Vleugels van papier
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
-Janina !
Toch zalig jezelf in slaap lezen, maar neem geen te zware lectuur!
Roodkapje vind ik persoonlijk iets te gruwelijk...wolven die oma's en kleine meisjes oppeuzelen...
-Willow !
het puntje van je stoel...toch best op de zitting gaan zitten...voorzichtig zijn...
allé, seffens ga ik verder !
mvg
Robbe
Toch zalig jezelf in slaap lezen, maar neem geen te zware lectuur!
Roodkapje vind ik persoonlijk iets te gruwelijk...wolven die oma's en kleine meisjes oppeuzelen...
-Willow !
het puntje van je stoel...toch best op de zitting gaan zitten...voorzichtig zijn...
allé, seffens ga ik verder !
mvg
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
De wilde zwanen (7)

In een kartonnen doos
bewaar ik mijn tedere schatten
mijn blokkendoos, mijn zingdop
mijn bal, wat verfkes en zo meer...
en vooral niet te vergeten
mijn bruine en mijn zwarte beer !
zingdop: draaitol
verfkes: kleurpotloden
De hele nacht vlochten ze aan een net van buigzame wilgenbast en taai riet, en het werd groot en sterk; daar ging Elisa op liggen. En toen de zon was opgekomen en de broers weer in zwanen waren veranderd, pakten ze met hun snavel het net beet en vlogen ze met hun slapend zusje de wolken in. De zonnestralen schenen haar vlak in het gezicht en daarom vloog een der zwanen boven haar hoofd, opdat zijn brede vleugels schaduw konden geven.
Ze waren al een eind op weg toen Elisa ontwaakte; zij dacht dat ze nog droomde, zo wonderlijk leek het haar hoog in de lucht over de zee te worden gedragen. Naast haar lag een tak met heerlijke, rijpe bessen en een bos lekkere wortelen, die de jongste broer had verzameld en voor haar neergelegd, en zij glimlachte dankbaar naar hem, want ze merkte dat hij het was die boven haar vloog en met zijn vleugels schaduw gaf.
Ze waren nu zo hoog dat het eerste schip, dat ze onder zich zagen, een witte meeuw leek die op het water lag. Achter hen was een grote wolk, een hele berg, en op die wolk zag Elisa haar eigen schaduw en die van de elf zwanen: reusachtig groot vlogen zij daar; het was een schilderij, indrukwekkender dan zij ooit had gezien; maar naarmate de zon steeg en de wolk achterbleef, verdween dat zwevende schaduwbeeld.
De hele dag vlogen ze suizend als een pijl door de lucht, maar toch moest het langzamer gaan dan anders, want nu hadden ze hun zusje te dragen. Er kwam een zwaar onweer opzetten, de avond begon te vallen; angstig merkte Elisa hoe de zon daalde en nog steeds kregen zij niet de eenzame klip in de zee in het oog. Het leek haar of de zwanen krachtiger met hun vleugels sloegen. Och! het was haar schuld dat ze niet snel genoeg vooruitkwamen; zodra de zon onder was zouden ze in mensen veranderen en in de zee vallen en verdrinken. Toen bad zij uit het diepst van haar hart tot God maar nog steeds zag zij geen klip; de zwarte onweerswolk kwam nader, een krachtige windstoot kondigde een storm aan, de wolken leken één grote dreigende golf die loodzwaar op hen aanrolde; de ene bliksemstraal flikkerde na de andere. Nu raakte de zon de rand van de zee. Elisa's hartje beefde; toen schoten de zwanen zo snel naar beneden dat zij dacht te vallen; maar nu zweefden zij weer. De zon was al tot de helft in het water toen ze de kleine klip onder zich in het oog kreeg, die eruitzag alsof zij niet groter was dan een zeehond die zijn kop uit het water opsteekt. De zon zonk snel, nu was zij niet veel meer dan een ster; toen raakte haar voetje vaste grond en de zon doofde uit als een laatste vonk brandend papier. En ze zag arm in arm de broers om zich heen staan; maar meer plaats dan net precies voor hen en voor haar, was er zeker niet. De zee sloeg tegen de klip aan en viel als een stortregen over hen heen; de hemel was één en al vuur en de ene slag volgde op de andere. Maar zusje en broers hielden elkaar bij de hand en zongen een gezang, waaruit ze troost en moed putten.

