aftelrijmpjes en kinderliedjes ...
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Daar was e wuf die spon
Daar was e wuf die spon ( 2X)
al op een houten spinnewiel
Daar was geen toorteltje aan...
Vive le peperbusse, vive la spa
tralalala
gize, gaze, goeze, ronfonfloeze
traderedera
Haar mutse stoeg verdraaid (2X)
gelijk een Hollands moleke
die met al windeke waait
refrein
Dat wuf had ene zin (2X)
als zij 's morgens buitenkroop
's Avonds kroop zij in
refrein
Dat wuf had ene man (2X)
des zondags heet hij Pieter
Des maandags heet hij Jan
refrein
Robbe
toorteltje = pin voor het vlas
stoeg = stond
Daar was e wuf die spon ( 2X)
al op een houten spinnewiel
Daar was geen toorteltje aan...
Vive le peperbusse, vive la spa
tralalala
gize, gaze, goeze, ronfonfloeze
traderedera
Haar mutse stoeg verdraaid (2X)
gelijk een Hollands moleke
die met al windeke waait
refrein
Dat wuf had ene zin (2X)
als zij 's morgens buitenkroop
's Avonds kroop zij in
refrein
Dat wuf had ene man (2X)
des zondags heet hij Pieter
Des maandags heet hij Jan
refrein
Robbe
toorteltje = pin voor het vlas
stoeg = stond
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Raaike - Lid geworden op: 12 mei 2003, 09:56
- Locatie: Z - Limburg
Jaaaaaaaaa Lutje en Robol,
die liedjes ken ik ook nog, maar was ze al vergeten.
Toch plezant als je ze terug tegen komt .
Drie maal drie is negen,
ieder zingt zijn eigen lied.
Drie maal drie is negen,
ieder zingt zijn lied.

Raaike
die liedjes ken ik ook nog, maar was ze al vergeten.
Toch plezant als je ze terug tegen komt .
Drie maal drie is negen,
ieder zingt zijn eigen lied.
Drie maal drie is negen,
ieder zingt zijn lied.

