Bijwerkingen radiotherapie

Radiotherapie: Bijwerkingen en praktische tips

De nevenwerkingen doen zich grotendeels voor in het bestraalde lichaamsdeel en zijn afhankelijk van:

  • de ontvangen stralingsdosis
  • de duur van de behandeling
  • de gevoeligheid van de getroffen organen.

Intensiteit en duur variëren van persoon tot persoon.

De aanwezigheid of de ernst van de neveneffecten heeft niets te maken met de doeltreffendheid van de behandeling.

Nevenwerkingen zijn meestal van voorbijgaande aard en verdwijnen enkele weken na het stopzetten van de behandeling. Soms zijn er vertraagde nevenwerkingen, maanden of jaren na het stopzetten van de behandeling. Het kan gaan om verkleuring van de huid of uitzetting van de kleine bloedvaatjes in de huid.

Radiotherapie kan plaatselijk nevenwerkingen veroorzaken, afhankelijk van de bestraalde zone:

  • in de buik: diarree, blaasontsteking, anitis (irratie van de anus); braakneigingen, buikkrampen;
  • in de borstkas: slikstoornissen, hoesten;
  • in de mond: smaakverlies, minder aanmaak van speeksel, irritatie van de slijmvliezen;
  • op de huid: rode huidvlekken, kriebels, verkleuring;
  • in de geslachtsorganen: kans op steriliteit.

Radiotherapie gaat niet gepaard met haarverlies, behalve bij bestraling van de schedel.

Veel patiënten voelen zich vermoeid naarmate de sessies elkaar opvolgen. Dat is te wijten aan de radiotherapie op zich en aan de vele verplaatsingen.

Voor elk lichaamsdeel berekent men de totale, gecumuleerde dosis, waarboven nevenwerkingen te dominant zouden worden. Eens de maximale dosis bereikt is, kan men op die plaats geen stralen meer toedienen.

Patiënten krijgen heel wat praktische tips om de ongemakken van de radiotherapie te verzachten.

Breng gerust uw arts of verpleegkundige op de hoogte van de moeilijkheden die u ondervindt. Ze kunnen u gepaste raad geven en indien nodig geneesmiddelen, om de last te verlichten.

Vermoeidheid
Kankerpatiënten klagen vaak over intense vermoeidheid. Dat kan te wijten zijn aan de ziekte op zich, maar ook aan de behandelingen.

Radiotherapie veroorzaakt een geleidelijke vermoeidheid. De vermoeidheid varieert naargelang de dosis, de totale duur van de behandeling en de oppervlakte van het bestraalde lichaamsdeel. Daar komt vaak de vermoeidheid bij, veroorzaakt door de verplaatsingen naar het ziekenhuis.

De vermoeidheid kan nog twee tot drie maanden na het stopzetten van de behandeling aanhouden.

Om de zieken tijdens die moeilijke periode te helpen, stelt de Stichting hen patiëntenvervoer voor. Indien nodig gaan speciaal daarvoor opgeleide vrijwilligers, die op de hulp kunnen rekenen van sociale helpers, de patiënten thuis ophalen om hen naar het ziekenhuis te voeren en ze nadien terug te brengen. De dienst doet meer dan patiënten vervoeren: het is een morele steun die de patiënten erg op prijs stellen.

Enkele tips

  • Pas in de behandelingsperiode uw activiteiten aan, in functie van de energie die u hebt.
  • Leg u gerust voor korte periodes neer, als u behoefte hebt aan rust. Verschillende korte rustpauzes zijn beter dan een lange siësta.
  • Slaap overdag niet te lang of te vaak, zodat u ook 's nachts nog kunt slapen.
  • Bewaar uw energie voor de belangrijkste taken en laat u gerust helpen.
  • Bij de Stichting tegen Kanker kunt u hierover een gedetailleerde brochure aanvragen.

De huid
Bij elke sessie moeten de stralen door de huid dringen om het gezwel te bereiken.

Er kunnen zich plaatselijke tekens voordoen, die doen denken aan een zonneslag (roodheid, jeuk, huidirritatie, vervelling, verkleuring).
De verschijnselen duiken op tijdens de eerste weken van de behandeling, om vier tot zes weken na het stopzetten te verdwijnen. Droogheid en huidverkleuring kunnen echter blijven voortbestaan.

Op zeer lange termijn (maanden of jaren later), stelt men soms een verkleuring vast van de bestraalde zone, die gepaard gaat met een geleidelijke verwijding van de kleine, bovenliggende bloedvaatjes, afhankelijk van de dosis die de huid te verwerken kreeg.

Enkele tips

  • Vermijd elke bijkomende irritatie van de huid die met de stralen in aanraking komt (zon, hevige warmte of koude, cosmeticaproducten enzovoort).
  • Was de bestraalde zones met helder water, zonder te wrijven of zeep te gebruiken. Neem liever een lauwe douche dan een bad.
  • Droog de huid met zacht linnen (zonder te wrijven) of een haardroger in de laagste stand. Vermijd wrijving van kleren en onderkleren. Kies voor loshangende, katoenen kleding.
  • Laat wat frisse lucht aan de bestraalde huid komen, maar bescherm ze tegen de zon.
  • Probeer niet te krabben.
  • Houd de huid zo droog mogelijk, zelfs in de plooien. Om vocht in huidplooien te absorberen, plaatst u er best een stuk zacht weefsel. Gebruik geen talk.
  • Gebruik enkel een elektrische scheermachine bij bestraling van het gezicht. Vermijd alcohol- of etherhoudende aftershave of lotion na het scheren.
  • Bij een bestraling van de schedel vallen de haren tijdelijk of definitief uit (enkel in de bestraalde zone), afhankelijk van de totale dosis stralen. Hetzelfde geldt voor schaamhaar. Als u een pruik wilt dragen, kiest u er best een voor het begin van de behandeling. Zo blijft het resultaat zo dicht mogelijk bij uw natuurlijke haarkleur. De ziekenfondsen kunnen daarin tussenkomen.