HC Andersen
Dat komt er ook nog bij
gebliksem en gedonder !
In 't diepste van mijn hartje
hoop ik op een wonder !
Robbe
vervolgt

In een kartonnen doos
bewaar ik mijn tedere schatten
mijn blokkendoos, mijn zingdop
mijn bal, wat verfkes en zo meer...
en vooral niet te vergeten
mijn bruine en mijn zwarte beer !
zingdop: draaitol
verfkes: kleurpotloden
De hele nacht vlochten ze aan een net van buigzame wilgenbast en taai riet, en het werd groot en sterk; daar ging Elisa op liggen. En toen de zon was opgekomen en de broers weer in zwanen waren veranderd, pakten ze met hun snavel het net beet en vlogen ze met hun slapend zusje de wolken in. De zonnestralen schenen haar vlak in het gezicht en daarom vloog een der zwanen boven haar hoofd, opdat zijn brede vleugels schaduw konden geven.
Ze waren al een eind op weg toen Elisa ontwaakte; zij dacht dat ze nog droomde, zo wonderlijk leek het haar hoog in de lucht over de zee te worden gedragen. Naast haar lag een tak met heerlijke, rijpe bessen en een bos lekkere wortelen, die de jongste broer had verzameld en voor haar neergelegd, en zij glimlachte dankbaar naar hem, want ze merkte dat hij het was die boven haar vloog en met zijn vleugels schaduw gaf.
Ze waren nu zo hoog dat het eerste schip, dat ze onder zich zagen, een witte meeuw leek die op het water lag. Achter hen was een grote wolk, een hele berg, en op die wolk zag Elisa haar eigen schaduw en die van de elf zwanen: reusachtig groot vlogen zij daar; het was een schilderij, indrukwekkender dan zij ooit had gezien; maar naarmate de zon steeg en de wolk achterbleef, verdween dat zwevende schaduwbeeld.
De hele dag vlogen ze suizend als een pijl door de lucht, maar toch moest het langzamer gaan dan anders, want nu hadden ze hun zusje te dragen. Er kwam een zwaar onweer opzetten, de avond begon te vallen; angstig merkte Elisa hoe de zon daalde en nog steeds kregen zij niet de eenzame klip in de zee in het oog. Het leek haar of de zwanen krachtiger met hun vleugels sloegen. Och! het was haar schuld dat ze niet snel genoeg vooruitkwamen; zodra de zon onder was zouden ze in mensen veranderen en in de zee vallen en verdrinken. Toen bad zij uit het diepst van haar hart tot God maar nog steeds zag zij geen klip; de zwarte onweerswolk kwam nader, een krachtige windstoot kondigde een storm aan, de wolken leken één grote dreigende golf die loodzwaar op hen aanrolde; de ene bliksemstraal flikkerde na de andere. Nu raakte de zon de rand van de zee. Elisa's hartje beefde; toen schoten de zwanen zo snel naar beneden dat zij dacht te vallen; maar nu zweefden zij weer. De zon was al tot de helft in het water toen ze de kleine klip onder zich in het oog kreeg, die eruitzag alsof zij niet groter was dan een zeehond die zijn kop uit het water opsteekt. De zon zonk snel, nu was zij niet veel meer dan een ster; toen raakte haar voetje vaste grond en de zon doofde uit als een laatste vonk brandend papier. En ze zag arm in arm de broers om zich heen staan; maar meer plaats dan net precies voor hen en voor haar, was er zeker niet. De zee sloeg tegen de klip aan en viel als een stortregen over hen heen; de hemel was één en al vuur en de ene slag volgde op de andere. Maar zusje en broers hielden elkaar bij de hand en zongen een gezang, waaruit ze troost en moed putten.

