De patrimoniumvennootschap

Waar vandaan: Geld en Werk > Persoonlijke Financiële Planning > Vermogensplanning > De patrimoniumvennootschap

De patrimoniumvennootschap: Onroerend goed verwerven via een vennootschap?

Meer over vermogensplanning:

osteo6 De patrimoniumvennootschap
osteo6 Leven als God in Frankrijk
osteo6 Bescherm uw vermogen tegen het inflatiespook
osteo6 Kent de fiscus weldra uw vermogen?
osteo6 De Luxemburgse vermogensverzekering
osteo6 De Fiscus als sponsor van uw vastgoedinvestering
osteo6
Afschaffing effecten aan toonder
osteo6
Gezinswoning zelfstandige beschermd tegen schuldeisers
osteo6 Vruchtgebruik: een concept met fiscale risico's?

Veel Belgen stellen zich de vraag of het niet aangewezen is onroerende goederen te verwerven via een vennootschap. Om deze vraag te kunnen beantwoorden zetten we hierna de voor- en de nadelen van de patrimoniumvennootschap op een rijtje.

Het begrip patrimoniumvennootschap durft in de omgangstaal nogal wat verwarring zaaien. Velen denken dat het om een vennootschapsvorm gaat met eigen juridische kenmerken, maar dat is niet zo. Er bestaat geen bijzonder regime of een speciale vennootschapsvorm voor de patrimoniumvennootschap. In de keuze van de vennootschapsvorm is men dan ook volledig vrij. De patrimoniumvennootschap zal in veel gevallen de vorm aannemen van een naamloze vennootschap (nv) of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bvba).

Een patrimoniumvennootschap is een vennootschap die opgericht wordt met als hoofddoel het beheer van roerend en onroerend vermogen. Dergelijke vennootschappen worden doorgaans opgericht op grond van fiscale motieven. Vennootschappen bieden in veel gevallen aantrekkelijkere fiscale opportuniteiten dan deze waarover privé-personen beschikken. Zoals elke vennootschap kan een patrimoniumvennootschap in principe onbeperkt financieringskosten aftrekken van haar inkomsten. Ook alle kosten en taksen die voortvloeien uit het onroerend goed (onderhoud, brandverzekering, onroerende voorheffing, registratierechten,..) zijn aftrekbaar in de patrimoniumvennootschap. De vennootschap kan ook de aankoopwaarde van het onroerend goed afschrijven, wat ook weer een aanzienlijke belastingbesparing kan opleveren. Tot slot kunnen Belgische ondernemingen, sinds aanslagjaar 2007, een aftrek genieten voor risicokapitaal (de zogenaamde notionele interestaftrek). Vennootschappen kunnen hierdoor een bedrag gelijk aan een jaarlijks bepaald percentage, toegepast op het (gecorrigeerde) eigen vermogen, aftrekken van hun belastbare inkomsten, en zo belastingen besparen. Opgelet, wanneer een onroerend goed in de vennootschap wordt gebruikt door de bedrijfsleider, zijn echtgenoot en/of minderjarige kinderen, wordt de boekwaarde van dat onroerend goed uit de berekeningsbasis van de notionele interestaftrek gesloten.

Ook het vermijden van successierechten en schenkingsrechten is een belangrijk fiscaal argument om tot de oprichting van een patrimoniumvennootschap over te gaan. De aandelen van zo’n vennootschap kunnen immers fiscaalgunstig worden geschonken. Een schenking kan op diverse manieren gebeuren, met of zonder een notariële akte.  Een populaire techniek is de handgift. Bij een handgift worden in principe geen schenkingsrechten geheven. Voor zover de schenker niet binnen drie jaar na de schenking komt te overlijden, zijn er ook geen successierechten verschuldigd. Wanneer een schenking van roerende goederen gebeurt voor een notaris in België zijn in principe 3 % schenkingsrechten verschuldigd bij een schenking in rechte lijn en tussen echtgenoten of samenwonenden. Voor schenkingen aan andere personen is een evenredig schenkingsrecht van 7 % verschuldigd. In geval van overlijden binnen drie jaar na de schenking zijn ook geen successierechten verschuldigd.