Raaike
* Een beetje zonneschijn doet wonderen !
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
een oud liedeken:
De winter is verganghen
De winther is verganghen
Ik sie de Meien schijn
Ik sie die bloemkens hanghen
Des is mijn hert verblijt
So ver aen ghenen dale
Daer is't genoechlic sijn
Daer singhet die nachtegale
Also menich woutvoghelkijn
Ik wil de Mei gaan houwen
Al in dat groene gras
Ende schenken mijn boel die trouwen
Die mi die lieveste was
Ende bidden dat zi wil kommen
Al voor haar vensterken staan
Ende ontvangen de Mei met bloemen
Hi is zo wel gedaan
Adieu, mijn allerliefste
Adieu, schoon bloemken fijn
Adieu, schoon rozebloeme
Daar moet gescheiden zijn!
Tot dat ik wederkome
Die liefste zoudt gi zijn
Dat herten in minen live
Dat hoort ja altijd dijn
Robbe
De auteur is mij onbekend...
mijn boel: mijn liefste
De winter is verganghen
De winther is verganghen
Ik sie de Meien schijn
Ik sie die bloemkens hanghen
Des is mijn hert verblijt
So ver aen ghenen dale
Daer is't genoechlic sijn
Daer singhet die nachtegale
Also menich woutvoghelkijn
Ik wil de Mei gaan houwen
Al in dat groene gras
Ende schenken mijn boel die trouwen
Die mi die lieveste was
Ende bidden dat zi wil kommen
Al voor haar vensterken staan
Ende ontvangen de Mei met bloemen
Hi is zo wel gedaan
Adieu, mijn allerliefste
Adieu, schoon bloemken fijn
Adieu, schoon rozebloeme
Daar moet gescheiden zijn!
Tot dat ik wederkome
Die liefste zoudt gi zijn
Dat herten in minen live
Dat hoort ja altijd dijn
Robbe
De auteur is mij onbekend...
mijn boel: mijn liefste
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
lutje - Lid geworden op: 16 dec 2004, 20:20
- Locatie: vlaams-brabant
vond nog een andere 3de strofe voor die winter
Ende doe die suiverlike
Syn reden hadde ghehoort,
Doe stont si trurentlijke,
Met des sprac si een woort :
"Ic heb den mei ontfanghen
Met groten eerwaerdicheit".
Hi cust si aen haer wanghen :
was dat niet eerbaerheit.
En dit kwam ik ook nog tegen
1
Het viel eens hemels douwe
Voor mijns liefs vensterkijn
Ick en weet geen schoonder vrouwe
si staet int herte mijn
si hout mijn herte beuangen.
Twelck is so seer doorwont
Mocht ic troost ontfanghen
so waer ic gansch ghesont.
2
Die winter is verganghen
Ic sie des meys virtuyt
Ic sie die loouerkens hangen
die bloemen spruyten int cruyt
In gheenen groenen dale.
daer ist genoechlijc zijn
daer singhet die nachtegale
Ende so menich voghelkijn
3
Ic wil den mey gaen houwen
voor mijns liefs veynsterkijn
Ende scencken mijn lief trouwe
die alder liefste mijn.
Ende segghen lief wilt comen
voor v cleyn vensterken staen
ontfaet den mey met bloemen
Hi is so schoone ghedaen
4
Tmeysken si was beraden.
si liet haer lief in
Heymelic al stille
In een cleyn camerken |
daer lagen si twee verborghen
Een corte wijle ende niet lanc
die wachter opter mueren.
Hief op een liet \ hi sanck
5
Och isser yemant inne
die schaf hem balde van daen.
Ic sie den dach op dringhen
Al in dat oosten op gaen
Nv schaft v balde van henen
Tot op een ander tijt
den tijt sal noch wel keeren
Dat ghi sult zijn verblijt
6
Swighet wachter stille
Ende laet v singhen staen
daer is so schoonen vrouwe.
In mijnen armen beuaen
Si heeft mijn herte genesen
Twelc was so seer doorwont
Och wachter goet gepresen
En makes niemant condt.
Deze laatste tekst is al wat moeilijker te lezen. Zou een lied zijn uit de 15de eeuw.
Ende doe die suiverlike
Syn reden hadde ghehoort,
Doe stont si trurentlijke,
Met des sprac si een woort :
"Ic heb den mei ontfanghen
Met groten eerwaerdicheit".
Hi cust si aen haer wanghen :
was dat niet eerbaerheit.
En dit kwam ik ook nog tegen
1
Het viel eens hemels douwe
Voor mijns liefs vensterkijn
Ick en weet geen schoonder vrouwe
si staet int herte mijn
si hout mijn herte beuangen.
Twelck is so seer doorwont
Mocht ic troost ontfanghen
so waer ic gansch ghesont.
2
Die winter is verganghen
Ic sie des meys virtuyt
Ic sie die loouerkens hangen
die bloemen spruyten int cruyt
In gheenen groenen dale.
daer ist genoechlijc zijn
daer singhet die nachtegale
Ende so menich voghelkijn
3
Ic wil den mey gaen houwen
voor mijns liefs veynsterkijn
Ende scencken mijn lief trouwe
die alder liefste mijn.
Ende segghen lief wilt comen
voor v cleyn vensterken staen
ontfaet den mey met bloemen
Hi is so schoone ghedaen
4
Tmeysken si was beraden.
si liet haer lief in
Heymelic al stille
In een cleyn camerken |
daer lagen si twee verborghen
Een corte wijle ende niet lanc
die wachter opter mueren.
Hief op een liet \ hi sanck
5
Och isser yemant inne
die schaf hem balde van daen.
Ic sie den dach op dringhen
Al in dat oosten op gaen
Nv schaft v balde van henen
Tot op een ander tijt
den tijt sal noch wel keeren
Dat ghi sult zijn verblijt
6
Swighet wachter stille
Ende laet v singhen staen
daer is so schoonen vrouwe.
In mijnen armen beuaen
Si heeft mijn herte genesen
Twelc was so seer doorwont
Och wachter goet gepresen
En makes niemant condt.
Deze laatste tekst is al wat moeilijker te lezen. Zou een lied zijn uit de 15de eeuw.
Als je denkt dat alles tegenzit, denk dan opnieuw
-
Raaike - Lid geworden op: 12 mei 2003, 09:56
- Locatie: Z - Limburg
Inderdaad Lutje,
zo'n tekst moet je al met veel aandacht lezen.
De uil.
De uil die op de peerboom zat,
De uil die op de peerboom zat,
En boven zijn hoofd daar zat een kat
Van simmedomdeine van farilonla!
En boven zijn hoofd daar zat een kat.
De uil vivat! De uil vivat!
De uil die schoot in ene droom,
De uil die schoot in ene droom,
En viel van boven neer de boom.
Van simmedondeine van farilonla!
En viel van boven neer de boom.
De uil vivat! De uil vivat!
De uil die daar zijn pootje brak,
De uil die daar zijn pootje brak,
Ze staken hem in een blauwe zak.
Van simmedondeine van farilonla!
Ze staken hem in een blauwe zak.
De uil vivat! De uil vivat!
Zij droegen hem naar de doctoor,
Zij droegen hem naar de doctoor,
De juffrouw die kwam zelvers voor.
Van simmedondeine van farilonla!
De juffrouw die kwam zelvers voor.
De uil vivat! De uil vivat!
Ze tapten hem vijf onsen bloed,
Ze tapten hem vijf onsen bloed,
'tIs jammer dat hij sterven moet.
Van simmedondeine van farilonla!
'tIs jammer dat hij sterven moet.
De uil vivat! De uil vivat!
De uil die gaf daar zijne geest,
De uil die gaf daar zijne geest,
'tIs spijtig van zo'n schone beest.
Van simmedondeine van farilonla!
'tIs spijtig van zo'n schone beest.
De uil vivat! De uil vivat!
Ze droegen hem naar ene hof,
Ze droegen hem naar ene hof,
Hij werd begraven met een lof.
Van simmedondeine van farilonla!
Hij werd begraven met een lof.
De uil vivat! De uil vivat!
De koster met zijn droeve stem,
De koster met zijn droeve stem,
Die zong van "Do-mi-ne Re-qui-em"
Van simmedondeine van farilonla!
Die zong van "do-mi-ne Re-qui-em"
De uil vivat! De uil vivat!
°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°
Dan hier hetzelfde lied nogmaals, maar nu in den ouden spelling.
Den uil die op den peerboom zat
Den uil die op den peerboom zat,
den uil die op den peerboom zat.
En boven zijn hoofd, daar zat er een kat,
van simmedondeine van farilonla.
En boven zijn hoofd daar zat er een kat.
Den uil vivat, den uil vivat.
Den uil die schoot in enen droom (2x)
en viel van boven van den boom.
van sim......
en viel van boven van den boom.
Den uil vivat (2X).
Den uil die dan zijn pootje brak
en ze staken hem in een lijnwaden zak.
Ze droegen hem al bij den doktoor
en de juffrouw die kwam zelve voor.
Men trok hem wel zes onsen bloed.
't is jammer dat hij sterven moet.
Den uil die gaf dan zijne geest
't is spijtig van zo schonen beest.
Ze droegen hem al naar het kerkhof
en hij werd begraven al met een lof.
De koster met zijn droeve stem
die zong van Domine Requiem.

