3.1 Kiezen voor thuiszorg of niet ?

Inge en Piet waren net een jaar getrouwd toen bij Inge de eerste symptomen van Multiple Sclerose werden vastgesteld. Hun leven werd grondig overhoop gegooid. Samen leerden zij, met vallen en opstaan, zich aan hun nieuwe situatie aan te passen. Zij kozen er niet voor, maar groeiden stilaan van een man-vrouw relatie naar een verzorger-verzorgde relatie. Later kozen Inge en Piet wel bewust voor thuiszorg. Toen Inge al zwaar zorgbehoevend was, kon Piet de thuiszorgsituatie niet meer aan. Hij bracht haar naar een instelling, waar zij een jaar verbleef. Na dit jaar bracht hij haar terug naar huis. Hij had voor zichzelf uitgemaakt wat hij aankon, hoever hij wou gaan in de thuiszorg voor zijn vrouw en waar zijn grenzen lagen. En Inge wou niets liever dan thuis zijn.

Thuis kunnen zijn en blijven, is de wens van vele mensen. Thuis, in zijn eigen vertrouwde omgeving, is men geborgen. Men voelt zich er goed en veilig, tussen mensen die men kent en graag ziet. Men kan er zichzelf zijn. Thuis zijn heeft een positieve invloed op het welzijn van mensen. De meerwaarde van thuis te kunnen zijn, zit vaak in de dagelijkse kleine en grote dingen van het leven : een leuke attentie, de geur van verse soep, vrienden op bezoek, kunnen deelnemen aan het gezinsleven, in de zon een boek lezen, niet gebonden zijn aan regels.

Thuis blijven als men afhankelijk is geworden, is voor de ene wel en voor de andere niet vanzelfsprekend. Het vraagt een grote inzet van de betrokkenen. Daarom moet de keuze voor thuiszorg goed overwogen worden. De omstandigheden waaronder zorgbehoevende persoon en naaste familie een keuze moeten maken, kunnen erg verschillend zijn. In sommige gevallen is het reeds lange tijd duidelijk dat de bekwaamheid tot zelfzorg van een familielid afneemt. In andere gevallen wordt men plots en onverwacht geconfronteerd met een dringende zorgbehoefte, bijvoorbeeld door de geboorte van een kindje met een handicap of door een zwaar ongeval. Soms zal er zelfs weinig sprake zijn van 'keuzes maken', hetzij door afwezigheid van enig alternatief, hetzij omdat men de zorg op zich heeft genomen en pas later beseft hoezeer dit het leven van iedereen heeft veranderd.

In elk geval is het goed even halt te houden.

Thuiszorg brengt een aantal praktische, financiële, relationele en psychologische vragen met zich mee. Hoe eerder u tijd vrijmaakt om op deze vragen een antwoord te zoeken, hoe 'makkelijker' thuiszorg zal zijn.

'Kiezen voor thuiszorg' is ook geen éénmalige keuze. U kiest elke dag opnieuw : bij een nieuwe hindernis, een grotere zorgvraag, een zorgdrager die wegvalt, kan het zijn dat u uw keuze moet herzien.

Niet zelden is het tijdens een ziekenhuisopname dat een dergelijke keuze wordt gemaakt. Thuiszorg zal in het ziekenhuis niet altijd gestimuleerd worden. Men kent uw draagkracht niet, twijfelt of u de zorg wel zal aankunnen, suggereert dat uw gezinsleven nadeel zal ondervinden, of sterker nog: thuiszorg wordt onmogelijk geacht en daarom zelfs niet overwogen. Het ziekenhuis heeft immers een sterk medische benadering.

Het is daarom belangrijk dat u, eventueel samen met uw huisarts, het ziekenhuis op de hoogte brengt van uw intenties of wensen om de zorgbehoevende persoon verder thuis te verzorgen. Laat niet toe dat de zorgbehoevende persoon ontslagen wordt vooraleer u uw thuiszorgsituatie heeft kunnen organiseren. Zoek reeds tijdens de opname uit welke thuiszorgdiensten bestaan en wie of wat u kan ondersteunen in de zorg voor uw familielid. De huisarts, de zorgbemiddelaar of de sociale dienst van uw ziekenfonds of van het OCMW kan u helpen bij de organisatie. Neem dus zeker met één van hen contact op.

