Venetië kan je eigenlijk maar op twee manieren bezoeken: per boot of te voet. Je kan de stad immers niet in met de auto, daarom parkeer je best aan de buitenrand en ga je te voet of met het openbaar vervoer tot het centrum. Het Centrum, dat is het San Marco Plein, het kloppende hart van Venetië. Als een rode draad in S-vorm doorheen de stad loopt het Canal Grande, de rivier die alle waterlopen van de stad met elkaar verbindt, en wat het makkelijk maakt je te oriënteren.
Venetië leeft voor 100 % van het toerisme en dit is niet altijd even leuk: het kan er enorm druk zijn, met toeristen uit alle uithoeken van de wereld, anderzijds is het op sommige plaatsen (vooral op San Marco en langsheen het Canal Grande) soms erg duur om iets te eten of te drinken. Bekijk dus best vooraf eens de kaart.
San Marco:
Dit is het belangrijkste plein van de stad, met de San Marco Dom, en het Dogenpaleis, waarin de plaatselijke machthebbers steeds verbeleven hebben. De rijkdom van beide gebouwen is onovertroffen en niet te beschrijven.
De Basilico de San Marco werd gebouwd in de elfde eeuw, en is uniek door zijn merkwaardige bouwvormen en de schitterende mozaïeken. Het gebouw lijkt soms wel volledig in het goud zijn opgetrokken.
In de buurt van Venetië vinden we nog enkele fantastische historische Italiaanse steden zoals Ravenna (met de befaamde basiliek), Udine (de stad van Romeo en Julia) en Verona.
De kusten van het schiereiland Istrië (Kroatië) en Slovenië zijn ook niet zo ver weg. Voor wie dit wil doen en nog even tijd heeft, bezoek dan zeker eens Ljublana, de hoofdstad van Slovenië (iets meer naar het noorden gelegen), maar o zo mooi…
Bron tekst: SeniorenNet |
