de tijd van toen 70+ /TE BEWAREN
-
amadee
Goeiedag samen,
Sorry voor de onderbreking.
Ik sluit me aan bij het mooie verhaal van Elske. Ik was dan wel een stads jongetje, maar ik heb het allemaal zowat ongeveer meegemaakt. Wij gingen elke zomer en winter naar onze boerenonkels in Herk. En in de stad hadden wij wel meer luxe dan bij die nonkels, t.t.z. wij hadden al eletrciteit en gas, maar de warmte moest evengoed van de stoof komen en van het moorke dat er op stond, en in de winter van een strijkijzer, en we moesten ons wassen aan de pomp. We hadden de keus tussen regenwater of pompwater (als ze beiden oppompten), maar ze waren beiden even koud, en in de winter nog kouder. Tot zolang ik nog in dat kleine zinken bad kon, mocht ik daar 'zaterdags in zitten, maar al van in 1935 of zo was ik te groot. Ik moest het dan maar met een emmer stellen. En in de week moest ik me wassen met puur onverwarmd put- oe regenwater. In de winter was dat dan zo voorzichtig meteen nat handje over mijn gezicht; mijn moeder had altijd heel veel aandacht voor de achterkant van mijn oren, daar konden zich nogal wat vuile beestjes verstoppen. Zou de uitdrukking "hij is nog droog achter zijn oren" daar iets mee te maken hebben.
Als het buiten vroor, stonden er mooie vriesbloemen op de ruiten van mijn slaapkamertje; ik sliep ineengedoken en met mijn voeten hield ik het. ingeduffelde strijkijzer tot 's morgens warm.
Toch was het tocb elke keer een beetje feest als ik naar de Limburg ging, iets meer in de zomer, en nog meer in den oorlog want dan kon ik er ongerantsoeneerd eten.
Toch een opmerking: bij mijn nonkels kon den ze zich niet permiteren hun boter zelf op te eten, die kwam nooit op tafel en eieren kwaqmen ook in aanmerking om te verkopen.
--------
WOUT, zijt ge daar nog.
Over het MERKSEMS KAMER THEATER. Die naam was me wel bekend,maar ik weet er niets van. Op het net vindt ge echter alle mogelijke inlichtingen. Op Google de naam "MERKSEMS KAMER THEATER" intikken en er komen de inlichtingen die ge wenst. Er is zelfs en plan van de ligging bij. Het was gevestigd was op de Runcvoort, een zijstraatje van de Terlindenhofstraat, naar de Runcvoort. Dat straatje was mij ook niet bekend.
Als ge het niet vindt kan ik je wel op een of andere manier voorthelpen.
Ik hoor daar wel iets van.
Dag allemaal. 't Isweer
Amadee.
-----
't is weeral terg aan 't regenen!!
Sorry voor de onderbreking.
Ik sluit me aan bij het mooie verhaal van Elske. Ik was dan wel een stads jongetje, maar ik heb het allemaal zowat ongeveer meegemaakt. Wij gingen elke zomer en winter naar onze boerenonkels in Herk. En in de stad hadden wij wel meer luxe dan bij die nonkels, t.t.z. wij hadden al eletrciteit en gas, maar de warmte moest evengoed van de stoof komen en van het moorke dat er op stond, en in de winter van een strijkijzer, en we moesten ons wassen aan de pomp. We hadden de keus tussen regenwater of pompwater (als ze beiden oppompten), maar ze waren beiden even koud, en in de winter nog kouder. Tot zolang ik nog in dat kleine zinken bad kon, mocht ik daar 'zaterdags in zitten, maar al van in 1935 of zo was ik te groot. Ik moest het dan maar met een emmer stellen. En in de week moest ik me wassen met puur onverwarmd put- oe regenwater. In de winter was dat dan zo voorzichtig meteen nat handje over mijn gezicht; mijn moeder had altijd heel veel aandacht voor de achterkant van mijn oren, daar konden zich nogal wat vuile beestjes verstoppen. Zou de uitdrukking "hij is nog droog achter zijn oren" daar iets mee te maken hebben.
Als het buiten vroor, stonden er mooie vriesbloemen op de ruiten van mijn slaapkamertje; ik sliep ineengedoken en met mijn voeten hield ik het. ingeduffelde strijkijzer tot 's morgens warm.
Toch was het tocb elke keer een beetje feest als ik naar de Limburg ging, iets meer in de zomer, en nog meer in den oorlog want dan kon ik er ongerantsoeneerd eten.
Toch een opmerking: bij mijn nonkels kon den ze zich niet permiteren hun boter zelf op te eten, die kwam nooit op tafel en eieren kwaqmen ook in aanmerking om te verkopen.
--------
WOUT, zijt ge daar nog.
Over het MERKSEMS KAMER THEATER. Die naam was me wel bekend,maar ik weet er niets van. Op het net vindt ge echter alle mogelijke inlichtingen. Op Google de naam "MERKSEMS KAMER THEATER" intikken en er komen de inlichtingen die ge wenst. Er is zelfs en plan van de ligging bij. Het was gevestigd was op de Runcvoort, een zijstraatje van de Terlindenhofstraat, naar de Runcvoort. Dat straatje was mij ook niet bekend.
Als ge het niet vindt kan ik je wel op een of andere manier voorthelpen.
Ik hoor daar wel iets van.
Dag allemaal. 't Isweer
Amadee.
-----
't is weeral terg aan 't regenen!!
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen
Amadee en Wout,
Waar het Merksems Kamer Theater zich bevindt,
dat is in feite NIET in een zijstraatje van de Terlindenhofstraat,
men geraakt er via de ingang van de nonnekensschool(Zusters
Annunciaten)en dat is recht tegenover de Annunciatenstraat,vlak
voor het Gemeentelijk voetbalstadion waar Olse Merksem speelde.
Groetjes,Alterego en Bosrankje
Waar het Merksems Kamer Theater zich bevindt,
dat is in feite NIET in een zijstraatje van de Terlindenhofstraat,
men geraakt er via de ingang van de nonnekensschool(Zusters
Annunciaten)en dat is recht tegenover de Annunciatenstraat,vlak
voor het Gemeentelijk voetbalstadion waar Olse Merksem speelde.
Groetjes,Alterego en Bosrankje
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
ELSKEB - Lid geworden op: 24 jul 2011, 16:31
- Locatie: Mortsel
GOEIE MORGEN IEDEREEN !