HC Andersen
Dat komt er ook nog bij
gebliksem en gedonder !
In 't diepste van mijn hartje
hoop ik op een wonder !
Robbe
vervolgt
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Alterego1 - Lid geworden op: 20 jan 2006, 14:05
- Locatie: Antwerpen
To be or not to be,that's the question
Niemands meester,niemands knecht
Niemands meester,niemands knecht
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
Bedankt voor de links Alter, en voor wie mee wil zingen, hier volgt de tekst van het liedje van Frits Rademacher:
Wie ik nog een jungske war, zo van een jaar of zes
Ging ik gere van alles aan, en lei ik niks met rust
Zat mich aan het trommelke, en pakte mich een kuikske
Dan zei de mam: du deugeniet, dich zet ik in het huikske
Tralalala, tralalalala
Wie ik alweg groter wor, de schooltied war veurbie
Toen hou ik gere wie jedereen een meike an mien zie
Een knap gezichtje, een aardig kind, met om d'r kop een duikske
Ik sprook dan met zo'n meiken af op 1 of ander huikske
Tralalala, tralalalala
Wie ik later vriee gong, ik was vol goede moed
We namen afschied in de gang, ik weet het nog zo goed
Opeens verscheen de schoonpapa en zag mich met dat vruikske
Wat moet dat met mien dochter daar, daar in dat duuster huikske
Tralalala, tralalalala
Wen ik eens bie petrus kom en klop daar an de deur
Dan zeit er: jong, kom du maar in, du steet er heel goed veur
Du hefst doch niemes kwaad gedaan, d'r steet niks in mien buikske
Dan zeg ik: Petrus, zet mich maar met een engelke in een huikske
Tralalala, tralalalala
mvg
Robbe
Wie ik nog een jungske war, zo van een jaar of zes
Ging ik gere van alles aan, en lei ik niks met rust
Zat mich aan het trommelke, en pakte mich een kuikske
Dan zei de mam: du deugeniet, dich zet ik in het huikske
Tralalala, tralalalala
Wie ik alweg groter wor, de schooltied war veurbie
Toen hou ik gere wie jedereen een meike an mien zie
Een knap gezichtje, een aardig kind, met om d'r kop een duikske
Ik sprook dan met zo'n meiken af op 1 of ander huikske
Tralalala, tralalalala
Wie ik later vriee gong, ik was vol goede moed
We namen afschied in de gang, ik weet het nog zo goed
Opeens verscheen de schoonpapa en zag mich met dat vruikske
Wat moet dat met mien dochter daar, daar in dat duuster huikske
Tralalala, tralalalala
Wen ik eens bie petrus kom en klop daar an de deur
Dan zeit er: jong, kom du maar in, du steet er heel goed veur
Du hefst doch niemes kwaad gedaan, d'r steet niks in mien buikske
Dan zeg ik: Petrus, zet mich maar met een engelke in een huikske
Tralalala, tralalalala
mvg
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen

De enige functie
die ik steeds kreeg
bij het touwtje springen
was enkel helpen draaien
Daarom blijf ik liever binnen
ik heb geen zin om nu
te zingen
Ik ben even niet te paaien
Laat mij maar rustig
in mijn hoekje
genieten van
mijn sprookjesboekje
Bij het aanbreken van de dag was de lucht helder en stil; zodra de zon steeg vlogen de zwanen met Elisa van het eiland weg. Er stond een hoge zee; het leek toen ze hoog in de lucht waren of de witte schuimkoppen als miljoenen zwanen op de zwartgroene zee zwommen.
Toen de zon hoger kwam zag Elisa voor zich uit, half zwevend in de lucht, een bergland met blinkend-witte ijsmassa's op de hoogvlakten en daarboven, in het midden verhief zich een slot, zeker wel mijlenlang, met de ene trotse zuilengalerij boven de andere; aan de voet wuifden palmbossen en sierbloemen, zo groot als molenstenen.
Zij vroeg of dat het land was waar ze heengingen maar de zwanen schudden hun hoofd: wat ze nu zag was niets dan Fata Morgana's altijd wisselend luchtkasteel; daarheen durfden ze niemand te brengen. Elisa staarde ernaar; plotseling stortten bergen, bossen en slot ineen en stonden daar twintig trotse kerken, alle aan elkaar gelijk, met hoge torens en spitse vensters. Ze meende het orgel te horen spelen, maar het was de zee. Nu was ze vlak bij de kerken, toen werden ze ineens tot een hele vloot die onder haar voer; ze keek naar beneden en nu was het niets dan zeedamp die over het water joeg. Wat een afwisselende vergezichten had zij, vóór zij eindelijk het land in zicht kreeg waar ze heengingen. Daar verhieven zich prachtige, blauwe bergen met cederbossen, steden en kastelen. Lang voor de zon onderging zat zij op de hoogvlakte voor een grote grot, die begroeid was met fijne, groene slingerplanten als geborduurde wandkleden.
"Nu zullen we eens zien, waarvan je hier vannacht zult dromen!" zei de jongste broer en hij wees haar haar slaapkamer.