Raaike
zo'n tekst moet je al met veel aandacht lezen.
De uil.
De uil die op de peerboom zat,
De uil die op de peerboom zat,
En boven zijn hoofd daar zat een kat
Van simmedomdeine van farilonla!
En boven zijn hoofd daar zat een kat.
De uil vivat! De uil vivat!
De uil die schoot in ene droom,
De uil die schoot in ene droom,
En viel van boven neer de boom.
Van simmedondeine van farilonla!
En viel van boven neer de boom.
De uil vivat! De uil vivat!
De uil die daar zijn pootje brak,
De uil die daar zijn pootje brak,
Ze staken hem in een blauwe zak.
Van simmedondeine van farilonla!
Ze staken hem in een blauwe zak.
De uil vivat! De uil vivat!
Zij droegen hem naar de doctoor,
Zij droegen hem naar de doctoor,
De juffrouw die kwam zelvers voor.
Van simmedondeine van farilonla!
De juffrouw die kwam zelvers voor.
De uil vivat! De uil vivat!
Ze tapten hem vijf onsen bloed,
Ze tapten hem vijf onsen bloed,
'tIs jammer dat hij sterven moet.
Van simmedondeine van farilonla!
'tIs jammer dat hij sterven moet.
De uil vivat! De uil vivat!
De uil die gaf daar zijne geest,
De uil die gaf daar zijne geest,
'tIs spijtig van zo'n schone beest.
Van simmedondeine van farilonla!
'tIs spijtig van zo'n schone beest.
De uil vivat! De uil vivat!
Ze droegen hem naar ene hof,
Ze droegen hem naar ene hof,
Hij werd begraven met een lof.
Van simmedondeine van farilonla!
Hij werd begraven met een lof.
De uil vivat! De uil vivat!
De koster met zijn droeve stem,
De koster met zijn droeve stem,
Die zong van "Do-mi-ne Re-qui-em"
Van simmedondeine van farilonla!
Die zong van "do-mi-ne Re-qui-em"
De uil vivat! De uil vivat!
°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°
Dan hier hetzelfde lied nogmaals, maar nu in den ouden spelling.
Den uil die op den peerboom zat
Den uil die op den peerboom zat,
den uil die op den peerboom zat.
En boven zijn hoofd, daar zat er een kat,
van simmedondeine van farilonla.
En boven zijn hoofd daar zat er een kat.
Den uil vivat, den uil vivat.
Den uil die schoot in enen droom (2x)
en viel van boven van den boom.
van sim......
en viel van boven van den boom.
Den uil vivat (2X).
Den uil die dan zijn pootje brak
en ze staken hem in een lijnwaden zak.
Ze droegen hem al bij den doktoor
en de juffrouw die kwam zelve voor.
Men trok hem wel zes onsen bloed.
't is jammer dat hij sterven moet.
Den uil die gaf dan zijne geest
't is spijtig van zo schonen beest.
Ze droegen hem al naar het kerkhof
en hij werd begraven al met een lof.
De koster met zijn droeve stem
die zong van Domine Requiem.