DANKJULLIE WEL VOOR DE REACTIES. HET GEEFT MOED OM VERDER TE SCHRIJVEN. WEES ER MAAR ZEKER VAN DAT JULLIE NOG VANALLES TE LEZEN KRIJGEN WAARVAN JE HAREN TEN BERGE RIJZEN.
VANDAAG HEB IK ECHTER GEEN TIJD, MAAR 'K WOU TOCH EVEN EEN
GOEIE DAG KOMEN ZEGGEN;
FIJN DAT ER OOK ANDERE VERHALEN LOS KOMEN NU....
AMEDEE, 'T IS HELEMAAL CORRECT WAT JE SCHREEF VAN DAT ZINKEN BAD EN ZO.
IK KREEG ALTIJD EEN BEURT OP VRIJDAG. MET DE BEFAAMDE SUNLIGHT-ZEEP (NIET TE VEEL WANT ER MOEST ZUINIG MEE WORDEN OMGESPRONGEN) WERD IK "OPGEBLONKEN" .
DAARNA PONNEKE AAN EN DAN MOCHT IK NOG EVEN DE "CLOWN" UIT HANGEN. OP DEN BUITEN TOCH, DAAR HEERSTE EEN WAT ONSPANNENDER SFEER DAT BIJ MAMA IN DE STAD. DAT KON OOK NIET ANDERS HE.
LAAT DE VERHALEN MAAR KOMEN, DENK EENS DIEP NA ALLEMAAL..... 'T MOET NIET ALTIJD OVER DE OORLOG ZIJN, MAAR OP ONZE OUDERDOM HEEFT DIE PERIODE EEN ONVERGETELIJKE INDRUK NAGELATEN.
'K WENS JULLIE EEN HEEL FIJNE DAG EN HOOP MORGEN HIER HEEL WAT TE VINDEN AAN HERINNERINGEN.....
LIEFS VAN ELSKE
DANKJULLIE WEL VOOR DE REACTIES. HET GEEFT MOED OM VERDER TE SCHRIJVEN. WEES ER MAAR ZEKER VAN DAT JULLIE NOG VANALLES TE LEZEN KRIJGEN WAARVAN JE HAREN TEN BERGE RIJZEN.
VANDAAG HEB IK ECHTER GEEN TIJD, MAAR 'K WOU TOCH EVEN EEN
GOEIE DAG KOMEN ZEGGEN;
FIJN DAT ER OOK ANDERE VERHALEN LOS KOMEN NU....
AMEDEE, 'T IS HELEMAAL CORRECT WAT JE SCHREEF VAN DAT ZINKEN BAD EN ZO.
IK KREEG ALTIJD EEN BEURT OP VRIJDAG. MET DE BEFAAMDE SUNLIGHT-ZEEP (NIET TE VEEL WANT ER MOEST ZUINIG MEE WORDEN OMGESPRONGEN) WERD IK "OPGEBLONKEN" .
DAARNA PONNEKE AAN EN DAN MOCHT IK NOG EVEN DE "CLOWN" UIT HANGEN. OP DEN BUITEN TOCH, DAAR HEERSTE EEN WAT ONSPANNENDER SFEER DAT BIJ MAMA IN DE STAD. DAT KON OOK NIET ANDERS HE.
LAAT DE VERHALEN MAAR KOMEN, DENK EENS DIEP NA ALLEMAAL..... 'T MOET NIET ALTIJD OVER DE OORLOG ZIJN, MAAR OP ONZE OUDERDOM HEEFT DIE PERIODE EEN ONVERGETELIJKE INDRUK NAGELATEN.
'K WENS JULLIE EEN HEEL FIJNE DAG EN HOOP MORGEN HIER HEEL WAT TE VINDEN AAN HERINNERINGEN.....
LIEFS VAN ELSKE
WE LEVEN ALLEMAAL ONDER DEZELFDE HEMEL MAAR WE HEBBEN NIET ALLEMAAL DEZELFDE HORIZON (K. Adenoauer)
-
Wout - Lid geworden op: 06 jul 2004, 18:06
- Locatie: 50,90 N- 5,50 E
Dank u Amadee en Alterego voor de tip. Ik herinner mij nu dat het gebouw met kapel en andere lokalen het Runcvoorthof genoemd werd.
Ja Jeronimo, Fokke, Elske e.v.a. de jeugd op den buiten in een gehucht van amper 3OO inwoners .........het was niet anders .....wij wisten niet beter. Wim Sonneveld heeft het prachtig verwoord in zijn liedje.
Toch hebben ZIJ ons groot gekregen.
Ja Jeronimo, Fokke, Elske e.v.a. de jeugd op den buiten in een gehucht van amper 3OO inwoners .........het was niet anders .....wij wisten niet beter. Wim Sonneveld heeft het prachtig verwoord in zijn liedje.
Toch hebben ZIJ ons groot gekregen.
Het denken mag zich nooit onderwerpen!
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen
Beste Elske,
Alter en ik vonden jouw gedicht " 't Stationneke" zo mooi
dat ik er een ppt van gemaakt heb (met een foto van toen)
hopende dat het je bevalt !
We lezen jou met heel veel interesse want je bent een
geboren vertelster... en we zijn niet de enigen die zo denken !
Dus, doe zo voort aub, we zullen heel graag het vervolg lezen !
Ik schrijf zelf heel graag maar heb hier weinig te vertellen want
ik ben op 't einde van de oorlog geboren (september 1944) dus ...
Tot schrijfs en lieve groetjes in vrede, vreugde en vriendschap
van Alter en Rankje
Ps. Lieve groetjes aan alle vrienden van 'De tijd van toen'
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
-
Bomi - Lid geworden op: 09 aug 2002, 20:54
- Locatie: Hasselt
-
-
Hallo beste mensen,
Omdat ik hier nieuw ben zal ik me even voorstellen;
Vrouw van bijna 76 moeder van 2 kinderen met aanhang en 3 grote kleinkinderen. Mijn echtgenoot is 4 jaar geleden gestorven, we waren net 50 jaar gehuwd zonder groot feest hij was toen al te ziek.
Bosrankje heeft me er op attent gemaakt dat hier ook geschreven werd. Ben ook te vinden bij Poëzie en proza.
Groetjes,
bomi.
-
Hallo beste mensen,
Omdat ik hier nieuw ben zal ik me even voorstellen;
Vrouw van bijna 76 moeder van 2 kinderen met aanhang en 3 grote kleinkinderen. Mijn echtgenoot is 4 jaar geleden gestorven, we waren net 50 jaar gehuwd zonder groot feest hij was toen al te ziek.