Wat moet ze allemaal nog beleven
ik sla alweer een bladzij om
terwijl mijn vingers beven !
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Bosrankje - Lid geworden op: 20 dec 2005, 20:42
- Locatie: Antwerpen

Het blijft boeiend Robbe en, met je eigen tekeningen en verhaaltjes
uit je jeugd ertussen te plaatsen, maak je het nog interessanter...
Dikwijls, bleef je liever in je sprookjesboek (of ander boeken) lezen
in plaats van buiten te gaan spelen en dat, herken ik zo goed
Maar, als er mooi weer was, nam ik mijn boeken soms mee in de tuin
(jij waarschijnlijk ook ?)
Tot straks of morgen met het vervolg !
Lieve groetjes van ons beiden
Alter en Rankje
Ik hou van het leven en geloof in de mensen !
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
Schrijven is als vrijen met de schoonheid van
woord en zin.....
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen

Sijsje snoepend van de zaadjes van een els,
eigenlijk hun wintervoeding...
Het koekoeksjong
Twee sijsjes
zingen treurig
afscheidswijsjes
Het koekoeksjong
is uitgevlogen...weg !
Zij kregen stank
voor dank
Wat komt er
van dat jong
terecht?
In 't voorjaar
volgend jaar
keert het weer
wellicht
en dumpt een ei
in 't nieuwe nest
Zonder vragen
zonder klagen
doet het sijsjespaar
zijn best
Robbe (1997)
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
De wilde zwanen (9)

Wat was die kindertijd toch zacht
Zacht als de glimlach van de maan
Geen haartje op mijn hoofd dat dacht
dat die tijd voorbij zou gaan
Ik wou dat ik droomde hoe ik jullie kon bevrijden!" zei ze; die gedachte hield haar erg bezig. Zij bad innig tot God om hulp en zelfs in haar slaap bleef ze door bidden. Het leek haar alsof ze hoog in de lucht vloog naar Fata Morgana's luchtkasteel, en een fee trad haar tegemoet, mooi en stralend, en toch leek ze weer erg op de oude vrouw die haar bessen had gegeven in het bos en haar had verteld van de zwanen met de gouden kroontjes. "Je broers kunnen bevrijd worden!" zei ze, "maar heb je moed en uithoudingsvermogen? Wel is de zee zachter dan je fijne handjes en toch kan zij de hardste stenen vervormen, maar zij voelt de pijn niet die jouw vingertjes zouden voelen; ze heeft geen hart, lijdt geen angst en wordt door niets gekweld, zoals jij! Zie je die brandnetel die ik in mijn hand houd? Van dat soort groeien er vele rondom de grot, waar je slaapt; alleen maar deze hier, en diegene, die op de graven der kerkhoven opschieten, zijn bruikbaar, denk daar goed om; die moet je plukken, al zullen ze je huid ook vol blaren branden; stamp de netels met je voetjes stuk, dan krijg je vlas; en van dat vlas moet je elf hemden weven, met lange mouwen, werp die over de elf witte zwanen, dan is 't uit met de betovering. Maar denk er goed om, dat je van 't ogenblik af, dat je met dit werk begint, totdat 't volbracht is, al zouden er ook jaren tussen liggen, niet spreken mag; het eerste woord, dat je zegt, zou het hart van je broers treffen; hun leven hangt van jouw zwijgen af. Denk daar wel om!"
En op hetzelfde ogenblik raakte zij met de netel haar hand aan; 't was als brandend vuur; Elisa werd er wakker van.
Het was klaar dag en dicht bij de plaats, waar ze geslapen had, lag een brandnetel, net zo een als ze in de droom gezien had. Toen viel ze op haar knieën, ze dankte God en ging de grot uit om aan haar werk te beginnen.
Met haar fijne handjes greep ze in de lelijke netels die brandden als vuur; grote blaren kwamen op haar handen en armen; maar dat had ze er graag voor over als zij op deze wijze haar lieve broers kon bevrijden. Elke netel trad zij met haar blote voeten en ze spon het groene vlas.