Raaike
* Een beetje zonneschijn doet wonderen !
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Droevig springtouwliedje...
(vind ik toch...)
Toosje
Toosje, Toosje, zo is mijn naam.
'k Ben voor ieder zeer bekwaam.
'k Heb mijn ouders vroeg verloren.
Als ik sterf, dan ben ik dood,
lig ik in mijn kistje bloot.
Komen engeltjes bij mij zingen.
Kom ik uit mijn kistje springen.
Als ik zing, dan spring ik snel,
naar de hemel of naar de hel.
Robbe
(vind ik toch...)
Toosje
Toosje, Toosje, zo is mijn naam.
'k Ben voor ieder zeer bekwaam.
'k Heb mijn ouders vroeg verloren.
Als ik sterf, dan ben ik dood,
lig ik in mijn kistje bloot.
Komen engeltjes bij mij zingen.
Kom ik uit mijn kistje springen.
Als ik zing, dan spring ik snel,
naar de hemel of naar de hel.
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Raaike - Lid geworden op: 12 mei 2003, 09:56
- Locatie: Z - Limburg
De vlinder
een vlinder had een ei gelegd
't lag op een eikeblad.
Er kroop een piepklein rupsje uit
dat at en at en at
het at het hele blaadje op
en nam er nog een paar
het spon zich daarna in als pop
toen was het rupsje klaar.
En toen er na een hele tijd,
een nieuwe dag begon
kroop er een kleine vlinder uit
die straalde in de zon.
Ze dartelde de wereld rond,
ze danste op en neer
en legde op een eikeblad
een piepklein eitje neer.