Bosrankje heeft me er op attent gemaakt dat hier ook geschreven werd. Ben ook te vinden bij Poëzie en proza.
Groetjes,
bomi.
Dankbaar met het verleden, je blik open voor het heden!
-
Bomi - Lid geworden op: 09 aug 2002, 20:54
- Locatie: Hasselt
-
-
Ik ben een oorlogskind was 4.5jaar toen de oorlog begon dit stukje beschrijft deels die periode.
De Vlucht.
Moeder komt naar buiten gelopen één hand tegen haar mond geklemd roepend “ Het is oorlog! O mijn God! O mijn God! Wat gaat er nu gebeuren? ‘ De mannen kwamen sneller naar huis dan normaal, het nieuws zorgde overal voor paniek.
Die avond werd er samen met de familie en buren overleg gepleegd, zo ging dat in die tijd. Buren wáren buren. We zouden vluchten zo ver mogelijk weg van de vijand. Koortsachtig werden de nodige voorbereidingen getroffen, de vrouwen zorgden voor alles wat het huishouden aanging, de mannen voor het transport. Mijn vader en één van de ooms hadden twee herenfietsen aan elkaar gesleuteld, op de twee buizen in ’t middenstuk lag een stevige houten plank die dienen moest om zoveel mogelijk bagage op te stapelen. Ieder in de groep had een fiets bij de hand volgeladen met huisgerief. Alleen mijn moeder en een van de buurvrouwen duwden elk een wandelwagentje met soms één soms twee kinderen in. De bodem onderin nog volgestouwd met dekens waar ik als één van de twee kleinste bovenop zat.
Het vertrek is me ontgaan, alleen weet ik dat we de ganse dag stapten duwden en trokken elkaar verder helpend waar nodig was. De grote wegen werden zoveel mogelijk gemeden ‘ te gevaarlijk vonden ze.’ Een paar nachten kregen we onderdak op een boerderij in de hooischuur. Slapen gebeurde met de kleren aan en een deken over je heen. Wat me het meest bijgebleven is zijn de vroege morgens . Opstaan en regelrecht iedereen naar de waterput, de mannen haalden de emmer naar boven en de wasbeurt kon beginnen. Mannen in bloot bovenlijf de bretellen hingen over de broek omlaag, kinderen spetterden en maakten ook toen plezier. Her rare is dat er me van eten niets is bijgebleven, maakten de vrouwen het zelf, kochten ze het op de boerderij of kregen we het? Ik weet het niet meer.
Stappen en lopen dat was het enige wat telde, om de weg zo kort mogelijk te houden liepen we dwars door de weiden om zo het volgende dorp te bereiken. Uit de groep achter ons werd luid geroepen en gefoeterd, een van de buurvrouwen had in een koeienvla getrapt! De mannen hadden plezier en grinnikten, de vrouwen probeerden met een handenvol gras de schade te herstellen. Die kleine tegenslag was snel vergeten toen even later de sirene in de verte bomalarm gaf. Iedereen sleepte de fietsen onder een boom en ging schuilen in een greppel tot het alarm afgeblazen werd. Op één van die schuilpartijen vlogen mijn neef en ik snel in een gracht, te laat merkten we dat er water in stond. Resultaat een uitbrander van de twee mama’s. Droge kleren gezocht en weer verder.
Hoe ver we al waren weet ik niet maar het was wel zo dat er vluchtelingen ons voorbij kwamen uit de andere richting. Informatie werd uitgewisseld toch trokken we verder. Mijn grootmoeder had haar been bezeerd was denkelijk ook doodmoe kon haast niet meer stappen. Geen probleem besloten de mannen, waar eerst de meeste bagage gelegen had op die dubbele fiets werd plaats gemaakt, zo dat ze er kon zitten, gesteund door de hoop bagage. Voor de mannen een extra last. Het grote probleem was dat telkens er bomalarm was de bomma er niet al te zacht vanaf werd gehaald en aan de kant gedeponeerd. Jaren later werd er thuis door de kinderen nog mee gelachen: ‘Alarm bomma in de gracht! ‘ Je riskeerde wel een oorvijg want ook dat hoorde bij die tijd.
Méér en meer mensen kwamen ons uit de andere richting tegemoet, we hoorden dan voor de eerste keer dat de Duitsers zich vóór ons bevonden en dat we bijna aan de Franse grens zaten. Het was in een klein dorp, één grote straat en een paar zijstraatjes. Na overleg werd er beslist dat we bij de pastorij zouden aanbellen, de pastoor trok een bedenkelijk gezicht bij het aanhoren van ons verhaal maar was dadelijk bereid ons te helpen. Hij vergezelde ons naar een kleine feestzaal de enige die de parochie rijk was. Op de scène liet hij door een paar inwoners uit het dorp stro uitspreiden daar konden we de nacht doorbrengen. Er werd geplaagd dat er beslist ratten in het stro zaten wat ons kinderen wel waar leek je hoorde alleen geritsel. Stadskinderen weten niet dat stro altijd ritselt en kraakt.
Midden in de nacht was er bomalarm, de koster die vlakbij woonde kwam ons halen en bracht ons naar een schuilkelder, koud met dekens omgeslagen zaten we op elkaar gepakt in het donker. Mijn vader zat op een lage bank op elke knie een kind, mijn broer en ikzelf, zijn sterke armen om ons heen. Boven onze hoofden hoorden we de kogels fluiten en doffere slagen van granaten. Angst was voelbaar, allesoverheersend. Eén van de dorpelingen bad in ’t Frans, wij in ’t Vlaams. Dat heeft zo geduurd tot het begon te klaren en het alarm werd afgeblazen. Iedereen opgelucht naar buiten, alleen mijn vader kon zich niet bewegen, zijn benen weigerden dienst. Door het lange zitten in dezelfde houding was zijn bloedsomloop gestremd. Een van de ooms en mijn grootvader hebben hem naar buiten gedragen op zijn rug in ’t vochtige gras gelegd. Hoe lang ze zijn benen gewreven en geplooid hebben weet ik niet maar na een tijdje was hij weer klaar om te lopen. De dorpelingen gaven ons iets te eten en er werd ons aangeraden rechtsomkeer te maken. Eén van hen stond via radio in contact met het geheime leger en bevestigde dat de Duitsers onze kant opkwamen.