Neen, ik wil nog niet gaan slapen!
Neen, ik ben nog lang niet moe...
Straks als mijn boekje is gesloten
ga ik naar mijn bedje toe !
Robbe
vervolgt

Wat was die kindertijd toch zacht
Zacht als de glimlach van de maan
Geen haartje op mijn hoofd dat dacht
dat die tijd voorbij zou gaan
Ik wou dat ik droomde hoe ik jullie kon bevrijden!" zei ze; die gedachte hield haar erg bezig. Zij bad innig tot God om hulp en zelfs in haar slaap bleef ze door bidden. Het leek haar alsof ze hoog in de lucht vloog naar Fata Morgana's luchtkasteel, en een fee trad haar tegemoet, mooi en stralend, en toch leek ze weer erg op de oude vrouw die haar bessen had gegeven in het bos en haar had verteld van de zwanen met de gouden kroontjes. "Je broers kunnen bevrijd worden!" zei ze, "maar heb je moed en uithoudingsvermogen? Wel is de zee zachter dan je fijne handjes en toch kan zij de hardste stenen vervormen, maar zij voelt de pijn niet die jouw vingertjes zouden voelen; ze heeft geen hart, lijdt geen angst en wordt door niets gekweld, zoals jij! Zie je die brandnetel die ik in mijn hand houd? Van dat soort groeien er vele rondom de grot, waar je slaapt; alleen maar deze hier, en diegene, die op de graven der kerkhoven opschieten, zijn bruikbaar, denk daar goed om; die moet je plukken, al zullen ze je huid ook vol blaren branden; stamp de netels met je voetjes stuk, dan krijg je vlas; en van dat vlas moet je elf hemden weven, met lange mouwen, werp die over de elf witte zwanen, dan is 't uit met de betovering. Maar denk er goed om, dat je van 't ogenblik af, dat je met dit werk begint, totdat 't volbracht is, al zouden er ook jaren tussen liggen, niet spreken mag; het eerste woord, dat je zegt, zou het hart van je broers treffen; hun leven hangt van jouw zwijgen af. Denk daar wel om!"
En op hetzelfde ogenblik raakte zij met de netel haar hand aan; 't was als brandend vuur; Elisa werd er wakker van.
Het was klaar dag en dicht bij de plaats, waar ze geslapen had, lag een brandnetel, net zo een als ze in de droom gezien had. Toen viel ze op haar knieën, ze dankte God en ging de grot uit om aan haar werk te beginnen.
Met haar fijne handjes greep ze in de lelijke netels die brandden als vuur; grote blaren kwamen op haar handen en armen; maar dat had ze er graag voor over als zij op deze wijze haar lieve broers kon bevrijden. Elke netel trad zij met haar blote voeten en ze spon het groene vlas.