Raaike
een vlinder had een ei gelegd
't lag op een eikeblad.
Er kroop een piepklein rupsje uit
dat at en at en at
het at het hele blaadje op
en nam er nog een paar
het spon zich daarna in als pop
toen was het rupsje klaar.
En toen er na een hele tijd,
een nieuwe dag begon
kroop er een kleine vlinder uit
die straalde in de zon.
Ze dartelde de wereld rond,
ze danste op en neer
en legde op een eikeblad
een piepklein eitje neer.

Raaike
* Een beetje zonneschijn doet wonderen !
-
Raaike - Lid geworden op: 12 mei 2003, 09:56
- Locatie: Z - Limburg
Ja Robol,
Daar zitten bij die kinderliedjes en gedichtjes echte pareltjes tussen
Hier nog een fijne tekstje...
Dit zijn mijn wangetjes
Dit zijn mijn wangetjes
En dit is mijn kin
Dit is mijn mondje met tandjes erin
Dit zijn mijn oortjes...mijn oogjes mijn haar
Nu nog mijn neusje en dat ben ik klaar
Elke avond voor de spiegel
Lach ik naar mijn gezicht
Nog even een verhaaltje
En dan gaat het boek weer dicht
Dag kleine wangetjes
En dag kleine kin
Dag zegt mijn mondje met tandjes erin
Dag kleine oortjes..dag oogjes..dag haar
Dag grote beer
Dag volle maan
Trusten Cowboy Billie
Welterusten Indiaan

Raaike
Daar zitten bij die kinderliedjes en gedichtjes echte pareltjes tussen
Hier nog een fijne tekstje...
Dit zijn mijn wangetjes
Dit zijn mijn wangetjes
En dit is mijn kin
Dit is mijn mondje met tandjes erin
Dit zijn mijn oortjes...mijn oogjes mijn haar
Nu nog mijn neusje en dat ben ik klaar
Elke avond voor de spiegel
Lach ik naar mijn gezicht
Nog even een verhaaltje
En dan gaat het boek weer dicht
Dag kleine wangetjes
En dag kleine kin
Dag zegt mijn mondje met tandjes erin
Dag kleine oortjes..dag oogjes..dag haar
Dag grote beer
Dag volle maan
Trusten Cowboy Billie
Welterusten Indiaan

Raaike
* Een beetje zonneschijn doet wonderen !
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Dag Jan! Dag smid!
Dag Jan!
Dag smid!
Ik smeed.
Waarmee?
Met één hamer...
Ben ik dan geen arme smid
die met smeden zijn brood moet winnen.
Robbedobbedob
slaat er maar op
tot het ijzer gloeiend wordt.
Dag Jan!
Dag smid!
Ik smeed.
Waarmee?
Met twee hamers...
Refrein...
Met 3 hamers
enz...
Robbe

Dag Jan!
Dag smid!
Ik smeed.
Waarmee?
Met één hamer...
Ben ik dan geen arme smid
die met smeden zijn brood moet winnen.
Robbedobbedob
slaat er maar op
tot het ijzer gloeiend wordt.
Dag Jan!
Dag smid!
Ik smeed.
Waarmee?
Met twee hamers...
Refrein...
Met 3 hamers
enz...
Robbe

walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Raaike - Lid geworden op: 12 mei 2003, 09:56
- Locatie: Z - Limburg
Lente kind
Het is een herinnering zo als zovele,
Maar deze ene laat mij niet los.
Wanneer in 't voorjaar de vlinders spelen,
Dan denk ik weer aan die dag in 't bos.
Daar bij een huisje als van Hans en Grietje,
Zag ik een kind zitten heel alleen.
Haar zachte stem zong een lenteliedje,
Voor duizend vlindertjes om haar heen.
En duizend vogels zijn toen gekomen,
En zongen vrolijk haar liedje voort.
Het schalde juichend door alle bomen,
En heel de wereld heeft dat gehoord.
En overal bleef men even luist'ren,
En een moment was 't rumoer verstomd.
Want zelfs de mensheid moet even fluist'ren,
Wanneer voor 't eerst iets van 't voorjaar komt.
Maar ik alleen heb dat kind zien zingen
Daar in het woud op die zonnedag.
Ik zag haar aan en mijn ogen vingen,
Uit blijde ogen een lichte lach.
En dat is al wat mij is gebleven,
Die lichte lach als een snelle groet.
Maar ik heb nooit van mijn hele leven,
De lente weer van dichtbij ontmoet.

Raaike
Het is een herinnering zo als zovele,
Maar deze ene laat mij niet los.
Wanneer in 't voorjaar de vlinders spelen,
Dan denk ik weer aan die dag in 't bos.
Daar bij een huisje als van Hans en Grietje,
Zag ik een kind zitten heel alleen.
Haar zachte stem zong een lenteliedje,
Voor duizend vlindertjes om haar heen.
En duizend vogels zijn toen gekomen,
En zongen vrolijk haar liedje voort.
Het schalde juichend door alle bomen,
En heel de wereld heeft dat gehoord.
En overal bleef men even luist'ren,
En een moment was 't rumoer verstomd.
Want zelfs de mensheid moet even fluist'ren,
Wanneer voor 't eerst iets van 't voorjaar komt.
Maar ik alleen heb dat kind zien zingen
Daar in het woud op die zonnedag.
Ik zag haar aan en mijn ogen vingen,
Uit blijde ogen een lichte lach.
En dat is al wat mij is gebleven,
Die lichte lach als een snelle groet.
Maar ik heb nooit van mijn hele leven,
De lente weer van dichtbij ontmoet.

Raaike
* Een beetje zonneschijn doet wonderen !
-
lutje - Lid geworden op: 16 dec 2004, 20:20
- Locatie: vlaams-brabant
- Annie M.G. Schmidt schreef heel wat :
Ja zuster nee zuster
Niet met de deuren slaan.
Ja zuster nee zuster.
Niet op de stoelen staan.
Ja zuster nee zuster.
Denk aan de buren.
Ja zuster nee zuster.
’t Zijn heel dunne muren.
Ja zuster nee zuster.
Laten we allemaal doen wat we willen
zonder te schreeuwen en zonder te gillen.
Doe wat je ’t liefste doet.
Ja zuster nee zuster.
Dan is het altijd goed.
Ja zuster nee zuster,
ja zuster nee zuster,
ja zuster nee zuster.
Ode aan Minoes
Minoes dat was een poes,
Die deed altijd van “Miauw”
Maar van een harig beestje
Werd zij een kale vrouw.
Een kale vrouw? Oh nee,
Minoes die droeg ’n mantelpak
Maar na die fijne haartjes
Zat het rokje best wel strak
En was meer dat ze miste
Minoes-de-poes-nu-vrouw
Van ’t vertrouwde warme nestje
Moest ze naar buiten in de kou
Gelukkig vond ze Tibbe
Dat was een journalist
Zij gaf hem krantennieuwtjes
Hij gaf haar restjes vis
Minoes gaf heel graag kopjes
En wilde nog steeds spinnen
Van Tibbe mocht ze kats zijn, maar
Dan alleen maar binnen
Toch wende Tibbe aan Minoes
Daarboven op die vlonder
En na vele avonturen saam
Kon hij niet meer zonder.