Van de terugtocht herinner ik me niets. Raar maar waar, iedereen was moe denkelijk heb ik veel geslapen. We waren net één week op weg geweest. Dichter bij huis is een van de buren op zijn fiets gesprongen en vooruit gereden om de toestand thuis te verkennen. De man bracht het nieuws dat onze straat vol stond met geparkeerde legervoertuigen die blijkbaar uit een andere richting Hasselt binnen getrokken waren. Dat beeld van die colonne zie ik nog altijd, hoef er mijn ogen niet eens voor te sluiten.
Nadien begon de tijd van verduisteren, ( bevel is bevel ) ramen en deuren beplakt met donker papier en oude dekens zodra het begon te schemeren. Nog later het schuilen in onze kelder, omgebouwd als slaapruimte de plafonds verstevigd met treinbiels. Het keldergat was afgesloten om maar geen licht door te laten. Een kleine anekdote, onze buren die zelf geen kelder hadden kwamen bij bomalarm bij ons schuilen. Op een nacht stond plots de buurman in z’n ondergoed bij ons in de kelder met zijn broek over zijn arm geslagen. Mijn vader vroeg waar zijn vrouw was, hij had haar gewoon vergeten! Dat was angst hebben!
Het werd een tijd van rantsoenering, zegeltjes en kopen in ’t zwart tegen woekerprijzen. In ons kleine tuintje was geen bloemetje te vinden, aardappelen en groenten des te meer. Eén keer in de week een vleesmaaltijd, brood en pap van afgeroomde melk.
Honger had je niet maar je wist niet beter, toch hebben we het overleefd.
Bomi
( 2003 )
-
Ik ben een oorlogskind was 4.5jaar toen de oorlog begon dit stukje beschrijft deels die periode.
De Vlucht.
Moeder komt naar buiten gelopen één hand tegen haar mond geklemd roepend “ Het is oorlog! O mijn God! O mijn God! Wat gaat er nu gebeuren? ‘ De mannen kwamen sneller naar huis dan normaal, het nieuws zorgde overal voor paniek.
Die avond werd er samen met de familie en buren overleg gepleegd, zo ging dat in die tijd. Buren wáren buren. We zouden vluchten zo ver mogelijk weg van de vijand. Koortsachtig werden de nodige voorbereidingen getroffen, de vrouwen zorgden voor alles wat het huishouden aanging, de mannen voor het transport. Mijn vader en één van de ooms hadden twee herenfietsen aan elkaar gesleuteld, op de twee buizen in ’t middenstuk lag een stevige houten plank die dienen moest om zoveel mogelijk bagage op te stapelen. Ieder in de groep had een fiets bij de hand volgeladen met huisgerief. Alleen mijn moeder en een van de buurvrouwen duwden elk een wandelwagentje met soms één soms twee kinderen in. De bodem onderin nog volgestouwd met dekens waar ik als één van de twee kleinste bovenop zat.
Het vertrek is me ontgaan, alleen weet ik dat we de ganse dag stapten duwden en trokken elkaar verder helpend waar nodig was. De grote wegen werden zoveel mogelijk gemeden ‘ te gevaarlijk vonden ze.’ Een paar nachten kregen we onderdak op een boerderij in de hooischuur. Slapen gebeurde met de kleren aan en een deken over je heen. Wat me het meest bijgebleven is zijn de vroege morgens . Opstaan en regelrecht iedereen naar de waterput, de mannen haalden de emmer naar boven en de wasbeurt kon beginnen. Mannen in bloot bovenlijf de bretellen hingen over de broek omlaag, kinderen spetterden en maakten ook toen plezier. Her rare is dat er me van eten niets is bijgebleven, maakten de vrouwen het zelf, kochten ze het op de boerderij of kregen we het? Ik weet het niet meer.
Stappen en lopen dat was het enige wat telde, om de weg zo kort mogelijk te houden liepen we dwars door de weiden om zo het volgende dorp te bereiken. Uit de groep achter ons werd luid geroepen en gefoeterd, een van de buurvrouwen had in een koeienvla getrapt! De mannen hadden plezier en grinnikten, de vrouwen probeerden met een handenvol gras de schade te herstellen. Die kleine tegenslag was snel vergeten toen even later de sirene in de verte bomalarm gaf. Iedereen sleepte de fietsen onder een boom en ging schuilen in een greppel tot het alarm afgeblazen werd. Op één van die schuilpartijen vlogen mijn neef en ik snel in een gracht, te laat merkten we dat er water in stond. Resultaat een uitbrander van de twee mama’s. Droge kleren gezocht en weer verder.
Hoe ver we al waren weet ik niet maar het was wel zo dat er vluchtelingen ons voorbij kwamen uit de andere richting. Informatie werd uitgewisseld toch trokken we verder. Mijn grootmoeder had haar been bezeerd was denkelijk ook doodmoe kon haast niet meer stappen. Geen probleem besloten de mannen, waar eerst de meeste bagage gelegen had op die dubbele fiets werd plaats gemaakt, zo dat ze er kon zitten, gesteund door de hoop bagage. Voor de mannen een extra last. Het grote probleem was dat telkens er bomalarm was de bomma er niet al te zacht vanaf werd gehaald en aan de kant gedeponeerd. Jaren later werd er thuis door de kinderen nog mee gelachen: ‘Alarm bomma in de gracht! ‘ Je riskeerde wel een oorvijg want ook dat hoorde bij die tijd.
Méér en meer mensen kwamen ons uit de andere richting tegemoet, we hoorden dan voor de eerste keer dat de Duitsers zich vóór ons bevonden en dat we bijna aan de Franse grens zaten. Het was in een klein dorp, één grote straat en een paar zijstraatjes. Na overleg werd er beslist dat we bij de pastorij zouden aanbellen, de pastoor trok een bedenkelijk gezicht bij het aanhoren van ons verhaal maar was dadelijk bereid ons te helpen. Hij vergezelde ons naar een kleine feestzaal de enige die de parochie rijk was. Op de scène liet hij door een paar inwoners uit het dorp stro uitspreiden daar konden we de nacht doorbrengen. Er werd geplaagd dat er beslist ratten in het stro zaten wat ons kinderen wel waar leek je hoorde alleen geritsel. Stadskinderen weten niet dat stro altijd ritselt en kraakt.