Wie een schenking wil doen via een notariële akte en toch schenkingsrechten wil vermijden, kan een schenking doen voor bijvoorbeeld een notaris in Nederland of Zwitserland. Voor zover de schenker niet binnen drie jaar na de schenking komt te overlijden, zijn er ook geen successierechten verschuldigd.

Bij de inbreng in een patrimoniumvennootschap van in Vlaanderen gelegen onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk voor bewoning zijn aangewend, is een registratierecht van 10% verschuldigd. Bij de inbreng van handelspanden (bv. industriële gebouwen, kantoorgebouwen) en gronden geniet men van het inbrengrecht aan 0%.

Niet alleen fiscale redenen kunnen aanleiding geven tot de oprichting van een patrimoniumvennootschap ook familiale redenen zijn van belang. Zo biedt de patrimoniumvennootschap een uitstekende controlestructuur voor het beheer en het samenhouden van een familievermogen.

Nadelen
Een nadeel van de oprichting van een patrimoniumvennootschap is dat in plaats van een belasting op basis van het kadastraal inkomen, men wordt belast op de gehele huurprijs. Hierbij is de vergelijking relevant tussen de natuurlijke persoon die zijn onroerend goed verhuurt als belegging en de patrimoniumvennootschap. De natuurlijke persoon die een onroerend goed in eigendom heeft en dit verhuurt, wordt belast op grond van het kadastraal inkomen, voor zover het verhuurde onroerend goed niet verhuurd wordt voor bedrijfsdoeleinden. Wanneer een patrimoniumvennootschap daarentegen een onroerend goed verhuurt, wordt dit steeds belast op grond van de werkelijke ontvangen huurontvangsten. Het onderbrengen van eigendommen in een patrimoniumvennootschap is dan ook voornamelijk interessant voor die gebouwen die minstens gedeeltelijk voor professionele doeleinden worden gebruikt.

Een tweede nadeel is dat wanneer een onroerend goed van een patrimoniumvennootschap verkocht wordt, de behaalde meerwaarden worden belast. Wanneer een particulier daarentegen een gebouw verkoopt, wordt de meerwaarde niet belast voor zover de verkoop meer dan vijf jaar na de aankoop plaatsvindt. Wanneer vennootschappen een onroerend goed verkopen en dit hun enig patrimonium uitmaakt, kan één en ander worden opgevangen door de verkoop van de aandelen van de vennootschap in plaats van de verkoop van het onroerend goed.

Een laatste belangrijk nadeel is dat de vennootschap gedwongen is een boekhouding te voeren met inbegrip van een jaarrekening die ingediend moet worden. Dat kost uiteraard geld, aangezien u waarschijnlijk een boekhouder of accountant moet inschakelen. De kostprijs verbonden aan het voeren van een boekhouding van een patrimoniumvennootschap kan al snel oplopen tot minimum 3000 euro per jaar. Over de looptijd van de lening, gaat het dus om heel wat geld.

Alles in acht genomen zijn er heel wat zaken waarmee u rekening moet houden als u overweegt een patrimoniumvennootschap op te richten. Het fiscale voordeel is bovendien geen vaststaand feit. Alvorens een oprichting te overwegen, dient eerst de omvang van het vermogen nagegaan te worden. Voor patrimonia onder de 650.000 euro is het in de meeste gevallen niet aangeraden om een patrimoniumvennootschap op te richten. Er dient namelijk rekening gehouden te worden met de vaste beheerskosten, verbonden aan een dergelijke vennootschap, onverminderd de overige nadelen. Voor patrimonia boven de 650.000 euro dient geval per geval bekeken te worden in hoeverre een oprichting zinvol is. Hierbij dient zeer veel aandacht besteed te worden aan de doelstellingen die men terzake wenst te bereiken.

<<< Vorige pagina

Bron: Optima Financial Planners
(update oktober 2008)