Als je denkt dat alles tegenzit, denk dan opnieuw
-
Raaike - Lid geworden op: 12 mei 2003, 09:56
- Locatie: Z - Limburg
Kijk eens om je heen
Kijk eens om je heen
geef elkaar een hand, je bent niet alleen
je moet samen delen,
samen zingen, samen spelen
Ook al zijn wij nog zo klein
samen spelen is pas fijn

Raaike
Kijk eens om je heen
geef elkaar een hand, je bent niet alleen
je moet samen delen,
samen zingen, samen spelen
Ook al zijn wij nog zo klein
samen spelen is pas fijn

Raaike
* Een beetje zonneschijn doet wonderen !
-
Raaike - Lid geworden op: 12 mei 2003, 09:56
- Locatie: Z - Limburg
Zoek de zon op
Als het zonnetje weer schijnt
En de koude loopt op z’n eind,
Krijg je het heerlijke gevoel
Alsof de crisis ook verdwijnt.
Alles trekt naar bosch en zee.
Want daar is het weer oké
En de menschen, dieren, bloemen,
Planten, allen juichen mee:
Refrein
Zoek de zon op---die is zoo fijn,
Want een beetje zonneschijn,
dat moet er zijn;
’t Staat wel aardig zoo’n mahoniehouten huid,
Maar als je boter op je hoofd hebt
Blijf er dan liever uit!
Ik ken menschen rijp en groen
Die zijn arm met een millioen
Die niet weten wat ze met
De gouden tientjes moeten doen.
Als ze klagen aan m’n kop,
’k Maak geen rente, ’k heb een strop.
Geef ik ze als eenig antwoord
Met de boodschap ......Hoepel op!
’k Heb een heele beste vrind
Die de zon innig bemint
Maar zich opwindt als een kind
Als je de zon niet prachtig vindt.
Schaduw brengt hem van de wijs
Zon zegt hij, tot elke prijs.
Daarom zingt ie in het gasthuis
Met z'n hoofd tusschen het ijs
----------------
Dit komt uit een oud vergeeld boekje zonder jaartal
uitgever Rombouts Roosendaal.
Geschat begin jaren 1910 - 1920

Raaike
Als het zonnetje weer schijnt
En de koude loopt op z’n eind,
Krijg je het heerlijke gevoel
Alsof de crisis ook verdwijnt.
Alles trekt naar bosch en zee.
Want daar is het weer oké
En de menschen, dieren, bloemen,
Planten, allen juichen mee:
Refrein
Zoek de zon op---die is zoo fijn,
Want een beetje zonneschijn,
dat moet er zijn;
’t Staat wel aardig zoo’n mahoniehouten huid,
Maar als je boter op je hoofd hebt
Blijf er dan liever uit!
Ik ken menschen rijp en groen
Die zijn arm met een millioen
Die niet weten wat ze met
De gouden tientjes moeten doen.
Als ze klagen aan m’n kop,
’k Maak geen rente, ’k heb een strop.
Geef ik ze als eenig antwoord
Met de boodschap ......Hoepel op!
’k Heb een heele beste vrind
Die de zon innig bemint
Maar zich opwindt als een kind
Als je de zon niet prachtig vindt.
Schaduw brengt hem van de wijs
Zon zegt hij, tot elke prijs.
Daarom zingt ie in het gasthuis
Met z'n hoofd tusschen het ijs
----------------
Dit komt uit een oud vergeeld boekje zonder jaartal
uitgever Rombouts Roosendaal.
Geschat begin jaren 1910 - 1920

Raaike
* Een beetje zonneschijn doet wonderen !
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Solderen
Solderen, solderen!
Mijn ketel is kapot!
Solderen, solderen!
Mijn ketel is kapot!
Zeg, baasje, lap er mijn ketel maar
al is hij de andere week pas klaar.
Solderen, solderen!
Mijn ketel is kapot!
Robbe

Solderen, solderen!
Mijn ketel is kapot!
Solderen, solderen!
Mijn ketel is kapot!
Zeg, baasje, lap er mijn ketel maar
al is hij de andere week pas klaar.
Solderen, solderen!
Mijn ketel is kapot!
Robbe

walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