Midden in de nacht was er bomalarm, de koster die vlakbij woonde kwam ons halen en bracht ons naar een schuilkelder, koud met dekens omgeslagen zaten we op elkaar gepakt in het donker. Mijn vader zat op een lage bank op elke knie een kind, mijn broer en ikzelf, zijn sterke armen om ons heen. Boven onze hoofden hoorden we de kogels fluiten en doffere slagen van granaten. Angst was voelbaar, allesoverheersend. Eén van de dorpelingen bad in ’t Frans, wij in ’t Vlaams. Dat heeft zo geduurd tot het begon te klaren en het alarm werd afgeblazen. Iedereen opgelucht naar buiten, alleen mijn vader kon zich niet bewegen, zijn benen weigerden dienst. Door het lange zitten in dezelfde houding was zijn bloedsomloop gestremd. Een van de ooms en mijn grootvader hebben hem naar buiten gedragen op zijn rug in ’t vochtige gras gelegd. Hoe lang ze zijn benen gewreven en geplooid hebben weet ik niet maar na een tijdje was hij weer klaar om te lopen. De dorpelingen gaven ons iets te eten en er werd ons aangeraden rechtsomkeer te maken. Eén van hen stond via radio in contact met het geheime leger en bevestigde dat de Duitsers onze kant opkwamen.
Van de terugtocht herinner ik me niets. Raar maar waar, iedereen was moe denkelijk heb ik veel geslapen. We waren net één week op weg geweest. Dichter bij huis is een van de buren op zijn fiets gesprongen en vooruit gereden om de toestand thuis te verkennen. De man bracht het nieuws dat onze straat vol stond met geparkeerde legervoertuigen die blijkbaar uit een andere richting Hasselt binnen getrokken waren. Dat beeld van die colonne zie ik nog altijd, hoef er mijn ogen niet eens voor te sluiten.
Nadien begon de tijd van verduisteren, ( bevel is bevel ) ramen en deuren beplakt met donker papier en oude dekens zodra het begon te schemeren. Nog later het schuilen in onze kelder, omgebouwd als slaapruimte de plafonds verstevigd met treinbiels. Het keldergat was afgesloten om maar geen licht door te laten. Een kleine anekdote, onze buren die zelf geen kelder hadden kwamen bij bomalarm bij ons schuilen. Op een nacht stond plots de buurman in z’n ondergoed bij ons in de kelder met zijn broek over zijn arm geslagen. Mijn vader vroeg waar zijn vrouw was, hij had haar gewoon vergeten! Dat was angst hebben!
Het werd een tijd van rantsoenering, zegeltjes en kopen in ’t zwart tegen woekerprijzen. In ons kleine tuintje was geen bloemetje te vinden, aardappelen en groenten des te meer. Eén keer in de week een vleesmaaltijd, brood en pap van afgeroomde melk.
Honger had je niet maar je wist niet beter, toch hebben we het overleefd.
Bomi
( 2003 )
Dankbaar met het verleden, je blik open voor het heden!
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Waar we zó lang op moeten wachten hebben. ! !
Wat een aanwinst met Elske en Bomi.
We zijn weer vertrokken dank zij de "Mercksenenaren"
is dit topic niet voortijdig afgebroken.
Doe zo voort meisjes, anderen zijn natuurlijk ook welkom.
Wat een aanwinst met Elske en Bomi.
We zijn weer vertrokken dank zij de "Mercksenenaren"
is dit topic niet voortijdig afgebroken.
Doe zo voort meisjes, anderen zijn natuurlijk ook welkom.
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
ELSKEB - Lid geworden op: 24 jul 2011, 16:31
- Locatie: Mortsel
OM TE BEGINNEN : DANK AAN BOSRANKJE EN ALTEREGO OM M'N GEDICHT OP EEN FOTO TE ZETTEN VAN HET STATION VAN BERCHEM....KNAP GEDAAN.
UITERAARD BEWAAR IK DAT.
DAN IS ER BOMI DIE OOK AAN 'T VERTELLEN IS GEGAAN.
HARTELIJK WELKOM BOMI, IK BEN HIER OOK NOG NIET LANG.
BLIJKBAAR IS SCHRIJVEN OOK EEN HOBBY VAN JOU. JE BENT éJ; OUDER DAN IK, DUS WEET JE MEER VAN DE OORLOG EN DE GEVOLGEN;
'K HEB MET SPANNING JE VERHAAL GELEZEN - WEER ZO HEEL ANDERS DAN 'T MIJNE.
TJA, IEDEREEN HEEFT HET OP ZIJN MANIER ERVAREN NATUURLIJK
IK GA HIER VERDER MET MIJN VERHAAL.
VANDAAG GA IK HET HEBBEN OVER HET DAGBOEK VAN MIJN VADER.
HOE MAM ER AAN GERAAKT IS SCHREEF IK HIER AL Hé
WAT IK OOK NOG WIL VERTELLEN : DIE MAN DIE MAMA HET DAGBOEK OVERHANDIGDE HEEFT KORT NADIEN ZELFMOORD GEDAAN. HIJ WAS VAN HOBOKEN. BIJ Z'N TERUGKEER VOND HIJ Z'N VROUW MET EEN ANDERE MAN..... OP EEN KEER IS HIJ MET Z'N ZOONTJE EEN WANDELING GAAN DOEN NAAR "'T SCHELD" - HIJ VROEG AAN Z'N ZOONTJE OM GAUW EVEN NAAR HUIS TE LOPEN OMDAT HIJ DE TABAK VOOR Z'N PIJP VERGETEN WAS, ZOGEZEGD....
'T MOET HEM ALLEMAAL TE VEEL ZIJN GEWEEST EN HIJ IS IN DE SCHELDE GESPRONGEN....
VANDAAG GA IK EEN PAAR STUKJES UIT HET DAGBOEK VAN M'N VADER OVERTIKKEN. Z'N DAGBOEK BEGINT OP 28 NOVEMBER 1944, DE VERJAARDAG VAN MIJN ZUSJE : ('t is in ' t oud nederlands geschreven)
Halle, 28 november 1944
Ons Jacqueline verjaart
Mijn lieve kleine schattebout
gij wordt vandaag 3 jaar oud
dat is voorwaar al een heel getal
dat men nu thuis vieren zal
O, zoo gaarne ware ik daarbij geweest
op dit kleine familiefeest
want ik weet, zonder vader is de vreugde niet groot
gij lieve, die zoo gaarne speelde op mijn schoot
Doch ben ik vandaag met den geest bij U
laat dus doorgaan dit feestje nu
en gij vrouwtje, vier mee, al is 't in schijn
laat ons kindjes gelukkig zijn
Al lijd ik, heb honger en verdriet
vandaag voel ik het niet
want ik gedachten zijn we nu allen bijeen
vrouwtje lief, staak dan vandaag uw geween
Ons Jacqueline beseft immers nog niet
wat kommer en verdriet
ons beider hart op dees ogenblik
zou kunnen brengen tot een snik
Wanneer ik dees woorden schrijf
voel ik de kou op mijn lijf
mijn hart bonst, het kropt in mijn keel
ja, het wordt me te veel
Doch, geef den moed niet op
weldra stijgt de vredeszon op
ja, de gelukkige dagen zijn reeds in 't verschiet
vrouw en kinderen, vergeet dit niet !