Neen, ik wil nog niet gaan slapen!
Neen, ik ben nog lang niet moe...
Straks als mijn boekje is gesloten
ga ik naar mijn bedje toe !
Robbe
vervolgt
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Gast
Robbeke,
't Zandmannetje is langsgekomen
ga maar in je bedje dromen.
Zwanen houden aan jouw zij de wacht
en Elisa kust jou goedenacht.
elleke
't Zandmannetje is langsgekomen
ga maar in je bedje dromen.
Zwanen houden aan jouw zij de wacht
en Elisa kust jou goedenacht.
elleke
-
Janina - Lid geworden op: 29 mar 2009, 23:32
- Locatie: Borgloon
Robbeke,
Elleke heeft gelijk, slapen nu!
Morgen naar de vroegmis en daarna naar school!
Slaap lekker nu en droom !
En niet verder lezen met je zaklamp hé!
Janina
Elleke heeft gelijk, slapen nu!
Morgen naar de vroegmis en daarna naar school!
Slaap lekker nu en droom !
En niet verder lezen met je zaklamp hé!
Janina
.....en daarom, voor we elkander weer vergeten,
laten we zacht zijn voor elkander, kind. (A.R. Holst)
laten we zacht zijn voor elkander, kind. (A.R. Holst)
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
2 overbezorgde lady's op bezoek !
Elleke, aan het bestaan van het Zandmanneke heb ik altijd getwijfeld, toch schrijf ik zijn naam met een hoofdletter, je weet maar nooit...
Janina, neen ik gebruik geen zaklamp om stieken te lezen, ik deed dat steeds met een kaars...ik besefte wel het brandgevaar, daarom stak ik ze niet aan. De kleine Robbe was niet van gisteren...
mvg
Robbe
Elleke, aan het bestaan van het Zandmanneke heb ik altijd getwijfeld, toch schrijf ik zijn naam met een hoofdletter, je weet maar nooit...
Janina, neen ik gebruik geen zaklamp om stieken te lezen, ik deed dat steeds met een kaars...ik besefte wel het brandgevaar, daarom stak ik ze niet aan. De kleine Robbe was niet van gisteren...
mvg
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
-
Robol - Lid geworden op: 25 dec 2004, 14:48
- Locatie: Beringen
De wilde zwanen (10)
Met scha en schand
heb ik geleerd:
door netels lopen
is verkeerd !
Je kan beter maar
op't padje gaan
met je korte
broekje aan !

Toen de zon was ondergegaan kwamen de broers. Zij schrokken erg toen ze haar zo zwijgend aantroffen; ze dachten dat het een nieuwe betovering was van hun boze stiefmoeder; maar toen ze haar handen zagen begrepen ze wat ze ter wille van hen deed. En de jongste broer huilde en waar zijn tranen vielen, daar voelde zij geen pijn, daar verdwenen de brandende blaren.
De nacht werkte zij door want ze had nu geen rust vóór ze haar broers bevrijd had; de hele volgende dag, terwijl de zwanen weg waren, zat zij daar in haar eentje maar nooit was de tijd zo snel gegaan. Eén hemd was al klaar; nu begon ze aan het volgende.
Daar klonk een jachthoorn in de bergen. Zij werd angstig; het geluid kwam nader en zij hoorde honden blaffen; verschrikt trok zij zich in de grot terug. Ze bond de netels die zij had verzameld en gehekeld in een bos en ging daarop zitten.
Op hetzelfde ogenblik kwam een grote hond uit het struikgewas springen en onmiddellijk daarop weer een en weer een; ze blaften hard, liepen weg en kwamen terug. Het duurde niet lang of alle jagers stonden voor de grot en de mooiste onder hen was de koning van het land; hij trad op Elisa toe, nooit had hij zo'n mooi meisje gezien.
"Hoe kom jij hier, lief kind!" zei hij. Elisa schudde haar hoofd, zij durfde niet te spreken, het ging om het leven en de vrijheid van haar broers. Zij verborg haar handen onder haar schort, dat de de koning niet zag wat zij moest lijden.
"Ga met mij mee," zei hij, "hier kun je niet blijven! Ben je zo goed als je mooi bent, dan zal ik je kleden in zijde en fluweel, je een gouden kroon op 't hoofd zetten en zal je wonen op mijn kostbaarste slot!" En toen tilde hij haar op zijn paard; zij huilde en wrong haar handen, maar de koning zei: "Ik wil alleen maar je geluk! Eenmaal zul je mij daar dankbaar voor zijn!" Toen reed hij weg door de bergen met haar vóór zich op zijn paard, en de jagers joegen achter hen aan.
Toen de zon onderging lag de prachtige koningsstad met kerken en koepels voor hen, en de koning leidde haar het slot binnen waar grote fonteinen klaterden in hoge, marmeren zalen, waar de muren en zolderingen rijk beschilderd waren. Maar daar had ze geen oog voor, ze huilde en treurde; willoos liet ze toe dat vrouwen haar koningskleren aantrokken, haar parelen in het haar vlochten en haar fijne handschoenen over de verbrande vingers trokken. Toen ze daar stond in al die pracht was ze zo verblindend mooi, dat het hof nog dieper voor haar boog. De koning verkoos haar tot zijn bruid, hoewel de aartsbisschop met het hoofd schudde en fluisterde dat dit mooie bosmeisje zeker een heks was. Zij verblindde hun ogen en betoverde het hart van de koning.
Zou je daar nu
niks van krijgen
dat dat meisje
zo moest zwijgen !
Voor meisjes is
dat geen geschenk
als ik aan mijn
zussen denk !
Robbe
Met scha en schand
heb ik geleerd:
door netels lopen
is verkeerd !
Je kan beter maar
op't padje gaan
met je korte
broekje aan !

