Judith en Judith, moeder en dochter

Dit is de plaats voor cultuur en historie. Ook voor nostalgie en geschiedenis van steden, dorpen, kerken, rivieren, enz. kan je hier terecht.

Joris
Lid geworden op: 12 mar 2003, 19:01

03 apr 2008, 23:00

Vlaanderen heeft als graafschap zijn bestaan te danken aan 2 vrouwen. Niet dat het zo belangrijk is, want in die tijden, - we bevinden ons in de 9de eeuw – was Vlaanderen niet veel meer dan een moerassig gebied. De naam ‘Vlaanderen’ schijnt te verwijzen naar de hoger gelegen en dus droge plekken, die bebost maar ook bewoonbaar zijn, zij het erg schaars.
Er zijn ‘forestiers’ aangesteld. Boswachters dus, maar niet in de zin die wij er aan geven. Bos, dat betekent bomen en bomen dat is hout en hout daarvan kan men schepen maken en schepen varen over waterwegen. In die tijd zijn waterwegen de enige wegen die beschikbaar zijn. De oude Romeinse heirbanen zijn vervallen, niet meer onderhouden en nauwelijks nog bruikbaar. Dus gaat alle vervoer over het water. De verzorger en bewaker van de bossen is dus een belangrijk man.
Naargelang de handel toeneemt, neemt ook de vraag naar hout toe en wordt dat waterland tussen de Schelde en de Noordzee interessant.
De eerste Judith, de moeder, is de tweede vrouw van Lodewijk de Vrome, zoon van Karel de Grote.
Die Karolingers toch!
De eerste hofmeier, Pepijn van Landen, is een landverrader, die zijn koningin Brunehilde laat doodmartelen. Zijn zoon Pepijn van Herstal, heeft de onhebbelijke gewoonte naast de pot te plassen en daardoor krijgen we Karel Martel, een bastaard. Deze Karel, die ook zijn naam aan het geslacht geeft, zou volgens alle geschiedenisboekjes de Muzelmannen verslagen hebben in Poitiers. Er zijn grote historici die daar zo het hunne van denken. Maurice Druon, bv., toch een lid en zelfs secretaris van de prestigieuze ‘Académie Française’, gelooft er geen woord van. Hij veronderstelt dat Karel Martel eerder bij toeval op enkele verkenners is gestoten en die heeft verjaagd. Maar bovenal heeft hij van de gelegenheid gebruik gemaakt om verwoestenderwijs door Gallië te zwiepen.
Zijn zoon Pepijn de Korte maakt een deal met de paus en verkrijgt voor zich de koningskroon. Hij heeft 2 zonen. Volgens de traditie moet het rijk dus verdeeld. Dat is tegen de zin van zijn vrouw, ‘Berthe met de grote voeten’, die haar lieveling Karel liever alleen ziet regeren. Broertje Karloman zou dan naar een klooster gegaan zijn, zegt de vrome geschiedenis. De waarschijnlijke waarheid is dat Karloman vermoord is.
Karel de Grote, heeft dan zowat alles en iedereen rond zich vermoord, vergiftigd, kortom uit de weggeruimd, tot alleen de brave en devote 3de zoon, Lodewijk overblijft. Die erft dus het rijk, huwt en krijgt 3 zonen. Lotharius, Lodewijk en Pepijn. Moeder Irmingard sterft en ook Pepijn. Lodewijk hertrouwt met Judith. Bij haar krijgt hij Karel.
Lodewijk verdeelt zijn rijk, maar dat is niet naar de zin van de broertjes en die komen meer dan een keer in opstand tegen hun vader. Ze zetten hem af als keizer, ze nemen hem zelfs gevangen. Maar telkens kan de slimme Judith hem redden en de keizerskroon terug op zijn hoofd zetten. Al wat Judith wil is een mooi gebied voor haar zoon. En zo geschiedt ook. Als de broertjes moegevochten zijn en de papa dood is, sluiten ze de vrede van Verdun. 843. Judith mag het niet meer zelf meemaken, maar het is wel de bekroning van haar politiek.
Karel, die de gebieden ten westen van grofweg de lijn Schelde-Maas-Rhône krijgt, huwt en krijgt een aantal kinderen waarvan alleen Lodewijk en Judith ons interesseren.
Volgens goede familietraditie komen ze in conflict met hun vader. Judith is verliefd op Boudewijn en Boudewijn steunt Lodewijk in zijn pogingen om Karel uit de weg te ruimen. Kortom Boudewijn schaakt Judith, met de hulp van Lodewijk en vlucht naar de bossen van Vlaanderen. Hij weet verdomd goed dat Karel in dat waterland niets kan uitrichten met zijn leger. Daar is hij veilig.
Judith heeft ook zo haar redenen. Nauwelijks 12 jaar oud is ze de bruid van de graaf van Wessex, een oude man. Sterft die gelukkig, wordt ze, nu 14 jaar oud, uitgehuwelijkt aan de zoon van haar eerste man. Die houdt het ook niet lang vol.
Die Judith toch!
Haar vader vertrouwt de zaak niet en sluit haar op. Daar komt Boudewijn haar bevrijden.
Karel is in alle staten. De paus spreekt een banvloek uit over het koppel. Maar uiteindelijk, moegestreden, zal Karel bijdraaien en kan het paar eindelijk huwen. 862. Judith is nu 18 jaar oud.
Karel schenkt Boudewijn Vlaanderen en maakt hem tot markgraaf. Een soort gewapende douanier.
Niemand let op het verliefde paartje dat daar ver in het noorden in moeras en bos ploetert en tracht te overleven. Ze doen wat ze willen.
Judith haalt de meest bekwame vaklui naar Vlaanderen. Moerassen worden drooggelegd. Men begint ‘in te polderen’. Zij is de drijvende kracht, het brein achter haar daadkrachtige man, Boudewijn ‘met de Ijzeren arm’. Als ze in 879, nauwelijks 35 jaar oud sterft, laat ze een gewest na, dat zich onafhankelijk opstelt tegenover de leenheer in Parijs, dat goed bevaarbare waterlopen heeft en behoorlijke wegen. Maar vooral, zij maakt van Vlaanderen de toegangspoort van het rijk. De handel is geboren, de steden kunnen zich ontwikkelen. Het grote Vlaanderen is geboren.
L'homme n'est ni ange ni bête, mais celui qui veut faire l'ange, fait la bête (Blaise Pascal)

jel
Lid geworden op: 16 mei 2006, 11:04

15 apr 2008, 17:59

Kan jij mooi schrijven!
jel