Dan zullen we allen weer tesamen zijn
ik denk er met vreugde aan, mijn liefste mijn
dan zult ge weer kunnen spelen op mijn schoot
mijn lievelingen, de vreugde zal zijn zeer groot
Nu dus, Jacqueline, wees immer een braaf kind
liefdevol en steeds blijgezind
bemin uw zusje en moeder immer meer en meer
en bid voor uw vader, dat hij toch spoedig komt weer .....
NU ENKELE UITTREKSELTJES, OP VERSCHILLENDE DATA
Duitsland, 22 februari 1945
Liefste vrouwje, liefste kindjes. Vandaag schoon weder. Opgesloten in een kamp, bewaakt door soldaten met geweer. Dezen morgen 250gr.brood en 10gr. margarie - 's avonds te 6 uur : 1 liter dunne soep. Geen nieuws over den oorlog - toch heb ik moed en hoop zeker met mijn verjaardag, 14 april, thuis te zijn bij U allen.......
Pasen, 1 april 1945
Vrouwtje, het is om te weenen. We zitten dicht aaneengedrongen met 20 man aan een tafel. Ik zit vol luizen en kan 's nachts niet slapen. We zijn nu in een ander kamp waar veel Joden zitten (1500 man) in een kleine fabriek.
We slapen met 3 onder 1 deken en dikwijls hebben we geen........
4 april 1945
......... We hebben een schoon brood van 2kg. Ik verdeel het in 5 stukken en dan wordt het gewogen om zeker te zijn de eene niet meer te hebben dan de andere want we hebben allemaal honger. Ik eet gelijk gewoonte de helft van mijn 40gr. brood op, den anderen helft houd ik tot 12uur. Wanneer ik rond 10 uur in mijn zak zag, was mijn brood weg.......
Beloken pasen, 8 april 1945
Slecht geslapen, wakker geworden door een bom die in de buurt is gevallen....... 't is nu 4 uur in de namiddag en ik zie scheel van den honger en moet nog werken voor den schijn tot 8uur. op 3/4 l. raap-koolsoep. Ik kan den eenen voet niet meer voor den anderen zetten en dan moet ik van tijd nog loopen. Ik heb nog een stamp gehad omdat ik zoo traag was.....
19 maart 1945 in Berga (Elster)....
aangekomen in een slecht lager en insgelijks om te werken. ......Drie dagen in Buchenwald geweest - in vind maar geen te slapen - gehurkt in een bak - we leven slechter dan een varken in zijn kot, dat krijgt nog stroo en kan zich nog keeren......
12 april 1945
Vandaag vertrokken om 5 uur. Opstaan om 3 uur en we kregen soep, 400 gr. brood en 15 gr. margarine.Hoe lang we daar moeten mee toekomen weet ik niet, maar onder de gevangen wordt gesproken van 5 dagen.....We gaan langs binnenwegen, velden en bosschen en ik denk al van te vluchten maar mijn kameraden raden het af en zeggen van de laatste dagen nog wat geduld te hebben.
Onderweg zien we dekens, overjassen, schotels, doozen, broeken en vesten liggen - alles wordt weggeworpen omdat de last te zwaar is......
.....mijn kameraad Arthur neemt in een kleine boerderij een glas water en hij krijgt van een SS-soldaat een slag van het geweer, dat het geweer in stukken breekt en hij van zijn zelven valt van de pijn. En dat alles moeten we aanzien zonder iets te mogen zeggen....
13 april 1945
Ik word wakker van het rumoer en het loopen over mijn voeten. Arthur en ik gaan naar beneden en kloppen ons deken wat uit. Een controolman hoort ons vlaamsch spreken en vraagt of we even willen meegaan en een man herkennen die willen gaan loopen is maar door de patrouille is neergeschoten. We gaan mee en an de andere zijde van de hoeve op het veld ligt een jonge belg van Anderlecht. Ik ken hem goed want hij heeft in Halle op mijn kamer, ja zelfs neven mij geslapen. Helaas, de goede jongen. Wij moeten een gat maken daar ter plaatse en steken hem onder de aarde. Een jong leven dat weeral is gebroken. Hij heeft een jonge vrouw en ik geloof een kind. Arme Marcel....de Heer hebbe zijn ziel.
Dan vertrekken we zonder iets te eten of te drinken, ja van ons brood, diegene nie nog heeft...kunnen we zo droogweg eten al gaande.
De soldaten zijn strenger dan gisteren en ze slagen zeer rap. We zijn een uur aan 't marcheeren en langs wegen blijven er al jongens liggen: ziek of uitgeput.......
We komen rond 11uu in een groot bosch en daar moeten we allen in. Ik denk nu op de bosschen van Averbode. Fientje het is hier zoo omtrent hetzelfde bosch waar we samen gingen krakebessen plukken.....
SORRY LIEVE MENSEN, IK STOP ERMEE VOOR VANDAAG, 't WORDT TE HARD.....EN IK WEET DAT ER NOG VEEL HARDERE SITUATIES ZULLEN
BESCHREVEN WORDEN....
MORGEN PROBEER IK VERDER TE SCHRIJVEN !
ELSKE
HIJ IS OPGEHAALD JULI 1944
UITERAARD BEWAAR IK DAT.
DAN IS ER BOMI DIE OOK AAN 'T VERTELLEN IS GEGAAN.
HARTELIJK WELKOM BOMI, IK BEN HIER OOK NOG NIET LANG.
BLIJKBAAR IS SCHRIJVEN OOK EEN HOBBY VAN JOU. JE BENT éJ; OUDER DAN IK, DUS WEET JE MEER VAN DE OORLOG EN DE GEVOLGEN;
'K HEB MET SPANNING JE VERHAAL GELEZEN - WEER ZO HEEL ANDERS DAN 'T MIJNE.
