Waar vandaan: Juridisch advies > Kraaiende haan zorgt voor burenhinder: wat zegt de rechter?

Kraaiende haan zorgt voor burenhinder: wat zegt de rechter?

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

De haan van Piet kraait naar believen! Piets buren vinden dit maar niets en proberen hem te overhalen de haan weg te doen. Zij menen te veel hinder te hebben van dit gekraai en wensen dat er een einde aan komt.

Vorig jaar kregen wij nieuwe buren maar deze zijn niet opgezet met het gezang van de dieren. Zij dreigen er nu zelfs mee naar de rechter te stappen indien wij geen einde maken aan het lawaai.
Wij vragen ons nu af of zij kans maken om gelijk te krijgen bij de rechter.

Heeft u weet van dergelijke situaties waarover de rechter zich reeds heeft moeten uitspreken?

In een dergelijke situatie heeft men te maken met "burenhinder".

Over burenhinder is er in de praktijk heel wat te doen en in veel gevallen komen de buren onderling niet tot een akkoord. Op dat ogenblik kan alleen de rechter een oplossing bieden. De vraag die vele mensen zich stellen hoe de rechter nu precies oordeelt over een dergelijke situatie?

Wij illustreren dit hieronder aan de hand van een praktijkgeval waarover de rechter zich heeft uitgesproken.

De feiten

Buurman Jan beklaagde zich steeds over het geroep van mannelijke kwartels welke op het naburige erf gehouden werden, alsook over het gekraai van een haan welke zich steeds tegenover het kwartelgezang wilde laten gelden.

De partijen woonden in een bebouwde kom, hun woonhuizen palen aan elkaar en buurman Tim (verweerder in de zaak) houdt kwartels en hanen voor zijn hobby. Eiser (hier buurman Jan) doet reeds geruime tijd zijn beklag over dit lawaai. Daar hij deze hinder niet meer aankan, stelt eiser Jan een vordering in bij de plaatselijke vrederechter.

Eiser Jan wil de verwijdering van 1 haan en 3 kwartels die zich op de eigendom van verweerder Tim bevinden en dit binnen de 24 uren na de betekening van het vonnis; opleg van een verbod aan verweerder om nog kwartels te houden en de opleg van een dwangsom van 250 EUR per inbreuk die wordt vastgesteld.

Eiser Jan steunt zijn eis op grond van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek, meer bepaald op het principe van de abnormale hinder. Dit artikel kent de eigenaar van een zaak (en derhalve ook van dieren) het recht toe daarvan het normaal genot te hebben en erover te beschikken.

Daar het hier nogal over een moeilijke zaak ging, doet de vrederechter een plaatsbezoek zodat hij zich van de toestand kan vergewissen.

Tijdens dit plaatsbezoek heeft hij vastgesteld dat er in de tuin van verweerder Tim een kooi staat met allerlei kleine zangvogels, maar ook 3 kooien met daarin 1 kwartel. Achteraan de tuin bevond zich een hennenren waarin 1 haan rondliep.

Uitspraak van de vrederechter

Tijdens het plaatsbezoek noteerde de vrederechter dat hij ten huize van eiser Jan duidelijk de doordringende en luidklinkende roep van de kwartels had gehoord.
Gedurende een half uur had één van de kwartels 27 keer geroepen, een andere 9 keer en de haan 4 keer!

De vrederechter was van mening dat verweerder Tim wel het recht heeft dieren te houden voor zijn hobby, maar dit mag niet tot gevolg hebben dat het geroep van deze dieren overlast meebrengt voor de eiser Jan. Eiser Jan heeft eveneens recht op een normaal en rustig leefklimaat en mensen genieten ongetwijfeld de voorkeur boven dieren, aldus de vrederechter.

De vrederechter oordeelde verder :"dat wij op ons plaatsbezoek ervaren hebben dat de regelmatige en indringende roep van één kwartel ongetwijfeld rustverstorend, zenuwslopend en irriterend kan inwerken."

Hij weerhoudt het geroep van de kwartels dan ook als een abnormale burenhinder of overlast voor de eisers.

De eisende partij krijgt in deze zaak dus gelijk van de vrederechter. Dit betekent concreet dat verweerder Tim het verbod opgelegd krijgt om op zijn eigendom nog langer kwartels te houden. Hij moet één maand na de betekening van het vonnis al zijn kwartels verwijderen. Bij overtreding van deze maatregel zal verweerder Tim veroordeeld worden tot de betaling van 125 EUR dwangsom.

Andere feiten, andere uitspraak?

Enige tijd geleden sprak een andere rechter zich ook uit over een geval van burenhinder door hanengekraai.

Hier waren het vooral hanen welke de rust verstoorden van de dichtst bijwonende buurman en buurvrouw. In dit geval bevonden de hanen zich op een 30 à 40 meter afstand van de slaapkamer van de buren. Als enige buren palen zij dus met hun slaapkamer aan de tuin van de verweerders. Vermits de partijen onderling er niet in slaagden tot een minnelijke schikking te komen, stappen zij naar de vrederechter en vragen de eisers dat de verweerders binnen de 24 u na de uitspraak, elke haan zouden verwijderen en zo niet hen te veroordelen tot de betaling van een dwangsom van 125 EUR per dag vertraging.

Ook in deze zaak worden de eisers in het gelijk gesteld en moeten de verweerders elke haan die zich op hun erf bevindt in een donker hok steken minstens vanaf 22 u 's avonds en tot 7 u 's morgens. Doen zij dit niet, dan zullen zij een dwangsom opgelegd krijgen van 125 EUR per inbreuk. Volstaat deze maatregel niet, dan moeten de hanen verwijderd worden.

Wij wensen er hier wel op te wijzen dat steeds alle feitelijke omstandigheden moeten nagegaan worden opdat de vrederechter zich over een dergelijke zaak uitspreekt. Het spreekt voor zich dat indien men zich in een landbouwgebied bevindt, de rechter waarschijnlijk een ander standpunt zal innemen. Doch dit hangt telkens opnieuw af van de soevereine beoordeling van de vrederechter.

Vrijdag 27 April 2007

 

 

rss