Twijfelt u zelf ook of het wel mogelijk zal zijn om de zorgbehoevende persoon thuis te verzorgen, bespreek dit dan tijdig met de zorgbehoevende persoon, met uw gezinsleden en met de professionele thuiszorgdiensten. Hiervoor kan u ook terecht bij de Werkgroep Thuisverzorgers. Ga na waarom u twijfelt en of er oplossingen zijn. Spreek daarbij uw gevoelens uit. Wees realistisch, maar laat u ook niet afschrikken door één negatief advies. Probeer het, maar informeer u grondig. Laat u voldoende ondersteunen, zonder u iets te laten opdringen. Bereid de thuiszorgsituatie voor.

Draagkracht en draaglast

De keuze voor thuiszorg heeft heel veel te maken met het evenwicht tussen 'de draagkracht en de draaglast' van de betrokkenen. Om te verduidelijken wat we hiermee bedoelen, maken we even een vergelijking met een weegschaal. Links op de weegschaal liggen de 'draaglasten'. Dat zijn alle taken die een thuisverzorger uitvoert : de zorgbehoevende persoon wassen, eten geven, medicatie toedienen, de krant voorlezen, ... Maar ook : de financiële zorgen die u heeft door aan thuiszorg te doen, de moeilijkheden die u ondervindt om een oppas te vinden, het feit dat u zo moe is omdat u viermaal per nacht moet opstaan, het feit dat u boos en verdrietig is omdat niemand vraagt hoe het nu met u gaat, het feit dat de zorgbehoevende persoon het u kwalijk neemt dat u de zorg voor hem één dag op de week aan een ander overlaat. Rechts op de weegschaal liggen alle krachten en positieve ervaringen in thuiszorg. We bedoelen daarmee: het feit dat u steeds een goede relatie heeft gehad met de zorgbehoevende persoon, het feit dat u kan rekenen op de hulp van een zus en een buurman, het feit dat u elke zaterdag de thuiszorg aan iemand anders overlaat zodat u weer moed en energie heeft om de zorg voor zes dagen terug op te nemen, het feit dat u een beroep kan doen op een aantal diensten, het feit dat u wil zorgen voor iemand die u graag ziet, het feit dat de zorgbehoevende persoon gelukkig is ... .

Het is erg belangrijk dat deze weegschaal in evenwicht gehouden wordt of liefst zelfs doorslaat naar de rechterkant. Op geen enkel moment in uw thuiszorgsituatie zouden de lasten groter mogen zijn dan de krachten die u heeft om die te dragen. Wanneer dat toch gebeurt (laten we realistisch zijn) dan kan u twee dingen doen : u zoekt naar oplossingen om uw draaglasten te verminderen (vb. u schakelt een gezinshelpster in) of u zoekt wegen om uw draagkracht te verhogen (vb. u koopt een antidecubitusmatras, zodat u niet langer viermaal per nacht moet opstaan en eindelijk wat slaap kan inhalen).

Leg dus als thuisverzorger regelmatig, en vooral wanneer u het moeilijk heeft, uw lasten en krachten op de weegschaal. Zoek uit wat de balans uit evenwicht brengt en doe daar spoedig iets aan, eventueel met hulp van buitenaf. Het zal u in staat stellen uw thuiszorgsituatie langer en beter waar te maken.

Twijfels en onzekerheden zijn kenmerkend voor deze periode. Zal ik thuiszorg wel aankunnen? Zal ik op mijn partner, mijn kinderen kunnen rekenen bij het verzorgen van vader? Zal onze relatie wel stevig genoeg zijn om ons pasgeboren kindje met een handicap thuis te kunnen opvangen? Moet ik mijn job opgeven om voor mijn vrouw te zorgen? En zullen we dan financieel nog wel rond komen?

In deze onzekere periodes is het erg belangrijk om eerlijk te zijn. Eerlijk ten opzichte van uzelf, maar ook ten opzichte van uw gezins- en familieleden. Praat met elkaar, deel uw onzekerheid met anderen en zoek zoveel mogelijk samen naar antwoorden...

Bron: Werkgroep thuisverzorgers vzw