Toen de zon was ondergegaan kwamen de broers. Zij schrokken erg toen ze haar zo zwijgend aantroffen; ze dachten dat het een nieuwe betovering was van hun boze stiefmoeder; maar toen ze haar handen zagen begrepen ze wat ze ter wille van hen deed. En de jongste broer huilde en waar zijn tranen vielen, daar voelde zij geen pijn, daar verdwenen de brandende blaren.
De nacht werkte zij door want ze had nu geen rust vóór ze haar broers bevrijd had; de hele volgende dag, terwijl de zwanen weg waren, zat zij daar in haar eentje maar nooit was de tijd zo snel gegaan. Eén hemd was al klaar; nu begon ze aan het volgende.
Daar klonk een jachthoorn in de bergen. Zij werd angstig; het geluid kwam nader en zij hoorde honden blaffen; verschrikt trok zij zich in de grot terug. Ze bond de netels die zij had verzameld en gehekeld in een bos en ging daarop zitten.
Op hetzelfde ogenblik kwam een grote hond uit het struikgewas springen en onmiddellijk daarop weer een en weer een; ze blaften hard, liepen weg en kwamen terug. Het duurde niet lang of alle jagers stonden voor de grot en de mooiste onder hen was de koning van het land; hij trad op Elisa toe, nooit had hij zo'n mooi meisje gezien.
"Hoe kom jij hier, lief kind!" zei hij. Elisa schudde haar hoofd, zij durfde niet te spreken, het ging om het leven en de vrijheid van haar broers. Zij verborg haar handen onder haar schort, dat de de koning niet zag wat zij moest lijden.
"Ga met mij mee," zei hij, "hier kun je niet blijven! Ben je zo goed als je mooi bent, dan zal ik je kleden in zijde en fluweel, je een gouden kroon op 't hoofd zetten en zal je wonen op mijn kostbaarste slot!" En toen tilde hij haar op zijn paard; zij huilde en wrong haar handen, maar de koning zei: "Ik wil alleen maar je geluk! Eenmaal zul je mij daar dankbaar voor zijn!" Toen reed hij weg door de bergen met haar vóór zich op zijn paard, en de jagers joegen achter hen aan.
Toen de zon onderging lag de prachtige koningsstad met kerken en koepels voor hen, en de koning leidde haar het slot binnen waar grote fonteinen klaterden in hoge, marmeren zalen, waar de muren en zolderingen rijk beschilderd waren. Maar daar had ze geen oog voor, ze huilde en treurde; willoos liet ze toe dat vrouwen haar koningskleren aantrokken, haar parelen in het haar vlochten en haar fijne handschoenen over de verbrande vingers trokken. Toen ze daar stond in al die pracht was ze zo verblindend mooi, dat het hof nog dieper voor haar boog. De koning verkoos haar tot zijn bruid, hoewel de aartsbisschop met het hoofd schudde en fluisterde dat dit mooie bosmeisje zeker een heks was. Zij verblindde hun ogen en betoverde het hart van de koning.
Zou je daar nu
niks van krijgen
dat dat meisje
zo moest zwijgen !
Voor meisjes is
dat geen geschenk
als ik aan mijn
zussen denk !
Robbe
walk on with hope in your heart
And you'll never walk alone...
And you'll never walk alone...