TJA, IEDEREEN HEEFT HET OP ZIJN MANIER ERVAREN NATUURLIJK
IK GA HIER VERDER MET MIJN VERHAAL.
VANDAAG GA IK HET HEBBEN OVER HET DAGBOEK VAN MIJN VADER.
HOE MAM ER AAN GERAAKT IS SCHREEF IK HIER AL Hé
WAT IK OOK NOG WIL VERTELLEN : DIE MAN DIE MAMA HET DAGBOEK OVERHANDIGDE HEEFT KORT NADIEN ZELFMOORD GEDAAN. HIJ WAS VAN HOBOKEN. BIJ Z'N TERUGKEER VOND HIJ Z'N VROUW MET EEN ANDERE MAN..... OP EEN KEER IS HIJ MET Z'N ZOONTJE EEN WANDELING GAAN DOEN NAAR "'T SCHELD" - HIJ VROEG AAN Z'N ZOONTJE OM GAUW EVEN NAAR HUIS TE LOPEN OMDAT HIJ DE TABAK VOOR Z'N PIJP VERGETEN WAS, ZOGEZEGD....
'T MOET HEM ALLEMAAL TE VEEL ZIJN GEWEEST EN HIJ IS IN DE SCHELDE GESPRONGEN....
VANDAAG GA IK EEN PAAR STUKJES UIT HET DAGBOEK VAN M'N VADER OVERTIKKEN. Z'N DAGBOEK BEGINT OP 28 NOVEMBER 1944, DE VERJAARDAG VAN MIJN ZUSJE : ('t is in ' t oud nederlands geschreven)
Halle, 28 november 1944
Ons Jacqueline verjaart
Mijn lieve kleine schattebout
gij wordt vandaag 3 jaar oud
dat is voorwaar al een heel getal
dat men nu thuis vieren zal
O, zoo gaarne ware ik daarbij geweest
op dit kleine familiefeest
want ik weet, zonder vader is de vreugde niet groot
gij lieve, die zoo gaarne speelde op mijn schoot
Doch ben ik vandaag met den geest bij U
laat dus doorgaan dit feestje nu
en gij vrouwtje, vier mee, al is 't in schijn
laat ons kindjes gelukkig zijn
Al lijd ik, heb honger en verdriet
vandaag voel ik het niet
want ik gedachten zijn we nu allen bijeen
vrouwtje lief, staak dan vandaag uw geween
Ons Jacqueline beseft immers nog niet
wat kommer en verdriet
ons beider hart op dees ogenblik
zou kunnen brengen tot een snik
Wanneer ik dees woorden schrijf
voel ik de kou op mijn lijf
mijn hart bonst, het kropt in mijn keel
ja, het wordt me te veel
Doch, geef den moed niet op
weldra stijgt de vredeszon op
ja, de gelukkige dagen zijn reeds in 't verschiet
vrouw en kinderen, vergeet dit niet !
Dan zullen we allen weer tesamen zijn
ik denk er met vreugde aan, mijn liefste mijn
dan zult ge weer kunnen spelen op mijn schoot
mijn lievelingen, de vreugde zal zijn zeer groot
Nu dus, Jacqueline, wees immer een braaf kind
liefdevol en steeds blijgezind
bemin uw zusje en moeder immer meer en meer
en bid voor uw vader, dat hij toch spoedig komt weer .....
NU ENKELE UITTREKSELTJES, OP VERSCHILLENDE DATA
Duitsland, 22 februari 1945
Liefste vrouwje, liefste kindjes. Vandaag schoon weder. Opgesloten in een kamp, bewaakt door soldaten met geweer. Dezen morgen 250gr.brood en 10gr. margarie - 's avonds te 6 uur : 1 liter dunne soep. Geen nieuws over den oorlog - toch heb ik moed en hoop zeker met mijn verjaardag, 14 april, thuis te zijn bij U allen.......
Pasen, 1 april 1945
Vrouwtje, het is om te weenen. We zitten dicht aaneengedrongen met 20 man aan een tafel. Ik zit vol luizen en kan 's nachts niet slapen. We zijn nu in een ander kamp waar veel Joden zitten (1500 man) in een kleine fabriek.
We slapen met 3 onder 1 deken en dikwijls hebben we geen........
4 april 1945
......... We hebben een schoon brood van 2kg. Ik verdeel het in 5 stukken en dan wordt het gewogen om zeker te zijn de eene niet meer te hebben dan de andere want we hebben allemaal honger. Ik eet gelijk gewoonte de helft van mijn 40gr. brood op, den anderen helft houd ik tot 12uur. Wanneer ik rond 10 uur in mijn zak zag, was mijn brood weg.......
Beloken pasen, 8 april 1945
Slecht geslapen, wakker geworden door een bom die in de buurt is gevallen....... 't is nu 4 uur in de namiddag en ik zie scheel van den honger en moet nog werken voor den schijn tot 8uur. op 3/4 l. raap-koolsoep. Ik kan den eenen voet niet meer voor den anderen zetten en dan moet ik van tijd nog loopen. Ik heb nog een stamp gehad omdat ik zoo traag was.....
19 maart 1945 in Berga (Elster)....
aangekomen in een slecht lager en insgelijks om te werken. ......Drie dagen in Buchenwald geweest - in vind maar geen te slapen - gehurkt in een bak - we leven slechter dan een varken in zijn kot, dat krijgt nog stroo en kan zich nog keeren......
12 april 1945
Vandaag vertrokken om 5 uur. Opstaan om 3 uur en we kregen soep, 400 gr. brood en 15 gr. margarine.Hoe lang we daar moeten mee toekomen weet ik niet, maar onder de gevangen wordt gesproken van 5 dagen.....We gaan langs binnenwegen, velden en bosschen en ik denk al van te vluchten maar mijn kameraden raden het af en zeggen van de laatste dagen nog wat geduld te hebben.
Onderweg zien we dekens, overjassen, schotels, doozen, broeken en vesten liggen - alles wordt weggeworpen omdat de last te zwaar is......
.....mijn kameraad Arthur neemt in een kleine boerderij een glas water en hij krijgt van een SS-soldaat een slag van het geweer, dat het geweer in stukken breekt en hij van zijn zelven valt van de pijn. En dat alles moeten we aanzien zonder iets te mogen zeggen....
