soja-koeken, die Winterhulp uitdeelde van binnen vol zaten met witte wormpjes, en dat we toch blij waren dat we die koeken konden opeten, nadat we de wormpjes hadden verwijderd. Onze eigen voorraad, wat havermout, wat bloem en een kilo harde soldatenkoeken, was onder ons zessen genoeg voor 2 dagen. En voor de rest weet ik ook niet hoe het onze ouders het gelukt is, ons zonder overdreven honger doorte krijgen.
Maar nut terug naar de plunderaars. Die konden niet wachten tot de engelsen er waren. Den Boerenbond werd totaal leeggehaald. De plunderaars kwamen van alle kanten. Ze liepen om de anderen voor te zijn. Ze graaiden, ze sleurden, ze klommen, ze vochten, ze klopten kisten open, het moet daar een verschrikkelijk tafereel zijn geweest, allerlei dingen die het Rode Kruis nog niet had meegenomen, zoals azijn in flessen, dozen met lucifers, suikers en siroop en papieren, en noem maar op, het lag er allemaal verspreid, uit de verpakking gevallen. Mensen klommen er op, stapels dozen en kisten, ze vielen naar beneden, er vielen naar 't schijnt 2 doden, omdat ze een stapel kisten op zich kregen, een smerige boel, waarop mensen vochten om iets - gelijk wat -te hebben. Ik weet het ook maar alleen van horen vertellen, maar ik zag ze door onze straat komen, de stoet van plunderaars die onze straat hadden uitgekozen om hun buit naar huis te slepen. Onwaarschijnlijk.
Ik zag iemand met een doos azijnflessen, twee mensen die een bad droegen met een vloeistof in (ik meende olie!!!), een grote doos met een stuk of honderd lucifersdoosjes, iemand had een doos met opneemvodden bemachtigd, iemand had een bad gepikt en dat volgeladen met van die ijzerwollen schuurproppen, koperpoets, enz.enz.
Morgen nog wat van bij de bevrijding.
Slaap wel.
----------------
Och ja... BESTE ZOMERWENSEN AAN ALLEN
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Dit is nu nekeer een stukje geschiedenis zie.
proficiat ammadee voor uw bijdragen.
Bij ons viel er niet veel te plunderen behalve in het Duits
hoofdkwartier waar alle inboedel geplunderd werd.
Men kon die spullen dan kopen aan een spotprijsje.
Zo kwam ik eens thuis van 't school met enkele motobrillen
Mijn ouders kochten een ganse kruiwagen vol met dekens,
Van de fijne dekens die geverft werden kregen mijn oudste zussen
een palletôt ( mantel), voor vader maakte de kleermaker er een
warme wintervest van.
ook stonden er in vader's werkhuis een paar kasten om materiaal
in op te bergen, ja alles wat bruikbaar was werd meegenomen.
proficiat ammadee voor uw bijdragen.
Bij ons viel er niet veel te plunderen behalve in het Duits
hoofdkwartier waar alle inboedel geplunderd werd.
Men kon die spullen dan kopen aan een spotprijsje.
Zo kwam ik eens thuis van 't school met enkele motobrillen
Mijn ouders kochten een ganse kruiwagen vol met dekens,
Van de fijne dekens die geverft werden kregen mijn oudste zussen
een palletôt ( mantel), voor vader maakte de kleermaker er een
warme wintervest van.
ook stonden er in vader's werkhuis een paar kasten om materiaal
in op te bergen, ja alles wat bruikbaar was werd meegenomen.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.