De borst
Huidtrekkingen, jeuk of een gevoel van vochtigheid onder de borst of onder de oksel doen zich vaak voor rond de derde of de vierde week van de radiotherapie. Eventuele pijn of een zwelling verdwijnen meestal na vier tot zes weken.

Een verandering in het volume van de bestraalde borst kan definitief zijn.

Bestraling van de mond, de keel of de slokdarm
Irritatie van de slijmvliezen, verandering of verlies van smaak, droge mond (minder aanmaak van speeksel), pijn of moeilijkheden bij het slikken zijn allemaal mogelijke neveneffecten.

Enkele tips

  • Breng uw tandarts op de hoogte van uw behandeling. Soms is het vanuit preventief oogpunt nodig om bepaalde tanden te trekken die tijdens de radiotherapie problemen kunnen geven. Besteed extra aandacht aan mondhygiëne en spoel regelmatig uw mond met een vloeistof die uw dokter of tandarts voorschrijft.
  • Bij geïrriteerde slijmvliezen rookt u best niet (of zo weinig mogelijk), drink best geen alcohol- of gashoudende dranken en eet niet te kruidig. U kunt sap van citrusvruchten (sinaasappel, pompelmoes enzovoort) vervangen door appelsap, druivensap of abrikozensap. Drink met een rietje, als u moeite hebt met slikken. Vermijd te warm eten; eet eerder lauw voedsel.
  • Om een slechte smaak in de mond te neutraliseren, gorgelt u best met een kamilleaftreksel.
  • Drink regelmatig (kleine slokjes) wanneer u een droge mond hebt, of zuig op een ijsblokje of neem een stukje suikerarme kauwgom. Kies voor vloeibaar of semi-vloeibaar voedsel (soep, room, appelmoes, vlees in saus enzovoort). Indien nodig kan uw arts u een mondvaporisator of kunstmatig speeksel voorschrijven.

Radiotherapie van de buik
Naast misselijkheid of diarree kunnen zich ook flatulentie of constipatie voordoen. Er bestaan geneesmiddelen om die symptomen te vermijden of te verlichten. Probeer zo gezond en zo evenwichtig mogelijk te eten. Een gezonde voeding bezorgt het lichaam levensnoodzakelijke elementen, voor als de ziekte en de bestralingen het lichaam op de proef stellen. In sommige gevallen zal de arts u een bijzonder dieet voorschrijven.

Enkele tips

  • Als u misselijk bent, splits de maaltijden dan best op (kleine hoeveelheden verdeeld over de hele dag) en vermijd vet voedsel. Eet uw voeding op kamertemperatuur in een niet te warme ruimte, ver van keukengeuren. Eet langzaam en drink niet tijdens de maaltijd. Drink tussendoor vooral frisse dranken en vermijd drank die de maag irriteert (alcohol, koffie, thee enzovoort). Als u rust na de maaltijd, doe dat dan zittend; liggen is niet zo goed.
  • Geneesmiddelen zijn een mogelijke bron van irritatie voor de maag. Moet u geneesmiddelen nemen, drink er dan bij en gebruik ze nooit op uw nuchtere maag, tenzij op doktersvoorschrift.
  • Drink zoveel mogelijk, als u diarree hebt (mineraalwater zonder koolzuur, vruchten- of groentesap, rijstwater enzovoort). Vermijd voedingswaren die u gas bezorgen. Eet kleine hoeveelheden, maar meermaals per dag.
  • Volg nooit op eigen houtje een zogenaamd dieet tegen kanker. Die zijn meestal niet echt doeltreffend en monotoon, en u loopt het risico uw organisme te verzwakken.
  • Als u veel gewicht verliest, kan het aangeraden zijn om uw voeding te verrijken. Vraag uw arts of een diëtiste om raad. De invloed van de stralen op uw spijsverteringsstelsel verdwijnt niet van de ene dag op de andere. De tips blijven dus geldig tot twee à drie weken na de behandeling; pas daarna valt u best geleidelijk terug op uw gewone voedingspatroon.

Bestraling van de onderbuik (uro-genitaal gebied)
De stralen kunnen irritatie aan de blaas of de endeldarm veroorzaken, wat pijn geeft bij het plassen of bij de stoelgang. Bestraling van sommige gynaecologische kankers kan gepaard gaan met het stoppen van de regels. Voor wat betreft de seksualiteit, heeft radiotherapie soms fysische gevolgen (irritatie van de slijmvliezen zorgt voor pijnlijke geslachtsgemeenschap) of psychologische (afname van de libido). In sommige gevallen kan de vruchtbaarheid definitief in het gedrang komen.

Enkele tips

  • Als u na uw genezing kinderen wilt, praat er dan voor de behandeling met uw arts over. Indien nodig kan men voor de behandeling zaad- of eicellen wegnemen.
  • Vraag ook of u best met contraceptie begint of verdergaat.

 

Bron: Stichting tegen Kanker