13 april 1945
Ik word wakker van het rumoer en het loopen over mijn voeten. Arthur en ik gaan naar beneden en kloppen ons deken wat uit. Een controolman hoort ons vlaamsch spreken en vraagt of we even willen meegaan en een man herkennen die willen gaan loopen is maar door de patrouille is neergeschoten. We gaan mee en an de andere zijde van de hoeve op het veld ligt een jonge belg van Anderlecht. Ik ken hem goed want hij heeft in Halle op mijn kamer, ja zelfs neven mij geslapen. Helaas, de goede jongen. Wij moeten een gat maken daar ter plaatse en steken hem onder de aarde. Een jong leven dat weeral is gebroken. Hij heeft een jonge vrouw en ik geloof een kind. Arme Marcel....de Heer hebbe zijn ziel.
Dan vertrekken we zonder iets te eten of te drinken, ja van ons brood, diegene nie nog heeft...kunnen we zo droogweg eten al gaande.
De soldaten zijn strenger dan gisteren en ze slagen zeer rap. We zijn een uur aan 't marcheeren en langs wegen blijven er al jongens liggen: ziek of uitgeput.......
We komen rond 11uu in een groot bosch en daar moeten we allen in. Ik denk nu op de bosschen van Averbode. Fientje het is hier zoo omtrent hetzelfde bosch waar we samen gingen krakebessen plukken.....
SORRY LIEVE MENSEN, IK STOP ERMEE VOOR VANDAAG, 't WORDT TE HARD.....EN IK WEET DAT ER NOG VEEL HARDERE SITUATIES ZULLEN
BESCHREVEN WORDEN....
MORGEN PROBEER IK VERDER TE SCHRIJVEN !
ELSKE
HIJ IS OPGEHAALD JULI 1944
WE LEVEN ALLEMAAL ONDER DEZELFDE HEMEL MAAR WE HEBBEN NIET ALLEMAAL DEZELFDE HORIZON (K. Adenoauer)
-
ELSKEB - Lid geworden op: 24 jul 2011, 16:31
- Locatie: Mortsel
Goeie namiddag iedereen,
Ik werd een klein beetje, en misschien terecht, op m'n vingers getikt omdat ik af en toe hoofdletters gebruik. Het is alleszins niet de bedoeling van mij kwaad te make, waarom ook zou ik....
Ik dacht enkel en alleen aan oudere ogen die misschien moeite hebben m'n kleine tekst te lezen.
Sorry, maar vermits ik met een Mac werk kan ik noch kleurtjes, noch vet, noch groter, noch om 't even wat aanpassen.
Dus in 't vervolg alles in kleine lettertjes.
Ik wou nièmand kwetsen - 'k wist zelfs niet dat hoofdletters verkeerd kunnen geïnterpreteerd worden.
Op een andere groep op 't forum zie ik òòk hoofdletters verschijnen en niemand die zich daar aan ergert....dus ????
Liefs van Elske
Ik werd een klein beetje, en misschien terecht, op m'n vingers getikt omdat ik af en toe hoofdletters gebruik. Het is alleszins niet de bedoeling van mij kwaad te make, waarom ook zou ik....
Ik dacht enkel en alleen aan oudere ogen die misschien moeite hebben m'n kleine tekst te lezen.
Sorry, maar vermits ik met een Mac werk kan ik noch kleurtjes, noch vet, noch groter, noch om 't even wat aanpassen.
Dus in 't vervolg alles in kleine lettertjes.
Ik wou nièmand kwetsen - 'k wist zelfs niet dat hoofdletters verkeerd kunnen geïnterpreteerd worden.
Op een andere groep op 't forum zie ik òòk hoofdletters verschijnen en niemand die zich daar aan ergert....dus ????
Liefs van Elske
WE LEVEN ALLEMAAL ONDER DEZELFDE HEMEL MAAR WE HEBBEN NIET ALLEMAAL DEZELFDE HORIZON (K. Adenoauer)
-
jeronimo - Lid geworden op: 23 jan 2005, 22:18
- Locatie: pajottenland
Sorry Elske maar het was niet de bedoeling op uw vingers te tikken.
in de computerles hebben we geleerd van
in een tekst geen hoofdletters te gebruiken.
En op chat noemt dat roepen of u kwaad maken.
Voor mijn part doe maar hoe ge het goedvindt
in de computerles hebben we geleerd van
in een tekst geen hoofdletters te gebruiken.
En op chat noemt dat roepen of u kwaad maken.
Voor mijn part doe maar hoe ge het goedvindt
niet wat ge zegt telt maar hoe ge het zegt.
-
SDW - Lid geworden op: 24 dec 2004, 11:42
- Locatie: ANTWERPEN- BELGIE
-
ELSKE,
Dank voor de hoofdletters dat maakt het voor ons beter leesbaar....we zijn geen 18 meer
De regel van het gebruik van grote letters op DE CHAT is te begrijpen tijdens een discutie maar in een geschreven tekst is dit volgens mij inziens niet van toepassing ???
ELSKE,
Dank voor de hoofdletters dat maakt het voor ons beter leesbaar....we zijn geen 18 meer
De regel van het gebruik van grote letters op DE CHAT is te begrijpen tijdens een discutie maar in een geschreven tekst is dit volgens mij inziens niet van toepassing ???
Wens de LUCHTVAART te bevorderen
om de VREDE en VRIENDSCHAP te ontwikkelen tussen de ganse MENSHEID
zonder onderscheid van RAS,NATIONALITEIT of RELIGIE
om de VREDE en VRIENDSCHAP te ontwikkelen tussen de ganse MENSHEID
zonder onderscheid van RAS,NATIONALITEIT of RELIGIE
-
Fikske - Lid geworden op: 16 dec 2003, 12:31
- Locatie: W-O 1970
Het is al lang geleden dat ik nog eens ben komen piepen op deze topic en ik ben blij (vooral voor Jeronimo) dat er weer leven in de brouwerij komt.
De laatste bijdrage van ElskeB vind ik fantastisch en heel leerrijk. Het is zeer vlot geschreven en aangenaam om te lezen, al is de inhoud toch erg droevig.
Het loont weer de moeite om even terug te gaan kijken naar de vorige bijdragen en dat ben ik dan ook van plan om te doen.
Tot binnenkort
Fikske
De laatste bijdrage van ElskeB vind ik fantastisch en heel leerrijk. Het is zeer vlot geschreven en aangenaam om te lezen, al is de inhoud toch erg droevig.
Het loont weer de moeite om even terug te gaan kijken naar de vorige bijdragen en dat ben ik dan ook van plan om te doen.
Tot binnenkort
Fikske