Waar vandaan: Interieur en inrichting > Verwarming > Verwarmingslichamen

Verwarmingslichamen

Om de warmte geproduceerd door de ketel, zonneboiler of warmtepomp in de leefruimtes te verspreiden, zijn warmtelichamen nodig. Er bestaat vandaag een brede waaier aan mogelijkheden: van de aloude radiator tot een klimaatplafond

Radiator
- Werkt volgens het stralingsprincipe: de warmte wordt veroorzaakt door de warme stralen van de radiator.
- Heeft meer tijd nodig om op te warmen dan convector. Eerst dient het metaal op te warmen, vervolgens wordt de warmte overgedragen aan de lucht
- De warmteafgifte wordt geregeld door een thermostaat. Hang deze niet te dicht bij de radiator of een ander element dat de temperatuur kan beïnvloeden
- Vervaardigd uit staal, aluminium of gietijzer:

  • staal: warmt traag op, maar houdt warmte langer vast
  • aluminium: warmt snel op, maar neemt zuurstof op. Dit is nefast voor de installatie (corrosie)
  • gietijzer: vooral gebruikt voor sierradiatoren; duur in aankoop

- Radiatoren bestaan in verschillende maten, vormen,… er zijn verticale en horizontale varianten mogelijk. En ook de afwerking van het front biedt verschillende mogelijkheden
- Sierradiatoren: lager rendement dan klassieke radiator
- Ontlucht radiatoren bij het begin van een nieuwe stookperiode. Op die manier halen ze hun volledige rendement. Dikwijls volstaat het de hoogst geplaatste radiator te ontluchting

Convector
- Werkt volgens het convectieprincipe: De warmte wordt via circulerende lucht in de ruimte gebracht
- De warmteoverdracht van het water naar de lucht gebeurt door de lucht door lamellen te jagen. Hierdoor ontstaat een groter contactoppervlak waardoor de warmte sneller wordt afgegeven.
- Convectoren bestaan in verschillende varianten: ingebouwd in de vloer, in een put of in de plint of tegen de muur geplaatst.
- De luchtverplaatsing heeft als nadeel dat convectoren ook voor stofvorming zorgen

Vloerverwarming
- Werkt volgens het stralingsprincipe: in dit geval wordt het vloermateriaal opgewarmd dat vervolgens de warmte langzaam uitstraalt
- De kunststofleidingen worden onder de dekvloer in een lussenverband geplaatst.
- Dankzij het grote contactoppervlak laat het systeem een lage watertemperatuur toe (laag energieverbruik, interessant voor technieken als zonneboiler of warmtepomp)
- Een goede vloerisolatie is belangrijk om warmteverlies naar de ondergrond te vermijden
- Nachtregime wordt afgeraden bij vloerverwarming door de inertie van de vloeropbouw. Die vraagt een te lange opwarmtijd om snel een comfortabel warmtegevoel te krijgen
- In sommige ruimten (woonkamer, badkamer) is het zinvol in een bijverwarming te voorzien om de opwarmperiode van het systeem te overbruggen of om in de tussenseizoenen te gebruiken
- Plaats geen vloerverwarming onder de kachel of haard. De opbouw is niet bestand tegen het hoge gewicht.
- De opbouwhoogte van vloerverwarming is zo sterk geëvolueerd dat het systeem nu ook vlot toepasbaar is in renovaties
- Een groot voordeel is dat de muren niet worden ingenomen door radiatoren of convectoren, er is dus meer benutbare ruimte

Wandverwarming
- Werkt volgens het stralingsprincipe. In dit geval geeft de wand de warmte af
- De leidingen met warm water worden in dit geval in de wanden verwerkt (ingebed systeem), er bestaan speciale bouwblokken met groeven die de plaatsing van deze leidingen vergemakkelijken. Daarnaast kunnen de leidingen ook op de bestaande wand worden geplaatst (bovenopgelegd systeem)
- Ook dit systeem werkt op een lage watertemperatuur en is bijgevolg energievriendelijk
- De opwarmingstijd is aanzienlijk korter als deze van vloerverwarming
- Het ophangen van stukken aan de wanden vraagt de nodige aandacht. Je met er zeker van zijn dat je niet in een leiding klopt of boort

Luchtverwarming
- Werkt volgens het convectieprincipe: opgewarmde lucht wordt in circulatie door de woning gebracht
- De lucht wordt via een kanalensysteem in verschillende ruimtes ingeblazen en op andere plaatsen waar afgezogen.
- De afgezogen lucht uit droge ruimtes wordt gefilterd en opnieuw opgewarmd.
- Lucht uit natte ruimtes wordt naar buiten afgevoerd en vervangen door verse lucht. Op die manier doe je ook aan ventilatie. Bovendien is er een warmterecuperatie mogelijk op de afgezogen lucht.
- De kanalen voor de aan- en afvoer van de lucht moeten in wanden of plafonds worden weggewerkt. Dit vraagt de nodige aandacht bij het ontwerp

Klimaatplafond
- Werkt volgens het stralingsprincipe: warme (en koude lucht) wordt via buisjes in het plafond aan de omgeving afgegeven
- De buisjes in de vorm van matten worden ingewerkt in de bepleistering of achter het verlaagd plafond weggewerkt. In dit geval wordt best een plafondafwerking met perforaties gebruikt om de warmte- of koudeoverdracht te bevorderen.


Bron: Habitos